[Menu] [dDH]

Kosova en Nederland 1998
Verslag Thema-avond 'Wat kan den Haag doen voor Kosovo'
tevens oprichtingsvergadering 'Kosova Werkgroep Den Haag'

Datum: 1 juli 1998, 20.00 u.
Plaats: Prinsegracht 38, Den Haag

Aanwezig: Mevrouw Els de Groen, free lance publiciste, vertegenwoordigers van HVP, HIVW, Groen Links Den Haag, NCPN Den Haag en Stadspartij, haar vertegenwoordiger is tevens Kosova-Albanees. Verder een tweede Kosova-Albanees en enige andere in het onderwerp geïnteresseerden.

1. Opening

De Heer Gerard van de Ridder (HVP) opent de bijeenkomst. Hij wijst op het belang en de actualiteit van de situatie rond Kosova (Albanese naam) of Kosovo (Servische naam) en is verheugd dat Els de Groen bereid gevonden is om iets te vertellen van de achtergronden van het huidige conflict. Hij geeft haar het woord.

2. Inleiding van Mw Els de Groen over achtergronden van de crisis in Kosova

2.1 Inleiding:

Els heeft veel kinderboeken geschreven, op basis van interviews met kinderen en oudere mensen. Zo kwam ze ook in contact met Kosovaren in een asylzoekerscentrum. Hun verhalen boeiden haar zodanig dat ze hun vaderland, Kosova en omstreken, ging bezoeken en zich verdiepte in de geschiedenis. Op basis daarvan controleerde ze verschillende geschreven bronnen en zo meent ze de waarheid zo goed mogelijk te kunnen benaderen.
Op de Balkan wonen ongeveer 70 miljoen mensen. Daarvan zijn er 25 miljoen van Slavische origine. Verder zijn het Albanezen, Grieken, Hongaren, Roemenen en Zigeuners.

Kort overzicht van de Albanese geschiedenis

De Albanezen worden in de derde eeuw van onze jaartelling al vermeld, de Albanoi, afstammend van de Illyriers, die daar al lang voor onze jaartelling woonden. Een eeuw later zijn ze ook gekerstend. Pas in de vijfde eeuw is er voor het eerst sprake van de Slaven die met de volksverhuizingen uit het oosten ook op de Balkan komen wonen. Na enige tijd worden ook zij gekerstend. De invloed van het oosters christendom vanuit Byzantium (Consantinopel) is bij hen groot. In de 12-e eeuw groeit de invloed van de Servische Slaven in Kosova. Ze gingen er kerken bouwen en er zat een Servische patriarch in Péc. Dan breiden de Turken hun invloedsfeer op de Balkan steeds verder uit. In 1389 verslaan de Turken op het 'Merelveld' in Kosovo de oorspronkelijke Balkanbewoners, die met elkaar een verbond tegen de Turken hadden gesloten. Serven, Albanezen, Roemenen en Roma's (Zigeuners) verloren die slag. De Serven beweren tegenwoordig dat zij alleen hier hebben gestreden. In 1444 doen de Albanezen een mislukte poging om de Turken te verslaan. Pas vanaf ca. 1500 zijn de Turken heer en meester op de Balkan. De Turkse tactiek tegenover de oorspronkelijke bewoners verandert dan. Ze gaan de verdeel-en-heerspolitiek toepassen. De Serviërs en de Grieken weigeren steeds om op de avances in te gaan, mede op basis van hun oosters-orthodox geloof. Maar de Albanezen, met hun westers christelijk geloof en de joden stellen zich vriendelijker op. Mensen uit de hogere klassen van Albanezen en joden vindt men zelfs in het Turkse leger. Door de Turken en ook wel door de Albanezen werden de Serviërs beschouwd als een volk van lagere orde. Het was bij Serviërs en Albanezen niet een conflict tussen islam en christendom, maar een tegenstelling tussen oosters en westers christendom. In 1698 verslaan de Turken de Oostenrijkers en hebben eeuwenlang tot bij Wenen hun rijk kunnen handhaven.
Na die tijd bevrijdden de Serviërs zich van de Turken. Daarna probeerden de Serviërs de Albanezen te bekeren tot het Oosters christendom. Als deze weigerden werden ze vermoord. Velen waren dan ook formeel orthodox maar in werkelijkheid of rooms-katholiek of moslim. Tijdens het verval van het Turkse rijk in de 19-e eeuw komen de Russen, ook van Slavische komaf, hun Slavische broedervolken, de Serven en de Bulgaren bevrijden. In 1878 gaan de Albanezen hun eigen cultuur beschermen. Eerst zijn de Turken daar tegen maar later laten de Turken het toe om de Albanezen aan hun kant te houden. In de Balkanoorlog van 1912 tot 1913 wordt Albanië onafhankelijk. Dit wordt beslist op een conferentie in Londen. Het gebied dat Albanië toegewezen krijgt omvat evenwel slechts de helft van het gebied waar toen en nu Albanezen wonen! In Kosova, West-Macedonië en in de grensstreek van NW Griekenland wonen daarom Albanezen. In de Eerste Wereldoorlog ( WO.I ) verbinden de Turken zich met de Oostenrijkers en de Duitsers. De Serven strijden aan de geallieerde kant met o.a. Rusland.
Bij de vredesonderhandelingen na WO.I wordt in 1919 de Zuidslavische Federatie gevormd, waarvan Servië, Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegowina, Montenegro en Macedonië deel uitmaken. Als beloning voor Servië, dat aan de kant van de winnaars had gevochten, kreeg het o.a. Kosova, in het Servisch Kosovo genaamd, toegewezen. Deze situatie is zo gebleven tot en met WO.II.
De Kosovaren, voor 90 % etnische Albanezen, zijn vanaf 1880 al vijf keer blootgesteld geweest aan grote moordpartijen die Els de Groen 'genocide', volkerenmoord, noemt. De eerste was in 1880, de tweede in 1912-1913, de derde in 1919. In WO. II 'bevrijdden' de Italianen en Duitsers Kosova van de Serven. Maar omdat Albanezen geen Germaans bloed hebben was de Duitse bezetting voor de Kosovaren ook een diepe teleurstelling. Er kwam burgeroorlog en de partizanen wonnen. Een voorstel van Tito aan Hoxha , de dictator in Albanië na 1945, om een groter Albanië als zevende republiek in te voegen in de Joegoslavische Federatie werd door Hoxha afgewezen. Toen werd Kosova een provincie van Servië. Tussen 1945 en 1966 kan men spreken van de vierde genocide. Toen was de minister van binnenlandse zaken van de federatie zeer machtig. Minderheden konden het best worden uitgeroeid, meende hij. Tito was het daar niet mee eens maar hij kon die man niet naar zijn hand zetten. Na de dood van deze minister in 1966 bewerkte Tito dat er in 1974 een nieuwe grondwet kwam waarbij Kosova een autonome provincie binnen Servië werd. Op scholen en op de universiteit van Pristina kon in het Albanees les worden gegeven. Dan sterft Tito in 1980. In 1990, als Joegoslavië bezig is uiteen te vallen, wordt de autonomie van Kosova door de Serviërs opgeheven. De Serviërs kunnen nu wraak nemen op de Kosovaren. De Servische Academie van Wetenschappen heeft ten aanzien van Servisch nationalisme de laatste decennia een slechte naam opgebouwd. Ze stelt zich zeer nationalistisch op. Dit wordt door de Servische regering dankbaar aanvaard. De Serviërs ontnemen dan ook aan de Albanezen in Kosova het recht op onderwijs in eigen taal en ze spreken steeds van plannen om Albanese Kosovaren te deporteren, op de wijze zoals Hitler dat in WO.II voorstelde en deels uitvoerde. De Kosovaren spreken dan van een vijfde genocide. De RK kerken van de Albanese Kosovaren worden ontheiligd. In 1990 hebben de Serviërs met gifgas gewerkt om Kosovaarse kinderen te treffen. Velen hebben daar een blijvende hersenbeschadiging van opgelopen. Inenting van kinderen was niet toegestaan. Zelfs hebben de Serviërs geprobeerd alle jongetjes van de Albanezen in Kosova te doden. Els de Groen meent dat dit duidelijke eigenschappen zijn van een nazi-regime. De Kosovaren roepen in 1990 een zelfstandige republiek uit die echter alleen door Albanië in 1991 wordt erkend. Tot besluit van haar historisch overzicht meent Els de Groen dat de Kosovaren niet bereid zullen zijn om met het Servië van Milosevic vredesonderhandelingen aan te gaan.

2.2 Discussie.

Na de pauze worden er over de situatie in Kosova vragen gesteld vanuit de vergadering. Eerst volgt er nog een voorstellingsrondje van de aanwezigen.
Als antwoord op een vraag zegt Els dat de huidige escalatie van het Kosova-probleem niet zou hebben plaats gevonden als de Internationale Gemeenschap (I.G.) bij het Dayton-accoord ook de situatie in Kosova had betrokken. Nu is ingrijpen veel moeilijker. Tijdens de oorlog in Bosnië hebben de Kosovaren steeds van de I.G. gehoord dat ze zich rustig moesten houden. Wanneer de problemen in Bosnië onder controle zouden zijn zou er door de I.G. aandacht aan Kosova worden besteed. Die belofte is niet nagekomen.
Op een andere vraag over de waarde van de soevereiniteit van (klein-) Joegoslavië in Kosova zegt Els dat ze instemt met Amnesty International die zegt dat internationaal recht gaat boven het recht binnen een nationale staat.
Een andere vraagsteller vraagt of de aanwezigheid van bodemschatten in Kosova een rol spelen bij de territoriale status van dit gebied. Els denkt dat dit zeker een rol speelt. Het westen blijkt onverschillig te zijn over Kosova. Ze stelt dat na de val van het communisme er een chaotische toestand blijkt te bestaan over de 'identiteit', van individu en gemeenschap. Cultuur, inclusief nationalisme en religie vullen deze leemte op.
In Milosevic's streven naar macht over Kosova past dus zijn actie om boeken te vernietigen en de Servische taal verplicht te stellen en zelfs te eisen dat in het Cyrillische schrift wordt geschreven en gedrukt. Om tegen deze onderdrukking in te gaan hebben de Kosovaren zelf de republiek Kosova uitgeroepen, die echter niet internationaal is erkend. Rugova, een pacifist, werd president van deze republiek. Hij is nu weinig geloofwaardig bij de Kosovaren die lijden onder Servische onderdrukking. Het UCK, het Kosovaarse Bevrijdingsleger, werkt onafhankelijk van Rugova. Het wordt door de Serviërs als een terroristische organisatie beschouwd die moet worden bestreden. Els ziet het als een goede zaak dat er toenadering blijkt te komen tussen Rugova en het UCK. Els was in de gelegenheid om Rugova bloemen aan te bieden toen hij onlangs Nederland bezocht.
In Kosova zijn vele 'illegale' schoollokalen in particuliere huizen
waar kinderen in het Albanees les krijgen in de uitingen van de eigen cultuur.
Als Kosova een door de I.G. erkend onafhankelijk land zou worden dan zou Macedonië, met Skopje als hoofdstad, uiteenvallen. In Macedonië, met een bevolking van 2,1 miljoen, wonen in het westen 800.000 Albanezen die dan ook zelfstandig willen worden. Ook in N.W.-Griekenland wonen Albanezen. En er wonen Grieken en Turken in Macedonië. Dit alles zou aanleiding kunnen zijn tot een Balkanoorlog. Els meent daarom dat het goed zou zijn als er open grenzen kwamen tussen Kosova, Albanië, Macedonië en Griekenland. Dan kunnen de Albanezen zich tussen die landen vrijelijk bewegen. Dit geldt dan evengoed voor de Serviërs.
De grondwet van Joegoslavië zou dus bijgesteld moeten worden om van Kosova weer een autonome provincie binnen Servië te maken. De vraag is of de Kosovaren heden ten dage tot deze oplossing bereid zijn. Door de propaganda in Servië zijn de Serviërs misleid en daarom zullen ook zij zo'n grondwetswijziging niet goedkeuren.
Aan het einde van de discussie gekomen, dankt de voorzitter Mevrouw de Groen voor haar duidelijke en betrokken uiteenzetting. Als dank geeft hij haar een boekenbon.

3. Waarom een 'Kosova Werkgroep Den Haag'?

Boyd Noorda zet uiteen waarom HVP en HIVW menen dat er een brede Kosova Werkgroep Den Haag gevormd moet worden. Hij meent dat er voldoende aanleiding is om de Kosovaren van Albanese afkomst, ook in Den Haag te steunen in hun strijd voor een Kosova waar mensen een menswaardig en vrij bestaan kunnen hebben. Dat het daar aan ontbreekt hebben we vanavond kunnen horen uit de voordracht van Els de Groen.
Er zijn ongeveer 12000 Kosovaren gevlucht naar Albanië. Ook leven er ca. 120.000 Albanezen in de bergen rond Pristina. En 5000 zijn uitgeweken naar Montenegro. De roomskatholieke hulporganisatie 'Mensen in Nood' en een Stichting 'Moeder Theresa' bieden hier humanitaire hulp. 'M.i.N.' heeft reeds fl. 500.000,- besteed en heeft nog fl. 750.000,- gereserveerd. 'M.i.N.' vraagt giften op haar girorekening 671 in Den Bosch.
Noorda meent dat mensen pas betrokken raken bij een misstand als ze er over geïnformeerd zijn. Verder zijn mensen vaak eerder voor een kleinschalig project enthousiast te maken dan voor iets groots en onoverzichtelijks. Hij heeft via Internet-kanalen goede informatie over Kosova. Hij kan dit gemakkelijk ook landelijk verspreiden door dit medium. 'Lopend Vuur' in Nijmegen is met iets soortgelijks bezig. Hij meent dat een Haagse werkgroep van nut kan zijn om verschillende Haagse organisaties, zoals kerken, vakbonden en politieke partijen, te benaderen om zich voor het tragische lot van de Kosovaren te gaan interesseren.

4. Inventarisatie van de mogelijke taken van de Werkgroep

4.1. Informatievoorziening aan het publiek.

Voor mensen die met Internet werken is er reeds een site over de Balkan: 'Hope on the Balkans' met web adres: http://www.ddh.nl/fy. Om er meer over aan de weet te komen kan men Boyd Noorda bellen op 070-3654124 of hem een E-mail sturen: Boyd Noorda . Voor instanties die niet met internet werken kan men ook bij Noorda terecht. Het zou zijns inziens het beste zijn als Den Haag een school of een
ziekenhuis zou kunnen/willen adopteren.

4.2. De Haagse coördinatie van de humanitaire inzamelingsactie.

We hebben hierover nog geen duidelijk beeld. Wel is het goed om nauw overleg te houden met de landelijke werkgroep en de humanitaire acties die eventueel al zijn voorbereid. In elk geval is 'Mensen in Nood' en haar giro 671 een middel dat direct kan worden ingezet.

4.3. Organisatie van eventuele demonstraties.

Daar Den Haag een regeringscentrum is, zijn demonstraties niet geheel zinloos. In de zomermaanden zijn we nog niet zover dat er iets zinvols kan worden gedaan. Dit zal een onderwerp kunnen zijn voor de eerstvolgende vergadering van de brede werkgroep op 26 augustus, aannemende dat we deze gaan vormen, zie onder.

4.4. Vorming van een redactie voor nieuwsselectie en invulling van een website (= een plaats op het 'web') onder www.ddh.nl/fy.

Noorda zou graag steun ontvangen van anderen om dit werk goed te doen. Ook dit komt in augustus opnieuw aan de orde.

5. Vorming van de Kosova Werkgroep Den Haag.

De vergadering is het in beginsel eens dat het initiatief van HVP en HIVW en Socia Media moet worden verwerkelijkt. Men beseft dat het in de zomer moeilijk is om organisaties hiervoor te interesseren. In september zal dit beter gaan. We vertrouwen erop dat het dan nog niet te laat is voor Kosova.

5.1. Welke organisaties en personen willen deelnemen?

De Groen Links vertegenwoordiger zal op de a.s. bestuursvergadering van de Haagse Afdeling op 13 juli dit punt ter sprake brengen en zelf dit lidmaatschap aanbevelen.
De vertegenwoordiger van de NCPN (Nieuwe Communistische Partij Nederland) zal ruggespraak met zijn partij houden. Hij wil dit initiatief ondersteunen maar hij dringt tevens aan op strijd tegen nationalisme bij beide partijen in Kosova. Hij kiest voor een vreedzame oplossing.
De vertegenwoordiger van de Stadspartij die tevens een Albanese
Kosovaar is, zal ook zijn partijbestuur vragen mee te doen. Hij zou
graag Els' verhaal in verkorte vorm in het partijblad willen opnemen. Hij meent dat Mw de Groen het 'dubbele denken' van de Balkanbewoners heel goed heeft geschetst.

5.2. Taakverdeling en afspraken.

De voorzitter belooft dat alle deelnemers aan deze vergadering een verslag ervan krijgen. De HIVW vertegenwoordiger neemt het op zich om een verslag van de vergadering te maken.
De kosten voor deze avond worden gedeeld tussen het HVP en het HIVW.

6. Rondvraag en sluiting

Er is niets voor de rondvraag. De werkgroep hoopt op woensdagavond 26 augustus weer samen te komen. Tijd en plaats van samenkomst zullen nader bekend gemaakt worden.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met dank aan de aanwezigen voor hun belangstelling.

[JVDH, 9-7-'98]
File: Kosova07.98a


[Menu] [dDH]