[West-Sahara] Vlaamse vragen over EU -Marokko onderhandelingen

fwillems op antenna.nl fwillems op antenna.nl
Za mei 20 16:19:51 CEST 2017


In België heeft Bart Staes, Europees Parlementslid een brief geschreven
aan Pieter De Crem, Federaal Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel
over het plan om in EU verband te gaan onderhandelen met Marokko over
handelsvoordelen voor producten uit West-Sahara.

De brief is ook in Nederland zeer bruikbaar en Bart Staes heeft er geen
bezwaar tegen als de tekst wordt gebruikt!

  -----


Geachte meneer De Crem,

De Europese Commissie heeft de Raad verzocht een Onderhandelingsmandaat
goed te keuren om de gesprekken ter herziening van de
Associatie-overeenkomst tussen de EU en Marokko op te starten. Deze
herziening zou gebeuren door een aanpassing van de bijhorende
protocollen, om ze compatibel te maken met het arrest van het Hof van
Justitie van de Europese Unie van 21 december 2016 betreffende de
toepassing van de Associatie-overeenkomst in de Westelijke Sahara
(C-104/16 P, Raad v Polisario).
De Europese instellingen beschouwen deze kwestie als een prioriteit, dus
naar verwachting zal de richtlijn betreffende het onderhandelingsmandaat
binnenkort worden goedgekeurd door de Raad. Hoewel de Europese Groenen
het eens zijn met de Europese instellingen voor wat betreft de
hoogdringendheid van de zaak, zijn we wel van mening dat dit proces in
volledige transparantie moet gebeuren zodat het sociale middenveld en de
nationale parlementen kunnen deelnemen aan het debat over de voorwaarden
om de Associatie-overeenkomst opnieuw te onderhandelen. Een debat in het
Deense parlement vorige week wees uit dat dit een gewichtige zaak is die
de nodige aandacht verdient.
Tot op heden is het niet duidelijk of er in België een gelijkaardig
debat op de agenda zal worden geplaatst. Daarom wil ik u de volgende
vragen stellen.

1. Wat is de omvang van de jaarlijkse import uit de Westelijke Sahara?
Kan de regering garanderen dat alle producten die afkomstig zijn uit de
Westelijke Sahara en die ons land zijn binnengekomen na 21 december
2016, dit deden onder de ISO-code EH, en niet ISO-code MA die geldt voor
Marokkaanse producten? Kan de regering garanderen dat de producten uit
de Westelijke Sahara die sinds het voormelde arrest van het Europees Hof
ons land binnenkwamen geen preferentiële tarieven hebben genoten die van
kracht zijn voor Marokkaanse producten?
2. Het Europees Hof verklaarde dat de Westelijke Sahara een “eigen en
onderscheiden status” heeft “ten opzichte van elke staat, met inbegrip
van het Koninkrijk Marokko”. Welke redenen geeft de Europese Commissie
ter onderbouwing van haar voorstel om te onderhandelen met Marokko over
een gebied dat buiten de internationaal erkende grenzen van Marokko ligt?
3. Het arrest van het Europees Hof stipuleert dat “de toestemming” van
“het volk van de Westelijke Sahara” is “vereist” opdat de werkingssfeer
van de Associatie-overeenkomst het gebied van de Westelijke Sahara zou
omvatten (§ 106). Het betreft hier dus de toestemming van het Saharawi
volk, en niet van de “(lokale) bevolking” die in meerderheid bestaat uit
Marokkaanse kolonisten, terwijl een groot deel van het Saharawi volk in
ballingschap leeft. Kan de regering bevestigen dat de Europese Commissie
in haar voorstel verwijst naar “het volk” en niet naar de “bevolking”?
4. Het Europees Hof verklaart dat de toestemming van het volk van de
Westelijke Sahara noodzakelijk is voor het ontwikkelen van economische
activiteiten in het gebied. Welke maatregelen zal de Europese Commissie
nemen om hun toestemming te bekomen? Noch de EU, noch de Lidstaten,
erkennen Marokko’s zelfverklaarde soevereiniteit in de Westelijke
Sahara. Hoe kan het dan dat de toestemming van het volk van de
Westelijke Sahara wordt gezocht via de Marokkaanse wetgeving en door
middel van Marokkaanse staatsorganen? Hoe zal de Europese Commissie de
vereiste toestemming verkrijgen van dat deel van het Saharawi volk dat
verblijft in de bevrijde gebieden van de Westelijke Sahara, of in de
vluchtelingenkampen in Algerije?
5. Het is duidelijk dat de Europese Commissie een mandaat zoekt om te
onderhandelen met Marokko, hoewel het arrest van het Europees Hof
vaststelt dat het Polisario Front de legitieme vertegenwoordiger is van
het Saharawi volk (§ 35 en 105), erkent door de EU en de VN. Verzoekt de
Europese Commissie om een mandaat om onderhandelingen met het Polisario
Front te beginnen, om zo de nodige toestemming te verkrijgen?
6. Betreffende de voordelen die lokaal gegenereerd worden door de handel
met de EU, heeft de Europese Commissie de Lidstaten geïnformeerd over
het huidige aantal Saharawis en het aantal Marokkaanse kolonisten in het
gebied? Welke proportie van de autochtone bevolking van de Westelijke
Sahara (geen Marokkaanse kolonisten) is tewerkgesteld in de
exportsectoren die direct door de Associatie-overeenkomst getroffen
worden (onder andere fosfaat, visproducten, landbouwproducten)?
7. De Associatie-overeenkomst tussen de EU en Marokko bepaalt dat de
certificaten die nodig zijn om de plaats van oorsprong vast te stellen
(EUR.1 certificaat) door de douane van het exporterende land moeten
worden afgeleverd. Welke douane-autoriteiten zijn verantwoordelijk voor
het afleveren van dergelijke certificaten voor producten afkomstig uit
de Westelijke Sahara? Hoe kan Marokko, op basis van het
soevereiniteitsprincipe, oorsprongscertificaten afleveren voor producten
die afkomstig zijn uit een gebied dat buiten de internationaal erkende
landsgrenzen ligt?
8. Internationale, onafhankelijke waarnemers worden de toegang ontzegd
tot de Westelijke Sahara. Dat is bijvoorbeeld zo voor Europese
Parlementsleden, maar ook voor het VN-bureau van de Hoge Commissaris
voor de Mensenrechten, internationale Ngo's en journalisten. Hoe zal de
Europese Commissie de implementatie van een herziene
Associatie-overeenkomst opvolgen? Zal er enkel worden uitgegaan van de
informatie die wordt aangeleverd door de Marokkaanse overheid? Kan
dergelijke informatie als betrouwbaar beschouwd worden?
9. Welke vereisten zal onze overheid naar voor schuiven om te garanderen
dat de onderhandelingen zich ontwikkelen in conformiteit met het arrest
van het Europees Hof, en dan in het bijzonder voor wat betreft de
vereiste van toestemming van het volk van de Westelijke Sahara, ter
voorkoming van lange en dure gerechtelijke procedures die het Polisario
Front zou kunnen opstarten tegen de onderhandelingen?
10. Zal de regering deze kwestie voorleggen aan het Parlement vooraleer
de procedure in de Raad wordt opgestart? Zal de regering haar keuze voor
of tegen het mandaat bekend maken? Zullen de resultaten van de
onderhandelingen openbaar gemaakt worden?

Ik wacht op uw antwoord.
Hoogachtend,

Bart Staes,
Europees Parlementslid



Meer informatie over de West-Sahara maillijst