DUISTERE
MACHTEN

 

 
Hoofdstuk  8         
 
Inhoud - Sprookje - Vernietiging boerenbestaan - Agro-economische structuur
 
Cargill - Conclusie - Verbeek - Ontwikkelingen - Slot - Bijlagen - Links
 
Bestellen/Downloaden/Reageren - dDH - Duurzaamsite - Landbouwsite - Verder >>
 
 
________    
____
 
 
HET ZUIDEN OPENBREKEN  
 
agro-reuzen op zoek naar nieuwe markten
 
 
Geen gelegenheid heeft de Amerikaanse agro-industrie - met Cargill voorop - voorbij laten gaan om te ageren tegen beperking van de landbouwproduktie en te lobbyen voor ongeremde groei. Want een beperking van de produktie, bijvoorbeeld met behulp van quota of braakleggingsregelingen, heeft een prijsstijging van landbouwprodukten tot gevolg en een vermindering van de omzet van kunstmest, landbouwgif en zaden. Dat merken de agro-concerns in hun portemonnaie.

Zo onthulde de Washington Post in 1987
70  dat enkele agro-concerns, waaronder Cargill en Monsanto, via een adviesbureau campagne voerde tegen voorgenomen wettelijke beperkingsmaatregelen voor het verbouwen van bepaalde gewassen.
In 1993 bracht de APWG (Agricultural Policy Working Group), een lobbygroep, waarin opnieuw Cargill en Monsanto zitten, een rapport uit met uitspraken als: "Produktiviteitsgroei is de sleutel tot een gezonde internationale concurrentiepositie voor de landbouw in de toekomst en zodoende voor de welvaart van de Amerikaanse boeren." 71 
In hetzelfde jaar lieten de Amerikaanse vlees-firma's, waaronder Cargill, een adviesbureau een 'onafhankelijke' studie doen naar het verband tussen vleesexport en graan- en oliezaadproduktie. "Een overvloed aan veevoeder tegen internationaal concurrerende prijzen is een sleutel (..) tot een stabiele groei van de export (..) van vlees, pluimvee en zuivelprodukten." 72  Het rapport adviseert "een produktieuitbreiding toe te staan om tegemoet te komen aan de toenemende vraag." Verder moet de regering "voldoende voorraden graan en oliezaden aanhouden om scherpe prijsfluctuaties te voorkomen." Anders geformuleerd: de overheid moet continu zorgen voor een overaanbod om de prijzen voor de vleesindustrie laag te houden. Met de vraag wat dit betekent voor de graan- en oliezaad-boeren houdt de sector zich niet bezig.

Na al het lobbyen voor een onbeperkte groei reageerde Cargill enthousiast op de Amerikaanse Farm Bill van 1996 73+ , die bestaande produktiebeperkingen wegnam. Deze wet is in haar ogen "een gelegenheid het pad van controle van vroeger te verlaten, en het pad van groei van de toekomst in te slaan." 74 
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat na enkele recordoogsten de sojaprijs in 1999 tot een historisch dieptepunt zakte. In geen 27 jaar bracht soja zo weinig op voor de boeren en was zij zo spotgoedkoop voor de verwerkende industrie, met name voor Cargill, de grootste sojaverwerker ter wereld. 75 

De alsmaar groeiende economische en politieke macht van de agro-concerns stelt hen in staat de landbouwprijzen steeds opnieuw onder druk te zetten en daarmee de Amerikaanse boeren telkens weer in het nauw te brengen.
Cargill ziet dat anders. Zo verklaarde president-directeur Micek luchtigjes: "Die één of twee stuiver per zak (penny or two a bushel) die Cargill zelfs in goede tijden verdient heeft weinig invloed op wat de boer betaald krijgt."
Micek vervolgt: "Maar wanneer Azië geen trek meer heeft in Amerikaanse landbouwprodukten, dan heeft dat direct een groot effect op de graanprijs. Voor dat probleem moeten we een oplossing zoeken."
76  Volgens Micek zijn de lage graanprijzen te wijten aan de economische crisis in Azië en Rusland. "Naar mijn idee, komt het erop aan hoe we de wereldmarkt verder kunnen openen voor de Amerikaanse landbouwprodukten." Hij roept de "Amerikaanse landbouwgemeenschap" op "iedere politicus aan te vallen die onze leiders niet het gereedschap wil geven om de barrières te slechten tussen de Amerikaanse boeren en hun buitenlandse afnemers." Volgens Micek is "de welvaart in de landbouw te herstellen door het economische leiderschap van de Verenigde Staten op te eisen."

Zo gaat het dus: eerst forceren de agro-multinationals een overproduktie in de Verenigde Staten, met de bijbehorende rampzalige prijsdaling voor de Amerikaanse boeren en vervolgens moeten de buitenlandse markten opengebroken worden. Ongeacht wat dit betekent voor de boeren in die landen.

Agressief voor de wereldvrede  
 
Ernest Micek president-directeur van Cargill: "Er zijn ongeveer vijf miljard mensen in de ontwikkelingslanden die behoefte hebben aan het voedsel (..) van de Verenigde Staten. En die het willen hebben ook. Maar het politieke klimaat is zo vijandig aan het worden voor vrijhandel dat ik vrees dat we de wereld niet zo kunnen bereiken als eigenlijk mogelijk zou zijn." 77
"We moeten de grote voordelen voor velen van de handel veroveren door agressief te onderhandelen om markten open te stellen en barrières uit de weg te ruimen. (..) Uitbreiding van de handel leidt tot algemene economische groei. Van dat voordeel profiteren alle handelspartners. Zo kan de hele wereld erop vooruit gaan, omdat een beter leven, verbonden door de handel, een investering in vrede is." Handel kan de "welvaart scheppen die het milieu kan helpen beschermen en de mensenrechten bevorderen." 78 

Opmerkelijk is het wel dat vrijhandel, die volgens Cargill voor iedereen zoveel voordelen heeft, "agressief", met geweld dus, opgelegd moet worden.


Dubbele moraal  
 
Aan de ene kant pleit Cargill voor vrijhandel, dat wil zeggen voor het vrije spel van vraag en aanbod, zonder overheidsbemoeienis. Aan de andere kant zijn agro-concerns als Cargill er als de kippen bij om overheidssubsidies te incasseren (zie hoofdstuk 10 ) zodat ze hun landbouwprodukten onder de prijs in andere landen kunnen dumpen. Bovendien profiteren Cargill en andere landbouwexporteurs indirect van overheidssteun aan boeren, die het hen mogelijk maakt landbouwprodukten tegen onwaarschijnlijk lage prijzen in te kopen. 81+ 
Er is niets tegen weldoordachte steun aan boeren, maar geredeneerd in termen van de agro-industrie is hier sprake van concurrentievervalsing. Kortom: Cargill houdt er een dubbele moraal op na.



Tekort op handelsbalans V.S.

Derde Wereldlanden beschermen - net als Westerse landen - van oudsher de lokale landbouw met subsidies, maar vooral met importheffingen. Voor arme landen die geen geld hebben voor omvangrijke subsidies of inkomenssteun aan boeren, zijn importheffingen de aangewezen weg om hun boeren te helpen.
Hoe gaat dat "openen" van "de wereldmarkt voor de Amerikaanse landbouwprodukten" in zijn werk? Om dat te kunnen begrijpen, moeten we ons realiseren dat de belangen van de Amerikaanse agro-multinationals voor een belangrijk gedeelte parallel lopen aan die van de Amerikaanse regering.
De Verenigde Staten hebben al sinds 1992 te maken met een groeiend en ondertussen zelfs verontrustend groot tekort op de handelsbalans. 82+  De VS-regering zit dan ook te springen om een zo groot mogelijke landbouwexport. 83+ 
Verder is het voor de Amerikaanse regering politiek gezien van enorm belang dat een Amerikaans agro-concern in tal van landen in de wereld een flinke vinger in de pap heeft, omdat de landbouw/voedselsector in elke economie van cruciaal belang is.
Het gereedschap waarmee de regering van de Verenigde Staten, in intensief overleg met de agro-concerns, de buitenlandse markten openbreekt zijn internationale verdragen en regelingen van supranationale organen als het IMF (Internationaal Monetair Fonds), de Wereldbank en de WTO (World Trade Organisation; zie bijlage 5). Mocht dat alles onvoldoende zijn, dan kan Amerika nog altijd een handelsoorlog beginnen.

Amerikaanse landbouwexport is een 'stralende ster'  
 
Volgens het Landbouwministerie van de Verenigde Staten is er één "lichtpuntje" in het sombere plaatje van de Amerikaanse tekorten op de handelsbalans. "De stralende ster is de landbouwexport. (..) (Ons) land exporteert meer tarwe dan staal, meer vlees dan aluminium en meer groente en fruit dan schepen en vrachtwagens bij elkaar." 84 


Hoe vrij is 'vrijhandel'?  
 
De woorden 'vrijhandel' en 'liberalisering' verwijzen beide naar het fraaie begrip vrijheid, naar bevrijding van knellende banden en onnodige regels. Wie zou daar iets tegen kunnen hebben? In de praktijk blijkt het te gaan om een afschaffing van beschermende maatregelen voor kleine en middelgrote boeren en de nationale industrie, zodat multinationals meer mogelijkheden hebben.
De armoede die deze ontwikkeling met zich meebrengt voor kleine en middelgrote boeren en werknemers van de nationale industrie beperkt hun vrijheid in het dagelijks leven vanzelfsprekend enorm. Als boeren de pacht niet meer op kunnen brengen en hun land moeten verlaten, kunnen ze niet eens meer hun eigen voedsel verbouwen.
Bovendien dwingen de Wereldbank en het IMF de zogenaamde liberaliseringsmaatregelen af als een Derde Wereldland door economische problemen met de rug tegen de muur staat. Vrijhandel en liberalisering staan in de praktijk voor dwang en ontbering voor een belangrijk deel van de bevolking van de Derde Wereld. Met dit soort termen vergiftigen de multinationals en 'hulpvaardige' topambtenaren, politici en journalisten onze taal.


Boeren moesten maar in de fabriek gaan werken  
 
Micek, de vorige president-directeur van Cargill, citeert met instemming een voormalige deskundige van de Wereldbank die zegt dat "ontwikkelingslanden een steeds groter concurrentie-voordeel hebben bij arbeidsintensief fabriekswerk, maar een slinkend voordeel in de landbouwsector. (..) De Verenigde Staten zullen hen daar de baas zijn." 79  In de visie van Micek kunnen Derde Wereldboeren maar beter in de fabriek gaan werken.

Charles Alexander, directeur van de Agricultural Trade Office (een belangenbehartigingsorganisatie van het Amerikaanse agro-bedrijfsleven) in Zuid-Korea: "Er zijn teveel Koreaanse boeren. (..) Ze moeten groter worden (..) en efficiënter." 80 

De agro-concerns schijnen precies te weten wat boeren in andere landen zouden moeten doen. Klaarblijkelijk interesseert het hen niet dat heel wat boeren hun werk waardevol vinden en in overleg met de consumenten zelf kunnen en willen bepalen welke veranderingen zinvol zijn.


Heftig verzet tegen WTO  
 
De machtige wereldhandelsorganisatie WTO, waar de grote concerns de lakens uitdelen, heeft van meet af aan heel wat verzet opgeroepen, met name in India. Zo gingen in oktober 1993 honderdduizenden boeren in de Zuid-Indiase stad Bangalore de straat op om te protesteren tegen een ontwerp van de GATT, het verdrag dat ten grondslag ligt aan de WTO. 85  Het jaar daarop organiseerden alle grote Indiase politieke partijen, behalve de regerende Congrespartij, door het hele land demonstraties, bijeenkomsten, burgelijke ongehoorzaamheidsacties en studiekampen tegen het verdrag. 86 
In maart 1996 kwamen meer dan 50.000 boeren in Delhi bijeen om te protesteren tegen multinationals en corrupte politici. In het manifest wat de demonstranten op de slotbijeenkomst aannamen staat: "De natuurlijke hulpbronnen waar ons boerenbestaan vanaf hangt - land, water, vee en zaden - worden ons ontstolen onder de nieuwe economische politiek, zoals de Wereldbank en de WTO die voorschrijven. (..) Onder druk van de WTO worden er nieuwe wetten gemaakt om de zaden, die altijd een natuurlijke hulpbron waren van de boeren gezamenlijk, over te laten gaan in handen van particuliere multinationale zaadfirma's." 87  (Zie bijlage 2.)

Juli 1998 demonstreerden zevenduizend Filippijnse boeren, priesters en studenten tegen het WTO-verdrag dat patenten op levende organismen mogelijk moet maken, met name op voedselgewassen, landbouwdieren en medicinale planten (de zogenaamde TRIPs, Trade Related aspects of Intellectual Property rights). 88+ 
Tijdens de WTO-topconferentie in Seattle, eind november 1999, waren er tientallen demonstraties en acties over de hele wereld. Zowel in Westerse landen als in Zuidelijke. 89  In de Amerikaanse stad zelf blokkeerden tienduizenden zingende en dansende demonstranten de kruispunten, Afrikaanse regeringen spraken zich en bloc uit tegen TRIPs 90+  en een groot aantal Derde Wereldlanden verweten de Amerikanen "dictatoriale neigingen." 91  De conferentie eindigde in de grootst mogelijke verwarring, zelfs een nietszeggende gezamenlijke verklaring bleek niet mogelijk. De WTO-leiding zag zich gedwongen het overleg "voor onbepaalde tijd op te schorten."


Cargill sponsort WTO-vergadering  
 
De organisatoren van de WTO-conferentie in Seattle hebben concerns gevraagd de conferentie te sponsoren. Voor bedragen tussen de $ 75.000 en $ 250.000 konden vertegenwoordigers van bedrijven toegang tot officiële recepties en diners krijgen om met ministers en hoge ambtenaren van allerlei landen van gedachten te wisselen. Naast Microsoft, Boeing, AT&T, maakten ook Cargill en Monsanto dankbaar gebruik van deze speciale lobby-gelegenheid. 92 


Hongersnood  
 
De WTO-politiek om de handel in landbouwprodukten te onttrekken aan overheidscontrole kan hongersnood veroorzaken, waarschuwt de Filippijnse landbouweconoom Dawe in het gerenommeerde vakblad American Journal of Agricultural Economics: "Stel je eens voor wat er gebeurd zou zijn met de Indonesische consument eind 1997 als de overheid geen controle had gehad op de in- en export van rijst. De waardevermindering van de roepia (van 2.500 naar 10.000 roepia per dollar) zou geleid hebben tot een verviervoudiging van de rijstprijs binnen enkele maanden. Het is waarschijnlijk niet overdreven te stellen dat de Indonesische beperkingen van de particuliere internationale rijsthandel ernstige hongersnood heeft voorkomen in het land met de op drie na grootste bevolking ter wereld." 93 


Handelsoorlogen  
 
Het dreigement van een 'handelsoorlog' is het laatste en machtigste wapen waarover de Amerikaanse regering beschikt om andere landen te dwingen landbouwimporten toe te staan. Het gaat dan om forse invoerbelastingen of importstops op produkten uit dwarsliggende landen als represaille voor importbelemmeringen op de Amerikaanse produkten. Van de 83 oorlogen waarmee de Amerikanen de afgelopen 25 jaar dreigden, ging de helft over goedkope Amerikaanse landbouwprodukten, waartegen andere landen hun boeren wilden beschermen. 94 

 
*          *           *

Verder naar het volgende hoofdstuk >>
<< Terug naar het begin van dit hoofdstuk.
 
*          *           *
 
 
NOTEN
 70. Washington Post; 13 mei 1987; geciteerd in: Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 70 en 71. terug
 71. The Impacts of Environmental Protection and Food Safety Regulation on US Agriculture; Bruce Gardner, Agricultural Policy Working Group; 1993; geciteerd in: Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 71. terug
 72. Meat, Poultry and Diary Product Exports: A Silent Revolution - Implications for US Grain and Oilseeds Policies; Abel, Daft & Early; 1993; geciteerd in: Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 73, 74. terug
 73+. "De Freedom for Farm-Bill (..) regelt dat de Amerikaanse boeren tot het jaar 2002 nog aanspraak kunnen maken op een elk jaar afnemende steunpot. Daarna moeten ze volgens de wet op eigen benen staan onder het motto: een boer is een ondernemer, en ondernemers zijn onderworpen aan de tucht van de markt. (..) Het oude subsidiesysteem was gekoppeld aan produktiebeperking. Drie jaar geleden zaten de prijzen voor landbouwgrondstoffen echter in de lift. In ruil voor het afschaffen van de subsidies werden de boeren onbeperkte produktiemogelijkheden in het vooruitzicht gesteld." Het Financieele Dagblad; 7 augustus 1999. terug
 74. The Cargill Bulletin; augustus 1995. terug
 75. Persberichten van de American Soybean Association; 1 oktober 1999 en 19 januari 2000; www.oilseeds.org/documents/terug
 76. Incorporated Economic Leadership Reclaimed; Ernest S. Micek, president-directeur van Cargill; toespraak op het Farm Journal Forum in Washington D.C.; 30 november 1998; www.cargill.com terug
 77. Delta Farm Press; 31 juli 1998. terug
 78. The Cargill Bulletin; februari 1998. terug
 79. Incorporated Economic Leadership Reclaimed; Ernest S. Micek, president-directeur van Cargill; toespraak op het Farm Journal Forum in Washington D.C.; 30 november 1998; www.cargill.com terug
 80. Persoonlijk gesprek van Brewster Kneen met Charles Alexander; 1 augustus 1994; Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 153. terug
 81+. = Volgens de OECD gaf Amerika in 1998 in totaal 100 miljard dollar uit aan landbouwsteun. Gemiddeld per boer komt dat neer op 50.000 dollar. Dat kan geen enkel Derde Wereldland zich veroorloven. In de Europese Unie ging 142 miljard dollar naar de landbouwsector. 'Korte termijn beheerst WTO-ronde landbouw wordt niet efficiënter door onderwerping aan markt'; Niek Koning, universitair docent economie en management aan de Universiteit Wageningen; de Volkskrant; 1 december 1999.
= Overigens krijgt niet iedere Amerikaanse boer evenveel financiële steun. De rijkste 2 procent ontvangt 27 procent van de subsidie. 'Will the U.S. breadbasket last?'; Janet Bell; Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action International (GRAIN) ; december 1997; www.grain.org/publications/dec97/dec972.htm
= zie ook hoofdstuk 10 'subsidies' en hoofdstuk 10, noot 156+. terug
 82+. = 'Handelstekort VS bedreiging voor wereldeconomie' kopte Het Financieele Dagblad van 2 juli 1999. "Voor 1999 gaat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling uit van een tekort van $ 230 mrd."
= 'Grenzen financiering Amerikaans handelstekort komen steeds dichterbij'; kop uit Het Financieele Dagblad; 22 juli 1999.
= Onder de kop 'Recordtekort op lopende rekening VS' schreef Het Financieele Dagblad op 16 maart 2000: "Het tekort op de lopende rekening van de Verenigde Staten, de meest complete graadmeter van de buitenlandse handel, is in het vierde kwartaal met 12 procent toegenomen tot $ 99,78 mrd. (..) Over heel 1999 genomen is het negatieve saldo op de lopende rekening gestegen tot $ 338,92 mrd, dat is 53,7 procent meer dan de $ 220,56 mrd in het jaar ervoor."
Bij de 'handelsbalans' wordt gekeken naar de geldswaarde van de in- en export van roerende goederen; bij de 'lopende rekening' gaat het ook om immateriële zaken als bv. diensten, toerisme, rente en winst. Zowel de Amerikaanse handelsbalans als de lopende rekening vertoont een reusachtige tekort.
= In hun studie naar handelsoorlogen van de Verenigde Staten vragen de landbouweconomen Kherallah en Beghin zich af waarom de regering van de VS telkens opnieuw dreigt met handelsoorlogen? Naar hun mening komt dit omdat "het Amerikaanse tekort op de handelsbalans blijft voortduren, zodat de noodzaak tot een agressieve handelspolitiek, zoals die valt waar te nemen, in stand blijft." 'U.S. Trade Threats: Rhetoric or War?'; Mylène Kherallah en John Beghin; American Journal of Agricultural Economics; februari 1998; pag. 15-29. terug
 83+. = De landbouwexport van de VS bedroeg ongeveer $ 60 miljard per jaar in de periode 1996-1998. Global Agriculture: Challenges for the Future; Alan Tennessen, vice-president-directeur Cargill; toespraak 4 februari 1998, Hawaii; www.cargill.com
= Voor 1999 verwachtte het Amerikaanse landbouw-ministerie een landbouwexport van $ 53 miljard. Dat is een vermindering van 13 procent vergeleken met de afgelopen jaren, vanwege de economische problemen in Azië. Het Financieele Dagblad; 7 augustus 1999.
= De VS produceren 50 procent meer sojabonen dan zij zelf gebruiken. Genetically modified organisms in the food chain - information for customers of Cargill; Cargill Europe, Public Affairs; maart 1999; hoofdstuk F2. terug
 84. 'Will the U.S. breadbasket last?'; Janet Bell; Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action International (GRAIN) ; december 1997; www.grain.org/publications/dec97/dec972.htm terug
 85. Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 189, 190. terug
 86. 'GATT, running on empty'; Down to Earth; 15 juni 1994; pag. 5-12. terug
 87. De armoedige levensvisie van het rijke Westen - milieu- en Derde Wereldproblemen: het resultaat van geestelijke monocultuur; Vandana Shiva e.a.; Ten Have; Baarn, 1997; pag. 82. terug
 88+. '7,000 Farmers protest in Philippines'; International Agricultural Development; september/oktober 1998; pag. 7.
= Over het standpunt van het Europarlement over deze kwestie: 'Piratenslag in het Europarlement - EU octrooirichtlijn ongewijzigd aangenomen'; Nina Holland; BioBrief; najaar 1998; pag. 10.
= Een technisch, maar zeer goed leesbaar overzichtsartikel: 'De ongelijke strijd rond intellectueel eigendom - herziening TRIPs art. 27.3(B): krijgt sui generis een kans?'; Nina Holland; BioBrief; zomer/najaar 1999. terug
 89. Voor een overzicht zie infocent@wnet.bos.nl terug
 90+. De groep van landen die zich tegen TRIPs uitsprak wordt de 'Like Minded Group' genoemd en bestond uit alle Afrikaanse landen plus India, Pakistan, Brazilië, Ecuador, Peru en Paraguay. 'Patents overview'; Florianne Koechlin; www.gene.ch; 18 januari 2000. terug
 91. 'Trade: developing countries assail WTO "dictatorship"; Abid Aslam; InterPress Service (IPS) ; 3 december 1999. terug
 92. Het Financieele Dagblad; 30 november 1999. terug
 93. 'Reenergizing the Green Revolution in Rice'; David Dawe; American Journal of Agricultural Economics; 1998, nummer 5; pag. 953. terug
 94. 'U.S. Trade Threats: Rhetoric or War?'; Mylène Kherallah en John Beghin; in American Journal of Agricultural Economics; februari 1998; pag. 15-29. terug

 
*          *           *

Verder naar het volgende hoofdstuk >>
<< Terug naar het begin van dit hoofdstuk.
 
 
 


_
___