[Menu] [dDH]

Kosova en Nederland 1999
Brief visumverlening aan Kosovaren (Buitenlands Zaken)

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
DEN HAAG

DIRECTIE PERSONENVERKEER, MIGRATIE EN CONSULAIRE ZAKEN
afdeling Vreemdelingen- en Visumzaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum 27 april 1999
Kenmerk DPC/VV-335/jg
Blad /1
Bijlage(n) geen
Betreft visumverlening aan Kosovaren

Zeer geachte voorzitter,

Naar aanleiding van een verzoek van Uw Kamer om geïnformeerd te worden over het visumverleningsproces aan etnisch Albanese vreemdelingen uit Kosovo die zich bevinden in Albanië en Macedonië, kan ik U als volgt berichten.

Zowel Macedonië als Albanië ressorteren onder de Nederlandse ambassade in Skopje. Deze ambassade, die aanvang 1998 is geopend, is nog steeds in opbouw. Aan de ambassade is nog geen consulaire afdeling verbonden. Te Tirana is geen aparte Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging; de Nederlandse directeur van de ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie SNV vervult aldaar tevens de functie van honorair consul. Over de reeds in gang gezette herinrichting van deze beide posten bericht ik U aan het slot van deze brief.

De visumverleningsprocedure te Skopje en Tirana die hieronder wordt beschreven, betreft alleen die personen die vallen onder de versoepelde visumregeling, die het Kabinet heeft vastgesteld: krachtens deze regeling worden vooralsnog alleen visumaanvragen van bloed- en aanverwanten in de eerste graad van legaal in Nederland verblijvende etnische Albanezen uit Kosovo (in het bezit van een verblijfsvergunning of tot Nederlander genaturaliseerd) in behandeling genomen.

Het kabinet beraadt zich aanstaande donderdag op de motie Middel / Dittrich no. 263 waarin de regering wordt verzocht deze regeling uit te breiden tot bloed- en aanverwanten in de tweede graad. De staatssecretaris van Justitie zal u hierover spoedig berichten.

Met het Kabinetsbeleid is een belangrijk deel van de normale vereisten voor visumverlening komen te vervallen. Wel is een aantal procedures nodig die als volgt luiden:

1) De referent in Nederland (of indien hij is afgereisd naar de regio, de referent ter plaatse) dient een garantverklaring te ondertekenen.

2) Bij de indiening van de aanvraag stelt de post vast op welke wijze en langs welke route betrokkenen naar Nederland zullen reizen aangezien het visum geldig moet worden gemaakt voor de Schengenlanden waar langs de reis naar Nederland zal gaan;

3) Visumaanvragen voor familiebezoek dienen conform de bestaande werkverdeling te worden voorgelegd aan de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die is ondergebracht bij het Ministerie van Justitie.

4) Indien betrokkenen niet over geldige reispapieren beschikken, kan voor hen voor de reis naar Nederland gratis een laissez-passer (een nood-reisdocument) worden uitgeschreven.

5) Aangezien zowel te Skopje als te Tirana Nederland voor de visumafgifte wordt vertegenwoordigd door Duitsland, worden de laissez-passers thans nog overhandigd aan de Duitse ambassade ter visering. Duitse ambassades kunnen op grond van interne voorschriften slechts een visum afgeven nadat de visumaanvraag middels een on-line-verbinding getoetst is aan de centrale computerbestanden te Keulen. De reactie op de aanvraag wordt in de regel binnen een etmaal verkregen, waarna het visum in het reisdocument kan worden aangebracht.

Vanaf het moment dat de volledige visumaanvraag bij de Nederlandse vertegenwoordiging wordt ingediend, behoeft het gehele traject in bovenbedoelde gevallen niet langer te duren dan vier werkdagen.

Daar waar het proces kan worden versneld, dient dit uiteraard te gebeuren. Daarom heb ik besloten de ambassade te Skopje voor visumafgifte in te richten. Hiertoe zal de ambassade uiterlijk begin mei en voor zolang als nodig is met een uitgezonden medewerker worden versterkt. Daarnaast zal ook op zeer korte termijn het consulaat te Tirana met personeel worden versterkt en deze week nog van de benodigde apparatuur worden voorzien om ook die post in staat te stellen zelf visa af te geven. Op deze wijze zijn wij niet langer van Duitsland afhankelijk voor de afgifte van visa.

Sinds maandagochtend 26 april 1999 functioneert een infolijn van Postbus 51 (de IND-Kosovolijn: 0800 1151) die op werkdagen vragen van het publiek over de verlening van visa en reisdocumenten beantwoordt. De Nederlandse ambassade te Skopje en het consulaat te Tirana alsmede het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn zowel op werkdagen als in het weekeinde telefonisch bereikbaar.

DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN


menu | dDH