Waar vind je
ze nog, boeren die niet denken in termen
van specialiseren, groter, meer, enorme leningen en hightech?
Boeren die plezier hebben in de natuur op hun land, die trots
zijn op het oude landschap, die de streekproducten in ere
houden en allerlei soorten dieren hebben rondlopen? Overal in
Europa en ook in ons land! Dat blijkt uit een uitgebreid
Europees onderzoek. Overal nemen boerengezinnen van
middelgrote bedrijven de meest uiteenlopende initiatieven.
Zelfs in ons eigen land, toch het land van de intensieve
veeteelt en de ver doorgevoerde techniek, zit nog maar een
zesde van de boeren op de lijn van grootschalig produceren
voor grote afnemers. Op dit moment ontwikkelt zich een
landbouw waarbij niet de bank, de grote concerns of de
overheidsinstituten de belangrijkste beslissingen nemen, maar
de boerengezinnen zelf. De boerenlandbouw leeft op, maar in
een nieuw jasje. Vroeger waren stad en platteland twee
verschillende werelden en had de burger te eten, wat de boer
produceerde. Tegenwoordig heeft een boereninitiatief pas
succes, als het ontstaat in nauw contact met de burger die
verlangt naar lekker en gezond voedsel, naar de rust van het
platteland, het fraaie landschap en contact met dieren.
Deze gunstige ontwikkeling dreigt in het slop te raken
door te lage prijzen voor landbouwproducten ten gevolge van de
liberalisering, door teveel bureaucratie en door een te
oppervlakkige belangstelling van het grote publiek. Boeren
geven nooit gauw op. Maar hoe lang kan je roofbouw plegen op
jezelf? Het is nú de tijd voor overheidsinstituten,
grote landbouworganisaties en burgers om volmondig te kiezen
voor boerenlandbouw. De boerengezinnen hebben al een
indrukwekkend begin gemaakt; zij hébben al
gekozen.
De Nederlandse landbouw is zwaar ziek en tegelijkertijd bruist
zij van leven. Jaarlijks verdwijnen er duizenden
boerenbedrijven, van veel boerengezinnen zijn de inkomsten ver
beneden peil en de landbouwprijzen lijken de komende jaren nog
verder te dalen. Aan de andere kant bloeien
boereninitiatieven op, als nooit tevoren. Als je de
hobbyboeren niet meerekent onderneemt maar liefst 40
procent 1+ van
de boerengezinnen iets
bijzonders om op de boerderij extra geld te verdienen.
Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld biologische of
streekgewassen telen, zelf kaas maken of groenten wassen en
snijden, een winkel aan de boerderij exploiteren of een
bezorgservice opzetten. Dit valt in het landbouwvernieuwings-
jargon onder 'verdieping': iets 'meer' doen met
voedselgewassen. Andere boerengezinnen, die
ook onder die 40 procent vallen, zoeken het in 'verbreding'.
Dat wil zeggen: naast voedselproductie iets ondernemen wat
verbonden is met het boerenleven, zoals: natuur
beheren 2+, zwakbegaafden
of overspannen
mensen mee laten werken, een manege runnen, water beheren en
windenergie opwekken. Weer andere doen aan 'herfundering';
daarbij gaat het om andere inkomsten, bijvoorbeeld: nieuwe
vormen van kostenverlaging (54 procent),
werk zoeken buiten de boerderij (32 procent), verbouwen van
non-foodgewassen (denk aan vlas of hennep), bomen aanplanten,
of de bestaande gebouwen gebruiken voor iets heel
anders 3+. Nog
slechts 16 procent van de
professionele landbouwbedrijven is helemaal gericht op puur
voedselproductie met zoveel mogelijk techniek voor de grote
afnemers.
Al deze nieuwe initiatieven brengen leven in de brouwerij
en maken het platteland fleuriger. Niet voor niets is de titel
van een onlangs verschenen boek, dat alle
nieuwe ontwikkelingen op een rijtje zet: 'Kleurrijk
Platteland'.
'LNV opheffen'
Maar als er nu zoveel prachtige ontwikkelingen plaatsvinden,
waarom verdwijnen er dan zoveel bedrijven en heerst er zoveel
armoede en zijn zoveel boeren kwaad op het landbouwministerie?
Jan Douwe van der Ploeg, al ruim tien jaar hoogleraar rurale
sociologie aan de landbouwuniversiteit van Wageningen en
redacteur van het zojuist genoemde boek: "Het ministerie
van Landbouw is eerder een blok aan het been voor de boeren,
een traag ambtelijk instituut dat voortdurend op de rem trapt
en weinig anders doet dan wat het altijd deed: de export
bevorderen en zeker stellen. Daar hebben ze in een streek als
de Gelderse Achterhoek helemaal niks aan. De rem op
vernieuwing komt ook tot uitdrukking in het
feit dat Nederland en Groot-Brittannië de enige landen in
Europa zijn zonder regelingen om jonge boeren op gang te
helpen, terwijl die daar al
jaren om vragen 4."
"52 procent van de Nederlandse boeren ervaart de eigen
overheid als een obstakel. Dat is een van de hoogste scores in
Europa. In Nederland voltrekt zich een belangrijk proces van
vernieuwing - er ontstaat een nieuwe landbouw. Datzelfde
proces voltrekt zich echter vooral als een strijd tegen de
overheid. De overheid blokkeert meer dan ze stimuleert. (..) Nieuwe
markten en nieuwe verbindingen
moeten mogelijk gemaakt worden door nieuwe aangepaste
regelgeving en een bijbehorende regievoering. Die ontbreken nu
al te zeer 5."
Collega-onderzoekers uit Wageningen zijn het met Van der
Ploeg eens: "Individuele boeren slagen erin nieuwe
bronnen van meer stedelijke inkomsten te genereren en hun
markt te verbreden. Zij worden daarin
enthousiast tegengewerkt door de overheid. Een vergunning voor
een vergaderruimte of een restaurant aan de
boerderij is niet
te krijgen 6." De Rabobank
constateert dat "gebrek aan langjarige zekerheid over de
vergoedingen 7" een van
de knelpunten voor het
agrarisch natuurbeheer is.
Ook Joop de Koeijer, akkerbouwer uit Zeeland en voormalig
voorzitter van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond, is
ontevreden. Hij is al jarenlang actief bij de Zeeuwse Vlegel,
die allerlei streekproducten op de markt brengt. "Het
ministerie heeft er nooit ene moer aan gedaan aan de Zeeuwse
Vlegel of zoiets. Niks, nul. Van het kastje naar de muur
gestuurd, jarenlang. Zo kent de Europese Unie bijvoorbeeld een
stimuleringsregelingetje voor extensivering van de productie.
Nederland past die regeling niet toe, want
'dat is niet de ontwikkelingsrichting van de Nederlandse
landbouw'. En daarom valt de Zeeuwse Vlegel buiten de
boot 8."
Over de provincie is De Koeijer wel te spreken. Zonder
moeilijk te doen stelde de landbouwgedeputeerde geld ter
beschikking om drie jaar lang iemand aan te stellen om de
bakkers over te halen Zeeuwse tarwe af te nemen en er Zeeuwse
Vlegelbrood van te bakken.
Van der Ploeg: "De Nederlandse provincies pakken die
plattelandsontwikkelingstaak volop aan. Ze voeren radicale
vernieuwingen door. In Gelderland bijvoorbeeld worden
initiatieven tot één grote pot gecombineerd en
komt er voor boeren één loket. Men zet zich
honderd procent in voor de plattelandsontwikkeling. Dat is ook
heel begrijpelijk. Den Haag houdt zich vooral bezig met de
exportpositie van de Nederlandse landbouwproducten. Waar ze
vandaan komen interesseert ze niet. Voor
provincies daarentegen speelt de economische en sociale
positie van het platteland mee. Voor LNV zijn dat non-
issues 9." Van
der Ploeg komt met een
verrassende oplossing: "Gebruik het Italiaanse model
maar. In Italië is het ministerie van Landbouw de facto
opgeheven. Het is niet meer dan een soort brievenbus voor het
tweewegverkeer tussen Brussel en de Italiaanse regio's. Dan
kunnen we LNV net zo goed opheffen. Daar wordt al wel over
gediscussieerd, maar dan gaat het over het
verdelen van LNV over verschillende departementen. Dat is een
schijndiscussie. Verdeel LNV over de provincies en de
gewesten 10."
Ida Terluin, onderzoekster bij het Landbouw Economisch
Instituut, die onlangs het Europese plattelandsbeleid onder de
loep nam, valt Van der Ploeg bij: "Europese
plattelandsgelden worden niet gericht genoeg ingezet. (..) In
Den Haag wil men nog teveel nationaal regelen. Om het
plattelandsgeld beter te laten aansluiten
op regionale behoeftes, zullen de ministeries bevoegdheden
moeten gaan overlaten aan regionale overheden. Die hebben
beter zicht op wat er werkelijk in hun
gebied speelt 10a."
Over het beleid van de Europese Unie voor
plattelandsontwikkeling is Van de Ploeg enthousiast. "Op
Europees niveau zie je momenteel een omslag van de klassieke
landbouwpolitiek naar een nieuw plattelandsbeleid. De
verhouding tussen beide peilers gaat de
komende jaren drastisch veranderen. (..) We moeten dringend
onze blik richten op Europa. (..) De Europese middelen zijn
er 11." Uit
het al eerder genoemde
onderzoek blijkt dat 63 procent van de Nederlandse boeren
vindt dat de Europese Unie een "positieve en stimulerende
rol" speelt.
Voor de agro-concerns heeft Van der Ploeg geen goed woord
over. "Een remmende factor is de enorm sterke lobby van
de agro-industrie die bij uitstek behoudend
is. Ik praat over de grote coöperaties,
de zuivelbaronnen. Die vertonen de klassieke kortzichtigheid
van de Hollandse koopman 12."
WTO en Oost-Europa
Wat zal de nabije toekomst de nieuwe landbouw brengen? Van der
Ploeg: "Land- en tuinbouw worden aan de ene kant
geconfronteerd met prijsdalingen en aan de andere kant met
kostenstijgingen. Gangbare bedrijven moeten concurreren met
boeren in andere landen, waar grond, arbeid en quota goedkoper
zijn en de milieuregels minder streng. Juist de 'veelzijdige'
landbouw weet een nieuw concurrerend vermogen op te bouwen:
door dezelfde hulpbronnen te benutten voor de productie van
méér producten en diensten, die bovendien op
andere, veelal regionale markten worden afgezet. Ook al worden
deze bedrijven met dezelfde kostenstijgingen en prijsdalingen
geconfronteerd, dan nog beschikken ze over meer buffer.
Overigens wil het voorgaande niet zeggen dat de nieuwe,
multifunctionele landbouw hét antwoord is op forse en
abrupte prijsdalingen. Verdergaande liberalisering die gepaard
gaat met fikse prijsdalingen treft ook het
hart van de vernieuwende bedrijven. Wie pleit voor
multifunctionele land- en tuinbouwbedrijven kan niet langs de
achterkant diezelfde bedrijven
onderuit halen 13."
Over de uitbreiding van de Europese Unie zegt de
landbouwprofessor: "De grote zuivelbedrijven bouwen (..)
al grote fabrieken in Oost-Europa. Het gevaar is dat de
bulkproductie straks in Oost-Europa plaatsvindt en dat
Nederland de kwaliteitsproducten haalt uit Frankrijk,
Italië en delen van Duitsland. En wij zijn dan nergens
meer. Dit is een groot gevaar dat ons boven het hoofd hangt.
Het isdan ook
van het grootste belang dat we hard aankoersen op
diversificatie, kwaliteitsproducten en korte
productielijnen 14+."
Schaduwkant
Akkerbouwer Joop de Koeijer heeft zo zijn reserves bij het
enthousiasme over de nieuwe landbouw. "Het is mooi en
prachtig om het over vernieuwing te hebben, maar intussen
wordt die gebruikt om verslechteringen goed te praten. Dat is
letterlijk gebeurd met ons initiatief van de Zeeuwse Vlegel!
Landbouwminister Van Aartsen heeft indertijd gezegd: "Het
is helemaal niet erg, die liberalisering van de landbouw, want
kijk maar wat de Nederlandse landbouw doet, die past zich aan
en begint nieuwe dingen. Bijvoorbeeld de Zeeuwse Vlegel."
Dat is ernstig verkeerd! Het is misbruik van eigen
boereninitiatieven.
Het oude probleem is dat in de voedselproductie te weinig
verdiend wordt. Met de vernieuwing los je dat oude probleem
niet op. De Zeeuwse Vlegel was altijd 'hét voorbeeld',
we waren 'dé voorlopers' enzovoorts. Maar het is armoe
hoor. De Zeeuwse Vlegel is armoe. Dat klopt ergens niet. De
met de mond beleden steun van maatschappelijke organisaties
wordt nog in onvoldoende mate omgezet in een flinke afname
voor een goede prijs."
De Koeijer heeft nog een punt van kritiek: de schaduwkanten
van het vernieuwen komen te weinig aan bod. "Er is een
boekje over pioniers van het platteland. Ik geloof dat meer
dan de helft van de projecten verongelukt is. De verbouw van
spelt in Ommen, de pastaverkoop in Groningen. Afijn, ik kan
een heel lijstje opnoemen. Er wordt wel een beeld geschetst
van wat er allemaal voor verschillends gebeurt, maar over
mislukkingen wordt niet gesproken. Ik vind dat niet goed.
Een van de pijnlijkste voorbeelden, is dat van een Drentse
boerenjongen, die met Drents graan was begonnen. Die had tegen
zichzelf gezegd: 'Wat ze in Zeeland kunnen, moeten wij in
Drenthe ook kunnen'. Maar het project is mislukt, want ze
gingen zèlf de bakkers af, en die wilden niets afnemen.
Dan zijn wij van de Zeeuwse Vlegel dus verkeerd bezig geweest.
We hebben kennelijk de verwachting gewekt dat een boer bij
bakkers langs kan gaan en meel verkopen. Maar dat is niet zo.
Dat is een vak apart. Wij waren in de
gelukkige omstandigheid dat wij van de Provincie drie jaar
lang een vertegenwoordiger kregen om dat deel op poten te
zetten, het afzetten van
het meel 14a+.
Want daar waren we al gauw achter: dat gaat niks worden, als je dat allemaal zelf moet doen. Door de
valkuilen niet te beschrijven geef je anderen niet de
gelegenheid om van jouw moeilijkheden te leren."
Zuinig boeren
Bij het Praktijkonderzoek Veehouderij bij Lelystad staan twee
melkveebedrijven naast elkaar. Ze ogen volstrekt verschillend.
Dat is niet zo verwonderlijk, want de gedachte achter beide
bedrijven is totaal anders. Op de eerste boerderij, het
zogeheten hightechbedrijf, probeert een boer op zijn eentje
met nieuwe technologieën, zoals melkrobots, en een
geïsoleerde jongveestal, een standaardinkomen voor
één persoon te verdienen. De kosten van de
nieuwste technologieën zijn aanzienlijk. Dat houdt in dat
de boer 800.000 liter melk moet melken om het beoogde inkomen
te halen.
De andere boerderij is een lagekostenbedrijf. Ook daar
werkt één persoon. Hij verdient hetzelfde als
zijn buurman. Verder is alles anders. Over de hele linie maakt
hij zo min mogelijk kosten en zodoende heeft hij aan 400.000
liter melk al voldoende. Zuinig boeren betekent dat de boer de
natuur zo goed mogelijk benut en zo min mogelijk kunstmest of
bestrijdingsmiddelen gebruikt, dat de afhankelijkheid van de
bank een stuk minder is en dat er veel meer boeren in de
streek blijven werken. 54 procent van de
boeren is bezig met kostenbesparingen. Boerenstudieclubs
helpen daarbij. Slechts 20 procent van de boeren probeert
afkalving van het inkomen tegen te gaan door grootschaliger te
gaan werken 15.
Daar komt bij dat nieuwe en kostbare technieken voor
vervelende verrassingen kunnen zorgen. Zo raakten afgelopen
jaar tientallen melkveehouders zwaar in de problemen door
financiële narigheid bij melkrobotfabrikant Prolion. Het
Agrarisch Dagblad: "Dochterbedrijven die het
onderhoud moeten verzorgen van de gevoelige en vaak haperende
apparatuur gaan failliet of verkeren in uitstel van betaling.
De vervangende onderhoudscontracten blijken veel duurder. (..)
In binnen- en buitenland stoppen veehouders met de robot. (..)
Robots worden voor een habbekrats van de hand gedaan. (..) De
negatieve ervaringen zijn een streep door de rekening van deze
belangrijke innovatie in de melkveehouderij. De melkrobot die
tien jaar geleden zijn intrede deed op melkveebedrijven, leek
een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan de
noodzakelijke schaalvergroting en kostenbeheersing. Maar de
techniek neemt niet de grote vlucht die de fabrikanten begin
jaren negentig koesterden. Er werden
voorspellingen gedaan dat de robot in 2010 op vijftig procent
van de melkveebedrijven zou staan; op
de laatste LandbouwRai werden percentages van tien tot
vijftien genoemd 15a."
Conclusie
Het is een prachtig teken van vitaliteit dat er zoveel fraaie
boereninitiatieven in ons land zijn. En het is hoopvol voor de
boerenlandbouw dat deze initiatieven zoveel waardering
oogsten. Maar laten we ons niet te snel rijk rekenen. In de
praktijk blijken de vernieuwende boeren, ook na de drukke
beginjaren, veel te veel werk te moeten verzetten voor veel te
weinig geld en veel te veel risico te lopen. De afnemer, of
dit nu de overheid is (voor bijvoorbeeld agrarisch
natuurbeheer) of het grootwinkelbedrijf (voor bijvoorbeeld
biologische groenten) of de particulier (voor bijvoorbeeld
streekproducten), blijkt telkens weer te weinig over te hebben
voor dat extra werk en die extra risico's. Bovendien is de
medewerking van de Haagse bureaucratie bedroevend. Om uit deze
impasse te geraken is er een nog veel intensiever contact met
de burgers en een nog veel grotere druk op
de overheid noodzakelijk. Een actieve en
krachtige boerenorganisatie die onomwonden kiest voor de
boerenlandbouw is
daarvoor onmisbaar 16+.
Biologisch
en tegelijk grootschalig
Pas op! Biologische landbouw betekent niet automatisch
kleinschalige productie voor de lokale markt met veel
zeggenschap voor de boeren. Grote agro-
multinationals, voedingsconcerns en supermarktketens hebben
vaak een bio-tak. Zo levert het Nederlandse agroconcern Cebeco
'bio-perspulp' als
veevoer 17; is
het Nederlandse zaadconcern Advanta bezig met speciale zaden
voor biodynamische
boeren 18;
verwerkte de Suiker Unie in 2001 360
hectare biologische bieten 19; kocht
de Nederlandse
slachterij-gigant Dumeco de biologische slachterij 'De Groene
Weg' op 20+;
doet het
Nederlandse agroconcern Hendrix Meat Group (dochter van
Nutreco) in biologisch varkensvlees 21;
heeft Campina/Melkunie het biozuivelmerk
'Zuiver Zuivel' en verkochten de supermarkten - Albert Heijn
voorop - ruim 40 procent van de biologische
producten 22+.
Ook in andere Westerse landen hebben grote firma's vaste voet
aan de grond in de biologische sector. De grootste agro-
multinational van de wereld, Cargill, sloot
eind negentiger jaren al meerjarencontracten met Amerikaanse
graanboeren voor de levering van
biologische tarwe. Het ging om 51.000
hectare 23! In
Frankrijk is de helft van de verkoop van
biologische in handen van
supermarktketens 24
. In Engeland is dit zelfs
80 procent 25. En
in België begon het grootwinkelbedrijf Delhaize in 2001
een supermarkt met uitsluitend
biologische producten 26.
Opvallend is dat gerenommeerde instellingen uit de biologische
sector grootschaligheid stimuleren en samenwerking met zeer
grote concerns opzoeken. Zo verklaart Jos Leeters, directeur
van Nautilus, een afzetcoöperatie van 130 biologische
tuinders en boeren, trots: "Nautilus
is bepalend geweest voor de grootschalige, industriële
productie; wij hebben gezorgd voor het
openbreken van de
exportmarkt 27." Het befaamde
antroposofische Louise Bolkinstituut werkt samen met de
zaadmultinational
Advanta 28. En Platform Biologica, de
organisatie van de biologische sector, jubelt in haar
nieuwsbrief over een 'doorbraak' in de
afzet van biologisch varkensvlees. Onder haar regie zijn
'unieke afspraken' gemaakt tussen biologische varkenshouders,
Ahold en vleesgigant Dumeco 29.
De naïviteit die uit dit enthousiasme spreekt is
onbegrijpelijk. Iedereen die de landbouwsector kent weet dat
grote, machtige concerns zeer goed op de kleintjes letten. Zo
concludeert het Landbouw Economisch Instituut naar aanleiding
van een recent onderzoek dat "de
afzetrisico's binnen de biologische afzetketens niet
evenwichtig verdeeld zijn in Nederland. (..) Supermarkten
dragen relatief weinig risico's, terwijl primaire bedrijven
vaak hun bedrijf
riskeren 29a." Platform
Biologica kan dan wel spreken van "meerjarige contracten
met prijsgarantie en afnameplicht". Maar het gaat slechts
om driejaarscontracten. Wat Albert Heijn en Dumeco in 2004
zullen doen, mocht er een overaanbod van biologisch
varkensvlees zijn, laat zich raden.
Kijk bijvoorbeeld eens naar Engeland. Daar meldt de Soil
Association, de belangrijkste biologische organisatie,
groeiende prijsdruk van de supermarktketens. Krijgt de
Nederlandse boer gemiddeld 22 procent van wat de consument aan
de kassa betaalt, in Engeland is dat slechts 12,5 procent. De
oorzaak van deze extreem slechte beloning is de toegenomen
machtspositie van de grote supermarktketens. Waren er vijf
jaar geleden nog veel natuurvoedingswinkels, nu verkopen de
supermarkten 80 procent van alle biologische producten. De
ketens halen maar liefst drie kwart van
deze producten uit het buitenland, omdat ze daar goedkoper
zijn. Volgens de Soil Association zullen heel wat Britse
biologische bedrijven over de
kop gaan 30.
Ook blijkt keer op keer dat grote afnemers
onbetrouwbaar zijn. Zo had Albert Heijn in
2001 opeens genoeg van
scharrelvarkens 31+ en
haalde zij al eerder het Zeeuwse
Vlegelbrood uit haar
assortiment 32. Hema
stopte in 1997 al na
een jaar met de verkoop van veenweidekaas uit Zuid-Holland en
gaf de Coöperatie van
Veenweidekaasproducenten daarmee een flinke
knauw 33.
Boerencoöperatie
Zeeuwse Vlegel herintroduceert
oude tarwerassen
Sinds bijna twaalf jaar brengt de boerencoöperatie
Zeeuwse Vlegel verschillende streekproducten op de markt. Het
begon met Zeeuwse Vlegelbrood, waarvan er nu jaarlijks zo'n
half miljoen over de toonbank gaan. Ruim 80 procent van de
warme bakkers in Zeeland doet mee en het brood ligt ook bij de
supermarkten die brood van warme 'Vlegelbakkers' verkopen.
Ondertussen is er ook Zeeuwse Vlegel-pannenkoekenmix, -
snelkooktarwe en -mosterd. Het idee is dat de verschillende
producten met dezelfde naam elkaar versterken.
Om de juiste tarwesoorten te vinden is er met
financiële hulp van de overheid drie jaar lang onderzoek
gedaan naar tarwerassen die geschikt graan leveren om brood
van te bakken. De tegenwoordig in ons land
gangbare tarwerassen leveren bijna uitsluitend veevoer. Ook
moesten het rassen zijn die het praktisch zonder
bestrijdingsmiddelen 33a+ en
kunstmest kunnen stellen.
Achttien boeren verbouwen samen vijftig hectare van het
speciale graan. Een hectare Zeeuwse Vlegelgraan levert een
boer niet meer op dan gewoon graan, maar het geeft hem wel
veel meer voldoening. Vandaar dat er een wachtlijst is van wel
twintig akkerbouwers. Maar de afzet wil niet echt groeien. De
verkoop van Zeeuwse Vlegel bier, wafeltjes en
vlees kwam niet goed van de
grond. Maar de boeren blijven nieuwe producten
proberen 34.
Duinboeren
Natuurbeheer, herstel van oude landschapselementen,
maatregelen tegen verdroging, zorgboerderijen,
bedrijfsexcursies, vermindering van mineralengebruik, de
boeren uit de omgeving van Nationaal Park 'Loonse en Drunense
Duinen' pakken alles op. Tien jaar geleden hebben enkelen van
hen het Overlegplatform Duinboeren opgericht, om te voorkomen
dat de landbouw in het gebied op de tekentafels geschrapt zou
worden. Ondertussen hebben zich tweehonderd collega's
aangesloten; het platform heeft tientallen projecten
uitgevoerd, miljoenen euro's subsidies benut en een eindeloze
stroom ambtenaren, collega's en hoogwaardigheidsbekleders
rondgeleid en geïnformeerd. Iedereen
is enthousiast over wat er tot nog toe bereikt is. Op
één punt na: de beloning. Die is
veel te karig! Toch gaan de
Duinboeren door 35.
IJsboerderij
'T Dommerholt in Borculo in Gelderland is een ijsboerderij.
Boer Wilbert Evenhuis en zijn vader Rikus zorgen voor de 45
melkkoeien en 50 stuks jongvee, en voor het maïsland en
de weilanden. Boerin Erna Evenhuis maakt jaarlijks zo'n vijf-
tot tienduizend liter ijs, afhankelijk van het weer. Uiteraard
verwerkt zij eigen melk en room en serveert ze de ijsjes en
sorbets op het terras bij de eigen boerderij. Maar verder
levert ze ook aan restaurants, hotels, snackbars,
verzorgingstehuizen en campings.
IJsmaken is leuk om te doen, maar vergt een grote inzet,
zeker in de beginjaren. Alle werkzaamheden bij elkaar (ook:
inkopen doen, boekhouding bijhouden, afnemers zoeken,
enzovoort) kosten meer tijd dan Erna en
Wilbert hadden gedacht. Bovendien vallen de opbrengsten iets
tegen. De markt voor ijsboerderijen
blijkt al aardig vol. Vooral de laatste jaren zijn er veel bij
gekomen 36+.
Kleine boeren
in het grootse Amerika
In de Midden-noordamerikaanse staat Minnesota zijn de laatste
jaren tal van coöperaties van kleine boeren ontstaan, die
gezamenlijk hun landbouwproducten verwerken en verkopen. Zo is
er de 'Apple Crisp Cooperative' van een groep fruitboeren die
een traditionele en smakelijke appelsoort kweken. Appels die
er minder fraai uitzien verwerken zij tot appelschijfjes voor
bakkers, scholen en ziekenhuizen. Ook maken ze appelmoes, die
een Minnesota ijsfabriek bijvoorbeeld gebruikt voor haar
appelijs.
Verder is er een coöperatie van zes kleine
melkveehouders, waar de koeien altijd buiten grazen. De
coöp produceert en verkoopt kaas, boter, melk en ijs. De
boeren besloten om een coöperatie op te zetten, omdat ze
bang waren in de toekomst hun melk niet meer kwijt te kunnen
aan een zuivelfirma omdat ze te klein zijn. De boeren verkopen
de producten zelf op een boerenmarkt. Dat kost veel tijd, maar
je hebt dan direct contact met je klanten en komt er makkelijk
achter wat voor hen belangrijk is. Zij blijken in de eerste
plaats de kaas te kopen vanwege de lekkere smaak en omdat deze
uit de eigen streek komt. Verder stellen ze het ook op prijs
dat de koeien niet opgesloten zitten en dat ze geen
antibiotica en groeihormoon krijgen. Maar dat telt voor hen
toch iets minder zwaar.
Dan is er nog de 'Prairie Farmers Cooperative' van ruim
zeventig kleine varkensboeren. Deze organisatie exploiteert
een slachterij en een vleesfabriek die allerlei specialiteiten
maakt. De reden om de coöperatie te beginnen was de eis
van de slachterijen aan de boeren om veel meer varkens te
mesten. Anders wilden ze de beesten niet meer afnemen. Voor
heel wat boeren betekende deze eis het einde van het bedrijf.
Anderen voelden zich gedwongen tot een grootschalige,
industriële aanpak met een grote banklening waar ze niet
voor voelen. Of zoals Dennis Timmerman, een van de
varkensboeren het uitdrukt: "De boeren nemen hun
economische toekomst in eigen hand, omdat ze het zich niet
kunnen veroorloven dit niet te doen."
Groepen boeren die erover denken gezamenlijk hun producten te
gaan verwerken en lokaal aan de man te
brengen, worden met raad en daad
terzijde gestaan zowel door de universiteit als door de
overheid van Minnesota 37.
Bronnen = Kleurrijk Platteland - zicht op een nieuwe land- en
tuinbouw; Van Gorcum, in opdracht van Stichting Hart voor
het land en LTO; Assen 2002.
= Atlas van het vernieuwend platteland - 200
voorbeelden uit de praktijk; onder redactie van R.
Broekhuizen, L. Klep, H. Oostindie en J.D. van der Ploeg;
Misset; Doetinchem, 1997.
= Moed en ondernemersbloed - 22 inspirerende verhalen
van boeren en tuinders die durven vernieuwen; Roodbont;
Zutphen, 1994.
= Slimme streken - 25 pakkende verhalen van inventieve
boeren en tuinders over hun streekproduct; Roodbont;
Zutphen, 1996.
= www.aardeboerconsument.nl
= www.mncountryside.org Heel veel voorbeelden. Aanbevolen!
= Collaborative Marketing - a roadmap and resource
guide for farmers;
www.extension.umn.edu Aanbevolen!
Noten 1+. = Er waren in 2001 globaal 93.000 boerenbedrijven in
ons land; daarvan is een kwart een hobbybedrijf, dat wil
zeggen een boerenbedrijf waar geld bij moet. Over het algemeen
houden hobbyboeren zich minder bezig met landbouwvernieuwing.
= Als je de verschillende percentages
optelt, kom je ver boven de honderd procent. Dat komt omdat
'verbreding/verdieping', 'zuinig boeren' en 'buiten de
boerderij werken' elkaar overlappen. terug 2+. Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) schat dat er
ruim honderd agrarische natuurverenigingen
zijn met gemiddeld circa honderd leden, waarvan 70 boer. 'LEI
ziet groeiende aandacht voor groene diensten' in het
Agrarisch Dagblad van 26 juni 2002. terug 3+. Al deze cijfers zijn gebaseerd op The Socio-
Economic Impact of Rural Development Processes; FAIR CT-
4288; Zie Kleurrijk Platteland - zicht op een nieuwe land-
en tuinbouw; Van Gorcum, in opdracht van Stichting Hart
voor het land en LTO; Assen 2002; pagina 90-102. Het is het
verslag van een omvangrijk onderzoek in opdracht van de
Europese Commissie. Het omvat zowel een
uitgebreide litteratuurstudie als een enquête onder ruim
drieduizend boeren in zes EU-landen. terug 4. 'Boeren maken vernieuwingsslag - Nederlandse boer veel
verder in omschakeling naar nieuwe
inkomstenbronnen dan gedacht' en 'Boerenpraktijk snelt beleid
vooruit'; beide artikelen in Trouw van 12
juni 2002. terug 5. Kleurrijk Platteland - zicht op
een nieuwe land- en tuinbouw; Van Gorcum, in opdracht van
Stichting Hart voor het land en LTO; Assen 2002;
pagina 101. terug 6. 'Kansen voor de nieuwe boer liggen in de stad'; Wim
Timmermans e.a. in Trouw van 15
juni 2001. terug 7. 'Rabo wil agrarisch natuurbeheer' in Boerderij
van 22 januari 2002. terug 8. Interview met Joop de Koeijer op 10 januari
2003. terug 9. 'Jan Douwe van der Ploeg
(Universiteit van Wageningen): 'Fout
plattelandsbeleid gaat Nederland miljarden kosten'' in
Europa van morgen van 4 april 2002;
pagina 115. terug 10. Idem; pagina 116. terug 10a. "Landbouw heeft geen
structuurgeld nodig"; Stef Severt in het Agrarisch
Dagblad van 31 januari 2003. 'LEI: EU moet gelden voor
platteland gerichter inzetten' in het Agrarisch Dagblad
van 31 januari 2003. terug 11. 'Jan Douwe van der Ploeg (Universiteit van
Wageningen): 'Fout plattelandsbeleid gaat Nederland miljarden
kosten'' in Europa van morgen van 4 april 2002; pagina
114 en 116.Kleurrijk Platteland -
zicht op een nieuwe land- en tuinbouw; Van Gorcum, in
opdracht van Stichting Hart voor het land en LTO; Assen 2002;
pagina 101. terug 12. 'Jan Douwe van der Ploeg
(Universiteit van Wageningen): 'Fout plattelandsbeleid gaat
Nederland miljarden kosten'' in Europa van morgen van 4
april 2002; pagina
116. terug 13. Kleurrijk Platteland - zicht op een nieuwe land- en
tuinbouw; Van Gorcum, in opdracht van Stichting Hart voor
het land en LTO; Assen 2002; pagina 97. terug 14+. = 'Jan Douwe van der Ploeg (Universiteit van
Wageningen): 'Fout plattelandsbeleid gaat Nederland miljarden
kosten'' in Europa van morgen van 4 april 2002; pagina
116.
= De Nederlandse zuivelmultinational Friesland Coberco
heeft bijvoorbeeld grote belangen in Hongarije. Zo nam zij
eind 2001 acht fabrieken van Nutricia Hungary over met een
omzet van 180 miljoen euro en een marktaandeel van 25 procent.
'Expansie Friesland Coberco' in
Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse
agribusiness; ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij; januari 2002; pagina 19. terug 14a+. De Provincie Zeeland steunde de Zeeuwse Vlegel juist
omdat zij samenwerkte met de Zeeuwse Milieufederatie, een
provinciale koepel van plaatselijke natuur- en milieugroepen.
In die tijd was samenwerking tussen een
landbouworganisatie en een milieuclub iets bijzonders; meestal
stonden deze tegenover elkaar. In Drenthe waren boeren alleen
op pad gegaan. Het laat zien hoe belangrijk het is goede
bondgenoten te hebben. terug 15. Kleurrijk Platteland - zicht
op een nieuwe land- en tuinbouw; Van Gorcum, in opdracht
van Stichting Hart voor het land en LTO; Assen 2002; pagina
93. Het eerste stuk van dit kader heb ik
praktisch letterlijk overgenomen. terug 15a. 'Robotmelkers dupe van malaise bij Prolion' en
'Haperende melkrobots' in het Agrarisch Dagblad van 1
februari 2003. terug 16+ = In aanzet is deze organisatie er al: het Platform
Aarde, Boer en Consument (ABC-platform), waarin onder andere
de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en de Nederlandse
Melkveehouders Vakbond (NMV) georganiseerd zijn. Maar jammer
genoeg timmert deze organisatie nog niet erg driftig aan de
weg. Zie: www.aardeboerconsument.nl
= Verder heeft de LTO een vakgroep
Biologische Landbouw en sinds kort een
vakgroep Verbreding. 'Nieuwe vakgroep
erkenning professionalisering neventak' in het Agrarisch
Dagbladvan 31 januari
2003. terug 17. Advertentie in Ekoland - onafhankelijk weekblad
voor de biologische landbouw van 9 november
2001. terug 18. Het Financieele Dagblad van 6 juli
1999. terug 19. 'Meer biologische bieten' in Cosun Magazine van
januari 2002; pagina 6. terug 20+ = "Dumeco wil de grootste van Europa worden' -
directievoorzitter Frans Stortelder gebruikt geleend geld voor
internationalisering en schaalvergroting' in Boerderij
van 11 december 2001.
= Dumeco (dochter van Nutreco) slacht
40 procent van de varkens in Nederland; 'Dumeco koopt Sturko -
grootste varkensslachterij heeft straks 40 procent van de
markt' in Boerderij van 27 maart
2001. terug 21. = 'Derde keten biologisch varkensvlees van start' in
Boerderijvan 2 januari 2002.
= 'Nutreco start biologisch varkens- en
pluimveevleesproject' in Eko-Monitor van Platform
Biologica van december 2001. terug 22+. = 'Natuurvoedingswinkels slechtste af' in het
Agrarisch Dagblad van 24 augustus 2002.
= De Nederlandse Voedingsmultinational Wessanen bezit
Zonnatura (milieuvriendelijke en eko babyvoeding, thee,
broodbeleg), Tartex (vegetarische paté) en Natudis
(eko-groothandel). Zie: ''Beleggers hebben te weinig geduld
voor Transformatie''; Pieter Couwenbergh en Reinier Koops in
Het Financieele Dagblad van 21 februari 2003. En:
www.wessanen.com
= Hak, een dochter van de Amerikaanse voedingsgigant
Heinz, verkoopt onder druk van een actie van Milieudefensie
biologische appelmoes. 'CSM: van toeval
tot strategisch beleid'; Pieter Couwenbergh en Pieter Lalkens
in Het Financieele Dagblad van 21
februari 2003. En: www.heinz.com terug 23. Uit een bericht van Midwest Organic Alliance van 14
oktober 1996; persoonlijke mededeling van
Brewster Kneen, Cargill-deskundige. terug 24. 'Sterke stijging biologische producten in Frankrijk'
in Meat Business van 3 mei 2002. terug 25. 'Biologische boeren versus
supermarkten' in Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de
Nederlandse agribusiness; ministerie
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van januari 2002;
pagina 18. terug 26 'Winkelen in Brussel'; Ria Dubbeldam in Ekoland
van september 2001. terug 27. Kleurrijk Platteland - zicht
op een nieuwe land- en tuinbouw; Van Gorcum, in opdracht
van Stichting Hart voor het land en LTO;
Assen 2002; pagina 56. terug 28. Het Financieele Dagblad van 6 juli
1999. terug 29. 'Doorbraak afzet varkensvlees' in Platform
Biologica; nieuwsbrief
december 2001. terug 29a. "Supermarkt loopt weinig
biologisch afzetrisico" in het Agrarisch Dagblad
van 29 januari 2003. De titel van het LEI-rapport is: De
dynamiek van de Nederlandse landbouw in relatie tot de
marktvraag. terug 30. 'Biologische boeren versus
supermarkten' in Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de
Nederlandse agribusiness; ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij van januari 2002;
pagina 21. terug 31+ Roelfjan Klein Kouwenberg, zaakvoerder van de
Coöperatieve Vereniging van Scharrelvarkenshouders:
"AH is niet altijd een even
betrouwbare partner gebleken als het om afspraken gaat."
'AH dwingt tot biologisch -
scharrelsector sceptisch over Albert Heijn als betrouwbare
partner' in Boerderij van 11 december
2001. terug 32. Interview Joop de Koeijer; 10
januari 2003. terug 33. Vernieuwend werken - sporen van vermogen en
onvermogen; Dirk Roep; Wageningen Universiteit; 2000;
pagina 159. terug 33a+. Bij Zeeuws Vlegeltarwe wordt alleen in het begin
gespoten, als de tarwe nog in de grond
zit. Zodra de groene puntjes te zien zijn, mag dat niet meer.
Deze regel is heel makkelijk door iedereen te controleren,
omdat je bij bespuiting sporen van de tractor in het graan zal
zien. terug 34. = Atlas van het vernieuwend platteland - 200
voorbeelden uit de praktijk; onder redactie van R.
Broekhuizen, L. Klep, H. Oostindie en J.D. van der Ploeg;
Misset; Doetinchem, 1997 ; pagina 40,
= 'Belhamels zien wel brood in graan' uit: Slimme
streken - 25 pakkende verhalen van inventieve boeren en
tuinders over hun streekproduct; Roodbont; Zutphen, 1996.
= 'Tien jaar Vlegelbrood niet alleen positief'; Joke
Kranenberg in het Agrarisch
Dagblad van 18 mei 2001,
= 'Zeeuwse Vlegel snelkooktarwe is streekproduct met
smaak'; Jorg Tönjes in het Agrarisch Dagblad van 8
augustus 2002.terug 35. 'Brabantse Duinboeren hebben in tien jaar veel
bereikt, maar zijn er nog lang niet'; Aart van Cooten in het
Agrarisch Dagblad van 31 augustus
2002. terug 36+. = 'IJs maken pas na enkele jaren winstgevend - leuke
maar bewerkelijke tweede tak op de boerderij'; Kristel Kort in
Boerderij van 20 maart 2001.
= Niet alleen de boerenijsmarkt raakt vol, ook naar
zorgboerderijen is een beperkte vraag. Op dit moment zijn er
350 van in Nederland. Er zouden er nog 600 bij kunnen, volgens
K. Moesker, directeur van het landelijk steunpunt landbouw en
zorg. Dat lijkt misschien veel, maar dat is het niet als je
dit aantal vergelijkt met de ruwweg 80.000 boerenbedrijven die
proberen inkomsten te verwerven buiten
het grootschalig produceren voor grote afnemers. 'Nog ruimte
voor zeshonderd zorgboerderijen' in het Agrarisch
Dagblad van 30 januari 2003. terug 37. = Renewing the Countryside;
www.mncountryside.org Heel veel voorbeelden. Aanbevolen!
= Collaborative Marketing - a roadmap and resource
guide for farmers; www.extension.umn.edu
Aanbevolen! terug
* *
*
Over enige tijd verschijnt de volgende serie artikelen. Wil je een seintje wanneer
deze er zijn, stuur dan een berichtje naar: jpsmit@xs4all.nl
Reacties naar het zelfde e-mailadres.
Voor een overzicht van alle uitgaven - ook om te downloaden of te bestellen - zie:
publikatielijst