DUISTERE
MACHTEN

 

 
Hoofdstuk  9         
 
Inhoud - Sprookje - Vernietiging boerenbestaan - Agro-economische structuur
 
Cargill - Conclusie - Verbeek - Ontwikkelingen - Slot - Bijlagen - Links
 
Bestellen/Downloaden/Reageren - dDH - Duurzaamsite - Landbouwsite - Verder >>
 
 
________    
____
 
 
VRIJHANDEL IN DE PRAKTIJK  
 
voorbeelden uit de Derde Wereld
 
 
In het vorige hoofdstuk bekeken we op welke manier agroconcerns de landbouwsector in het Zuiden in handen proberen te krijgen. In dit hoofdstuk houden we ons bezig met de vraag wat liberalisering, vrijhandel en grootschalige landbouw in de praktijk voor de boeren daar betekenen.


Grondwetswijziging in Mexico

Laten we eens kijken wat er in Mexico gebeurd is. De regering van Carlos Salinas de Gortari startte in 1990 een drastische liberalisering van de Mexicaanse landbouw-sector. Dit was een voorwaarde die deel uitmaakte van het vrijhandelsverdag NAFTA (North American Free Trade Agreement), dat de Verenigde Staten en Canada met Mexico sloten. De Mexicaanse regering schafte de importheffingen op tal van landbouwprodukten af, of bracht die drastisch terug, en trok subsidies op zaad, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en leningen vrijwel helemaal in. Alleen de gegarandeerde bodemprijzen voor maïs en bonen handhaafde zij nog tijdelijk, voor alle andere landbouwprodukten hief zij die op.
Verder ontnam de regering de exportboerenorganisatie Confederación Nacional de Productores de Hortalizas y Frutas (Nationale Vereniging van Producenten van Groenten en Fruit) al haar bevoegdheden gemeenschappelijke regelingen te treffen. Bovendien privatiseerde de regering het overheidsinkoopbureau voor koffie INMECAFE en de staats kunstmest-verkooporganisatie FERTIMEX. Ook deed zij de meeste suikerfabrieken van de hand. 95
Het sluitstuk van het liberaliseringsproces vormde een verandering van artikel 27 van de grondwet uit 1917. Vanaf 1992 kunnen particulieren en (buitenlandse) bedrijven gemeenschappelijke dorpsgronden, de ejidos, aankopen. Artikel 27 vormde de belangrijkste verworvenheid van de Mexicaanse revolutie, doordat het landlozen in staat stelde gezamenlijk gronden te bewerken. Het gemeenschappelijk beheer van deze landerijen, ongeveer 60 procent van alle landbouwgronden 96, vormde het voornaamste obstakel voor een 'moderne' geïndustrialiseerde landbouw. Geen enkele gemeenschap zou collectief beslissen over te gaan tot grootschalige gemechaniseerde landbouw, omdat dan de meerderheid van de boeren het veld zou moeten ruimen. Iedere tractor staat globaal voor drie werkelozen. 97

Opvallend is dat Heinz Hutter, toenmalig directeur van Cargill Mexico, in 1990 op een lezing aan de universiteit van Illinois verschillende aanbevelingen deed voor veranderingen in de Mexicaanse landbouw. Naar zijn idee moesten er grotere boerderijen komen, moesten de ejidos verdeeld worden onder de leden van de boerengemeenschappen, en moesten wettelijke beperkingen om land te kopen geschrapt worden. De grondwetsverandering in 1992 deed al deze verlangens in vervulling gaan. 97 Los van de vraag of hier sprake is van toeval, staat het vast dat de Amerikaanse regering, die met Mexico onderhandelde over de NAFTA, zeer intensieve contacten onderhoudt met Cargill. Wat zij precies met Cargill bespreekt en wat er afgesproken wordt is echter onbekend.

Ondertussen zijn vele honderdduizenden Mexicaanse landarbeiders en boeren hun werk, inkomen en voedsel kwijt geraakt. 98+ Voor een belangrijk deel is deze ramp te wijten aan goedkope Amerikaanse maïsimporten, die volgens het Amerikaanse ministerie van Landbouw "de afgelopen jaren sterk gestegen zijn." 99 Ook de gedwongen afschaffing van overheidssteun aan kleine maïsboeren heeft haar tol geëist. Sinds de inwerkingtreding van de NAFTA in 1994 heeft de Mexicaanse overheid haar steun aan kleine maïsboeren met 40 procent verminderd. Een aanzienlijk deel van dat geld is bij de grote maïsboeren terecht gekomen. 100

Of Cargill als zeer grote maïsexporteur (ruim 40 procent van de Amerikaanse maïsexport in 1998) 101 hiervan geprofiteerd heeft is niet bekend. Daarover verschaft de firma geen inlichtingen. Zo schreef het Mexicaanse dagblad El Financiero in 1993 dat "informatie over Cargills plannen voor Mexico moeilijk te krijgen is." Cargills woordvoerder Greg Lawser had de krant botweg meegedeeld dat "het bedrijfsleven niet over zijn strategieën spreekt." 102

Midden Amerika 103  
 
In de jaren tachtig en begin jaren negentig hebben de regeringen van Midden Amerika hun markten opengegooid en de kredietfaciliteiten voor kleine boeren drastisch ingeperkt. Zij werden hiertoe gedwongen door het IMF en de Wereldbank. Die wilden deze landen - die zwaar in de schulden zaten - alleen nog geld lenen wanneer zij 'intern orde op zaken zouden stellen'. Het recept om de economie van die landen gezond te maken bestond uit: sluitende overheidsbegrotingen (lees: bezuinigingen op onderwijs, gezondheidszorg en steun aan kleine boeren), privatisering van staatsbedrijven, en een economisch open-grenzen-beleid. Door het afschaffen van krediethulp aan kleine boeren en de importen van buitenlandse bonen, maïs en rijst, raakten honderdduizenden families van kleine boeren in Midden-Amerika hun werk en inkomen kwijt. In een paar jaar werd een groot deel van de agrarische sector van de kaart geveegd.
Volgens aanbevelingen van de Wereldbank zouden deze landen zich moeten richten op de sectoren 'toerisme' en 'diensten'. Gezien het gebrek aan infrastructuur, de maatschappelijke onrust en de lage scholingsgraad van de bevolking kan het nog wel tien of twintig jaar duren voordat deze bedrijfstakken echt van de grond komen. Wat zouden de boerenfamilies ondertussen moeten doen?


Brazilië  
 
In de zeventiger jaren nam de grootschalige soja-monocultuur enorme vormen aan in Brazilië en verloren miljoenen hun werk in de landbouw. In de deelstaat Rio Grande do Sul alleen al zagen 1,7 miljoen mensen (ruim 20 procent van de bevolking) zich gedwongen naar de stad te trekken. Tussen 1985 en 1997 verloren in Brazilië nog eens drie miljoen boeren en landarbeiders hun baan 104
De Nederlandse melkveehouder Koos van der Laan nam begin 1996 deel aan een landbouwstudiereis naar Brazilië. Volgens hem is "de druk op de regering uit de hoek van de grootgrondbezitters groot. Daardoor komt landhervorming niet van de grond. Kleine boeren worden aan hun lot overgelaten. (..) Ik denk dat de overheid en bedrijven in Brazilië er belang bij hebben de boeren arm en dom te houden. Goedkope import is makkelijker en voordeliger voor de overheid, dan het ondersteunen van miljoenen boeren. De overheid stimuleert hierdoor de ontvolking van het platteland. De landarbeiders en kleine boeren die naar de stad trekken vormen een belangrijk aanbod van goedkope arbeiders voor de industrie." 105

In Brazilië is Cargill het grootste agro-concern. Een Braziliaanse boer die meedeed aan een studieweek over agro-bedrijven vertelde op gegeven moment: "Ik droomde vannacht dat ik in Cargillië woonde in plaats van in Brazilië." (In het Portugees wordt de laatste lettergreep van 'Cargill' hetzelfde uitgesproken als die van 'Brazil'.)


De landarbeiders moesten weg  
 
Jorginho, een achttienjarige bewoner van een centrum voor straatkinderen in Rio de Janeiro, Brazilië: "Drie jaar geleden leefde ik nog op straat omdat ik het thuis niet meer kon uithouden. Eigenlijk is het allemaal gekomen doordat mijn vader zo'n jaar of twaalf geleden van het land werd gezet. Hij was arbeider op een grote boerderij, een kleine honderd kilometer hier vandaan. We hadden daar ook een eigen veldje, waarop we het meeste voedsel dat we nodig hadden verbouwden. Maar de patroon ging grote landbouwmachines aanschaffen, zette daar een paar andere mensen op en mijn vader en de andere traditionele arbeiders moesten weg. Zo kwamen we in Sâo Bento, een grote sloppenwijk aan de rand van de stad terecht. Daar leden we honger. Mijn vader kon maar weinig werk vinden en het werd slecht betaald. Hij werd ook opstandig over het onrecht dat ons was aangedaan. Raakte gemakkelijk geïrriteerd. De sfeer in huis werd steeds slechter. Mijn broer en ik zijn toen weggelopen. Vier, vijf jaar heb ik op straat geleefd. (..) Mijn broer is dood. Neergeschoten door een politieman in burger. We kenden hem. Hij werkte 's nachts voor een winkelier, bij wie we wel eens inbraken om aan eten te komen." 106


China  
 
In november 1999 bereikten de Verenigde Staten en China een overeenkomst over toetreding van dit Aziatische land tot de WTO. China beloofde de invoerbelasting op landbouwprodukten van 31,5 procent terug te brengen naar 14,5 procent. Volgens Martin Olde Monnikhof, landbouwdeskundige van de Nederlandse ambassade in Peking, betekent de overeenkomst "een zware aanslag op de Chinese landbouw." 107
Het Nederlandse ministerie van Landbouw, dat zich over het algemeen het lot van kleine boeren in de Derde Wereld niet bepaald aantrekt, heeft nu haar bedenkingen. " De verwachting is dat de Chinese boer de concurrentie met importprodukten zoals vlees en granen niet aan zal kunnen. Dat heeft weer gevolgen voor vooral de kleine boer, die zijn land zal verlaten en naar de grote steden vertrekt om werk te vinden." 108

Cargills president-directeur Warren Staley is echter in zijn nopjes: "China's lidmaatschap van de WTO heeft alles in zich om een van de allerbeste dingen voor de landbouw te worden sinds lange tijd." 109

De betrokkenheid van Cargill bij de onderhandelingen blijkt uit het feit dat een directeur van dit bedrijf, Norwell Coquillard, al in maart 1999 op een conferentie bekend maakte dat China toegezegd had haar grenzen open te zullen stellen voor buitenlandse landbouwprodukten, in de hoop zo opgenomen te kunnen worden in de Wereldhandelsorganisatie. 110

Ondertussen verschijnen er in China grootschalige boerderijen. Volgens een studie van het Chinese ministerie van Landbouw 111 zullen er in 2005 nog maar 168 miljoen boeren nodig zijn, tegenover nu zo'n 500 miljoen. Dat zou betekenen dat in vijf jaar tijd twee derde van de boeren zou moeten verdwijnen. 112+


Tanzania  
 
"De regering zat fout toen ze de groothandel in landbouwprodukten liberaliseerde" oordeelt Julius Nyerere, voormalig president van Tanzania. Vroeger garandeerde de staat minimumprijzen voor verschillende gewassen. Maar na het 'zogenaamde vrijgeven' van de prijzen, schoten deze naar beneden, omdat particuliere opkopers de boeren zeer weinig bieden. Dit ontmoedigt de boeren en de verbouw van de meeste gewassen is gedaald, aldus Nyerere. 113+


Rijstprijs moet omlaag  
 
Willem van der Hoeven, Cargills 'general manager milling-division' in het Midden-Afrikaanse Malawi, schreef in 1994 in het Nederlandse bedrijfsblad Cargill Koerier 114: "Malawi, ongeveer drie maal zo groot als Nederland, is voornamelijk afhankelijk van zijn landbouw. (..) De mensen die voor het overgrote deel leven van hun stukje land zijn erg arm. (..) We hebben drie rijstmolens (= rijstverwerkende fabrieken - jps). (..) De totale capaciteit is per jaar circa 24.000 ton 'paddy' dat is de benaming voor rijst zoals die van het veld komt. Hoewel de oogst dit jaar goed was, kunnen we niet op volle capaciteit draaien. Het probleem is dat we voor de paddy teveel aan de boeren betalen. De prijs is in feite opgelegd door de regering. Daardoor kunnen we niet concurreren met de wereldmarkt en dus alleen voor de thuismarkt produceren."
Uit een van de armste landen van de wereld wil Cargill nog voedsel weghalen voor de wereldmarkt en zelfs daar wil ze nog de landbouwprijzen omlaag drukken. 115+

 
*          *           *

Verder naar het volgende hoofdstuk >>
<< Terug naar het begin van dit hoofdstuk.
 
*          *           *
 
 
NOTEN
95. 'Privatizing the Countryside; the Mexican Peasant Movement and Neoliberal Reform'; Michael W. Foley; Latin American Perspectives; winter 1995; pag. 60, 62 en 63. terug
96. Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness; ministerie LNV; januari 2000; pag. 13. terug
97. Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 124. terug
98+. = Ik heb heel erg veel moeite gedaan om precieze cijfers te vinden over het aantal kleine Mexicaanse boeren die door de liberalisering hun werk en hun bestaan op het platteland verloren hebben. Ik heb ze niet kunnen vinden. Het is tekenend dat dit soort cijfers niet voorhanden zijn. Klaarblijkelijk hebben overheidsinstanties en officiële onderzoeksinstituten er geen belang bij deze kant van de liberalisering in beeld te brengen. En zijn boerenorganisaties en kritische onderzoekers hiertoe niet in staat.
= In het Human Development Report 1997 van de United Nations Development Programme (UNDP) trof ik een verwijzing aan naar een studie van Watkins in 1997: "Volgens één studie zullen 700.000 tot 800.000 mensen hun bestaan verliezen als de maïsprijzen dalen ten gevolge van goedkopere importen. Dit zal directe gevolgen hebben voor 15 procent van de mensen die in de landbouw werkzaam zijn." Gezien de al langer bestaande enorme armoede op het Mexicaanse platteland en de inderdaad fors gestegen maïsimporten lijkt dit geen overdreven schatting. terug
99. 'NAFTA: the Record to Date'; Agricultural Outlook van de Economic Research Service van USDA; september 1999; pag. 14. terug
100. El Maiz en Mexico; studie van de Commissie voor Milieusamenwerking van de NAFTA-partners; via Solidariteitskomitee Mexico/Zapata; www.dds.nl/~noticias/prensa/zapata; 29 maart 1999. terug
101. 'Cargill verdedigt graanfusie in Congres'; Het Financieele Dagblad; 28 januari 1999. terug
102. El Financiero; Mexico Stad; 19-25 juli 1993; geciteerd in: Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 124, 125. terug
103. Persoonlijke mededeling van Hans van Heijningen; Amsterdam, 24 februari 2000. In de tachtiger jaren verbleef Van Heijningen in Nicaragua en El Salvador waar hij o.a. betrokken was bij het opzetten en ondersteunen van landbouw-coöperaties. Ook deed hij er sociaalwetenschappelijk onderzoek. terug
104. 'Soybean: the hidden commodity'; Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action INternational (GRAIN) ; juni 1997; www.grain.org/publications.
Seedling; september 1998, pag. 23. terug
105. 'De Braziliaanse realiteit'; Landbouw Wereldwijd Nieuws; Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt; zonder datum. Waarschijnlijk medio 1996. terug
106. Brazilië onderweg; Jan Glissenaar; Dabar-Luyten; Aalsmeer, 1995; pag. 49-50. terug
107. Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness; ministerie LNV; februari 2000; pag. 4, 5 en december 1999; pag. 10. terug
108. Idem; februari 2000; pag. 4. terug
109. Reuters; 8 december 1999. terug
110. Het Financieele Dagblad; 26 maart 1999. terug
111. 'In de Chinese hel zijn de grootgrondbezitters terug'; Trouw; 30 september 1999.
'Première: la Chine vise une baisse de production céréale'; Libération; bericht van AFP; 29 februari 2000. terug
112+. De situatie in Turkije lijkt enigszins op die in China. Een groot deel van de bevolking werkt in de landbouw (42 procent). De meeste boerenbedrijven zijn klein (60 procent minder dan 5 hectare). En de regering heeft op aandringen van het IMF en de Wereldbank de eerste stappen gezet voor een ingrijpende hervorming van het landbouwbeleid om de landbouwsector 'WTO-conform' te maken. Om opgenomen te kunnen worden in de Europese Unie zal Turkije zich ook moeten aanpassen aan de EU-landbouwregels. Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness; ministerie LNV; maart 2000; Midden-Oosten/Afrika regiospecial, pag. 8 en 9. terug
113+. 'Crops policy "ruining Tanzania's farmers"; Dispatch Online; bericht van SAPA; 5 december 1998;
www.dispatch.co.za/1998/12/05/foreign/RUINING.HTM
= Zie ook hoofdstuk 10, noot 133+). terug
114. 'Het warme hart van Afrika'; Willem en Ria van der Hoeven; Cargill Koerier; maart 1994; pag. 8. terug
115+. Er zijn veel verklaringen van boerenleiders uit het Zuiden waaruit blijkt hoe schadelijk de liberalisering is voor de kleine boeren in hun land:
= Rafael Mariano, voorzitter van de Kilusang Magbubukid ng Pilipinas (KMP - Filippijnse Boeren Beweging), de grootste organisatie van kleine boeren en landarbeiders in de Filippijnen: "Ons grootste probleem bij de maïsverbouw is de verkoop van de maïs, omdat onze regering de graanmarkten geopend heeft voor de aanvallen van de wereldmarkt van de gesubsidieerde produkten van OECD- en onlangs geïndustrialiseerde landen. Onze oogsten liggen te rotten of moeten met grote verliezen verkocht worden, omdat het overaanbod door de handelsliberalisering tot gevolg heeft dat onze lokale maïsmarkt voorgoed ingestort is." Brief van de KMP aan de OECD; 14 februari 2000.
= Al in 1996 waarschuwde de fondsenorganisatie Oxfam-Engeland dat het bestaan van meer dan een half miljoen Filippijnse kleine maïsboeren vernietigd zou worden als de GATT-afspraken daadwerkelijk uitgevoerd zouden worden. Trade liberalisation as a threat to livelihoods: the corn sector in the Philippines; Oxfam UK; december 1996.
= Alvaro Lamas van de Argentijnse boerenbond MARP: "In Latijns-Amerika kennen wij geen enkel voorbeeld van een vestiging van een agro-industriële onderneming uit het Noorden die positieve gevolgen heeft gehad voor de boeren. Laten we om te beginnen bedenken dat die bedrijven een technologisch pakket introduceren waar de kleine boer überhaupt geen toegang toe heeft. En wat zijn middelgrote collega betreft: die wordt vroeg of laat afhankelijk van die nieuwe technische verworvenheden - waar ze behoorlijk voor moeten betalen, terwijl er geen rekening wordt gehouden met een rechtvaardige prijs aan de producent. De verhouding tussen buitenlandse ondernemers en kleine en middelgrote boeren is verre van democratisch: de laatsten trekken altijd aan het kortste eind." Intercambio; nummer 3, 1996.
= "Vanaf begin jaren tachtig heeft de Ecuadoraanse overheid een economisch hervormingsbeleid in gang gezet, o.a. gericht op het bevorderen van de export. (..) In grote lijnen concentreert dit beleid zich op een ontwikkelingsmodel met als spil de moderne industrie, kapitaalintensief en stedelijk georiënteerd, en gecombineerd met het bevorderen van de grootschalige, gemechaniseerde landbouw-produktie en het openbreken van de handelsgrenzen.
Echter een groot deel van de plattelandssector, met name 'de kleine boer' wordt geconfronteerd met economische achteruitgang. (..) Vandaag de dag ontbreekt het de kleine boer aan kapitaal, produktiemiddelen en moderne technologie om adequaat te kunnen reageren op de nieuwe en continu wijzigende regels van vraag en aanbod en om een rol te kunnen spelen op een volledig opengebroken en ondoorzichtige markt. Kort samengevat heeft de neoliberale (agrarische) politiek geleid tot het stelselmatig buitensluiten van de kleine producenten van economische ontwikkeling, afname van de voedselzekerheid, toename van de armoede op het platteland en een voortschrijdende emigratie van de plattelandsbevolking naar de (reeds overbevolkte en verpauperde) steden." Duurzame plattelandsontwikkeling in Ecuador - ontwikkelingsstrategie voor de kleinschalige landbouw; Federación Nacional de Organizaciones Campesinas, Indígenas y Negras (FENOCIN); februari 2000. terug
 
*          *           *

Verder naar het volgende hoofdstuk >>
<< Terug naar het begin van dit hoofdstuk.
 
 
 


_
___