Op bezoek bij m’n buurman. Tone Roze (Tonny Roos) en z’n vrouw Roos
Roos, tref ik bijna dagelijks. Twee oudere mensen, rond de 60 jaar die
eigenlijk de vriendelijkheid zelve zijn. Ik mag telefoneren als het dringend
is. In dat geval bel ik aan, telefoneer en word vervolgens een half uur
aan de praat gehouden over het maakt niet uit wat. Ondertussen komt er
steeds meer te eten op tafel en gaat de fles Rakija weer open. Ik moet
dus altijd zorgen dat mijn dringende telefoontje toch nog wat speling heeft.
Tone is Kroaat en Roza is een pure cocktail. Zij verteld me dat een zuster
van haar Servisch is en een andere zuster moslim. Daarnaast komt een deel
van de familie uit Slovenië. Zij zelf weet het niet meer en ze zegt:
En voor de oorlog wist ik het ook niet maar toen hoefde dat ook niet. Ik
spreek met Tone in Duits. Dat gaat aardig al kan hij heel slecht luisteren.
Zodra ik vraag hoe iets in het Bosnisch te zeggen gaat het mis. dat doe
ik dan ook niet veel meer. Veel beter leert men de taal door met vrouwen
te praten. Vooral moeders zijn erg goed. Ze spreken langzaam omdat ze weten
dat je nog moet leren, ze spreken eenvoudig en over alledaagse, practische
dingen. Zo ook met Roza. We zijn fijne buren van elkaar en ook al klinkt
het niet interessant, toch ben ik blij dat iedere keer als wij elkaar treffen
gaan wij uiteen met een glimlach op de mond. Eenvoud heet nog altijd waarde,
denk ik dan.
Tot mijn grote verassing verteld Tone mij dat hij iedere dag in
een cafeetje muziek speelt. Samen met een kameraad, de harmonica speelt,
en met diverse zangeressen, spelen zij daar de folk, zonder ‘Turbo’ aanduiding.
Een liedje en weer 15 accoorden verder, dat moet je niet onderschatten.
Wij gaan op bezoek omdat deze kroeg tegen Hrasno aanleunt en wij dachten,
waarom niet eens gaan kijken. We zitten op 45 cm afstand van het podium.
Reuze vriendelijk, veel dronkaards in de kroeg, heel leuk maar toch zijn
we binnen een uurtje weer buiten.