De armoedige
levensvisie
van het
rijke Westen
 
 
 
VANDANA  SHIVA - 5
 
  Inhoudsopgave van dit boek - Bestellen - Downloaden - Maandblad - Boeken       
 
Landbouwsite - Duurzaamsite - dDH - Archief - Links - Verder >>  
 
 
________    
____
 
 
HET ALTERNATIEF: KOM OP VOOR DIVERSITEIT
 
IN NATUUR EN MAATSCHAPPIJ
 
door: Jan Paul Smit
 
 
acties - boerengroep - eigen omgeving - kleinschaligheid - studie, verzet en alternatief - onderzoek en praktijk - meer informatie
 
Vandana Shiva is een felle criticus van het Westerse denken en de uitbuiting van de Derde Wereld en het milieu die daaruit voortvloeien. Maar niet alleen de arme landen en het milieu zijn de slachtoffers van ons collectieve streven naar meer-meer-meer. Ook in het rijke Westen vallen steeds meer mensen uit de boot. Hulpbehoevende bejaarden, mensen in verpleeghuizen, zwervende psychiatrische patiënten, boeren die het niet kunnen bolwerken, jongeren die niet aan een baan kunnen komen - de lijst is eindeloos. En wat erger is: juist op de hulp aan deze groepen wordt keer op keer bezuinigd. Dat is ook voor de 'sterken' geen prettig idee. Want al ben je gezond en jong en heb je een goed betaalde baan, iedereen kan werkeloos worden, of ziek of oud. En wat dan?
Shiva laat zien hoe in het Zuiden talloze mensen zich losmaken van het geloof in de markteconomie en de globalisering. Hoe ze demonstreren tegen corrupte regeringen die de multinationals vrij spel geven en hen verdrijven van hun grond. En hoe ze zich praktisch inzetten voor een kleinschalige zelfvoorzieningseconomie.
 
Wat kunnen wij doen, hier in het rijke Westen, 'the heart of the beast', zoals Maria Mies zegt. Het Westen is de thuishaven van de meeste multinationals, met regeringen die hen de hand boven het hoofd houden. Niemand zal zo naïef zijn te denken dat we binnen afzienbare tijd de markteconomie kunnen uitschakelen. Maar aan de andere kant wordt het steeds duidelijker dat een radicale verandering nodig is om tot en menselijke en duurzame samenleving te komen.
Waar moeten we beginnen? Zouden we niet eerst een goed plan moeten hebben en een sterke organisatie moeten opbouwen? Onze eeuw was de eeuw van de gedegen uitgewerkte maatschappij-modellen, uitgebreide strategieën om die te verwezenlijken, en discipline en opofferingsgezindheid om de daad bij het woord te voegen. Maar de vitale maatschappij (nazisme), de eerlijke samenleving (communisme), de zorgzame wereld (sociaal-democratie), het leven in vrijheid (liberalisme) zijn er niet gekomen. Ondanks alle goede bedoelingen en een enorme inzet. Waarom veranderen de idealen bij hun realisering telkens opnieuw in een nachtmerrie? Komt dat misschien omdat we onderweg, telkens wanneer we ons inzetten voor een betere wereld, het contact verliezen met wat er werkelijk gebeurt, in ons en buiten ons. In onze persoonlijke relaties en in de maatschappij?
 
Toch kunnen we het er niet bij laten zitten. Dat hoeft ook niet. Shiva vertelt ons van groepen in de Derde Wereld die in verzet komen en aan een alternatief bouwen. Niet om aan een betere wereld te werken, maar omdat ze ingezien hebben dat het Westerse economische model hun eigen bestaan en het leven van de mensen van wie ze houden direct in gevaar brengt. Ze voelen zich met de dood bedreigd, ze zien in dat het aankomt op het behoud van de biodiversiteit en ze handelen.
Op termijn staat ook ons leven, of dat van onze kinderen op het spel. Maar door onze Westerse rijkdom is het voor ons nog wat minder goed te voelen. Het is nog iets verder weg.
 
De inheemse volken en de arme boeren uit het Zuiden vertellen ons het verhaal van de biodiversiteit. Eindeloos veelvormig is de natuur, eindeloos complex zijn de samenhangen en alles verandert voortdurend. De natuur valt niet te beheersen, daarvoor is zij te ingewikkeld. Maar de natuur is uiteindelijk wel de basis van ons bestaan. Dus of we het leuk vinden of niet, het is belangrijk met de natuur op goede voet te staan. Diversiteit kenmerkt niet alleen de natuur, maar ook de samenleving. In de maatschappij werken talloze mensen, generaties en culturen op elkaar in.
Via Shiva vertellen de inheemse volken en de plattelandsbevolking van de Derde Wereld ons dat het contact met de bio-diversiteit en de sociale diversiteit groeit door in de natuur en in de maatschappij te actief te zijn. Dat intense contact is niet alleen noodzakelijk om te overleven, maar het is ook bijzonder bevredigend. Omdat het ons iets vertelt van de essentie van het leven, ons eigen leven.
 
Ook in iedere mens apart werkt de diversiteit. In onszelf beïnvloeden tal van herinneringen, gevoelens en gedachten elkaar voortdurend. Misschien kunnen we pas oog krijgen voor de diversiteit in de natuur en de samenleving, als we de diversiteit in onszelf beter leren kennen. Dat zou je meditatie kunnen noemen. Ik denk dat meditatie, je intensief verdiepen in alles wat er in jezelf omgaat, noodzakelijk is om te voorkomen dat we opnieuw in de valkuil van de goede bedoelingen vallen. Meditatie niet als een vorm van doe-het- zelf psychotherapie, maar als middel om een levendig contact op te bouwen met de gevoelens in onszelf en met de wereld om ons heen. En om dan te handelen.
Als we in contact staan met alles wat er in onszelf leeft, zijn we niet langer afhankelijk van een ideaal, een theorie, een sterke organisatie of een strategie. We merken dan rechtstreeks op wat ons raakt, wat voor ons persoonlijk de moeite waard is om ons voor in te zetten of eventueel actie voor te voeren. Want natuurlijk is het zinloos en zelfs stuitend alle tijd te nemen om onszelf te leren kennen en ons vervolgens opzettelijk buiten het maatschappelijk rumoer te houden. Net zo zinloos en afstotend als 'blind', plichtmatig actievoeren.
 
 
Acties
 
In het Westen is volgens Vandana Shiva veel behoefte aan creatieve publiciteitsacties om de aandacht te vestigen op milieu- en Derde Wereldproblemen.
 
Eind 1995 bezetten enkele tientallen activisten van Vereniging Milieudefensie een dag lang een groot benzinepompstation van Shell. De actievoerders protesteerden daarmee tegen de lakse houding van de oliemaatschappij in Nigeria, toen de verschillende Ogonileiders met de dood bedreigd werden door de Nigeriaanse leiders. De demonstranten eisten dat Shell de enorme vervuiling die zij in Ogoniland veroorzaakt heeft op zal ruimen, en dat zij haar invloed zal aanwenden om tot een stopzetting van de vervolging van de Ogoni te komen.

 
Een twintigtal actievoerders kampeerden half november 1995 drie dagen lang bij de Canadese ambassade in Den Haag voor de deur. In drie originele tipi's ('wigwams') trotseerden ze hagelbuien en natte sneeuw om te protesteren tegen laagvliegoefeningen van straaljagers in Nitassinan, het gebied van de Innu-indianen in Noord-Oost Canada.
Per jaar voeren Nederlandse F-16's 7000 vluchten uit boven het land van de Innu. Terwijl in ons land straaljagers gewoonlijk niet lager vliegen dan 300 meter en slechts bij uitzondering naar 150 meter gaan, razen ze daar op dertig meter hoogte over. Daar komen de supersonische knallen en oefenbombardementen bij. Het oorverdovende lawaai is ondraaglijk voor de 13.000 inheemse bewoners van dit gebied. Ook de kariboes, waar de Innu op jagen, en de vele andere zoogdieren, vogels en vissen hebben zichtbaar te lijden. George Rich, vice-president van de Innu verklaarde: "Wij vragen de Nederlandse regering: stop de export van jullie lawaaivervuiling. De laagvliegende straaljagers terroriseren onze dieren, onze kinderen en onze ouderen."
De Innu-steungroep had het 'jachtkamp' in Den Haag georganiseerd. De actie was onderdeel van een internationale campagne. In Duitsland haalden Innu-sympathisanten handtekeningen op en in Toronto bezetten Canadese vredesactivisten het Nederlandse en Engelse consulaat. Op 6 februari overhandigde de Innu-steungroep bijna 14.000 handtekeningen aan D'66-kamerlid Hoekema, ondervoorzitter van de Defensiecommissie. De petitie vraagt de laagvliegoefeningen boven Nitassinan te stoppen. Desondanks besloot de Kamer toch in te stemmen met het laagvliegprogramma van de regering.
April 1996 sprak de Canadese rechter de consulaat- bezetters vrij. Hij was van mening dat zij "de letter van de wet hebben geschonden door hun overtreding, met het doel een groter kwaad te voorkomen - dat wil zeggen, te voorkomen dat het Innu-volk en hun fundamentele mensenrechten worden vernietigd."

 
Een viertal actievoerders in blauwe overalls sleepten half maart 1996 stenen en houten balken heen en weer voor de Heineken brouwerij in Amsterdam. Met zware kettingen om hun enkels zaten ze vastgeketend aan de bekende gele bierkratjes. Met deze actie protesteerden het solidariteitsfonds XminY en de jongerenbeweging Aseed tegen de bouw van een Heineken-bierfabriek in Birma. In dit land is een militaire junta aan de macht die op grote schaal dwangarbeiders inzet bij de aanleg van grote wegen voor nieuwe industrie en toerisme. De generaals zitten te springen om buitenlandse investeringen. De bekende oppositieleidster Aung San Suu Kyi, Nobelprijswinnares voor de vrede, verzoekt buitenlandse bedrijven uitdrukkelijk weg te blijven uit haar land.
De actie, die grote foto's in verschillende kranten opleverde, was een stapje in een uitgebreide campagne Heineken te bewegen zich terug te trekken uit Birma. XminY onderhoudt intensief contact met oppositiegroepen uit het Aziatische land. Samen met Aseed voerde zij gesprekken met de Heinekendirectie, zorgde voor een videoreportage, zette een debat op poten met Tweede Kamerleden en vertegenwoordigers van FNV en Amnesty International. Op de aandeelhoudersvergadering van de bierfirma voerde een van de actievoerders het woord. Tenslotte hebben ASeed en XminY een samenwerkingsverband opgericht met o.a. FNV, GroenLinks, PvdA en D'66. Begin juli besloot Heineken zich volledig terug te trekken uit Birma.

 
De acties tegen de aanwezigheid van Heineken in Birma, tegen de laagvliegoefeningen in Canada en tegen de milieuverwoesting die Shell aanricht in Nigeria, zouden de indruk kunnen vestigen dat het om incidenten, om uitwassen gaat. In feite gaat het hier om het topje van de ijsberg. Deze schrijnende voorbeelden laten zien wat het fundament is van onze grootschalige consumptiemaatschappij: uitbuiting van de Derde Wereld en uitputting van het milieu.
In feite is iedere investering van een multinational in een Derde Wereldland uit den boze. Maar om dit algemene, omvangrijke probleem op een pakkende manier aan de orde te stellen, blijft het nodig telkens weer een concrete misstand in de publiciteit te brengen.
 
 
Boerengroep
 
Behalve actievoeren zijn er nog tal van andere manieren om je verbondenheid met mensen in de Derde Wereld en met het milieu uit te drukken. Zo kan je bij Milieudefensie meedoen aan een brievenschrijfcampagne voor milieuactivisten in het Zuiden, onder de naam Earth Alarm. Of de Landelijke India Werkgroep helpen bij het op orde houden van hun uitgebreide documentatiecentrum. Of donateur worden van het 'solidariteitsfonds' XminY, zodat deze kleinschalige, kritische projecten in de Derde Wereld kan ondersteunen.
 
De samenhang tussen Derde Wereld- en milieuproblemen kwam opvallend duidelijk aan het licht in een samenwerkingsproject van een groep boeren uit Nederland en Midden- en Zuid-Amerika.
Na een discussieavond over honger in de Derde wereld, in 1983, besloot een groep Zuid-Hollandse boeren een werkgroep op te richten: de WAV, Werkgroep ontwikkelingssamenwerking Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Om concreet iets te doen aan de ellende in de Derde Wereld zamelden zij geld in voor waterpompen in Sri Lanka en Bangladesh. Maar geld geven alleen bevredigde niet. De boeren kregen behoefte aan een intensiever, persoonlijk contact met mensen uit de Derde wereld.
Via de COZAC (stichting ter bevordering van COntacten met Zuid-Amerika en het Caraïbische gebied) kwamen zij in contact met boeren in Colombia, Venezuela en de Antillen. In 1985 was er een workshop in Nederland, waar de boeren uit Noord en Zuid elkaar ontmoetten en ervaringen uitwisselden.
Daarna volgde een bezoek aan enkele boerderijen van de WAV.
 
Een van de boeren herinnert zich: "Ook bij mij kwamen ze langs. Toen zei die man uit Venezuela hier in de melkput: 'Ik begrijp er niets van. Veertien dagen heb ik met jullie gediscussieerd en jullie zeggen dat jullie teveel melk hebben en teveel mest en teveel techniek. En ik zie niets anders dan techniek en stront in de bak.' Hij stond met zijn handen in het haar. 'Ik begrijp er niks van', zei hij.
Ik dacht dat de man dat in zijn simpelheid zei, dat hij de werking van de techniek niet begreep. Later hoorde ik dat hij meerdere gedichtenbundels geschreven had. Als praktizerende boer. Dan vraag je je af, wie is er nou meer waard? Ik met mijn techniek, of hij met zijn kleinschalige bedrijf, waar hij ontzettend veel plezier in had, contact met de grote natuur en noem maar op. En daar wat van verwoorden kon."

 
De boeren besloten gezamenlijk, ieder in hun eigen land, aan een alternatieve ontwikkeling te werken. De WAV ging op zoek naar een milieu- en natuurvriendelijke bedrijfsvoering. Waarbij ieder bedrijf verschillende mogelijkheden en iedere boer verschillende interesses bleek te hebben.
Jaarlijks bleven ze een plaatselijke avond over het wereldvoedselprobleem organiseren en bleven ze intensief contact houden met hun vrienden in Zuid- en Midden-Amerika. In 1989 gingen ze zelfs op bezoek in Colombia. In 1991 zijn drie boeren overgestapt op de biologische landbouw. Anderen richtten zich op de kleinschalige, lokale produktie van veenweidekaas, weer anderen op een natuurvriendelijke bedrijfsvoering die ook het plaatselijke, eeuwenoude cultuurlandschap in tact laat 1.
 
 
Eigen omgeving
 
Niet alleen in de Derde Wereld veroorzaakt het Westerse verlangen naar meer-meer-meer forse problemen. Ook onze eigen omgeving dreigt onleefbaar te worden, bijvoorbeeld door de toename van het auto- en vliegverkeer. Ook hier zijn confronterende acties noodzakelijk om de discussie over deze problemen vlot te trekken en ze op de politieke agenda te plaatsen.
 
Onder de kop: "Jongeren bezetten Schiphol- infocentrum" verscheen september 1995 het volgende artikel in de Baanbreker, het blad voor mensen die zich actief verzetten tegen de uitbreiding van Schiphol.
 
"Eind juli bezetten enkele tientallen jongeren twee en een half uur lang Schipholscoop, het 'informatie'centrum van de luchthaven. Zij waren van mening dat het eenzijdige verhaal schreeuwde om een aanvulling. Daarom plakten zij teksten op over vliegverkeer en het broeikaseffect, de verzuring, de risico's voor de ozonlaag en de nadelen voor de Derde Wereld.
De jongeren eisten een gesprek met iemand van de Schipholtop en de toezegging de tentoonstelling officieel aan te passen. De luchthaven willigde beide eisen in. Schiphol weigerde echter een gedeelte van de expositieruimte ter beschikking te stellen aan critici van de uitbreiding.
 
De bezetting van Schipholscoop was het klapstuk van de milieufietsdemonstratie Nederland Overvoerd, georganiseerd door het JMA (Jongeren Milieu Aktief) en ASeed (een internationaal netwerk voor milieu en ontwikkeling). Zo'n veertig jongeren en een paar veertigers trokken een week lang discussiërend en actie voerend door Nederland. Met geweldloze blokkades, gesprekken met plaatselijke politici, bezettingen en straattheater protesteerden zij tegen de Betuwelijn, Schiphol en steeds meer autowegen. De jongeren pleitten voor een regionale economie, meer fiets- en wandelroutes en beter openbaar vervoer.
De tocht begon in Enschede en voerde via Zutphen, Wageningen, Den Haag, Delft en Rotterdam naar het Bulderbos, waar de actievoerders twee dagen kampeerden. Vanuit het protestbos fietsten de jongeren in het holst van de nacht naar de luchthaven voor een spectaculaire fakkeldemonstratie, compleet met drie vuurspuwers, Afrikaans tromgeroffel, meerstemmige liederen, razendsnelle fietsrondjes en veel indianengehuil.
 
De volgende ochtend nam de helft van de groep 'afscheid', om 'naar huis te fietsen'. In Amsterdam trokken de jongeren keurige spijkerbroeken aan en nette T-shirts. Ze deden lipstick op en knipten wilde baardjes zorgvuldig bij. Vermomd als keurige dagjesmensen namen ze in kleine groepjes de trein naar de luchthaven om Schipholscoop te gaan bezetten.
De andere helft voerde daar intussen, opvallend geschminkt, een muziektheaterstuk op van een grote machine die Nederland plat walst. Heel wat agenten stonden zo geboeid te kijken dat ze de plotselinge jeugdige belangstelling voor het informatiecentrum niet opmerkten en de bezetting moeiteloos verliep. "Is iedereen er? Ja? Dan is nu dit gebouw bezet."
De politie greep niet in, de sfeer bleef ontspannen, het publiek had begrip en er was aardig wat belangstelling van de pers. Een betere afsluiting van de actieweek hadden de Overvoerd fietsdemonstranten zich niet kunnen wensen."

 
De combinatie van onderling stevig doorpraten over maatschappelijke onderwerpen, de pers benaderen en actie voeren met samen fietsen, kamperen en feest vieren werkte prima.
 
 
Kleinschaligheid in de praktijk
 
Behalve het leveren van kritiek is ook het zoeken van een alternatief voor de grootschalige consumptie-economie van levensbelang. De afgelopen tientallen jaren hebben heel wat mensen speciaal met het oog daarop een eigen ideëel bedrijfje opgezet. Hoewel deze kleinschalige, alternatieve bedrijfjes een reactie vormen op de uitbuiting en de psychische overbelasting van het gangbare bedrijfsleven, blijken ze in de praktijk zoveel werk met zich mee te brengen, dat heel wat ideële ondernemers er niet aan ontkomen roofbouw te plegen op zichzelf.
'De Kleine Aarde' richt zich speciaal op het uitproberen en ondersteunen van alternatieven. Jan Juffermans, die al jaren bij deze organisatie werkt, maakt in een interview duidelijk dat het vaak niet perse nodig is een eigen bedrijfje op te richten:
 
"Je kunt autonome produktie ook combineren met een baan. Zelf heb ik een baan van drie dagen in de week. De andere dagen heb ik dus tijd voor eigen produktie, dat is echt ideaal. Ik produceer zelf voedsel, maak eigen kleding en teel mijn eigen bloemen." 2
De interviewer besluit zijn artikel met de conclusie: "Voor diegenen die het niet zien zitten om zelf een bedrijfje te hebben, omdat je dan meestal keihard moet werken (er zijn ook mensen die dat juist lekker vinden of dat er voor over hebben) zijn er allerlei tussenvormen te bedenken, die ook mens- en milieuvriendelijk zijn. Dus naar smaak je eigen mix maken van een deeltijdbaan, je eigen kleren maken, hobby- of deeltijdboeren, af en toe vervelend uitzendwerk doen om met de trein naar Barcelona te kunnen, vrijwilligers- of free-lance werk, zorg, LET's, voedselcoöperaties, huishoudelijk werk. Van klein- naar fijnschalig."

 
 
Studie, verzet en alternatief
 
Studie kan ons inzicht in de complexe samenhangen vergroten, onze gevoeligheid daarvoor verhogen. Het kan ons helpen te zien waar actie noodzakelijk is en ons stimuleren een alternatief uit te proberen. Zolang we ons niet met huid en haar overleveren aan de 'ware' theorie.
Twee fraaie voorbeelden van een levende, gegroeide verwevenheid van studie, verzet en alternatief treffen we aan in het verhaal van een groep Keulse krakers en in de geschiedenis van een drietal feministen die een Instituut voor zelfvoorzieningseconomie opgericht hebben.
 
De Duitse krakersgroep 'Sozialistische Selbsthilfe Köln' (SSK) is ontstaan in de zeventiger jaren vanuit de studentenbeweging. Oorspronkelijk hield de groep zich bezig met de opvang van jongeren die van huis weggelopen waren of in de gevangenis gezeten hadden. Toen de gemeente Keulen in 1974 de subsidie stop zette, stapten zeventig van de honderd leden op. De overgeblevenen probeerden geld te verdienen met de verkoop van tweedehands meubelen en kleren en allerlei ongeregeld werk, zoals schoonmaken en tuinen verzorgen. De groep ving psychiatrische patiënten op en stelde de gebruikelijke gang van zaken in psychiatrische inrichtingen aan de kaak. De SSK verzette zich samen met andere Keulse krakers actief tegen de afbraak van volksbuurten ten behoeven van banken en luxe kantoren.
In 1986 raakte de groep in een ernstige crisis. Naar aanleiding van de kernramp in Tsjernobyl vroeg de SSK zich vertwijfeld af wat haar socialistisch ideaal nog waard was, nu het milieu zo ernstig bedreigd werd.
In die tijd organiseerden de feministische sociologen en Derde Wereld-kenners Claudia von Werlhof en Maria Mies een conferentie over het perspectief van de zelfvoorzieningseconomie. Activisten en wetenschappers uit de vrouwen-, de milieu- en de Derde Wereldbeweging en de alternatieve economie kwamen bij elkaar. Vandana Shiva was een van de deelneemsters. Zij vertelde van de Chipkobeweging. Ook drie leden van de SSK waren uitgenodigd, omdat ze, naar het idee van Mies, onbewust al jaren de principes van de zelfvoorzieningseconomie in de praktijk brachten. Op de conferentie ontdekten de drie tot hun verrassing grote overeenkomsten tussen de ideeën van groepen uit de Derde Wereld, die niet opgenomen wilden worden in de markteconomie en hun eigen verlangen los te komen van die economie.
Via een congresganger kwam de SSK in contact met een bioloog die een nieuwe methode had ontwikkeld om in korte tijd in een vat compost te maken. Na een korte proefperiode was de groep zover dat zij GFT-afval in de buurt ophaalde, daar zelf compost van maakte en die verkocht. De SSK benaderde gemeentebesturen in de omgeving en sloot contracten met hen af over het inzamelen van bio-afval. De gemeenten betalen de SSK net zoveel voor het ophalen van dit afval als de officiële vuilverbrander vraagt voor het 'verwerken' van eenzelfde hoeveelheid. Het heeft jaren geduurd de contracten los te krijgen omdat het vuilverwerkingsbedrijf flink tegenstribbelde. Maar de SSK wist wel dat politieke strijd een behoorlijke inzet en een lange adem vereist.
De volgende stap was de aankoop van een stukje braakliggende grond om de eigen compost zelf te benutten en er zelf groente te kweken. Later heeft de SSK nog wat meer grond en een oude boerderij gekocht. Deze heeft zij nu opgeknapt en ze houdt er kippen, eenden, varkens, geiten, schapen en een paard die de schillenkar trekt. Een stuk of acht mensen kunnen van de opbrengst van de boerderij leven.
Het is hard werken, maar tegelijk heel bevredigend. Het project pakt een sociaal probleem aan en tegelijkertijd een milieukwestie. 'Overbodige' mensen, zoals ex-psychiatrische patiënten, beperken de vuilverbranding en verminderen zo de milieuverontreiniging. Bovendien brengen ze waardevolle grondstoffen terug in hun natuurlijke kringloop. Het project werkt goedkoper dan de vuilverbrander, tast het milieu niet aan en levert meer arbeidsplaatsen op, terwijl het werk afwisselender en minder vervreemdend is. 3
Het project is niet het resultaat van een diep doordachte strategie. Telkens is de volgende, noodzakelijke stap gezet. Terwijl de ervaringen, die het dagelijkse werk en de politieke strijd opleverden, het nadenken over een alternatieve economie en een menselijker maatschappij stimuleerden.
 
 
Onderzoek en praktijk
 
In 1995 hebben Maria Mies, Claudia von Werlhof en Veronika Bennholdt-Thomsen samen met enkele anderen het Institut für Theorie und Praxis der Subsistenz (ITPS) opgericht. Zij zijn ervan overtuigd dat de zelfvoorzieningseconomie (Subsistenz) de toekomst heeft.
Het doel van het ITPS is niet om een nieuwe utopie te bedenken en te propageren. Het wil aansluiten bij vormen van zelfvoorziening die nu al bestaan. Het gaat dan om huishoudelijk werk, verzorging van kinderen, zieken en ouderen, het onderhouden van een moestuin en om projecten als een burenhulpdienst en een inloophuis voor ex-psychiatrische patiënten. Door dit werk te bestuderen en te beschrijven laat het ITPS zien dat er meer is dan alleen de markteconomie.
Behalve een zevental onderzoeksters is er ook een schrijver verbonden aan het instituut, die een documentatiecentrum opzet over zelfvoorzienings-technieken, een schilderes/kruidengeneeskundige en een boer. Alle mensen van het ITPS werken geregeld mee op de biologische boerderij de Fögenhof en brengen zo zelfvoorziening in de praktijk.
Het instituut doet momenteel onderzoek naar de mogelijkheden om tot een regionale economie te komen in twee streken in Noordrijn-Westfalen en naar het samenleven van mensen met en zonder een handicap. Bovendien bouwt het ITPS een café annex winkel annex studiecentrum. 4
 
 
Noten
1. Hester Tielrooy, Een gideonsbende in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden, 1991. terug
2. Michiel Bussink, 'Van klein- naar fijnschalig', in Ongehoord, nummer 14, pagina 4, Nijmegen, 1996. terug
3. Maria Mies, 'The Need for a New Vision: the Subsistence Perspective', hoofdstuk 20 uit het boek Ecofeminism, Fernwood Publications, Halifax en Zed Books, Londen, 1993. terug
4. Maria, Mies, 'Editorial: Liebe Subsistenz-FreundInnen', en 'Zur Geschichte des Subsistenzansatzes'; en Veronika Bennholdt-Thomsen, 'Vom hartnäckigen Fortbestehen eines kleinen Bauernhofes', in Rundbrief Subsistenz Perspektive, nummer 6, Institut für Theorie und Praxis der Subsistenz, Bielefeld, 1996. terug
 
Meer informatie
- Earth Alarm, telefoon: 020 6262 620; e-mail: e-alarm@milieudefensie.nl; website www.milieudefensie.nl/earthalarm
- Landelijke India Werkgroep, telefoon: 030 232 1340; e-mail: liw@antenna.nl; website: www.indianet.nl
- Solidariteitsfonds XminY, telefoon: 020 627 9661; e-mail: xminy@xminy.nl; website: www.xminy.nl
- WAV, Werkgroep voor duurzame landbouw en ontwikkelingssamenwerking Alblasserwaard/Vijfheerenlanden, telefoon: 0347 35 1294.
- Den Hâneker, Vereniging voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Informatie: De Laak 31, 4128 CA, Lexmond; telefoon: 0347 34 2044 tussen 9 en 12 uur; e-mail: info@denhaneker.nl; website: www.denhaneker.nl
- Institut für Theorie und Praxis der Subsistenz (ITPS), Am Zwinger 16, 33602 Bielefeld, Duitsland
- JMA, Jongeren Milieu Aktief, telefoon: 020 550 7436; e-mail: info@jma.org; website: www.jma.org
- ASEED, internationaal netwerk voor milieu en ontwikkeling, telefoon: 020 668 2236; e-mail: aseedeur@antenna.nl; website: www.aseed.net
 
Tijdschriften
- ZOZ, over kleinschalige initiatieven op het gebied van milieu, vrede, cultuur, werk, economie en solidariteit; telefoon: 040 291 0295; e-mail: omslag@omslag.nl; website: www.omslag.nl
- Bija, a quarterly monitor on Biodiversity, Biotechnology and Intellectual Property Rights; Research Foundation for Science, Technologie and Natural Resource Policy, A 60 Hauz Khas, New Delhi 110 016, India.
 
Zie verder de webpagina Links.
 
*          *           *

Verder naar het volgende hoofdstuk >>
<< Terug naar het begin van dit hoofdstuk.
Naar de inhoudsopgave van het boek.
 
 
 
tekening van koe als geldmachine

 
Reacties graag naar: jpsmit@xs4all.nl

 


_
___