Land en Stad - december 2000
 
Overzicht december - Landbouwsite - Duurzaamsite - dDH - Links - Verder >>  
 
________    
____
 
 

O GRITO DO CAMPO  
 
Boerenverzet in Brazilië
 
 
Hij is 32 jaar, maar oogt jaren jonger, een knappe jongeman, tikkeltje verlegen: Paulo Damasceno. Onlangs is hij gevraagd wethouder voor landbouwzaken te worden in Cametá, een zeer uitgestrekte gemeente in de Noord-Braziliaanse deelstaat Pará. Zijn partij, de PT (Partido dos Trabalhadores, Arbeiderspartij) boekte onlangs een grote verkiezingswinst "ondanks het feit dat we lijst 13 hadden", zegt hij glimmend van genoegen en laat een fel rood T-shirt zien met 13 in een vijfpuntige ster.

Damasceno is opgegroeid op het platteland, enkele tientallen kilometers van Cametá, op een armelijke boerderij. Klaarblijkelijk beschikt hij over leiderskwaliteiten. Al toen hij 17 jaar was, werd hij coördinator van het jeugdpastoraat; nauwelijks was hij 20 of hij werd in het bestuur van de landarbeidersbond van de regio Cametá gekozen, waar hij drie jaar later voorzitter werd.
Een paar jaar geleden verhuisde hij naar Belém, de hoofdstad van de deelstaat, om voor de Fetagri te gaan werken. Dit is een koepel van 132 bonden van landarbeiders en kleine boeren met in totaal 90.000 leden. De Fetagri werkt nauw samen met de omvangrijke landlozenorganisatie MST, die vaak een radicaler standpunt inneemt.


Toch optimistisch


Kleine boeren, landarbeiders en zeker landlozen hebben het niet makkelijk in Pará. De grond levert vaak niet veel op, de landbouwprijzen staan laag, het transport naar de stad is hopeloos slecht als je niet aan een rivier woont, landbouwtechnische hulp van de overheid ontbreekt praktisch en onderwijs en gezondheidszorg stellen niet veel voor. Daar komt bij dat de regering de beloofde financiële steun aan de boeren niet uitkeert en de eveneens beloofde toewijzing van stukken braakliggend land van grootgrondbezitters aan landlozen zo traag mogelijk laat verlopen. Kortom: het plattelandsleven is hard.
Verder is er veel geweld in Pará. Op sommige grote landerijen worden landarbeiders gevangen gehouden als slaven, politieagenten oefenen bij tijd en wijle een ware terreur uit, en boerenleiders en landbezetters worden met de dood bedreigd en vermoord. Ook zijn er ernstige conflicten tussen de inheemse bevolking en boeren die zich in het binnenland vestigen.

Toch is Damasceno optimistisch: "Een groot probleem was altijd de lakse houding en de tegenwerking van de overheid. Maar nu zitten we zelf in het gemeentebestuur en kunnen we veel doen." Ook in andere Braziliaanse steden heeft de Arbeiderspartij bestuursposities veroverd en zelfs in de regering van verschillende deelstaten.
De progressieve bestuurders kunnen voortbouwen op het omvangrijke verzet van de plattelandsbevolking. Zo organiseert de MST al jarenlang landbezettingen, demonstraties, protestkampementen en enorme nationale congressen. Daarnaast blijft de landlozenorganisatie alsmaar moeite doen om met de overheid in contact te blijven om op allerlei praktische punten vooruitgang te boeken.
Maar ook de iets minder radicale organisaties van kleine boeren, zoals de Fetagri, laten van zich horen. Zo vertelt Damasceno vol trots dat in 1991 een van hun boerenbonden in Pará de eerste 'o Grito do Campo', 'de Schreeuw van het Platteland' heeft georganiseerd. De Grito is een grote demonstratie waarin met spandoeken en spreekkoren de plattelandsproblemen uitgeschreeuwd worden tegen iedereen die het maar wil horen. Ondertussen is de Schreeuw een jaarlijks terugkerend manifestatie in verschillende deelstaten in het Amazonegebied. Heel bemoedigend is dat de Braziliaanse stadsbevolking sympathie blijkt te hebben voor de eisen van de landlozen, de landarbeiders en de kleine boeren.


Nuchterheid en verlangen


Damasceno was half november in Nederland op uitnodiging van Wederzijds. Deze vereniging organiseert reizen naar verschillende landen in de Derde Wereld (o.a. Brazilië, Indonesië en India) en bezoekt daar organisaties van kleine boeren in verzet en projecten voor de arme stadsbevolking. Teruggekeerd in Nederland blijven de bezoekers schriftelijk contact houden met de mensen die ze ontmoet hebben en vertellen ze in hun omgeving wat ze gezien en gehoord hebben.
Soms onderneemt Wederzijds acties. Zo richtte de Braziliëgroep zich tot minister Herfkens met vragen over de 'Banco da Terra' (Grondbank), een experimenteel project van de Wereldbank en de Braziliaanse overheid. Groepen landlozen kunnen via deze bank een stuk grond kopen, dat grootgrondbezitters kwijt willen. Omdat de landlozen geen geld hebben moeten ze een lening sluiten. Als de grond dan ook nog eens door valse taxaties veel te duur is gemaakt, raken de enthousiaste nieuwe boeren al snel in de financiële problemen.
Volgens Wederzijds zou het veel beter zijn als de Braziliaanse overheid de landhervormingswet serieus uitvoert, goede stukken grond toewijst tegen redelijke prijzen en technische ondersteuning biedt. Omdat Nederland een bijdrage levert aan de Wereldbank kan Herfkens deze kwestie bij de bank aan de orde stellen.
Verder was Wederzijds betrokken bij een handtekeningenactie in Montfoort waarbij de Braziliaanse regering werd aangespoord de boerenleiders in Pará die met de dood bedreigd waren te beschermen. Damasceno had daar om gevraagd.

Jan Glissenaar is de spil van Vereniging Wederzijds. Deze landarbeiderszoon trekt al sinds het begin van de vijftiger jaren door de wereld om contacten te leggen met landarbeiders, kleine boeren, vissers en mensen uit de krottewijken die zich organiseren, zelf een oplossing bedacht hebben en daaraan werken. Hun verhalen legt Glissenaar vast. Hartstochtelijk leeft hij mee met hun pogingen hun situatie te verbeteren en zich te verzetten tegen het overvloedig aanwezige onrecht. Toch blijft zijn schrijfstijl nuchter, met veel oog voor praktische details. Ook onderlinge problemen, teleurstellingen en mislukkingen belicht hij. Dezelfde mengeling van persoonlijke betrokkenheid, nuchterheid, het verlangen om 'iets' te doen en de behoefte de grotere economische structuren niet uit het oog te verliezen vinden we terug in de Vereniging. <jps>

------
Vereniging Wederzijds, Postbus 20, 3417 ZG Montfoort; tel/fax: 0348 471 425; e-mail: wederzijds@hetnet.nl
 
*          *           *

Begin januari verschijnt de volgende serie artikelen.
Reacties naar: jpsmit@xs4all.nl
 
 
Verder naar het volgende artikel >>
<< Terug naar het begin van dit artikel.
Naar  Overzicht  december.
 
 
 


_
___