[West-Sahara] 1e kamer debat opzeggen verdrag Marokko

Frank fwillems op antenna.nl
Do Feb 18 23:20:24 CET 2016


Het verslag van het debat in de Eerste Kamer over het sociale
zekerheidsverdrag met Marokko staat op haar website.
https://www.eerstekamer.nl/nieuws/20160216/eerste_kamer_aanvaardt
En daar is ook het stenogram te vinden.
https://www.eerstekamer.nl/stenogram/20160216/stenogram


Het debat ging over het wetsvoorstel voor opzegging van het sociale
zekerheidsverdrag met Marokko. Het voorstel was van de PvdA minister van
Sociale Zaken, Asscher. Het is dus geen voorstel van de minister van
Buitenlandse Zaken, Koenders, of van Minister Ploumen van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking die alletwee ook van de PvdA zijn.
Centraal in het debat staan de Nederlandse sociale zekerheidheidsrechten
van Marokkanen in Marokko. Het verdrag daarover was klaar en zelfs
ondertekend door de Nederlandse en Marokkaanse ministers voor sociale
Zaken. Op het laatste moment heeft de Marokkaanse minister van
Buitenlandse Zaken de aanvullende eis gesteld  dat West-Sahara zou
moeten worden beschouwd als Marokkaans gebied, zo blijkt uit het stenogram.
Het breekpunt tussen Nederland en Marokko was dus West-Sahara.
Toch wordt de kwestie West-Sahara niet echt besproken.  In het debat
wordt wel de "geo-politieke situatie" genoemd. Er is in het debat geen
inbreng van de ministers van Buitenlandse Zaken te bespeuren.


-------------------------------

Achtergronden bij de "geo-politieke situatie".
Voor wie het gemist heeft nog even de hoogtepunten van vorig jaar.

Er is uitspraak gedaan door het Europees Hof van Justitie over de klacht
van het Front Polisario tegen het Europees handelsverdrag met Marokko
waar ten onrechte producten uit West-Sahara onder werden geschaard. In
de uitspraak wordt dat handelsverdrag nietig verklaard althans voor het
grondgebied van West-Sahara. En het Front Polisario wordt erkend als
belanghebbende.
Marokko reageerde verbijsterd en woedend. Van schrik hebben alle
Europese landen, Nederland incluis, beroep ingesteld tegen de uitspraak.

Dit was niet de enige tegenslag voor Marokko vorig jaar. Het Polisario
heeft zich in juni 2015 verbonden aan de Conventies van Geneve en zich
net als Marokko gebonden aan de vier verdragen van Genève en de
aanvullende protocollen. Hierdoor is humanitair recht van toepassing
geworden op het conflict en juridisch bindend geworden voor beide
partijen. De ondertekening heeft belangrijke gevolgen: het bevestigt dat
de Westelijke Sahara militair bezet is, en dat de bevrijdingsbeweging
Polisario strijdt tegen een bezettingsmacht. Plus de erkenning van het
Frente Polisario als een officiële vertegenwoordiger van het Saharaanse
volk. Dit betekent dan weer dat de natuurlijke rijkdommen van
West-Sahara niet kunnen worden geëxploiteerd zonder de instemming van
het Frente Polisario.
Marokko reageerde verontwaardigd en Zwitserland incasseerde de
Marokkaanse woede.

Verder is op 9 april van vorig jaar een klacht wegens genocide ingediend
bij het Spaanse Hoog Gerechtshof door rechter Pablo Ruz na de ontdekking
van een graf met de stoffelijke overblijfselen van een aantal Sahrawi
slachtoffers, waaronder kinderen, die waren vermoord tijdens de
Marokkaanse invasie. Pablo Ruz heeft arrestatiebevelen uitgevaardigd
tegen zeven Marokkaanse ambtenaren. Marokko reageert niet op die
arrestatiebevelen.

Verder is er tegenslag op het gebied van de etikettering van producten
uit het bezette gebied. De Europese Commissie laat het ontduiken van de
invoerregels voor producten uit West-Sahara toe. De rechter in Engeland
een klacht van de Western Sahara Campaign toegewezen en de zaak
doorverwezen naar het Europees Hof. In Nederland verloopt de discussie
over de etikettering ook niet helemaal naar Marokkaanse wens.

Er waren vorig jaar wel twee succesjes voor Marokko. Eerst was er de
aanslag op Charlie Hebdo. Dat had voor Marokko het positieve gevolg dat
de justitieele samenwerking met Frankrijk werd hersteld. Die was
verbroken nadat door Fransen een aanklacht wegens marteling was
ingediend tegen de hoogste veiligheidschef van Marokko. Tijdens een
bezoek aan Frankrijk werd een poging gedaan hem te arresteren. Na de
aanslag op Charlie Hebdo werd hem in Marokko een Legion d'Or opgespeld.
Daarna was er een conflict met Zweden dat honderden illegale Marokkaanse
jongeren terug wil sturen maar daarbij geen medewerking kreeg uit Rabat.
Er ontstond een Marokkaanse boycot van Zweden vanwege het voornemen van
Zweden om de Sahrawi republiek te erkennen. IKEA mocht zijn nieuwste
verstiging in Casablanca niet openen en er was een flinke demonstratie
voor de Zweedse ambassade. Zweden bond in, verklaarde begin dit jaar dat
het de RASD niet zal erkennen, en Rabat zal meewerken aan het terugnemen
van Marokkaanse probleemjongeren en de IKEA mag binnenkort de deuren openen.

Deze achtergronden spelen bij het debat in de Eerste Kamer echter
nauwelijks een rol.

 -----------------

Samenvatting van het stenogram van het debat in de Eerste Kamer.

Voor de PvdA is het woord gevoerd door de heer Schrijver,
vice-fractievoorzitter van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer en
hoogleraar internationaal publiekrecht en wetenschappelijk directeur van
het Grotius Centre for International Legal Studies van de Universiteit
van Leiden. Nico Schrijver wil Marokko tegemoet komen door het verdrag
gedeeltelijk op te schorten. Professor Schrijver wil het verdrag dus wel
sluiten maar niet toepassen voor West-Sahara, terwijl Marokko mag doen
alsof er niets aan de hand is. De volkenrechtdeskundige laat de derde
zeer benadeelde partij, het volk van West-Sahara, gemakshalve buiten
beschouwing. Hij stemde tegen opzegging.

Voor het CDA sprak mevrouw Oomen-Ruijten. Zij is een supporter van de
Marokkaanse regering wat betreft de bezetting van West-Sahara. Zij heeft
voor opzegging gestemd.

De PVV noemde de Marokkaanse de eis over de Westelijke Sahara absurd en
stemde voor opzegging.

Mevrouw Strik van GroenLinks noemde de eis van Marokko om de reikwijdte
uit te breiden naar de Westelijke Sahara onacceptabel, maar begrijpt
niet dat daarom het verdrag wordt opgezegd. Zij stemde tegen opzegging.

Mevrouw Wezel van de SP vraagt zich af wat de eis over de Westelijke
Sahara voor belang heeft. De SP stemt tegen opzegging.

De heer Schalk van de SGP zegt dat hij respect heeft voor de mening van
de minister die heeft aangegeven dat de aanvullende eis van Marokko met
betrekking tot het betwist gebied de Westelijke Sahara, in strijd zou
zijn met nationale wetgeving en met internationaal recht. Hij stemt voor
opzegging.

De heer Schnabel van D66 betreurt het conflict en doet de suggestie om
een oplossing te zoeken in gesjoemel met adressen in de Westelijke
Sahara. Hij stemt voor opzegging.

De heer Van de Ven zegt namens de VVD-fractie de handelwijze van Marokko
als "chicaneren" te beschouwen. Verder wil de VVD  het debat ombuigen in
een verhaal om "een weeffout in de Wet raadgevend referendum aan de orde
te stellen", wat helemaal niets te maken heeft met het referendum in
West-Sahara.  De VVD stemt voor opzegging.

De heer Ester van de ChristenUnie ziet het als een principiële kwestie.
Stemt voor opzegging.

Uitslag: de fracties van SGP, ChristenUnie, VVD, CDA, D66 en PVV stemden
voor opzegging. De fracties van PvdA, GroenLinks, SP stemden tegen. De
fracties van 50PLUS, PvdD en OSF waren afwezig.


-----------------------

Hieronder volgen uitgebreide citaten:


Schrijver (PvdA) zei met betrekking tot West-Sahara het volgende:
"Ten slotte mag een andere verdragspartij niet in de onmogelijkheid
worden gebracht tot uitvoering van het verdrag. Dat laatste lijkt het
geval voor Nederland te zijn met de Marokkaanse eis de territoriale
reikwijdte van het verdrag tot de Westelijke Sahara uit te breiden.
Anders dan kennelijk de regering menen wij dat unilaterale,
gedeeltelijke opschorting van het verdrag een gerechtvaardigd
alternatief kan vormen voor totale opzegging van het verdrag."

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA) vroeg hem daarop:
"Ik zou graag een vraag stellen aan deze constitutioneel deskundige,
voor wie ik veel respect heb. Gaat het ook werken op het moment dat er
enkel en alleen een internationaal politiek probleem aan de orde is? De
Nederlandse regering zegt dan dat ze de West-Sahara er niet bij wil
hebben omdat dit leidt tot internationaal verdragsrechtelijke problemen.
Europa zegt dat het wel kan. Marokko zegt dat, als je het niet noemt en
wel doet, zij er ook voor is.
De heer Schrijver (PvdA):
"Dat zou heel goed kunnen."


CDA mevrouw M.G.H.C. Oomen-Ruijten verklaarde in haar spreekbeurt wat
betreft West-Sahara:
"Ik heb al gezegd dat er in september een heel keurig resultaat lag van
de onderhandelingen met Marokko. Het mocht echter niet doorgaan omdat op
het laatste moment Marokko ook de Westelijke Sahara onder het akkoord
wilde hebben. Internationale verplichtingen over het niet-erkennen van
de Westelijke Sahara hebben ertoe geleid dat die overeenkomst in concept
niet door mocht gaan, zo stelt de regering vast. Het mes werd getrokken.
Het erkennen van de Westelijke Sahara als legitiem Marokkaans gebied
klopt niet volgens de internationale regels, maar als ik het wel heb, is
ook het EU-associatieverdrag met Marokko van toepassing op het hele
gebied van het Koninkrijk Marokko. Het staat alleen niet zo
opgeschreven. Waarom kan Nederland niet wat Europa wel kan met de
associatieovereenkomst door het niet op te schrijven? Is de informatie
over de stand van zaken wel up-to-date? Gaat de regering er nog steeds
van uit dat deze overeenkomst snel van kracht wordt? Als ik goed
geïnformeerd ben door het Brusselse circuit — de minister mag mij
corrigeren — dan is op 10 december het protocol over landbouw
geannuleerd door de conclusie van het General Court. Dat betreft echter
niet de toevoeging van de Westelijke Sahara. Ik leid uit de ruling van
het Court af dat er geen verbod is, noch door internationaal recht, noch
door EU-recht, om een overeenkomst met Marokko uit te breiden tot de
Westelijke Sahara. Wel moeten bepaalde condities in acht genomen zijn.
Dat gebeurt ook met het protocol over de landbouw. Er mag namelijk geen
nadeel zijn voor de bevolking aldaar. Als ik het goed begrepen heb, zal
er ook over het landbouwprotocol — dit gaat dus ook over het
visserijprotocol — een spoedprocedure komen om de afspraken die het Hof
in de ruling vraagt, na te komen.
Waarom heeft Nederland dit voorbeeld niet gevolgd? Waarom zijn wij zo
principieel en stellen wij goede relaties met een land als Marokko zo op
de proef?"


Mevrouw Strik, GroenLinks
"Uiteraard was de eis van Marokko om de reikwijdte uit te breiden naar
de Westelijke Sahara onacceptabel, maar het voorliggende voorstel, dat
al in mei vorig jaar is ingediend, is niet het onvermijdelijke gevolg
van de eis die Marokko afgelopen najaar in de onderhandelingen heeft
ingebracht."


De heer Ester van de ChristenUnie:
"Een akkoord leek immers binnen bereik, zoals de minister in zijn
brieven van 29 september en 23 november jl. nog aangaf. Een luttel
aantal weken later spatte de droom evenwel uiteen omdat Marokko plots de
aanvullende eis stelde dat de export van socialezekerheidsuitkeringen
moest worden uitgebreid naar de Westelijke Sahara. Nederland kon terecht
niet aan deze eis voldoen, omdat dit gebied volgens internationaal recht
niet tot het grondgebied van Marokko behoort en Marokko dus ook niet de
bevoegdheid heeft om namens de Westelijke Sahara verdragsverplichtingen
aan te gaan. Het gaat de facto om bezet gebied. Het is dus een
onacceptabele eis, mede gezien de uitspraken van de Verenigde Naties en
het Internationaal Gerechtshof over de Westelijke Sahara. Bovendien werd
deze eis ingebracht op een moment dat er een akkoord in het verschiet
lag. Ik begrijp uit de uitlatingen van de minister in de Tweede Kamer
dat zelfs de handtekeningen al waren gezet."

"Ter afsluiting heb ik nog een vraag over het associatiebesluit tussen
de Europese Unie en Marokko, een besluit dat nadrukkelijk aan de orde
is. Verwacht de minister dat de Europese Commissie dit besluit nog dit
jaar aan de Raad voorlegt? Heeft hij meegekregen of de Westelijke Sahara
ook in deze besprekingen met Marokko een rol speelde?"

In tweede termijn:
"Er lag een akkoord voor, maar Marokko kwam, nota bene toen de
handtekeningen al waren gezet, met een niet te honoreren aanvullende eis
rond de Westelijke Sahara, een onmogelijke eis volgens internationaal
recht. We hebben het immers over bezet gebied. We zien de opzegging van
het verdrag dan ook niet als spierballenpolitiek, maar als een
principiële kwestie. Soms moet er een streep worden getrokken."


De heer Van de Ven VVD
"En nadat minister Asscher met gepaste trots namens de ministers van
Buitenlandse Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de
staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in zijn brief van
26 oktober 2015 aan de Eerste Kamer had meegedeeld dat Nederland en
Marokko, onder verdere royale concessies van Nederland, een akkoord
hadden bereikt, was hij alweer gedwongen bij zijn brief van 15 december
2015 de Tweede Kamer te informeren dat Marokko een nieuwe eis had
neergelegd, namelijk om het te wijzigen socialezekerheidsverdrag van
toepassing te laten zijn op de Westelijke Sahara. Op grond van het
internationale recht was dat een voor Nederland onmogelijk in te
willigen eis.
De VVD-fractie beschouwt de handelwijze van Marokko als "chicaneren". "


De heer Kok (PVV)
"Een land dat nota bene na een in september 2015 zeer voordelig gesloten
akkoord met een riant overgangsregime, brutaal enkele absurde eisen op
tafel wist te leggen, door nota bene de Westelijke Sahara erbij te
slepen. Een land dat pas in 2014 Nederland als enige reactie van een
"onvriendelijke daad" betichtte.
Het moet nu klaar zijn. "


De heer Schnabel (D66)
"Het is opvallend dat de minister in de nota wat vaag is over de mate en
wijze waarop buurlanden met een grote Marokkaanse gemeenschap –- dat
geldt vooral voor België, Frankrijk en het niet verder genoemde Spanje
–- bij de export van kinderbijslag tot aangepaste bedragen zijn gekomen.
Speelde daar de problematiek van de Westelijke Sahara geen rol? Is er
bilateraal of in het kader van de Europese Unie overleg of uitwisseling
van informatie en ervaringen geweest? Is er door de buurlanden of door
onze eigen minister van Buitenlandse Zaken, die in februari 2015 in
Marokko is geweest, of onze eigen diplomaten nooit gewezen op het
heikele punt van de inclusie van de Westelijke Sahara bij de herziening
van het verdrag en het akkoord? De fractie van D66 zou hier graag door
de minister nader over willen worden geïnformeerd."

"Het gaat hier eigenlijk al om kleine aantallen en lage bedragen en dat
lijkt nog meer het geval te zijn wanneer we getalsmatig naar de
Westelijke Sahara kijken. De minister, zo blijkt uit de nota naar
aanleiding van het verslag, kan niet zeggen hoeveel rechthebbenden op
kinderbijslag in dat gebied wonen. Wel is het bekend dat er in de
Westelijke Sahara zeven mensen zijn met een AOW-uitkering. Dat is minder
dan 0,1 % van de meer dan 12.000 AOW-gerechtigden die in Marokko leven.
Op dit moment wordt voor 3100 kinderen in Marokko kinderbijslag betaald.
Het lijkt erg onwaarschijnlijk dat in de zeer dunbevolkte Westelijke
Sahara, waar maar 1,5% van de inwoners van Marokko woont en dat ruim
1000 kilometer verwijderd is van het gebied waar de meeste Marokkaanse
Nederlanders vandaan komen, meer dan een enkel kind woont waarvoor recht
bestaat op kinderbijslag. Mutatis mutandis mag ook voor rechthebbenden
op andere uitkeringen op het gebied van de sociale zekerheid aangenomen
worden dat het hoogstens om enkele individuele personen gaat.

Deze kleine cijfermatige exercitie is bedoeld om het dilemma zichtbaar
te maken waar het kabinet en deze Kamer voor staan. Principieel is het
juist om na lange onderhandelingen en een reeds bereikt bijna-akkoord
geen genoegen te nemen met politieke eisen die indien ingebracht aan het
begin van de onderhandelingen –- laten we wel wezen: gezien de
geschiedenis van de Westelijke Sahara hadden ze toen ook door Marokko
ingebracht kunnen en moeten worden - al meteen tot een patstelling
zouden hebben geleid. De fractie van D66 heeft op zichzelf dan ook alle
begrip voor het voornemen tot opzegging van het verdrag en het akkoord."


Mevrouw Wezel (SP):
Noemt een lange lijst met risico's van opzegging en zegt dan: "Als ik
het goed begrijp, is het gewijzigd verdrag van tafel omdat Marokko een
extra eis heeft gesteld om ook de Westelijke Sahara onder te brengen bij
dit socialezekerheidsverdrag. In hoeverre is het de regering waard om
met de opzegging van het verdrag de genoemde risico's te lopen?"


De heer Schalk (SGP):
"Het was een prima prestatie van de minister toen hij tot een akkoord
kwam met Marokko. Echter, vervolgens kwam Marokko met aanvullende eisen,
met name met betrekking tot de Westelijke Sahara, zoals bekend betwist
gebied. De minister heeft aangegeven dat dit in strijd zou zijn met
nationale wetgeving en met internationaal recht. Opnieuw, wij hebben dat
te respecteren."


Minister Asscher:

Ik kom op de export naar de Westelijke Sahara. Voor de Europese Unie is
het kennelijk geen probleem. Mevrouw Oomen stelde daar een belangrijke
vraag over. In dat verband zou ik voorop willen stellen dat de Centrale
Raad van Beroep in 2011 expliciet heeft gesteld dat het
socialezekerheidsverdrag niet van toepassing is op de Westelijke Sahara.
Wat betreft de Westelijke Sahara volgen de Europese Commissie en de Hoge
Vertegenwoordiger het VN-standpunt waarin Marokko wordt beschouwd als de
de facto beherende macht in het niet zichzelf besturende gebied
Westelijke Sahara. Nederland deelt dat standpunt.

Wat betreft de toepassing van associatie- en visserijakkoorden tussen de
EU en Marokko op de Westelijke Sahara hanteren de Commissie en de Hoge
Vertegenwoordiger inderdaad het uitgangspunt dat op het verdrag
gebaseerde activiteiten rechtmatig zijn, zolang die de behoeften,
belangen en voordelen ervan voor de bevolking niet veronachtzamen. Dit
betekent dat activiteiten in de Westelijke Sahara, dus ook de
activiteiten die voortvloeien uit het associatieakkoord tussen de EU en
Marokko, niet per definitie in strijd zijn met het internationaal recht.
Een belangrijke voorwaarde is evenwel dat die activiteiten ten goede
komen aan de oorspronkelijke Sahrawibevolking van het gebied. Het
exporteren van uitkeringen aan Marokkanen woonachtig in de Westelijke
Sahara is onder dezelfde lezing van het internationale recht niet mogelijk.

Hoe zit het dan met andere landen? Exporteren die niet naar de
Westelijke Sahara? Dat vroegen de heer Schnabel van D66 en mevrouw Oomen
van het CDA. Ik heb bij een aantal landen informatie ingewonnen. Volgens
de ons beschikbare informatie is gebleken dat ook België en Frankrijk,
landen met een grote Marokkaanse gemeenschap, geen uitkeringen naar de
Westelijke Sahara exporteren. Spanje exporteert de WAO, de AOW en de
nabestaandenuitkeringen overal ter wereld. Daar geldt dus ook niet de
eis dat er een verdrag moet liggen voordat je uitkeringen exporteert
naar enig land. Dus ook alle andere mensen die in enig betwist of
omstreden gebied zouden kunnen wonen, kunnen uit Spanje geëxporteerde
uitkeringen genieten. De Nederlandse situatie is des te specifieker door
de vereiste dat er een verdrag met handhavingsafspraken nodig is op
grond van de Nederlandse Wet beperking export uitkeringen.

Waarom is een postadres of een tweede adres geen oplossing voor de eis
van export? De feitelijke woon- of verblijfplaats is bepalend. Het is
staand beleid dat als personen een adres opgeven waar zij niet wonen, we
dat beschouwen als fraude. Een postadres of een tweede adres is daarom
geen oplossing. Een aanpassing van het beleid voor deze specifieke groep
zou een precedent met zeer verstrekkende gevolgen scheppen.

Het is mij niet bekend dat Marokko ooit bij een van de andere landen de
eis over de Westelijke Sahara heeft gesteld. In dit verband is het wel
goed om aan te geven dat het al ruim tien jaar de situatie is dat we
niet exporteren naar de Westelijke Sahara. De Wet BEU is er al tien
jaar. Dat heeft nooit tot problemen geleid. De situatie is niet ineens
door Nederland verscherpt. Het is een bestaande situatie waarin je een
verdrag zou willen wijzigen. Daarbij is nu plotseling die eis gesteld,
terwijl dat de afgelopen jaren niet tot problemen heeft geleid. Terecht
is er door velen gevraagd om hoeveel mensen het gaat en waarover we het
dus helemaal hebben. Daar ben ik het zeer mee eens. Ik wilde de
Westelijke Sahara ook niet in een van die teksten terugzien. Als nu het
omgekeerde geëist wordt, waardoor je een precedent schept waarbij
Nederland expliciet afspreekt voortaan te exporteren naar Marokkanen die
daar wonen, dan komen we in strijd met de Wet BEU en het internationale
recht als we die eis zouden inwilligen.

De heer Schnabel i (D66):

Hoewel het om details gaat, zou ik toch even willen weten hoe in Marokko
überhaupt het wonen geregeld is. Wat voor registratie vindt daar plaats?
Nederland heeft daar natuurlijk een strikte opvatting over, maar in heel
veel landen bestaan die strikte regels die wij hebben niet. Mensen
hebben twee, drie adressen. Dat bestaat allemaal. Ik vind dat het heel
legalistisch wordt geïnterpreteerd. Uit het verhaal van de minister
krijg ik steeds meer de indruk dat er in Marokko iets vreemds is
gebeurd. Hij heeft met zijn ambtsgenoot van Sociale Zaken, of hoe het
daar ook mag heten, onderhandeld. Die was het kennelijk met hem eens,
want zij zijn tot een gemeenschappelijk inzicht gekomen. Begrijp ik nou
goed dat de interventie van de Marokkaanse minister van Buitenlandse
Zaken hiertoe heeft geleid en dat de minister van Sociale Zaken daarvoor
moet buigen? Hoe moet ik dat interpreteren?

Minister Asscher:

Op het eerste punt zeker. Nederland heeft natuurlijk alle registraties
van alles tot in het oneindige geperfectioneerd. Dat is zeker geen eis
die we stellen aan alle landen waarmee we verdragen hebben. Dus het gaat
hier niet om Nederlands legalisme. Het gaat er ook niet om dat ik op wat
voor manier bij die onderhandelingen zou hebben uitgestraald dat we ons
voortaan primair gaan richten op het opsporen van mogelijke fraude in de
Westelijke Sahara. Ik heb het er nooit over gehad. De heer Schnabel
vroeg of er geen pragmatische oplossing bedacht kon worden. Geheel in
lijn met de partij-ideologie hoor ik dat terug in zijn pleidooi. Ik kan
alleen maar antwoorden dat ik altijd erg voor pragmatisme ben. Ik kan
niet afspreken dat we voortaan een ander adres dan waar men woont
accepteren. Dat heeft namelijk heel verstrekkende gevolgen voor heel
veel rechthebbenden. Zo lang Marokko expliciet de eis stelt om voortaan
te exporteren naar de Westelijke Sahara, kom je eigenlijk niet toe aan
die discussie.

Op de vraag wat er gebeurd is in de boezem van de Marokkaanse regering
moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik heb er natuurlijk mijn
gedachten over. Ik pieker daarover. Ik heb er allerlei dingen over
verzonnen en ook over gehoord, maar ik heb niets in handen waardoor ik
een antwoord kan geven dat ik hard kan maken. Het blijft dus gissen.
Zoals er soms misschien bij de Nederlandse regering dingen gebeuren die
in de ogen van andere landen vreemd zijn, was dit voor mij vreemd. Ja,
mijn collega en ik hebben elkaar aan de telefoon gefeliciteerd na het
zetten van de handtekening in september. Daarover is geen misverstand.
Het was niet bijna af. Nee, er was een akkoord. We hebben dat ook beiden
gecommuniceerd aan de parlementen en betrokkenen. Er zijn niet alleen in
Nederland, maar ook in Marokko voorlichtingssessies geweest over de
betekenis van de politieke deal. Daar gaat het misverstand niet over.
Deze eis is er tot mijn spijt later bij gekomen. De vraag hoe dat
precies gegaan is, kan ik niet beantwoorden.

De heer Schnabel (D66):

Heeft de heer Asscher er wel een beeld van hoe dat in het parlement in
Rabat is gegaan? Daar zal dit toch ook niet onopgemerkt zijn gebleven,
neem ik aan.

Minister Asscher:

Ik moet al heel erg oppassen met het geven van recensies over hoe het er
in ons parlement aan toegaat. Des te voorzichtiger moet ik zijn bij het
beoordelen en interpreteren van hoe andere parlementen met hun regering
omgaan.

De heer Schnabel (D66):

Maar we hebben daar een ambassadeur zitten.

Minister Asscher:

Zeker, er is uitvoerig over gesproken. Er is van alles over gezegd. Ik
geloof dat het mevrouw Strik was die ervoor waarschuwde dat beide landen
zich zouden ingraven. Dat risico kun je wel proeven als je die debatten
zo volgt. Vandaar mijn boodschap, ook vandaag weer: mijn deur staat
open, ik betreur het en zou graag teruggaan naar de afspraken die in
mijn ogen in het belang zijn van beide landen.

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Hoor ik het goed dat de minister zegt dat we niet kunnen exporteren
zoals Europa doet vanwege de Wet BEU?

Minister Asscher:

Zeker. Er is het internationaalrechtelijke aspect. Daarnaast is er nog
de Wet BEU, die als eis stelt dat je exporteert naar landen waarmee je
een verdrag hebt.

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Als ik het goed heb, dan wordt er in het protocol dat er nu ligt, het
Europese protocol, wel geëxporteerd. Dat betekent dat die internationale
verplichting, omdat die niet vermeld is, niet gehandhaafd hoeft te
worden. Dan is het dus enkel en alleen de Wet BEU die het bij ons in
Nederland onmogelijk maakt.

Minister Asscher:

In mijn ogen zijn beide elementen hier relevant. Op zijn minst staat de
Wet BEU in de weg om te exporteren naar de Westelijke Sahara. Dat is een
Nederlandse wet die er al tien jaar is en tot nu toe nooit voor
problemen heeft gezorgd in de uitvoering van het bilaterale
socialezekerheidsverdrag."

"De heer Ester vroeg in hoeverre de Westelijke Sahara een issue is
geweest bij de bespreking rond het EU-associatiebesluit. Ik heb daarover
geen informatie die ik met de Kamer zou kunnen delen."

 "Ik kan in ieder geval niet ingaan op de gestelde eis. De Wet BEU
verhindert dat. Als ik het op die manier zou doen, ontstaat strijdigheid
met het internationaal recht. De Marokkanen weten dat. We hebben dat ook
duidelijk gemaakt. Voor alle andere gesprekken ben ik beschikbaar. We
hebben elkaars mobiele nummer. De ambassadeur loopt daar de deur plat."

"In alle contacten die er geweest zijn in die acht weken, hebben we in
alle toonaarden, in alle ons beschikbare talen en via alle
communicatiemiddelen aangegeven dat we graag het gesprek willen
voortzetten over de deal van september 2015 maar dat we niet kunnen
ingaan op de eis die gesteld is."







Meer informatie over de West-Sahara maillijst