[Menu] [dDH]

Kosova en Nederland 1999
Auswitz Comité wil ruimer toelatingsbeleid Kosovaarse vluchtelingen

PERSBERICHT
29 april 1999

Vele overlevenden van de Tweede Wereldoorlog worden door de afschuwelijke beelden van en verhalen over Kosovo op de televisie, pijnlijk aan die tijd herinnert.

Het is duidelijk zichtbaar dat vrouwen en kinderen van hun mannen en vaders zijn gescheiden. Angst en onzekerheid heersen over wat er met de mannen gebeurt. Onderworpen aan bruut geweld, beroofd van hun identiteit en volledig berooid zijn honderdduizenden vluchtelingen onderweg. Zij worden massaal in treinen weggevoerd, gaan moeizaam te voet over de bergen op zoek naar veiligheid.

Wij weten dat het nu niet gaat om, zoals in de jaren '40-'45, een heel volk uit te moorden, maar we zien opnieuw dat volgens een vooropgezet plan mensen alleen vanwege hun afkomst uit hun huizen worden verdreven, hun bezittingen vernield en verbrand. De opvang van de enorme stroom vluchtelingen is volstrekt onvoldoende. Er is onvoldoende huisvesting, eten, medicamenten en nagenoeg geen sanitair. De regio kan de opvang niet meer aan.

Het Nederlands Auschwitz Comité doet een dringend beroep op de Nederlandse regering vluchtelingen uit Kosovo op een ruimere schaal toe te laten dan nu het geval is.

Voor hulp aan de vluchtelingen is veel geld nodig. Het Nederlands Auschwitz Comité roept ieder op om financiële steun te blijven geven. Het is het minste wat gewone mensen in de internationale gemeenschap kunnen doen voor gewone mensen die slachtoffer zijn van etnisch geweld.

Giro 555 van de samenwerkende hulporganisaties.

Namens het Nederlands Auschwitz Comité
Jacques Grishaver, voorzitter
telefoon, 020-6990658 / 0654-606290
fax, 020-6003455


menu | dDH