[Vredeslijst] Gerechtshof 's-Gravenhage: 'nucleaire massamoord soms gerechtvaardigd'

omslag op omslag.nl omslag op omslag.nl
Vr Sep 17 11:58:56 CEST 2010


(17 september 2010 - Bericht van Advocatenkantoor Steijnen, Olof & Stelling)

P E R S B E R I C H T

Gerechtshof 's-Gravenhage: 'nucleaire massamoord soms gerechtvaardigd'

Den Haag, 17 september 2010 - 
Het gerechtshof te Den Haag heeft uitspraak gedaan in een 
uniek proces van een kleine tweeduizend eisers tegen de Hoge 
Raad der Nederlanden (zie: htto://www.rechtspraak.nl , LJN: 
BN6230). Dat proces wordt gecoordineerd door de Stichting 
Tribunaal voor de Vrede en betreft de opvatting van de Hoge 
Raad dat de nucleaire vernietiging van steden rechtmatig zou 
kunnen zijn. De eisers willen met het proces bewerkstelligen 
dat die misdadige opvatting onrechtmatig wordt verklaard. 
Daarmee zou de steun van ons hoogste rechtscollege voor de 
voorbereidingen voor nucleaire massamoord voor eens en altijd 
uitgesloten zijn.

Het hof te Den Haag heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat 
nucleaire massamoord soms gerechtvaardigd zou zijn, en 
daarmee het internationaal humanitair recht naar de 
prullenbak verwezen. 

De Hoge Raad, die niet eerder in onze rechtshistorie is 
gedagvaard wegens het vertolken van misdadige opvattingen, 
wordt in deze procedure vertegenwoordigd door de Staat en 
diens advocaten. 

Nucleaire massamoord op onschuldige burgers 

De Hoge Raad is gedaagd vanwege een opvatting die de Raad op 
21 december 2001 impliciet heeft verwoord in zijn arrest 
inzake een proces van duizenden eisers tegen kernwapens (zie: 
http://www.rechtspraak.nl , LJN: ZC3693). Die opvatting hield 
in dat alle reëel denkbare vormen van kernwapengebruik in 
beginsel rechtmatig zouden kunnen zijn. Dat wil zeggen in 
overeenstemming met het volkenrecht dat van toepassing is in 
gewapend conflict, met name het internationaal humanitair 
recht. 

Volgens de Hoge Raad gold dit ook voor de meest 
verstrekkende en massavernietigende optie, het 'eerste 
gebruik' van zware strategische kernwapens rechtstreeks tegen 
bevolkingscentra. 

De Hoge Raad is door de bijna tweeduizend eisers voor de 
rechter gedaagd vanwege het misdadige karakter van deze 
impliciete opvatting. Het is immers onder alle omstandigheden 
verboden om de burgerbevolking tot doelwit van een militaire 
actie te maken. Bovendien zou bij de nucleaire vernietiging 
van hele steden van genocide moeten worden gesproken. In 
flagrante tegenspraak met deze absoluut geldende verboden 
heeft de Hoge Raad dus verklaard dat het wegvagen van hele 
stedelijke bevolkingen mogelijk rechtmatig zou zijn, en 
daarmee rechtens toelaatbaar. Daarmee werden de 
voorbereidingen daarvoor door de Hoge Raad gesteund, zodat de 
Hoge Raad zich daaraan medeplichtig maakt. 

De Staat heeft zich van meet af aan ingespannen om te 
ontkennen dat de Hoge Raad een dergelijke barbaarse opvatting 
impliciet zou hebben verwoord. Dit maakt direct duidelijk 
hoezeer de Staat met deze misdadige opvatting van de Hoge 
Raad in zijn maag zit. 

Het hof erkent en vult in 

Het hof te Den Haag heeft in zijn uitspraak van vandaag op 
ondubbelzinnige wijze erkend dat de Hoge Raad de aangevochten 
opvatting naar voren heeft gebracht. Het hof zegt dat de Hoge 
Raad in zijn uitspraak van 21 december 2001: 

'..impliciet de mogelijkheid heeft opengelaten dat een 
situatie denkbaar is 'een eerste gebruik' van kernwapens op 
bevolkingscentra niet zonder meer onrechtmatig is.' 

Daarmee werden de wanhopige pogingen van de Staat om te 
ontkennen dat de Hoge Raad een dergelijke perverse uitspraak 
zou hebben gedaan, van tafel geveegd. 

Duidelijker dan het hof te Den Haag het hier stelt, is niet 
mogelijk. Het hof vult zelfs expliciet in wanneer het 
mogelijk toelaatbaar zou zijn om hele stedelijke bevolkingen 
met kernwapens weg te vagen: 

'te weten een situatie waarin het inherente recht op 
zelfverdediging aan de orde is , waarbij het fundamentele 
recht op overleven van de staat op het spel staat.' 

Het hof zwalkt 

Natuurlijk realiseert ook het hof zich de geweldige 
juridische impact van een dergelijke uitspraak. Daarmee wordt 
immers de poort wagenwijd opengezet voor een mogelijke 
massamoord op onschuldige burgers, op non-combattanten. Het 
gaat hierbij om een opvatting die alle fundamentele 
rechtsnormen overboord zet en die ons, qua rechtscultuur, 
weer terug brengt in het Stenen Tijdperk. 

Het hof raakt daarvan dan ook zelf zozeer in de war, dat het 
even later in zijn uitspraak al weer lijkt te zijn vergeten 
dat een dergelijke massamoord reeds als 'niet zonder meer 
onrechtmatig' was aangemerkt. Want verderop stelt hij dan 
feitelijk dat aan het uitmoorden met kernwapens van hele 
steden in een 'situatie, waarin het inherente recht op 
zelfverdediging aan de orde is waarbij het fundamentele recht 
op overleven van de staat op het spel staat' eigenlijk niets 
rechtmatigs te bespeuren valt. Het hof stapt dan over naar de 
stelling dat dan een situatie aan de orde zou zijn: 

'welke een in beginsel onrechtmatig handelen zou kunnen gaan 
rechtvaardigen' 

Met andere woorden, eventuele massavernietiging van 
non-combattanten, door het hof eerder nog aangeduid als 'niet 
zonder meer onrechtmatig', wordt bij nader inzien 
gekwalificeerd als 'in beginsel onrechtmatig handelen'. Dat 
onrechtmatig handelen zou volgens het hof door de situatie 
zou kunnen worden 'gerechtvaardigd'. 

Het hof omarmt het motto van Kriegsräson geht vor 
Kriegsmanier 

Het hof komt al met al in alle duidelijkheid tot de 
afschuwelijke uitspraak: soms is in beginsel onrechtmatig 
handelen, namelijk flagrante schending van het oorlogsrecht 
en genocide, gerechtvaardigd. De nucleaire uitroeiing van 
hele steden is volgens het hof gerechtvaardigd als de 
oorlogsnoodzaak dat vereist. 

Duidelijker had het hof te Den Haag zijn misdadige uitspraak 
niet vorm kunnen geven. Het hof omarmt hiermee een Duitse 
theorie die bekendstaat onder het motto Kriegsräson geht vor 
Kriegsmanier. Een theorie over het internationaal humanitair 
recht die na de Tweede Wereldoorlog door de gehele 
wereldgemeenschap is verworpen. Hierbij kan ondermeer worden 
gewezen op de volgende uitspraken: 

Hostages Trial (Law Reports of Trials of War Criminals, 
Volume VIII, London: HMSO 1949, blz. 67): 

'Here again the German theory of expediency and military 
necessity (Kriegsraeson geht vor Kriegsmanier) superseded 
established rules of International Law. As we have previously 
stated in this opinion, the rules of International Law must 
be followed even if it results in the loss of a battle or 
even a war.' 

Zaak Rauter (BRvC 12 januari 1949, NJ 1949, 87): 
'dat de beruchte Duitse leer, dat in geval van nood zelfs de 
wetten van den oorlog voor dien nood hebben te wijken onder 
het motto 'Kriegsräson geht vor Kriegsmanier' na hare 
algemene veroordeling door de beschaafde wereld geen andere 
weerlegging meer behoeft, dan de opmerking, dat het 
oorlogsrecht juist is gecodificeerd om de 'Kriegsräson' 
binnen de perken des rechts te houden. 

Het hof meent dat kamerstukken verjaren 

Al in 1978 heeft de Nederlandse Staat zichzelf 
uitdrukkelijk het recht toegemeten om desnoods hele steden 
met kernwapens te verwoesten. De Staat deed dit door in 
kamerstukken het volgende te verklaren (Kamerstukken II 
1978/79, 15 399 hoofdstuk X, nr. 2, blz., 109): 

'Inzet van alle nucleaire middelen, waarbij zowel militaire 
als stedelijke en industriële doelen kunnen worden 
aangewezen, vormt de uiterste, meest extreme mogelijkheid.' 

Een van de eisen in het proces waarin nu door het hof 
uitspraak is gedaan, was dat deze uitspraak, opgenomen in de 
kamerstukken, door de Staat zou worden herroepen. 

Het hof maakt zich er met betrekking tot deze kwestie vanaf 
door te stellen dat deze, nimmer herroepen, uitspraak naar de 
Tweede Kamer toe inmiddels 'verjaard' zou zijn. Introductie 
van de figuur van 'verjaring' ten aanzien van kamerstukken 
betekent dat alles wat langer dan een paar jaar geleden in 
kamerstukken beslagen is, inmiddels als 'verjaard' moet 
worden beschouwd. Daarmee zouden zij van geen enkele 
betekenis meer zijn. Ook hier voert het hof, om er maar vanaf 
te zijn, de onzinnigheid ten top. En daarmee gaat hij ook in 
tegen de juridische praktijk van elke dag, waarin ook de Hoge 
Raad bij voortduring teruggrijpt naar kamerstukken om het 
recht uit te leggen.

-------

Noten voor de pers

Meer informatie: 

mr. M.J.F. Stelling, 0172-473687 

mr. N.M.P. Steijnen, 030-6956867 

Advocaten namens appellanten.

(einde persbericht)

-- Bericht verzonden door 
Omslag Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling
voor Advocatenkantoor Steijnen, Olof & Stelling




More information about the Vredeslijst mailing list