Ik heb mijn liefsten laten heengaan
Hier zitten wij dan met ons beiden
Wij voelen ons geheel omgeven
Wij zitten aan en na het eten
O blad’ren, val met groter weelde
Genegenheid, geluk, vervoering!
Zoals de bomen zich ontkleden
Je bent het goede in het noodlot
Zij zijn sinds lang uiteengedreven
Nu is mijn hart voor altijd eenzaam
Ook de natuur zal eenzaam blijven
Het bos is leeg en uitgestorven
Als in het lied gaan alle paden
Dicht onder plantengroei verborgen
Door trieste balken, droeve wanden
In plaatsd e hindernis te nemen
Gaan wij graag openlijk ten gronde
Ga jij borduren ga ik lezen
En ‘s morgens vroeg zijn wij vergeten
Wanneer wij ophielden met kussen
En zorgelozer. Schenk de kwade
Met gal van gister halfgevulde
Beker met droefheid vol van ‘t heden
Kom, laat ons onvervaard beminnen!
Begraaf jezelf in herfstrumoeren!
Blijf rustig of verlies je zinnen!
Laat jij je uit je kleren glijden
Wanneer je bij mij komt, tevreden
In je peignoir van groene zijde
Als ziekte mooier is dan leven
En moed de wortel is van schoonheid
Dat heeft ons tot elkaar gedreven