Speciale analyze, Mei 1999.

MSP
25-05-99

En dan iets dat ik niet kan nalaten

Roel van Duyn, lid van de groenen, toont precies de Nederlandse insteek met betrekking op de internationale politiek. 50 dagen na het begin van de oorlog, waarin verschillende Nederlanders zich al hebben af gevraagd waarom de Nederlandse schrijvers en intelligentia toch niets van zich laten horen, komt Roel van Duyn op de proppen met een verhaal over zijn vrienden in Kosovo. Onder het credo "op de dag dat Spresa vluchtte, ben ik lid van de NATO geworden", "het liefst ga ik er zelf op af" en "Er mag geen pauze komen in de oorlog tegen orthodoxe maniakken" slaat hij bij iedere gedachte een slag in de lucht, hopend dat hij iets zal raken. Hij wijst er zelfs op dat hij, als fractie voorzitter van de Amsterdamse groenen notabene, had aangedrongen op hulp van het westen voor de vertrapte Kosovaren.
Overduidelijk is zijn eigen gemoed gesust, wederom heeft links Nederland bewezen met klompen niet boven gemiddelde koeienstront uit te komen, en zich bovenal vereenzelfigt met apatisch nihilisme grenzend aan reactionair edoch minimalistisch lijfsbehoud.
Hij zegt "Ik vind het vreselijk dat Servische burgers geraakt worden, zoveel aardige mensen die al jaren lang bloot staan aan leugens en racitische praatjes over Kosovo". Maar ondertussen vind hij het toch wel goed dat ze gebombardeerd worden, dat hun volledige land aan flarden wordt geschoten en tot ver terug in de tijd word geblazen en het liefst doet hij er zelf nog wel aan mee.

Nee, in Nederland hoef je geen oppositie te verwachten. De regering kan rustig verder werken aan PR praatjes en belastingreparaties. Het kan rustig struikelen over een onmogelijk correctief referendum, beter dan onslagen worden door mismanagement bij een vliegramp of aangeklaagd worden voor oorlogsmisdaden. De oorlog is al begonnen en vanaf nu ben je medestander, een taak die je zwijgend kan vervullen, of tegenstander, een taak die je nooit kan volbrengen zonder je land, je familie, vrienden en bekenden uit te dagen, te overuigen, te prikkelen, van onwetendheid te beschuldigen en zo verder. Dan maar een Servier als een orthodoxe maniak bestempelen, als dat ons leven makkelijker maakt, dan moet het maar.
Genadeloos slacht de ene gedachtengang de andere af. "We zijn al onderweg dus we moeten het ook afmaken", is een veel gehoorde stelling die nogmaals alle alternatieven tegenhoudt. En hoe langer het duurt voordat deze alternatieven ruimte krijgen des te moeilijker zullen ze zijn. Het is nu, na bijna twee maanden, zo dat de enige alternatieven die nog beschikbaar zijn, radicaler zijn dan de Nato optie. Onderweg naar een monocultuur waarin verschillende huidskleuren niet meer van belang zijn. Waarin religie binnenskamers gehouden moet worden, waarin vrijheid alleen mogelijk is indien men aan de regels van de markteconomie voldoet.
Ook een monocultuur die zal bepalen of andere gebieden daar van mee mogen profiteren of daar het slachtoffer van worden. Een monocultuur die zal bepalen of een gebied, bijvoorbeeld zoals Hong Kong, een free trade zone is of dat een gebied (bijvoorbeeld in de Tsjernobyl regio) een stortplaats is. Een monocultuur beheerd door mono mensen. Pluriformiteit, spontaniteit en creatieviteit zijn meer dan monddood gemaakt. Ze zijn afgeslacht en uit de culturele erfenis verdwenen.
Zie hier 'Fiction' vanuit een verdere toekomst, 'fiction' vanuit de andere kant gezien, de verwezelijking van 'fiction' wat nu inmiddels bijna geschiedenis is.

En tegen die tijd zit Roel van Duyn allang in z'n eigen beschermde kamertje met inkomsten gegenereerd door argumenten die om uit te kotsen zijn, verzorgd door z'n zuster of dochter die dat ook alleen maar doet uit eigen sociale overwegingen en niet omdat Roel zo'n fijne vent is. Wellicht heeft een of andere frustraat hem gekielhaald, iets wat Roel, de dochter of zuster, en heel wat anderen de pijn van slinkse linke achterbaksheid zal doen onthouden. Van mijn kant zeg ik dan graag; 'Indien we Roel moeten kielhalen om onze mogelijkheden op vreedzame evolutie open te houden, dat moet dan maar'.