DUISTERE MACHTEN ================ Cargill en andere agro-concerns =============================== bedreigen ========= de boeren, de wereld, ons eten ============================== Jan Paul Smit m.m.v. Herman Verbeek schilderijen van Leon van der Heijden Uitgave: Agri & Cultuur, Amsterdam 2000. Internet-uitgave: www.ddh.nl/duurzaam/landbouw * * * DUISTERE MACHTEN ================ het boerenbestaan, de wereld, ons eten bedreigd =============================================== In onze tijd hebben kleine en middelgrote boeren overal in de wereld het moeilijk, zowel in de rijke als in de arme landen. Veel bedrijven zijn al over de kop gegaan, nog meer worden met faillissement bedreigd. De gevolgen voor de boerengezinnen zijn dramatisch en het platteland verandert drastisch van karakter. Is dit - hoe tragisch voor de direct betrokkenen ook - een noodzakelijk offer om de honger uit te bannen, om onze wereld welvarender te maken? Of ver¢¢rzaakt deze ontwikkeling juist de honger en de ondervoeding in de Derde Wereld en vormt zij tegelijkertijd een niet te becijferen verarming van het leven van ons allemaal, omdat we het directe, praktische contact met de natuur nog verder zullen verliezen? Dit boek beschrijft de werking van het proces dat de kleine boeren in het nauw brengt en concentreert zich op de agro-multinationals die de ontwikkelingen richten en opstuwen. Vervolgens geeft het boek een indringende beschrijving van Cargill, het grootste en machtigste bedrijf in deze sector, dat tegelijkertijd praktisch onbekend is. De heldere schrijfstijl, de uitgesproken visie, de vele illustratieve voorbeelden en de collage-achtige opbouw houden de aandacht gevangen en zetten aan het denken. De auteur, Jan Paul Smit, publiceerde als milieujournalist artikelen in diverse bladen en schreef een boek over de Indiase natuurwetenschapper Vandana Shiva, die momenteel leiding geeft aan een spraakmakende landbouwcampagne in haar land. Schrijver en politicus Herman Verbeek, die al tientallen jaren intensief betrokken is bij de ontwikkelingen in de landbouw, verleende zijn medewerking aan het boek. Hij komt met een scherpe analyse en schetst de voorwaarden om te komen tot een levensvatbare, menselijke landbouw in boerenhanden. Dit boek is een uitgave van Agri & Cultuur te Amsterdam. Het is in zijn geheel te vinden op internet: www.ddh.nl/duurzaam/landbouw en is gratis te downloaden en te printen. BESTELLEN: maak ƒ 37,- over op giro 871 2032 t.n.v. Agri & Cultuur, Amsterdam, onder vermelding van 'Duistere Machten'. * * * DE BEDELAAR EN DE VOGELS ======================== een sprookje van onnozelheid en heerszucht ========================================== 'Ohhh', een langgerekte zucht van verwondering golfde over het marktplein. Het moest wel een wonderbaarlijke tovenaar zijn, die slanke man in zijn zwart-fluwelen pak en smetteloos witte kraag. Eén soepele beweging van zijn fijne hand en kleurige wolken stegen op: smaragd-groen, roze-rood en hemels-blauw. Tegelijkertijd klonk het gerinkel en getinkel van wel duizend zilveren belletjes. Hoe zou hij heten? En waar was dat reusachtige podium plotseling vandaan gekomen waar hij op stond? "Het heeft onze wijze koning behaagd", sprak de tovenaar rustig, en het werd ademloos stil op het marktplein. "Het heeft zijne majesteit in zijn wijsheid behaagd, dat ik u alles, maar dan ook alles zal verschaffen wat uw hart begeert. Gratis. Voor niks. In de toekomst hoeft u niet meer te werken." Er steeg gemompel op. Gratis? Nooit meer werken? Dat klonk te mooi om waar te kunnen zijn. Benauwd ingeklemd tussen de mensen stond Joch. Een ventje van een jaar of acht met stekelig haar en een iets te ernstig gezicht. Jochem heette hij eigenlijk, maar iedereen noemde hem Joch. Hij woonde zo lang als hij zich kon herinneren bij zijn oma in een klein maar gezellig huisje aan de rand van het bos. "Joch" had zijn oma vanochtend tegen hem gezegd, "Joch, je bent nu groot geworden. Ga jij vandaag alleen naar de stad om brood te kopen bij de bakker. Ik kan het niet meer. Ik word te oud." "Gratis krijgt u van mij het allerheerlijkste supra-foed, werkelijk magic. En de meest fantastische dromen in multi-dimensionale super-colour." De mensen keken elkaar aan. Die woorden kenden ze niet. Maar het klonk goed. Het zou vast mooi zijn. Opnieuw maakte de tovenaar een vloeiende beweging met zijn slanke hand en kleurige wolken stegen op, begeleid door het al een beetje vertrouwde gezellige getinkel. Joch zocht de bakker. De bakkerij was gesloten "wegens festiviteiten", zoals er met hanepoten op de lei voor de winkelruit stond. Maar Joch moest brood hebben. Zijn oma had hem gestuurd. "Alles gratis en voor niks. Nooit meer hoeft u te werken", herhaalde de rustige, vriendelijke stem van de tovenaar. "Waarom zou u werken? Waar is dat voor nodig? Ik tover alles voor u in opdracht van de koning." En nadat er opnieuw kleurige wolken en gerinkel opgestegen waren, vervolgde hij: "Er is één voorwaarde, maar ach, dat is een voorwaarde van niks. Het mag geen naam hebben. Die voorwaarde is - het is bijna te belachelijk om dit een voorwaarde te noemen - de voorwaarde is dat u van nu af aan nooit meer ongelukkig bent." De bewoners van het stadje keken elkaar vrolijk verbaasd aan. Hoe zou je ongelukkig kunnen zijn, als je zomaar voor niks het heerlijkste eten en de kleurigste dromen kreeg. "Van nu af aan zijn we dus allemaal gelukkig. Geen zorgelijke vragen dus." Even, bijna onmerkbaar, verstrakte de blik van de tovenaar. "En kijk ook niet onder dit podium", voegde hij er zo luchtig mogelijk aan toe. Onder het podium? Waarom zouden ze onder het podium kijken. De mensen haalden hun schouders op. Eindelijk had Joch de bakker gevonden. Deze stond vrolijk opgewonden - zijn wangen waren glimmend rood - met zijn buurman te praten. "Bakker", zei Joch. Maar die reageerde niet. Joch trok hem aan zijn schort. "Heeft u een brood voor mijn oma", vroeg hij zo flink mogelijk. De bakker keek hem aan en bulderde van het lachen. "Nee Joch, ik bak geen brood meer. Nooit meer. We krijgen voortaan - hoe heet het ook alweer? - supra-foed van hem." De bakker wees op de tovenaar. "Hoe heet hij" vroeg Joch, "en waarom mogen we niet onder het podium kijken?" "Hé, kleine wijsneus", lachte de bakker, "ga jij maar bij de tovenaar zoveel supra-foed halen als je nodig hebt. Het is gratis! Zeg dat maar aan je oma." Bij het podium stond een hele rij. Joch sloot achteraan aan. Iedereen kreeg net zoveel zoet geurende, chocolade-bruin glanzende broodjes als hij hebben wou. Ongevraagd kreeg iedereen er een zakje kleurige droompilletjes bij. "Gratis" zei de tovenaar nadrukkelijk, als hij het zakje overhandigde. Net buiten de stadspoort zat een bedelaar. "Heb je een korst brood voor me, Joch" vroeg hij. Deze antwoordde: "Ik heb supra-foed en droompilletjes en je mag nooit meer ongelukkig zijn en niet onder het podium kijken. En wat zal oma zeggen?" De bedelaar keek Joch onderzoekend en een beetje schichtig aan. Tot Jochs opluchting was oma niet echt boos. "We zullen het ermee moeten doen", zuchtte ze. "En die droompilletjes zal ik weggooien. Daar hebben we hier niks aan. Daarvoor is het hier veel te mooi, zo vlak bij het bos." * * * Jaren gingen voorbij. Niemand werkte er meer in de stad. De bakker niet, de molenaar niet en de groenteboer ook niet meer. Supra-foed was er nu in allerlei smaken. En er waren nu allemaal handige machientjes en apparaten - gratis - die alle werk uit handen namen. Iedereen zat op een terrasje, praatte over koetjes en kalfjes en groette de tovenaar vriendelijk. Want die had toch maar voor alles gezorgd. Ach, het was best gezellig; een beetje saai misschien. Maar dan kon je een droompilletje nemen. Ongelukkig zijn was ouderwets. Dat kwam niet meer voor. Behalve dan bij de bedelaar. Soms had hij tranen in zijn ogen. Hij wist niet hoe dat kwam. Het ging vanzelf. Het supra-foed smaakte hem niet. Het was hem te zoet en soms had het een bittere nasmaak. Laatst had hij op iets vreemds gebeten, iets wat hij niet thuis kon brengen. Iets wat naargeestig kraakte tussen zijn kiezen. Het leek trouwens wel of de bomen er de laatste tijd wat magerder bijstonden, alsof de bladeren minder uitbundig groen waren en of er minder mussen en spreeuwen waren. Of zou hij zich dit allemaal verbeelden? Vaak zat de bedelaar met een droeve glans voor zich uit te staren, als Joch een praatje met hem kwam maken. "Ga niet de stad in", zei Joch bezorgd, "er wordt over je gepraat. Ze zeggen dat je net doet alsof je ongelukkig bent, terwijl dat niet meer kan. Want alles is gratis." Oma, die vroeger toch zo goed gehumeurd was, mopperde steeds vaker. Dat het nieuwerwetse supra-foed toch geen brood was, zoals je dat vroeger had. Dat het vast niet goed was voor je tanden en dat je er slungelig en slap van werd. Via-via had oma een zak meel weten te bemachtigen en bakte zelf zo nu en dan een brood. Joch sprokkelde hout in het bos. Inderdaad leek het er wel op of de bramen zuurder waren als vroeger en alsof er bijna geen vogels meer waren. "Wat is dat voor een rare snuiter, die zogenaamde tovenaar", zei oma op een keer knorrig tegen Joch. "Waarom zegt hij zijn naam niet en waarom deelt hij brood uit dat geen brood is. En waarom horen we nooit meer iets van die suffe koning van ons?" Ze keek Joch scherp aan: "Als jij een kerel bent, ga je die gladjakker eens vragen hoe hij heet." * * * Toen Joch voorbij de bosjes liep, waar de bedelaar meestal zat, sprong deze op hem af. "Joch, de mussen, de spreeuwen, ze komen weer! Ik heb het gedroomd. Ik weet het zeker. We moeten het aan de koning gaan zeggen. Waar is die? Ik weet de naam van de tovenaar. De vogels vertelden het me. In mijn droom. Vannacht is het volle maan. Ik ga de vogels zoeken!" Joch keek de bedelaar vragend aan. Was deze wel goed snik? Vrolijk was hij nu in ieder geval. Vrolijker dan hij hem ooit gezien had. 's Nachts liepen de bedelaar en Joch door de stille straatjes van de stad. De maan scheen helder. De karakteristieke gevels van de oude huizen waren bekleed met een levenloos laagje blinkend gladde kunststeen. De tovenaar had het gratis gegeven aan wie maar wilde. Bij het podium hoorden Joch en de bedelaar een onbekend getik en geritsel. Overdag hadden ze dit nog nooit gehoord, zeker door het eeuwige gerinkel en getinkel. De tovenaar zat op het podium achter zijn bureau te werken. Zijn fluwelen pak was nog even mooi als vroeger en zijn kraag nog even smetteloos wit. Maar hij had wallen onder zijn ogen gekregen. "Ik verwachtte jullie", sprak hij vermoeid, toen hij Joch en de bedelaar de trap op zag komen. "Ik weet hoe je heet", krijste de bedelaar en hij danste rond het bureau. "Alles draai je om. Alle kraak en smaak haal je weg." "Je kan mijn secretaris worden", probeerde de tovenaar nog flauwtjes. Maar de bedelaar hoorde het niet, omdat er een reusachtig geruis opsteeg, alsof er duizenden, honderdduizenden vleugels klapwiekten. De planken van het podium kraakten. Met grote ogen keek Joch nu eens naar de tovenaar, die steeds bleker werd en dan weer naar de bedelaar, die steeds woester rondsprong. "Hoe heet u eigenlijk", vroeg Joch verlegen. De tovenaar werd zo mogelijk nog witter. "Ik weet hoe je heet, alles draai je om", gilde de bedelaar in zijn plaats. "STOP" schreeuwde de tovenaar. "Je kan alles krijgen wat je hebben wil. Alles. Maar niks is natuurlijk goed genoeg. Het fijnste eten, de slimste machientjes, de meeste vrije tijd, de heerlijkste dromen. Nog is het niet genoeg. Nooit is het genoeg." Het geruis van ontelbare vleugels zwol aan. Getsjilp, gekwetter, gepiep, gekras, gekrijs van duizenden en duizenden vogels. Planken sprongen los. "Sitarg heet je", riep de bedelaar. "Alles keerde je om. 'Gratis' zei je. Maar het omgekeerde is waar. Niks is gratis. Nooit was de prijs zo hoog." De tovenaar werd nu werkelijk lijk- en lijkbleek. Hij sliste, zijn tong flapperde, of waren het twee tongen? Zijn ogen zwollen op. Hij hapte naar adem om ... Toen was hij weg, een klein grijs rookwolkje achterlatend. Op hetzelfde moment brak het podium aan stukken en steeg een machtige, een enorme vlucht spreeuwen en mussen en allerlei andere vogels op. Even verduisterden zij de maan. Toen vlogen ze weg in alle richtingen. Joch bevrijdde de koning uit zijn kot onder het podium. "Bedankt" mompelde deze. "Wat wil je, mijn halve koninkrijk of trouwen met de prinses. Als er nog eens zo'n gladgejaste tovenaar aan de paleispoort komt, laat ik bij voorbaat zijn kop eraf hakken. Want dit is ook niks." Joch luisterde al niet meer, maar keek met verbazing rond. Overal zag hij werkbanken, beroete ovens en vet gereedschap, vuile manden en smerige lappen. Her en der lagen nog brokken suprafoed en vertrapte droompilletjes. Hier hadden de vogels dus gesloofd en geslaafd in de bakkerij en de fabrieken van de tovenaar. De bedelaar sprong rond tussen de puinhopen tot hij bij een enorme berg vogellijken kwam. "Hier, hier, kijk, ik wist het: de dode vogels werden door het supra-foed gemalen." * * * Toen de burgers van het stadje wakker werden, merkten ze dat er geen supra-foed meer te krijgen was. De molenaar maalde snel een paar zakken graan tot meel en de bakker kneedde deeg en bakte brood. "Het begon te vervelen, dat gehang op die terrasjes", zei hij telkens weer tegen zijn klanten. Joch kreeg - voor deze ene keer - een gratis brood voor zijn oma. En de bedelaar? Die was nu eens vrolijk en dan weer droevig. Zoals het ging. INHOUD ====== DE BEDELAAR EN DE VOGELS *sprookje van onnozelheid en heerszucht* DEEL EEN: DE VERNIETIGING VAN HET BOERENBESTAAN =============================================== 1 - INLEIDING opbouw 2 - HERINNERING 3 - BOEREN VORMEN HET HART EN DE ZIEL VAN HET PLATTELAND *het verhaal van een Limburgse boerin* uit de trein gevallen - 'is dit rechtvaardig?' - veertig procent onder armoedegrens - op weg naar een nieuw tijdperk - gemeentewoning - dalende melkprijs - duimschroeven - 'tucht van de markt' - hele bevolkingsgroep wegvagen 4 - 'CARGILL KILLS' *verzet tegen de machtshonger van agro-multinationals* directe actie - KRRS - India opnieuw bezet - *de grond is van degene die hem bewerkt* DE STADSRAND DEEL TWEE: BIJVOORBEELD CARGILL =============================== *de agro-economische structuur toegelicht* 5 - BOEREN IN DE TANG *landbouw-schaalvergroting in het Westen* Amerikaanse boer is van het platteland verdwenen - geforceerde overproduktie - Europa: twee derde van de boeren weg - milieu en gezondheid in gevaar - partners? - boeren worden contractarbeiders - baas op de boerderij 6 - LIEVER IN HET SCHEMERDUISTER *het ondemocratische gedrag van agro-giganten* drie jaar soebatten - achter de schermen grote invloed op politici - briefwisseling - alleen de Amerikaanse president is machtiger - Cargill-soap 7 - HET MACABERE GIGA-SCHAAKSPEL *een schets van de agro-economische structuur* de voedingsketen - schuiven met pionnen en torens - de vijf schakels van de voedingsketen - de grootste agro-multinationals - studie na studie - zaden & landbouwgif - 'die vijf gaan de dienst uitmaken' 8 - HET ZUIDEN OPENBREKEN *agro-reuzen op zoek naar nieuwe markten* agressief voor de wereldvrede - dubbele moraal - tekort op handelsbalans V.S. - Amerikaanse landbouwexport is een 'stralende ster' - hoe vrij is 'vrijhandel'? - boeren moesten maar in de fabriek gaan werken - heftig verzet tegen WTO - Cargill sponsort WTO-vergadering - hongersnood - handelsoorlogen 9 - VRIJHANDEL IN DE PRAKTIJK *voorbeelden uit de Derde Wereld* grondwetswijziging in Mexico - Midden Amerika - Brazilië - de landarbeiders moesten weg - China - Tanzania - rijstprijs moet omlaag DEEL DRIE: NADERE INFORMATIE OVER HET BEDRIJF CARGILL ===================================================== 10 - CARGILL, DE ALLERGROOTSTE *een schets van het bedrijf* over de hele wereld - omzet, winst en groei - verzekering & speculatie - subsidies - twee schatrijke families - verwerking - 135 jaar groei - Nederland - Europese subsidies binnenhalen 11 - CARGILLS 'BRUGGEHOOFD' IN EUROPA *een overzicht van het Nederlandse dochterbedrijf* een internationale schakel - dreigen in Amsterdam - Cargill-produkten zitten zowat overal in 12 - STUK VOOR STUK ALLE MARKTEN OPENWRIKKEN *Cargills lange termijn-strategie* voorzichtig en zorgvuldig - centrale regie - Cargills recept voor succes 13 - IN DE HELE WERELD EEN VINGER IN DE PAP *Cargill blijft uitbreiden* 'Optimaal partnership' in Ivoorkust - Oost-Europa - machtig - creatief belasting betalen - schimmige dochterbedrijven CONCLUSIE ========= 14 - DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN CARGILL *agro-multinationals zijn de motor van de vernietiging van het boerenbestaan* inderdaad: Cargill doodt - wie beslist? - zich van geen kwaad bewust? - voor het goede doel en een 'positieve uitstraling' INTERMEZZO ========== 15 - 'DE STAD IN FEITE DICTEERT WAT ER OP HET PLATTELAND MOET GEBEUREN IN PLAATS VAN OMGEKEERD' *analyse en alternatief van Herman Verbeek* de grote structuur - stad en land - Wageningen - in de steek gelaten door de eigen organisaties - totalitaire monsters - geestelijke monocultuur - acht aspecten van een alternatief: prijs, grond, arbeid, energie, gezondheid, distributie van voedsel, technologie, democratie - het versteende hart - kanttekeningen - laat boeren politiek beleid formuleren - beknelling en betutteling - rond de tafel DEEL VIER: NIEUWE ONTWIKKELINGEN ================================ 16 - SYNTHETISCH VOEDSEL *agro-giganten breken landbouwprodukten tot op de molecule af* wantrouwen - voedseltechnologentaal - kunstmatige halffabrikaten - op jacht naar goedkopere 'grondstoffen' - veelkleurig mediageweld - scepsis over functional food 17 - GENTECH, HET NIEUWE BREEKIJZER DAT ZELF AFBROKKELT *Cargill, Monsanto en genetische manipulatie* genetische & taal-manipulatie - natuurlijk en nauwkeurig? - veilig? - minder bestrijdingsmiddelen? - minder honger? - geen verschil? - scheiden niet mogelijk? - samenwerkende giganten - problemen - Monsanto, gentech reus - 's werelds grootste - watertekort biedt 'zakelijke mogelijkheden' - zelfmoordzaden - *met dank aan Monsanto* - Franse boeren vallen McDonald's aan - tegenvallers - Europees gentech rampenplan SLOT ==== 18 - IS ER WEL EEN ALTERNATIEF? honger - ondervoeding - verschillende typen hongersnood - calamiteiten - armoede - overbevolking - snelle bevolkingsgroei - is er echt geen alternatief? - tv-imago - alle kleine beetjes helpen? BEDANKT VERANTWOORDING Illustraties - produktie - computerhulp - uitgave - auteursrecht - bestellen BIJLAGEN en NOTEN =================== 1 - LITERATUUR EN ADRESSEN boeken - organisaties en hun tijdschriften - Nederland - boeren Nederland - boeren wereld - bedrijfsleven 2 - BOEREN-MANIFEST INDIA land - water - rijke veestapel - zaden - schulden 3 - CARGILL, ZOUT & VERZET India: zout-satyagraha - Venezuela: vissers verdedigen hun lagune 4 - ZAAD- EN AGROCHEMIE-GIGANTEN grootste zaadbedrijven - gentech zaadfirma's - grootste producenten landbouwgif - zaad-, gentech en gifreus tegelijk - fusies 5 - WTO EN LANDBOUW ontstaan en achtergronden van de WTO - groei wereldhandel - landbouw en WTO - nieuwe landbouwronde - organisatie van de WTO - landbouwblokken 6 - CARGILL - ORGANISATIE-STRUCTUUR hoofddirectie - business platforms - business units 7 - CARGILL - OVERZICHT ACTIVITEITEN EN PRODUKTEN handel - rond de landbouw - halffabrikaten voor de voedingsindustrie - voor verpakkers en supermarkt-ketens - diversen 8 - CARGILL - FINANCIEEL OVERZICHT 1995 - 1999 9 - CARGILL - LANDEN WAAR DE FIRMA ACTIEF IS 10 - CARGILL NEDERLAND - FABRIEKEN EN KANTOREN overzicht fabrieken - overzicht kantoren - adressen fabrieken - adressen kantoren - formele eigenaren 11 - CARGILL - IN DE NEDERLANDSE SUPERMARKT 12 - GESCHIEDENIS VAN CARGILL NEDERLAND EN BELGIë NOTEN ===== DEEL EEN ========== ========== DE VERNIETIGING VAN HET BOERENBESTAAN ===================================== ===================================== 1 INLEIDING ========= Tientallen eeuwen lang heeft het boerengezinsbedrijf over de hele wereld intens met de natuur samengewerkt om iedereen gezond eten voor te zetten. Duizenden jaren lang zijn de kleine boeren - hoe geminacht vaak ook - het fundament geweest van iedere samenleving, ook van de grootste wereldrijken. Zij vormden de levende schakel tussen de natuur- en de cultuurkant van ons bestaan. In onze tijd hebben kleine en middelgrote boeren het moeilijk, overal in de wereld, zowel in de rijke als in de arme landen. Veel bedrijven zijn al over de kop gegaan, nog meer worden met faillissement bedreigd. De gevolgen voor de boerengezinnen zijn dramatisch en het platteland verandert drastisch van karakter. Is deze ontwikkeling - hoe tragisch voor de direct betrokkenen ook - een noodzakelijk offer om de honger uit te bannen, om onze wereld welvarender te maken? Of ver¢¢rzaakt zij juist de honger en de ondervoeding in de Derde Wereld en vormt zij tegelijkertijd een niet te becijferen verarming van het leven van ons allemaal, omdat we het directe, praktische contact met de natuur steeds verder verliezen? En omdat ons steeds kunstmatiger voedsel steeds minder voedzaam wordt? Om die vragen te kunnen beantwoorden moeten we weten of de huidige ontwikkelingen in de landbouw, die op het eerste gezicht onontkoombaar lijken, misschien toch gestuurd worden. We zullen het veranderingsproces in de Westerse en Zuidelijke landbouw grondig moeten bestuderen en op zoek moeten gaan naar de verborgen mechanismen. OPBOUW Dit boek is als volgt opgebouwd: eerst komen de ervaringen en de kritiek van boeren uit het Westen en het Zuiden aan de orde. Vervolgens bekijken we de landbouw-economische structuur, waarbij onze aandacht vooral uitgaat naar de ontwikkelingen in de Verenigde Staten, omdat dit land voorop loopt. Ook kijken we uitvoerig naar de gevolgen voor de Derde Wereld, omdat daar de meeste slachtoffers vallen en nog onvoorstelbaar veel meer dreigen te vallen. Daarna richten we ons op de agro-multinationals* die in deze structuur onmiskenbaar een zeer grote rol spelen. [* Een agro-bedrijf is een firma die landbouwprodukten opkoopt en verwerkt tot halffabrikaten. Vaak levert zo'n firma ook aan boeren (zaden, kunstmest en bestrijdingsmiddelen) en bemiddelt ze bij leningen. Een agro-*multinational* opereert in meerdere landen. Chemische concerns die bestrijdingsmiddelen produceren, maar geen landbouwprodukten opkopen, reken ik in dit boek niet tot de agro-bedrijven, omdat ze minder diep ingrijpen in het boeren-bestaan.] Om zo concreet mogelijk voor ogen te krijgen wat er in werkelijkheid gebeurt verdiepen we ons vervolgens in één bedrijf: Cargill, de grootste en machtigste. Dan beschrijft Herman Verbeek in een diepgravender artikel de fundamentele oorzaken van de veranderingen in de landbouw. Ook schetst hij de voorwaarden voor een alternatieve ontwikkeling. Vervolgens bekijken we wat ons te wachten staat op het gebied van gentech en fabrieksvoedsel. Tenslotte richten we onze aandacht op de honger in de wereld en op de vraag of het wel realistisch is te streven naar een landbouw in boerenhanden. * * * Mijn inspiratiebron voor dit boek zijn boerinnen en boeren uit ons eigen land, uit andere Westerse landen en uit de Derde Wereld die opkomen voor het menselijke boerenbedrijf, en voor gezond en eerlijk voedsel; boerinnen en boeren die nieuwe bedrijfsvormen bedenken en uitproberen en die de strijd aanbinden met instanties en grote bedrijven. Aan hen draag ik dit boek op. 2 HERINNERING =========== Een paar maanden geleden ontving ik via e-mail het bericht dat in India honderden grotere en kleinere organisaties hun campagne tegen Cargill en Monsanto gingen opvoeren. Mijn hart sloeg sneller: na eerdere acties de afgelopen jaren zouden opnieuw duizenden Indiase activisten Cargill in hun land in het brandpunt van de publieke belangstelling brengen. Opnieuw zouden ze de confrontatie aangaan. Waardoor het weer iets duidelijker zal worden wat er gaande is in de landbouw, in de Derde Wereld en met ons voedsel; waardoor het iets helderder zal worden hoe de alsmaar groeiende macht van de agro-firma's honderden miljoenen boeren overal in de wereld bedreigt. Tegelijk schrok ik: "Mijn boek is nog maar half af." Ik wist dat ik me niet moest overhaasten met schrijven, maar het zou me wat waard zijn als ik mijn boek binnen enkele dagen zou kunnen afronden. "Waarom laten wij de Indiërs de kastanjes uit het vuur halen. Waarom helpen wij hen niet een handje, door ook hier de rol van de agro-multinationals ter discussie te stellen?" * * * Ik zie ze voor me de Brabantse zandwegen, waar ik als jongen uren over wandelde. De kleine akkers met tarwe, gerst, haver, rogge, bloeiende aardappelplanten en scherp-zoete voederbietjes. De kleine weilanden met zuring, de Belgische knollen, de warme stallen met een stuk of twaalf koeien en een zeug met een paar jonkies achter een schot. We vergaapten ons aan de eerste *combines* en aan het exotische maïs. Er kwamen steeds meer tractoren. De rustige zandwegen werden geasfalteerd en verloren daarmee hun rust. Maïs, maïs, overal maïs. Alleen nog maar maïs en gras. Reusachtige varkensstallen en kippenhallen. Schilderachtige boerderijtjes die blinkend lux opgeknapt werden en waarvoor opeens een Mercedes stond. Er deden verhalen de ronde over boeren die gek geworden waren van hun schulden, over zelfmoorden. Over de melkfabriek die geen melk meer kwam ophalen als je niet minstens 35 koeien had. "Vroeger moest je lichamelijk hard werken", vertelde een bevriende boer me. "Dan word je moe en kan je uitrusten en dan ben je er weer. Maar als je geldzorgen hebt, dan zak je steeds verder weg." Waarom moet de ondergang van het menselijke boerenbedrijf nog een keer plaats vinden? We hebben dit toch al in Amerika meegemaakt en daarna in Europa. Waarom moet dit nu nog een keer gebeuren in Polen en in India en waar nog meer? Waarom? Welke krachten steken achter deze rampzalige ontwikkeling? Zou het misschien het verlangen bij boeren zijn om - na generaties van armoede - eindelijk eens rijk te worden en mee te tellen in 'de wereld', om *manager* te zijn in plaats van keuterboer. Of misschien hun angst achter de ontwikkelingen aan te lopen en voor de bijl te gaan? Wie bespeelt deze verlangens en deze angsten? Wie voert de regie? Wanneer eindigt deze ontwikkeling? Pas als alle boerenbedrijven veranderd zijn in fabrieken, ons eten volledig kunstmatig is en de verpaupering van het platteland over de hele wereld compleet is? * * * Vaak hoor en lees ik opmerkingen in de trant van: "Er is al honger en ondervoeding in de Derde Wereld en de wereldbevolking groeit snel. De moderne grootschalige landbouw-aanpak is de enige die bewezen heeft voldoende te kunnen produceren. Zij heeft weliswaar negatieve kanten, die we met alle technische middelen die we in huis hebben moeten bestrijden. Maar we zitten er aan vast. Er is geen alternatief." Maar we moeten ons realiseren dat de snelle bevolkingstoename in het Zuiden juist ver¢¢rzaakt wordt door de steeds toenemende sociale onzekerheid. En die is weer het gevolg van de grootschalige, gemechaniseerde landbouw, die ontelbaar velen werkeloos maakt. Een van de weinige middelen van de niet-bezitters om zich enigszins te beschermen is een zo groot mogelijk aantal kinderen. Geef ze eens ongelijk. Verderop in dit boek zal ik laten zien dat de grootschalige industrie-landbouw niet los te zien valt van reusachtig grote firma's, die nog steeds groter en machtiger worden. Zo machtig dat er bijna geen regering is die nog serieus tegenspel kan bieden. De grote concerns hebben in het Westen weliswaar aan een groot deel van de bevolking veel materiële welvaart gebracht, maar ten koste van het milieu, de Derde Wereld en onze geestelijke en sociale stabiliteit. Nog nooit hebben de concerns zich bekommerd om de armen, die immers geen koopkracht hebben. En zouden de multinationale agro-bedrijven zich nu opeens in gaan zetten voor de werkeloos geworden, verpauperde landarbeiders en kleine boeren in de megasteden in het Zuiden? Dat klinkt te mooi om waar te zijn. De traditionele landbouwtechnieken hebben zeer veel groeimogelijkheden, zoals bleek in India in de periode vlak na de onafhankelijkheid. In de periode 1949-1965 nam de produktie van graan jaarlijks met ruim drie procent toe.[1] Maar die groei vergt een zeer intensieve ondersteuning en bescherming van de dorpsgemeenschappen door de overheid, en een drastische beperking van de macht van de grootgrondbezitters en plantagehouders. En juist dat blokkeren het IMF, de Wereldbank en de WTO, hiertoe geïnspireerd door de agro-multinationals. Ik kom hier later in het boek op terug. * * * Soms ben ik bang dat mijn verlangen naar een menselijk boerenplatteland voor nostalgisch gehouden wordt. Maar ik besef best hoe armoede, bekrompenheid en dwang boerendorpen vroeger in hun greep konden houden. Hoe boerenknechten en dienstmeiden uitgebuit en vernederd konden worden. Daar verlang ik niet naar terug. Ik wil begrijpen hoe we terecht gekomen zijn in deze draaikolk van eindeloos grote problemen in het boerenleven. Ik wil weten wat er gaande is en waar we uit zullen komen. Ik wil de boeren (en de stadsmensen) uit de Derde Wereld, die de confrontatie aangaan, een hart onder de riem steken. Omdat ik me realiseer dat ze iets oneindig waardevols verdedigen: het concrete, dagelijkse contact met de natuur, zoals we dat terug zouden kunnen vinden in ons eten en drinken. Wat hebben we te verliezen, anders dan de lege luxe, het kunstmatige eten, het vernielde landschap, ons verschraalde contact met de natuur en de honger en ondervoeding van onze medemensen in het Zuiden? Verderop in het boek beschrijf ik hoe organisaties van kleine boeren en landarbeiders, zoals bijvoorbeeld de KRRS in Zuid-India, de MST in Brazilië en de Fenocin in Ecuador, opkomen voor landbouw in boerenhanden. In feite zijn al duizenden boeren, landarbeiders en landlozen uit de Derde Wereld begonnen met alle macht het krankzinnige, vernietigende raderwerk van de multinational-economie af te remmen, in de hoop te overleven en de waardevolle kanten van het boerenbestaan alsnog de ruimte te geven die deze verdienen. Nu wij nog! 3 BOEREN VORMEN HET HART EN DE ZIEL VAN HET PLATTELAND ==================================================== het verhaal van een Limburgse boerin ===================================== Maria van Hoven, boerin uit het Zuid-Limburgse Noorbeek heeft aan den lijve ondervonden wat het betekent als je eigen bedrijf over de kop gaat. Ze voelde zich het slachtoffer van een onmenselijk systeem. Dat heeft haar aan het denken gezet over de maatschappij waarin we leven en over het belang van het kleine boerenbedrijf daarin. "De trein van de schaalvergroting raast maar door. Willen we weer een gezonde toekomst waarin iedereen tot zijn recht kan komen, willen we meer rust en vrede in onszelf, dan zal de snelheid vertraagd moeten worden. Dan zullen we een ander spoor moeten kiezen. (..) Op ons platteland horen boeren en tuinders. Als de overheid die verjaagt, jagen ze ook het hart en de ziel van het platteland weg. Dan blijven er dode akkers over." Maria is opgegroeid in de veertiger en de vijftiger jaren. Haar ouders hadden een kleine boerderij op de Zuid-Limburgse heuvels. Ze pachtten grond van de plaatselijke grootgrondbezitter, de gravin. Ze moesten hard werken, want er waren "zes hongerige kinderen" en verder allerlei familieleden en bekenden uit de stad die de slechte tijden op de boerderij doorbrachten. Dag en nacht werkten ze om geld te verdienen en daarmee hun schulden af te lossen en grond aan te kopen. Ook Maria leerde al vroeg de handen uit de mouwen te steken. Maria: "Voedsel produceren, dat stimuleerde de overheid, anders zouden medemensen in ons eigen land omkomen van de honger. 'Je bent verantwoordelijk voor je medemens', zei mijn moeder, 'zo moet je leven." De overheid gebruikte de enorme inzet van boeren en tuinders en hun kinderen om de voedselprijzen laag te houden. In de loop van de vijftiger jaren verdween het harde, maar kalme werken op de boerderij. "De stoptrein van het boerenleven moest een sneltrein worden. Sneller moest het. Handwerk werd vervangen door machines. De Boerenleenbanken sloten grote leningen af. Voor je het wist was je voor je hele leven met handen en voeten gebonden aan de bank. En de tussenhandelaren verdienden er goed aan." Vrouwen hadden het dubbel zwaar. "De grote boer kon zich een knecht of een dienstmeid permitteren. Maar op de kleine bedrijfjes werkte moeder de vrouw zich het pleuris. Zij moest een dubbele rol vervullen in het leven: die van moeder van het gezin en van knecht op het bedrijf. Want het was vroeger een mannenwereld. De man was het hoofd van het gezin en van het bedrijf. En de vrouw moest onderdanig zijn." In het maatschappelijk leven maakten de hereboeren de dienst uit. "Na vijfentwintig of veertig jaar op dezelfde stoel kregen zij een eervolle onderscheiding. Veel mannen wilden van geen wijken weten." In 1973 volgden Maria en een andere boerin de middenkadercursus van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, om wat tegenwicht te bieden aan die mannenoverheersing. "We wilden onze stem laten horen. We voelden dat we nog harder moesten gaan werken en we wilden de mannen bewust maken van het belang van de arbeidsvreugde. Dat we niet alleen maar plichten zouden hebben, maar ook tijd om samen te leven. Dat we de trein wat moesten afremmen. Maar er was geen tijd om te bezinnen. De stoptrein was al een sneltrein geworden." UIT DE TREIN GEVALLEN Maar het moest nog sneller, nog groter. "Steeds meer grond, meer koeien, meer kassen. De melkbussen verdwenen en de melktank kwam ervoor in de plaats met het verhaaltje 'dan hoeven jullie niet meer zo hard te werken'. Maar we moesten nog harder werken om onze schulden te betalen." Om bij te blijven en voor hun opgroeiende kinderen en henzelf alles te kunnen aanschaffen wat ze nodig hadden, besloten ook Maria en haar man nog meer te gaan produceren. Daarom kochten ze weer grond bij en verbouwden hun oude stallen. Al met al was het geen nare tijd: "We hadden vier gezonde kinderen. Dat gaf een dankbaar gevoel. Onze toekomst leek verzekerd. We waren er van overtuigd een opvolger te hebben. Samen met onze kinderen beleefden we heel veel arbeidsvreugde op ons gezinsbedrijf. We leefden mee met de seizoenen van het jaar." Door keihard te werken, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, dag-in-dag-uit, lukte het Maria en haar man het bedrijf gaande te houden. Totdat Maria haar man ziek werd. "Er volgden jaren van grote onzekerheid. Ik gaf mijn beste krachten, maar zelfs dat was niet genoeg. Ik bezweek erbij. Onze wereld stortte in. De sneltrein die over het platteland raasde was een TGV geworden, maar wij waren eruit gevallen. Wij waren kapot en verdoofd." Maria had het gevoel gefaald te hebben, omdat ze uiteindelijk niet meer aan de verwachtingen van de overheid had kunnen voldoen. Maar ze was ook kwaad. Ze voelde zich "misbruikt en leeggezogen. De overheid heeft de boeren en tuinders als marionetten aan touwtjes. En als je het spel niet meer mee kunt spelen, word je als oud vuil weggegooid." Na een ellendige crisis van verschillende jaren heeft Maria langzaam maar zeker weer wat grond onder haar voeten gekregen. Hoewel ze zich soms nog behoorlijk moe voelt. Het ergste vond ze nog dat haar buren en vrienden hen lieten vallen. "Maar ze stonden wel meteen op de stoep voor de grond en het melkquotum. Als je het niet kan bolwerken ben je een 'slechte boer'. De liefde is er niet meer. We worden zo opgejaagd door het systeem dat we concurrenten geworden zijn van elkaar. Waar is de arbeidsvreugde gebleven? Onze kinderen willen niet meer 365 dagen per jaar werken, in een slavensysteem van de overheid. En dan ook nog eens door de burgers uitgemaakt worden voor milieuvervuilers." 'IS DIT RECHTVAARDIG?' Nu Maria wat meer afstand heeft genomen, dringt zich bij haar de vraag op wat er van de landbouw terecht is gekomen. "Wat is er nu bereikt? Is dit een rechtvaardig boerenbestaan? Dit is toch geen menselijke samenleving meer? Wat gaat de overheid nu nog bedenken om de laatste generatie boeren en tuinders en hun kinderen kapot te maken?" Telkens komt de overheid weer met nieuwe plannen en voorschriften. "De hinderwet schrijft je voor hoe je moet leven. Zo mag je bijvoorbeeld de staldeur niet meer half open laten staan. Straks wordt de laatste boer van ons dorp nog gedwongen zijn bedrijf te sluiten omdat de burger de geur van mest niet meer kan verdragen en er geen haan meer mag kraaien op het erf. Als boer kan je toch niet in een openluchtmuseum leven? En ik zeker met klompen en een schort aan en een rode zakdoek om mijn hals met de hand koeien melken, met op de grond een pet voor een aalmoes." "Duizend boeren in Limburg moeten hun bedrijf sluiten, las ik vorige week in de krant. Is dit een rechtvaardig boerenbestaan? Is dit mijn leven? Mijn voorouders, mijn ouders en mijn man, mijn kinderen en ik hebben mogen meewerken aan die allereerste levensbehoeften, een produkt van onze handen, ons verstand en ons gevoel. We leefden mee met het wel en wee van onze lieve dieren, ons land, onze fruitbomen en de groente- en bloementuin. 'Geef ons heden ons dagelijks brood', baden wij." "Het kan toch niet waar zijn dat boeren en tuinders alleen de schuld krijgen van onze milieuvervuiling en met de vinger nagewezen worden. Het kan toch niet waar zijn dat de leefbaarheid van ons platteland onmogelijk wordt gemaakt en dat er in ons mooie Limburgse land alleen nog in recreatie wordt geïnvesteerd en er voor boeren en tuinders geen plaats is. Het kan toch niet waar zijn dat de overheid een beleid voert waarin geen plaats is voor arbeidsvreugde en gezinsbedrijven. Het kan toch niet waar zijn dat boeren en tuinders, die generaties lang het beste gegeven hebben wat zij hadden, nu van de overheid een trap nakrijgen: 'Bedankt en wegwezen." ****b*e*g*I*n***k*a*d*e*r**** VEERTIG PROCENT VAN DE BOEREN HEEFT INKOMEN ONDER ARMOEDE-GRENS Uit een ANP-bericht van december 1999: "Een groter aanbod en lagere prijzen hebben de inkomens in de land- en tuinbouw dit jaar omlaag gedrukt. Voor de meeste bedrijven liggen ze duidelijk lager dan in voorgaande jaren. Dit geldt vooral voor de akkerbouw-, glastuinbouw-, melkvee- en pluimveebedrijven. (..) Dit meldde het LandbouwEconomisch Instituut (LEI) gisteren in het jaarlijks overzicht. (..) Oorzaak is het gemiddeld vier procent grotere aanbod van veel agrarische produkten, nu er geen varkenspest of waterschade is. De prijzen hebben daar heftig op gereageerd. Ze daalden gemiddeld zeven procent. Gevolg is dat de inkomens met ruim tien procent zakten. (..) Hoewel veertig procent van de boeren een inkomen heeft dat feitelijk onder de armoedegrens ligt, verwacht LEI-directeur Zachariasse niet dat veel boeren en tuinders zullen stoppen. 'Vooral wegens de sociale contacten probeert men door te gaan. Stoppen wordt beschouwd als een nederlaag."[2] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** OP WEG NAAR EEN NIEUW TIJDPERK "Maar het ¡s waar. Er is een crisis aan de gang op ons platteland. Het is aangetast, het is ziek van teveel bemoeizucht. Het opjaag-systeem maakt teveel boeren en tuinders kapot. Op ons platteland horen boeren en tuinders. Als de overheid die verjaagt, jagen ze ook het hart en de ziel van het platteland weg. Dan blijven er dode akkers over. De goddelijke bezieling is dan verdwenen. Ons platteland heeft pijn in hart en ziel." "Ons gevoel is ons kompas. Daarvoor hebben we het gekregen. En mijn gevoel zegt me dat we eigenlijk al op weg zijn naar een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin boeren in hun eigen tempo mogen leven. Daarvoor moet de cyclus van de macht, van groter, sneller, meer en sterker doorbroken worden. 'De een zijn dood, de ander zijn brood' mag niet meer gelden. Was het niet onze opdracht en onze bestemming om onze aarde te bewonen, te bewerken en ervan te leven? In plaats van ons te laten leven? Het moment is aangebroken om te luisteren en om te zien. Er is genoeg voor iedereen. Geef ons heden ons dagelijks brood." VERANTWOORDING Dit artikel is gebaseerd op de inleiding die Maria van Hoven 1 oktober 1999 hield op de studiedag 'De strijd om een rechtvaardig boerenbestaan', georganiseerd door de Werkgroep Landbouw en Armoede en de Zelfhulp-organisatie Bedrijfsbeëindigers. Maria heeft de tekst geautoriseerd. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** GEMEENTEWONING Uit de *Volkskrant* van januari 2000: "Armoede, zegt voormalig boer Theo Bongers, kun je niet zien bij boeren. 'Iedereen heeft een moestuin, je hebt je eigen groenten. Boeren hoeven niet zo nodig een theatertje te pikken, of uit eten, of elke week naar de bioscoop. Luxe is niet zo nodig.' Armoede voor een boer, zegt Jan van Sleeuwen (zelf boer), is dat hij de boerderij moet verkopen en in het dorp moet gaan wonen, in een gemeentewoning. 'De burgermaatschappij begrijpt niet waarom een boer niet in een gemeentewoning zou kunnen wonen. Je moet het omdraaien om het te begrijpen. Leg mij maar eens uit waarom iemand die in een flat woont drie keer per jaar op vakantie moet."[3] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DALENDE MELKPRIJS Uit *Het Parool* van februari 2000: "De stichting Natuur en Milieu vindt dat de overheid moet ingrijpen in de concurrentieslag die supermarkten voeren via de melkprijs. Door de lagere melkprijzen kunnen de boeren geen dure milieumaatregelen meer betalen. Daarom moet een minimumprijs weer worden ingevoerd, aldus de stichting. Super De Boer verlaagde zijn melkprijs vorige maand met enkele dubbeltjes. Albert Heijn volgde, waarna ook de Edah en ander supermarkten de melk blijvend goedkoper maakten. De inkoopprijs dreigt door de melkoorlog te dalen van gemiddeld 75 tot 68 cent per liter. Stichting Natuur en Milieu waarschuwt dat de boeren juist vijf cent meer zouden moeten krijgen wegens de nieuwe regels voor mest en huisvesting. De melkprijs zou met zeker tien tot vijftien cent moeten stijgen om te voldoen aan andere wensen van de consument: het weglaten van genetisch gemanipuleerd veevoer, verplichte weidegang voor de koeien, minder landbouwgif. 'Als boeren zien dat de prijzen alleen maar omlaag gaan, zullen zij hun problemen noodgedwongen moeten afwentelen op milieu, dierenwelzijn en landschap', vreest medewerker Remmers van Natuur en Milieu. 'Zij zullen de produktie nog verder opvoeren, ten koste van het dier."[4] De minimumprijs voor melk werd in 1994 afgeschaft en leidde al direct tot een felle concurrentiestrijd onder supermarkten.[5] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** 'TUCHT VAN DE MARKT' Uit *Het Financieele Dagblad* van 2 april 1999: "De Nederlandse minister van Landbouw, Apotheker, (..) was eind vorig jaar heel duidelijk in zijn afwijzing van produktiebeheersing. (..) Het relatieve succes van produktiebeperking in de zuivel, waar de quota effectief zijn gebleken, mag geen reden zijn om in de akkerbouw een soortgelijk instrument te hanteren. Want zo leren de boeren nooit omgaan met de tucht van de markt." ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DUIMSCHROEVEN In *Agenda 2000* heeft de Europese Commissie geschetst hoe de Europese landbouw er over een paar jaar uit moet gaan zien. Over deze plannen wordt druk onderhandeld. Maar vermoedelijk zal het boereninkomen opnieuw een stevige knauw krijgen. Zoals het er nu uit ziet: = De prijs voor graan en zetmeelaardappelen zal al in 2000 met 20 procent omlaag gaan, hoewel de inkomenscompensatie iets hoger wordt. = De Europese garantieprijs voor de melk gaat met 15 procent omlaag. = Het Europese melkquotum gaat met ruim 2 procent omhoog, hoewel er nu al een overproduktie is van melk(produkten) in Europa. De extra overproduktie kan een verdere prijsverlaging van 10 procent veroorzaken. = De Europese Commissie schaft mogelijk in 2006 het melkquotum volledig af. Dat betekent uiteraard nog meer overproduktie, dus prijsverlaging. = De Europese garantieprijs voor rundvlees daalt met 25 procent.[6] Volgens hoofdbestuurder Opsteegh van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie worden melkveehouders gedwongen tot verdere schaalvergroting om te overleven. Hij vreest dat in de komende tien jaar de helft van de 30.000 Nederlandse melkveehouders zal verdwijnen.[7] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** HELE BEVOLKINGSGROEP WEGVAGEN "Ze kunnen toch niet zomaar een hele bevolkingsgroep uit Nederland wegvagen." Met deze woorden reageerde een verbijsterde melkveehouder op een ingezonden artikel in *Trouw*[8] van professor doctor J. Kol en doctorandus B. Kuijpers van het Erasmus Centre for Economic Integration Studies van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Onder de kop. 'Veeteelt weg uit Nederland' schrijven ze: "Nederland is niet meer de. meest.geschikte locatie voor de melkveehouderij; het is wellicht te dicht bevolkt en in ieder geval te welvarend. (..) De effecten van het landbouwbeleid zijn negatief: het leidt tot zeer hoge prijzen voor consumenten, hoge afdrachten door belastingbetalers, verhindering van uitvoer van landbouwprodukten door ontwikkelingslanden, en aantasting van het milieu en het landschap. (..) Een reëel alternatief voor het huidige landbouwbeleid is voorhanden. Veeteelt kan veel beter plaatsvinden in landen die daar beter voor geschikt zijn, wat betreft de beschikbare ruimte en het niveau van welvaart, zoals in Zuid-Amerika." Kol en Kuijpers pleiten vervolgens voor "vrijhandel in landbouwprodukten", ook al betekent dit het faillissement van talloze boeren. Merkwaardig genoeg weten de beide geleerden *geen enkele* positieve kant van de Nederlandse landbouw te noemen en stippen ze structurele oorzaken van de Nederlandse landbouwproblemen niet aan. Laat staan dat ze zich er serieus in verdiepen. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** STRIPS: voor twee Volkskrant-strips van Peter de Wit.zie: www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/ duisteremachten/nederlandseboeren.html ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 4 'CARGILL KILLS' =============== verzet tegen de machtshonger van agro-multinationals ===================================================== "Cargill, down, down! Cargill, down, down! Biotechnology, down, down! Biotechnology, down, down!" Luidkeels hun leuzen roepend, demonstreren eind mei 1999 een veertigtal Indiase boeren in het Amsterdamse havengebied. Ze dragen kleurige sari's en traditionele witte Gandhi-kleding en hebben lange helgroene sjaals om. Op hun spandoeken staan leuzen in een Indiaas schrift en in het Engels: 'United against Cargill'. De groep Indiërs is samen met een handvol mensen uit Bangladesh, Nepal en Mexico en een tiental Europeaanse actievoerders enkele dagen in Nederland. Het is een delegatie van de 'InterContinental Caravan'. Op initiatief van de Zuid-Indiase boeren-organisatie KRRS trekken zo'n 400 Indiase boeren en enkele tientallen vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit verschillende Derde Wereldlanden met elf bussen een maand lang door Europa. Op tal van plaatsen demonstreren ze tegen de EU, de WTO, de G7, en tegen banken en agro-multinationals. Aangekomen bij Cargills graanoverslagbedrijf IGMA schreeuwen de Indiërs hun leuzen nog harder en zwaaien ze nog feller met hun vuisten. "Er is pijn, dus moeten we schreeuwen", legt een van de boeren me uit. "Cargill kills." "We zijn tegen multinationals", vult een ander aan. "De multinationals nemen geld weg van de armen." "En onze armen zijn echt arm", voegt ze er met nadruk aan toe. Een andere demonstrant vertelt me van een zelfmoordgolf onder katoenboeren, die voor veel geld van een multinational 'superzaad' gekocht hadden. Toen de oogst erg tegenviel, konden ze hun schulden niet meer aflossen. "Als er geen opbrengst is, waar moet een boer dan van leven? Hoe moet hij zijn familie onderhouden? Wat kan hij anders dan zelfmoord plegen?" Een paar werknemers van het bedrijf kijken van een afstandje verlegen lachend toe. Als ik hen vraag of ze weten waar het over gaat, antwoordt een jongeman me ernstig: "Het is waar, een groot bedrijf als Cargill is een gevaar voor hen. Het is net als Albert Heijn, die de super op de hoek wegpest." Een andere, wat oudere man: "Het zij zo, wat doe je eraan? Ik weet niet of dit effect heeft." De demonstranten lopen nu naar het vijftig meter verderop gelegen Benelux-hoofdkantoor van het bedrijf. Daar spreekt de KRRS-voorzitter Mahanta Nanjundaswamy de demonstranten rustig en zonder stemverheffing toe. Deze zestiger, klein van stuk, met een baardje, grote bril en een gehaakt groen mutsje, haalt in India geregeld de voorpagina's van de landelijke bladen met zijn kritiek op de corrupte Indiase regeringsleiders, het heerszuchtige IMF en WTO en de inhalige Westerse multinationals. Ook nu windt hij er geen doekjes om: "Cargill, gooi direct jullie programma om. Stop met gentechnologie. Anders zullen wij opnieuw directe acties uitvoeren. De actie van vandaag is onze derde waarschuwing. Eerder bestormden we jullie kantoor in Bangalore, daarna braken we een bedrijfsgebouw af." ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** FOTO: zie www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/indiaseboeren.htlm Indiase boeren demonstreren bij Cargill in Amsterdam. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** Cargill is een van de bedrijven die genetisch gemanipuleerde granen en oliezaden verhandelt. In de ogen van de KRRS is gentechnologie een breekijzer voor agro-multinationals als Cargill en Monsanto om de landbouw in de Derde Wereld open te breken en in hun greep te krijgen. Omdat de agro-multinationals inzetten op grootschalige, gemechaniseerde landbouwbedrijven, zullen kleine boeren massaal failliet gaan. Of zoals Nanjundaswamy kernachtig samenvat: "Gentechnologie zal ons doden." Cargill-directiesecretaris J.H. van Zelm van Eldik - armen over elkaar, hoofd scheef - kijkt zwijgend toe. Eerst weigert hij commentaar te geven. Later verklaart hij: "Cargill vervoert alleen wat uitvoerig getest en door de overheid goedgekeurd is." Hij wordt overstemd door de jonge boerenleider Shamsun Nahar Khan uit Bangladesh. Op volle kracht en met bliksemende ogen roept ze door de microfoon: "Wij zullen duizenden en duizenden Bangladeshi mobiliseren." DIRECTE ACTIE Zoals Nanjundaswamy in zijn toespraak voor het Benelux hoofdkantoor van Cargill in Amsterdam al aanstipte, had de KRRS het al eerder aan de stok met dit bedrijf. Op 29 december 1992 bestormden honderden activisten van de KRRS en de actiegroep Gene Campaign het Cargill-kantoor van de Zuid-Indiase stad Bangalore. Directeur John Hamilton hoorde de portier nog roepen: "John, some people are here", of de eersten stoven al naar binnen. Hamilton, een voormalige Australische veeboer, sprong op hen af om hen de kamer uit te gooien. "Toen keek ik om me heen en zag hoeveel er binnen stroomden. Ik realiseerde me dat het tamelijk zinloos was."[9] Een stel activisten gingen om het personeel heen staan. Anderen gooiden alle paperassen naar buiten die ze konden vinden, inclusief de onderzoeksresultaten van de afgelopen jaren en vergunningen van de overheid.[10] Ook de computerdiskettes vlogen het raam uit. Beneden verzamelden KRRS-activisten het materiaal en staken dat in brand. Een half jaar later, op 12 juli 1993, was het opnieuw raak. Nu was een zaadverwerkingsbedrijf in Bellary het doelwit, 300 km ten noorden van Bangalore. Ongeveer honderd KRRS-leden begonnen met hun blote handen en met ijzeren staven de Cargill-gebouwen te slopen. De politie arresteerde vijftig actievoerders en hield die enkele uren vast. Later op de dag liet zij de actievoerders weer vrij.[11] Ondertussen is de hal van het Cargill-kantoor in Bangalore voorzien van stevig traliewerk en lopen er een stel beveiligingsbeambten rond.[12] Om het bedrijf in Bellary staat nu een granieten muur met wachttorens.[13] De acties vormden een protest tegen het binnendringen van Cargill in de Indiase landbouwmarkt, via de verkoop van zonnebloem- en maïszaad.[14] Maar het zat de KRRS vooral dwars dat Cargill een van de drijvende krachten achter het GATT-handelsverdrag is. Speciaal de toevoeging van een clausule over het 'intellectueel eigendomsrecht' aan het verdrag baarde de KRRS zorgen. Via deze zogenaamde 'TRIPs' (Trade Related aspects of Intellectual Property Rights) kunnen agro-multinationals landbouwzaden uit het Zuiden een tikkeltje veranderen en vervolgens patenteren. Als boeren deze zaden kopen, is het hen voortaan verboden een gedeelte van de oogst het volgend jaar opnieuw te gebruiken als zaaigoed. Boeren zijn dan verplicht ieder jaar opnieuw zaad te kopen. Vooral de armere kleine boeren hebben daarvoor het geld niet. Bovendien staat het verbod op het overhouden van een gedeelte van de oogst haaks op de eeuwenoude boerentraditie om zaad uit te wisselen. Nanjundaswamy: "We willen dat de Indiase patentwet uit 1970 intact blijft. Deze sluit patenten op alle levende organismen uit en verbiedt multinationals actief te zijn in de zaad-sector."[15] Cargill-directeur Hamilton heeft zich erg ingespannen India de GATT binnen te slepen. Zo liet hij eens los dat "we via de Seed Association of India (..) zes jaar gelobbyd hebben bij de regering. (..) We zijn erg blij dat India erin toegestemd heeft om, net als de rest van de wereld, mee te doen met de GATT. De voorgestelde ontwerptekst was precies wat we wilden als zaadfirma in India."[16] Dat de ontwerptekst van de GATT precies was, wat Cargill zich wenste, is misschien niet helemaal toevallig. Voormalig Cargill-topman Daniel Amstutz schreef het VS-voorstel voor de landbouwparagraaf van dit handelsakkoord.[17] Voor de KRRS had Hamilton volstrekt geen begrip. De activisten noemde hij "a group of hooligans".[18] Ook Indiase kranten gebruikten termen als 'vandalisme', 'hysterie' en 'extremisme'. Nanjundaswamy: "Wie het vernietigen van levenloze voorwerpen 'geweld' noemt, weet misschien niet wat 'geweld' betekent. (..) Juist de multinationals zijn het die agressief arme landen als de onze plunderen. Hun stompzinnig gejaag op eindeloos veel winst heeft de landbouw in veel Derde Wereldlanden veranderd in een puinhoop, door de beste grond te onttrekken aan de voedselvoorziening. Ook hebben zij landbouwgronden voor altijd vernietigd door een overdreven gebruik van chemicaliën aan te moedigen. Hun aanwezigheid heeft landen, die eens zelfvoorzienend waren op voedselgebied, zover gebracht dat ze nu voedsel moeten importeren. Onze acties zijn alleen maar bedoeld om los te komen uit het web waarin multinationals als Cargill ons gevangen hebben. Het enige wat we proberen is ons land te beschermen tegen hun aanval, door hen te vragen India te verlaten."[19] Volgens Nanjundaswamy zou ook Gandhi, als hij nog zou leven, niet spreken over geweld. In antwoord op een vraag over het opblazen van een trein heeft deze eens gezegd: "Een passagierstrein opblazen is een daad van geweld. Maar een goederentrein die wapens vervoert niet."[20] De KRRS is niet tegen parlementaire democratie. Maar toen na talloze demonstraties en protesten de regering zich doof hield, besloot de boerenorganisatie zich rechtstreeks, via 'directe actie', te richten tot de multinationals. Volgens Nanjundaswamy vullen parlementaire democratie en directe actie elkaar aan.[21] Ondertussen heeft de KRRS haar aandacht verbreed tot andere multinationals: de *fast food*-keten Kentucky Fried Chicken van Pepsico[22] en de gentech zaadgigant Monsanto.[23] Met dit laatste bedrijf werkt Cargill intensief samen (zie hoofdstuk 17). ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** AFFICHE: zie www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/indiaseboeren.html Indiase affiche uit 1993. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DE KRRS - EEN RADICALE BOERENVAKBOND UIT ZUID-INDIA Karnataka Rajya Ryotha Sangha, afgekort KRRS, betekent 'Boerenorganisatie van de deelstaat Karnataka'. Deze radicale bond organiseert een derde van de boerenbevolking van deze Zuid-Indiase deelstaat en telt ongeveer tien miljoen leden. Samen met een viertal vrienden richtte Mahanta Nanjundaswamy, hoogleraar internationaal recht, de bond in 1965 op. De bond beschouwt zichzelf als een Gandhi-organisatie, die streeft naar een vitalisering van de plattelandseconomie. De belangrijkste politieke besluiten zouden op dorpsnivo genomen moeten worden. Om de landbouw en de nationale industrie te beschermen bepleit de bond een tijdelijke stopzetting van de buitenlandse handel. De KRRS organiseerde tal van burgelijke ongehoorzaamheidsacties, lokale betogingen en massademonstraties in Bangalore, de hoofdstad van Karnataka, tegen corruptie en het vrijhandelsverdrag GATT. De bond bepleit bij haar leden een herwaardering van traditionele landbouwtechnieken en inheemse gewassen. In feite komt dit neer op biologische landbouw. De KRRS accepteert geen subsidies, niet van NGO's en zeker niet van regeringen. Zij neemt alleen geld aan van boeren. Groene sjaals vormen het symbool van de KRRS. Nanjundaswamy: "Groen is de kleur van het leven, van de groei." KRITIEKPUNTEN Hoewel vrouwen op de kleine boerenbedrijven het meeste boerenwerk verrichtten, is de KRRS echt een mannen-organisatie. In de besturen zie je nauwelijks vrouwen en vrouwenkwesties komen maar zeer magertjes aan bod. Ook de positie van kasteloze landarbeiders krijgt niet veel aandacht. Tenslotte bleek bij de organisatie van de InterContinental Caravan dat voorzitter Nanjundaswamy wel een zeer centrale positie inneemt. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** INDIA OPNIEUW BEZET De Indiase milieuactiviste en onderzoekster Vandana Shiva verzet zich al tientallen jaren met hand en tand tegen de groeiende invloed van de agro-multinationals.[24] Maart 1999 nog bracht zij 1500 grotere en kleinere Indiase organisaties bij elkaar voor een campagne voor "multinational-vrije, chemie-vrije en zaadpatent-vrije landbouw."[25] In 1996 schreef zij: "In de nieuwe wereld die nu aan het ontstaan is, is de Amerikaanse ambassadeur bezig zich snel de positie te verwerven van de Resident uit de dagen dat de East Indian Company de baas was. Het enige verschil is dat er nu een heel stel East Indian Company's zijn, waaronder multinationals als Pepsico en agro-giganten als Cargill, die toestemming hebben gekregen om handelsfirma's in volledig eigen beheer op te zetten voor landbouwprodukten en landbouwbenodigdheden als zaad, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De officiële Amerikaanse overheidsinstanties treden op voor hun belangen en dwingen de Indiase overheidsdiensten ook instrumenten te worden in de handen van de multinationals. Aan de ene kant worden de Indiase instanties in dit tijdperk van groeiende macht van het bedrijfsleven het doelwit van de internationale politiek van de Verenigde Staten en de WTO. Aan de andere kant werpen zij zich zelf op als promotors van Amerikaanse agro-industrie en vernietigers van het bestaan van de kleine boeren. Deze welbewuste, beleidsmatige vernietiging spreekt uit de woorden van Gokul Patnaik, het hoofd van de Indiase APEDA (Agricultural and Processed food Export Development Authority). In 2001, zo verklaarde hij, zal de Indiase landbouw volledig in handen zijn van het bedrijfsleven. Hij gaf daarbij expliciet toe dat deze ontwikkeling de vernietiging betekende van de kleine boerenbedrijven. Patnaiks en APEDA's anti-boer en pro-bedrijfsleven houding blijkt verder uit het feit dat Patnaik lid is van de US-India Commercial Alliance, een groep zakenlieden die zich tot doel stelt Amerikaanse bedrijven een betere toegang te geven tot de Indiase markt."[26] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** Lied van landarbeider Miguel Peixoto uit de Braziliaanse deelstaat Ceará: DE GROND IS VAN DEGENE DIE HEM BEWERKT! Als het land niet gemaakt is door de mensen, als het het werk van God is, zoals de lucht, hoe kan iemand het zich dan toeëigenen, dit goed, dat er voor allen is die moeten eten? Laat men het land dan niet afrasteren en afnemen van de gezinnen die er van moeten leven, want als men de landbewerker berooft van zijn grond wordt hij veroordeeld tot een krottenwijk. Laten we voor eens en voor altijd overeenkomen dat de grond is van degene die hem bewerkt! Uit niets blijkt dat God zou hebben verkocht het land dat hij maakte voor iedereen. Als het land dan nu in handen is van de rijke en de landbewerker op het veld wordt onderdrukt, dan is dat omdat iemand geld maakt van zijn wetenschap, zich het land toeëigende, ruzie maakte, en degenen die er op leefden er vanaf gooide, met de Wet, met geweld, met de macht. Maar nu is het nodig te zeggen: de grond is van degene die hem bewerkt! ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** TEKENING: zie www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/indiaseboeren.html Dit lied en deze tekening zijn overgenomen uit: *Strijd om de grond - kleine boeren in Brazilië in verzet tegen grootgrondbezitters, economische en vele andere machten ...* ; Jan Glissenaar; Stichting Studio 3 en Vastenaktie Nederland; Montfoort en Oegstgeest, 1990; pag. 42. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** DE STADSRAND ============ Drie schilderijen tref je aan in dit boek. Ze zijn gemaakt door Leon van der Heijden. Een boerderij aan een sloot, een huis in het land, een weg met bomen tussen akkers. Het landschap van eeuwen her; de wortels van ons bestaan. Zoals Leon dat ontmoette aan de rand van de stad. Zoals ook wij dat kunnen ontmoeten, nog steeds. De stadsrand, waar stad en boerenland in elkaar overvloeien, elkaar verrijken. Of waar ze op elkaar botsen: hard, meedogenloos en zonder winnaar. Want het schilderachtige - de vriendelijke uitnodiging tot reflectie - wordt bedreigd. Wordt altijd weer bedreigd. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** SCHILDERIJEN: voor een afbeelding van de twee van de schilderijen zie: www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/stadsrand.html ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** DEEL TWEE ========= ========= BIJVOORBEELD CARGILL ==================== ==================== de agro-economische structuur toegelicht ========================================= ========================================= Om goed zicht te krijgen op de problemen waarmee boeren uit zowel het Westen als het Zuiden te maken hebben, zullen we in de volgende hoofdstukken de landbouw-economische structuur onder de loep nemen. Onze aandacht zullen we speciaal richten op de rol die grote agro-concerns spelen bij de veranderingen in de landbouw. En op de beïnvloeding van de overheid door deze firma's. Om een zo concreet mogelijk beeld te krijgen bekijken één bedrijf extra nauwkeurig: Cargill, de grootste en machtigste in de agro-industriële sector. 5 BOEREN IN DE TANG ================= landbouw-schaalvergroting in het Westen ======================================== "Cargill kills", beweren de Indiase actievoerende boeren. Als Cargill vaste voet aan de grond krijgt in India, zullen honderdduizenden, miljoenen landarbeiders en kleine boeren failliet gaan. Uit pure armoede zullen ze naar de grote stad trekken, in de hoop een van de schaarse slecht betaalde baantjes te bemachtigen. Velen zullen daar creperen. Dat is een zware beschuldiging: Cargill zou willens en wetens massaal Indiase boeren de armoede, de ellende en de dood injagen. Klopt dat? Laten we eens kijken wat er in Amerika, het thuisland van Cargill, de laatste tientallen jaren gebeurd is, en wat de rol van Cargill in deze ontwikkelingen is geweest. AMERIKAANSE BOER IS VAN HET PLATTELAND VERDWENEN In de Verenigde Staten is sinds 1945 twee derde van de boerenbedrijven verdwenen.[27] Volgens de officiële statistieken zijn er nu nog ongeveer twee miljoen boeren in Amerika over. "Maar als cijfers ooit een vertekend beeld geven, zijn het deze wel", becommentarieert *Het Financieele Dagblad*. Onder de kop 'Amerikaanse boer is van het platteland verdwenen' schrijft het: "Voor driekwart van de als boer geregistreerde boeren is het boeren-aandeel van het inkomen te verwaarlozen. Het bijbaantje dat er tijdens de landbouwcrisis (in de midden jaren tachtig) werd bijgenomen om als boer te kunnen overleven, is uitgegroeid tot hoofdberoep. Zelfs bij de commerciële bedrijven (met een afzet van meer dan $ 50.000 per jaar) bestaat de helft van het inkomen uit inkomsten van buiten de boerderij."[28] Kortom, boeren die de kost verdienen met hun boerenwerk zijn er nauwelijks meer.[29+] *[* Bij een '+' achter het nootnummer staat er behalve een bronvermelding ook extra informatie in de noot.] Al in 1990 zat 22 procent van de Amerikaanse boerengezinnen onder de armoedegrens. Dat is twee keer zoveel als gemiddeld in de Verenigde Staten. In die zelfde tijd gingen jaarlijks bijna 40.000 boerenbedrijven failliet. Het ligt voor de hand dat de verkoop van het bedrijf wat al generaties lang in het bezit is van de familie en je hand ophouden bij de sociale dienst de betroffen boeren niet in de koude kleren ging zitten. De regionale kranten stonden dan ook vol met verhalen over zelfmoord en vrouwenmishandeling.[30] Maar niet alleen boerenbedrijven gingen over de kop, ook de dorpswinkels en de scholen, zoals iedereen weet die wel eens in de noordelijke middenstaten van Amerika rondgereden heeft en de troosteloze verlaten gebouwen langs de 'mainstreets' zag. Want iedere boeren-dollar ging viermaal rond in de lokale economie.[31] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** EUROPA: TWEE DERDE VAN DE BOEREN WEG Ook in Europa heeft de schaalvergroting en de mechanisering toegeslagen. Na de Tweede Wereldoorlog moest Europa voedsel importeren. Om zo snel mogelijk in deze cruciale economische sector onafhankelijk te worden, nam de overheid het initiatief om naar Amerikaans recept de produktie omhoog te jagen. Was in 1930 ruim 20 procent van de Nederlandse beroepsbevolking boer of visser, in 1993 was dit nog slechts 4 procent. In West-Duitsland verdween sinds 1949 twee derde van de boerenbedrijven. In de twaalf landen van de Europese Unie daalde sinds 1970 het gedeelte van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkte in twintig jaar van 13 naar 6 procent.[32+] Hoewel het initiatief van de overheid uitging hadden de agro-bedrijven van het begin af aan, samen met de banken grote invloed.[33] Cargill speelde vlak na de oorlog nog geen rol van betekenis in de Europese landbouw. Ondertussen is zij een machtsfactor geworden in de wereld-landbouwpolitiek en beïnvloedt zodoende indirect de Europese landbouwpolitiek. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** MILIEU EN GEZONDHEID IN GEVAAR De moderne Amerikaanse landbouw vormt een aanslag op het milieu. Het overdadige gebruik van pesticiden verknoeit de vitaliteit van de bodem, zodat boeren meer en krachtiger middelen moeten inzetten. Het al te intensieve gebruik van akker- en grasland veroorzaakt aanzienlijke bodemerosie. En door een overvloedige besproeiing slinken de grondwater-voorraden in hoog tempo. Door de concentratie in de wereld van zaadproducenten daalt de genetische diversiteit van landbouwgewassen snel. Bovendien loopt de gezondheid van boeren en consumenten steeds grotere risico's door een te royaal gebruik van antibiotica en bestrijdingsmiddelen.[34+] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** GEFORCEERDE OVERPRODUKTIE Hoe is het mogelijk dat deze rampzalige ontwikkeling kon plaatsgrijpen? Wat deed de boeren de das om? Waarom greep de regering niet in? Het mechanisme is dood-en-dood simpel en tegelijk verbijsterend effectief: dalende marktprijzen door geforceerde overproduktie. Het is een vicieuze cirkel: de agro-industrie komt met nieuwe zaden met een grotere opbrengst. Een aantal boeren hapt toe, omdat ze er - in ieder geval op de korte termijn - op vooruit gaan. Andere boeren gaan in de ontwikkeling mee, omdat ze weten ten onder te gaan als ze achterblijven. Al gauw veroorzaken de grotere opbrengsten overproduktie en de prijzen kelderen. Kleinere boeren gaan failliet. Voor grotere boeren is er maar één manier om het hoofd boven water te houden: nog meer produceren met minder mensen. Zij stappen naar de bank om geld te lenen om arbeidsbesparende machines aan te schaffen. Om deze zo rendabel mogelijk te maken, lenen ze ook geld om het land van hun collega's die het niet meer kunnen bolwerken, op te kopen. Om de produktie verder op te jagen zetten ze nog meer kunstmest en nog meer bestrijdingsmiddelen in. Omdat talloze boeren dit doen stijgen de landbouwopbrengsten over het hele land nog verder. Dat betekent nog meer overproduktie en nog verder dalende prijzen, verdergaande mechanisering en nog meer faillissementen. Met al het persoonlijk leed vandien. Waarom schakelen boeren niet over op een ander gewas? En als dat niet mogelijk is, waarom verzetten boeren zich niet massaal en georganiseerd? Waarom dwingen ze niet een hogere prijs voor hun produkten af? De reden dat verandering van gewas de noodlottige ontwikkeling niet kan keren is simpelweg dat er op alle landbouwterreinen sprake is van overproduktie. En de belangrijkste reden dat effectief boerenverzet niet mogelijk bleek, is dat de agro-bedrijven - waarbij de boeren hun zaad, kunstmest en bestrijdingsmiddelen inkopen en waaraan ze hun produkten verkopen en die ook nog eens bemiddelen bij leningen - in afgelopen decennia door fusies en overnames zo machtig zijn geworden, dat de boeren niet meer tegen hen opgewassen zijn. Daar komt bij dat boeren zich moeilijk organiseren, omdat de landbouwsector bestaat uit oneindig veel piepkleine, op zich zelf staande bedrijven, eilanden bijna. Zo verklaarde bijvoorbeeld Pat Thiessen, een gepensioneerde manager van Cargills meeldivisie, een paar jaar geleden: "Boeren zijn niet in staat hun produkten met een bepaalde marge te verkopen. Ze hebben geen zeggingsmacht over de verkoopprijs. Ze zijn ook niet in staat te onderhandelen over de doorberekening van hun onkosten naar de consument. (..) Er zijn 300.000 tarweboeren in de Verenigde Staten, en op geen enkele manier zou een individuele boer zich soepel aan kunnen passen aan een veranderende vraag en aanbod. (..) Vergelijk dat eens met de concentratie in de meel-sector, die de tarwe opkoopt."[35] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** PARTNERS? Algemeen president-directeur Micek van Cargill op een studiedag voor landbouwjournalisten[36]: "Wij zijn partners van de boeren. Wij hebben h-n werk nodig, zodat w¡j het onze kunnen doen. Als ieder zich toelegt op wat hij het beste kan, kunnen we onkosten uit het systeem halen. Daar zijn de boeren mee geholpen. Cargill is ermee geholpen. En onze klanten ook." In het interne bedrijfsblad *Cargill Koerier* sloeg Willem Mock, president-directeur van Cargill Nederland, een andere toon aan: "Wij moeten er alles aan doen om onze grondstoffen zo goedkoop mogelijk in te kopen."[37] Dat wil zeggen: een zo laag mogelijke prijs bij de boeren zien te bedingen. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** BOEREN WORDEN CONTRACTARBEIDERS Ondertussen gaat het proces van overnames en fusies door en wordt de positie van de nog overgebleven boeren met het jaar penibeler. Cargill en Continental Grain behoren beide tot de grootste graanexporteurs ter wereld.[38+] Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat Amerikaanse boeren erop tegen waren dat Cargill de graanhandelsactiviteiten van Continental Grain overnam. De National Farmers Union verklaarde bang te zijn dat de overname de kleine Amerikaanse boeren in een hoek zou drijven. In bepaalde staten, zoals Illinois, 'het hart van de Amerikaanse graanschuur', zijn beide concerns actief. Sinds de overname kunnen veel boeren niet meer kiezen aan wie ze hun graan verkopen.[39] "Boeren dreigen contract-arbeiders te worden" verklaarde Leland Swenson, voorzitter van de Amerikaanse National Farmers Union onlangs in een hoorzitting van de Landbouwcommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Swenson vreest dat de agro-industrie in de nabije toekomst zo machtig te wordt, dat zij boeren precies voor kan schrijven wat die hoe, wanneer en tegen welke prijs moeten verbouwen. De boeren zouden daarmee hun laatste restje speelruimte verliezen. Swenson pleitte voor een moratorium op overnames in de agro-industrie.[40] De Farmers Union maakte tijdens de hoorzitting een onderzoek bekend van een hoogleraar van de Universiteit van Missouri. Volgens deze studie zullen in de nabije toekomst vier of vijf oppermachtige agro-conglomeraten overblijven. Een daarvan is waarschijnlijk Cargill-Monsanto. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** BAAS OP DE BOERDERIJ Cargill biedt boeren een verzekering aan tegen een onverwacht lage opbrengst of een ernstige prijsdaling. Voorwaarde is wel dat de boer Cargills zaad koopt, al het graan levert aan Cargill en samen met een lokale leverancier van het bedrijf een "gezond landbouwkundig plan maakt en uitvoert."[41] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 6 LIEVER IN HET SCHEMERDUISTER ============================ het ondemocratisch gedrag van agro-giganten ============================================ Wat is Cargills rol in de vernietiging van het Amerikaanse kleine en middelgrote boerenbedrijf? Dat is moeilijk precies vast te stellen. Want hoewel Cargill verreweg 's werelds grootste agro-multinational is en zodoende als geen ander wereldwijd invloed heeft op het boerenbestaan en op het voedsel, is het bedrijf naar de pers toe gesloten als een oester. Zo schreef het ondernemersblad *Financial Times* een speciale bedrijfsreportage over de firma onder de kop: "Cargill: te groot om *low profile* te blijven." Volgens het blad "schuwt" het bedrijf "de publiciteit."[42] "Zelfs in Minneapolis, waar Cargill gevestigd is, zijn de families Cargill en MacMillan niet bekend", staat te lezen in 'Hoover's Handbook of American Business'.[43+] Het *Agrarisch Dagblad* publiceerde een paar jaar geleden de halfjaarcijfers van Cargill. Het voegde daaraan toe: "De melding van de halfjaarcijfers is bijzonder, omdat voor het eerst werd gebroken met de traditie om alleen jaarresultaten te melden. Volgens het bedrijf is per ongeluk interne informatie verspreid."[44] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DRIE JAAR SOEBATTEN In 1992 wijdde het ondernemersblad *Fortune* een uitvoerig artikel aan Cargill. Onder het kopje: 'Inside a secretive giant' schreef de hoofdredacteur: "Ons enige probleem: het bedrijf praat bijna nooit met de pers. Ronald Henkoff, onze bureauchef uit Chicago, kreeg een eersteklas cursus in de kunst van de lange termijnplanning. (..) Het kostte drie jaar brieven schrijven en gesprekken voeren - het was zelfs een heus agendapunt op de directievergadering - voordat hij het groene licht kreeg voor een uitgebreide bedrijfsreportage."[45] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** Uit alles blijkt dat Cargill hoe dan ook zo onzichtbaar mogelijk probeert te blijven. "Onze ervaring is dat mensen geen zaken met je willen doen, als je te groot bent", liet Kerry Hawkins, directeur van Cargill Canada zich eens ontvallen.[46] De firma is in de gelegenheid op de achtergrond blijven omdat zij een familiebedrijf is en niet aan de beurs genoteerd is. Zodoende hoeft zij geen jaarverslag uit te brengen. De laatste jaren geeft zij een zeer summier en globaal en zodoende oncontroleerbaar financieel overzicht. Omdat Cargill geen consumentenartikelen produceert, maar halffabrikaten, zal je haar naam niet tegenkomen in de supermarkt. ACHTER DE SCHERMEN GROTE INVLOED OP POLITICI Welke politieke invloed Cargill precies heeft, is niet bekend, omdat het bedrijf liever achter de schermen opereert. Maar dat Cargills invloed enorm is, staat buiten kijf. Cargill-directeuren zitten in tal van nationale en lokale overleggen van de industrie.[47+] Zo is de vorige president-directeur van het bedrijf, Ernest S. Micek, voorzitter van de Emergency Committee for American Trade, een koepel van 53 van Amerika's grootste bedrijven met in totaal vier miljoen werknemers en een gezamenlijke omzet van meer dan duizend miljard dollar.[48] Voormalig president-directeur van Cargill Nederland, Rhoef Hoeffelman, werd in 1996 voorzitter van het Comité van Graanhandelaren. Hij was al commissaris van Deutsche Bank de Bary, voorzitter van de raad van bestuur van Eurosilo en bestuurslid van Coceral, de Europese koepel van handelsfirma's in granen, zaden en veevoedergrondstoffen.[49] De contacten tussen Cargill en de Amerikaanse regering zijn van oudsher intensief. Zo benoemde president Nixon Cargills vice-president-directeur Pearce in 1971 tot 'speciale vertegenwoordiger voor handelsbetrekkingen' met de rang van ambassadeur. In deze hoedanigheid loodste hij de wet door het Congres die Amerika's handelspolitiek een generatielang bepaalde.[50] Na zijn succesvolle missie trad Pearce in 1974 opnieuw in dienst bij Cargill. Voormalig Cargill-directeur Daniel Amstutz was van 1987 tot 1989 Amerika's hoofdonderhandelaar landbouw voor de GATT. In 1993 werd Cargills toenmalige president-directeur Whitney MacMillan lid van een GATT-adviesgroep voor het Amerikaanse Congres.[51] Voormalig president-directeur Micek is lid van de invloedrijke ondernemersorganisatie 'Business Roundtable' en van de 'President's Export Council' die Clinton adviseert over uitbreiding van de export van de VS.[52] Soms is de route omgekeerd en neemt Cargill ex-politici in haar gelederen op. Zo werd de voormalige Amerikaanse vice-president Walter Mondale in 1993 lid van de directieraad.[53] Nog hetzelfde jaar werd Mondale ambassadeur in Japan, zodat hij deze functie moest opzeggen. Wel beschikte Cargill nu over een eerste-klas contact in dit voor haar zo belangrijke land.[54+] Van 1991 tot 2000 was oud-Landbouwminister en voorzitter van de CDA-fractie in de Eerste Kamer, Braks[55], lid van de Raad van Commissarissen van Cargill Nederland.[56+] Cargill heeft tal van contacten op het hoogste niveau, dat is duidelijk. Maar wat zij precies bespreekt, welke afspraken ze maakt met politici en bestuurders, dat alles blijft onbekend. Want alles speelt zich af in de wandelgangen of achter gesloten deuren. Zo kan een van de allermachtigste bedrijven ter wereld met een directe en enorme invloed op het leven van miljoenen en miljoenen boeren en consumenten bijna zonder controle van buitenaf haar strategie uitstippelen en tot uitvoer brengen. Journalisten en direct betrokken boeren en consumenten weten nauwelijks wat er gaande is en kunnen al helemaal geen invloed uitoefenen. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** Aan: Cargill BV t.a.v. Mr J.H. van Zelm van Eldik Van: Jan Paul Smit, journalist, Amsterdam, 16 september 1999 Geachte heer Van Zelm van Eldik, Hartelijk dank voor de kleurige brochures, die u mij enige weken geleden toezond. In uw brief van 17 augustus vroeg u naar `doel, vorm en aard van de publicatie' waar ik aan werk. Ik ben bezig een boek te schrijven over agro-multinationals en speciaal Cargill, als grootste en invloedrijkste. De bedoeling is voor de geïnteresseerde lezer een beeld te schetsen van de structuur waarbinnen dergelijke firma's opereren, en wat de ontwikkelingen zijn op het gebied van voedselproduktie, landbouw en Derde Wereld. Om mijn lezers goed te kunnen informeren over de invloed en plannen van Cargill heb ik enige vragen aan u: * * Welke bestuursfuncties bekleden (voormalige) topfunctionarissen van Cargill Nederland? Ik denk daarbij aan commissariaten, adviesraden en organisaties van het bedrijfsleven. * * Hoeveel maïs en tegen welke prijs heeft Cargill sinds 1990 geëxporteerd naar Mexico? Dit om een beeld te kunnen vormen van de effecten van de NAFTA. * Hoeveel graan en tegen welke prijzen heeft Cargill de afgelopen vijf jaar geëxporteerd naar welke landen? Dit om een idee te krijgen van positie van Cargill in de wereldwijde graanhandel. * * Hoeveel belasting betaalde Cargill de afgelopen vijf jaar in de verschillende landen waarin zij actief is? * Welke omzetten en winsten maakte Cargill de afgelopen vijf jaar in de valuta-, termijn en optiehandel etc.? * Welke halffabrikaten levert Cargill aan welke voedingsfirma's? U zult het met me eens zijn dat gedetailleerde antwoorden op deze vragen onmisbaar zijn om me een correct beeld te vormen van Cargills activiteiten, zodat ik op mijn beurt mijn lezers juist kan informeren. Bij voorbaat dank voor al uw moeite. Met vriendelijke groeten, Jan Paul Smit ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** BRIEF: voor een afbeelding van de antwoordbrief van Cargill zie: www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/schemerduister.html De volledige tekst luidt: 20 september 1999 Geachte heer Smit, Hierbij bevestigen wij de ontvangst van uw brief d.d. 16 september 1999. Helaas kunnen wij niet op uw verzoek om informatie ingaan, aangezien de door u gevraagde informatie strikt vertrouwelijk is. Hoogachtend. CARGILL B.V. mr J.H. van Zelm van Eldik ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** ALLEEN DE AMERIKAANSE PRESIDENT IS MACHTIGER Het Amerikaanse ondernemersblad *Forbes*: "Sinds het begin van de zestiger jaren probeert Cargill in toenemende mate de graanhandel en landbouw van de Verenigde Staten te beïnvloeden."[57] Dagblad *Star Tribune* uit Minneapolis, waar Cargills wereld-hoofdkantoor staat, schrijft trots: "Misschien heeft William R. Pearce, vice-president-directeur van Cargill, meer invloed gehad op de politiek dan de meeste gekozen overheidsfunctionarissen, uitgezonderd de presidenten."[58] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ***b*e*g*i*n***k*a*d*e*r*** CARGILL-SOAP April 2000 kwam het gerenommeerde persbureau Reuters met het bericht dat Cargill Nederland een fabriek in gereedheid bracht om gentech-vrije soja te gaan verwerken en daarvoor speciaal gentech-vrije soja uit Brazilië ging importeren. Dat was opmerkelijk nieuws, omdat Cargill tot dan toe altijd gezegd had dat gentech soja niet gescheiden kon worden (behalve tegen zeer hoge kosten) en ook niet gescheiden hoefde te worden, omdat gentech soja volledig veilig zou zijn (zie hoofdstuk 17). En vooral opmerkelijk omdat voor de Amerikaanse boeren Cargill de belangrijkste steunpilaar van gentech is. Het artikel was gebaseerd op een interview met George Henni, manager Protein Products Europe van Cargill. Ik belde naar het bedrijf, werd doorverbonden met Henni, meldde me als journalist en vroeg of hij het Reutersbericht gezien had. Dat had hij. Vervolgens vroeg ik hem of het bericht klopte. Daar draaide hij ingewikkeld omheen en zei geen ja en ook geen nee. Op gegeven moment vroeg ik hem op de man af of Cargill Nederland een fabriek in gereedheid bracht om gentech-vrije soja te gaan verwerken. Toen begon hij tegen me te schreeuwen: "Dat staat er helemaal niet" en "u weet niet waar u het over heeft." Ik: "Kunt u dat wat toelichten?" Henni: "Dat doe ik niet en als u wat wil weten komt u maar hier." Ik: "Heel graag, kunnen we meteen een afspraak maken?" Henni (kwaad mompelend): "Ja, volgend jaar maart." Ik: "Eens kijken, wanneer schikt u ... begin volgende week?" Ondertussen was Henni wat gekalmeerd en we spraken voor donderdag af, op zijn kantoor. Toen ik daar op de afgesproken tijd aankwam, was hij er niet. Wel lag er een brief met verontschuldigingen. Hij had me niet kunnen bellen, omdat hij mijn telefoonnummer niet had, etc. "Wilt u zo vriendelijk zijn mij morgen, vrijdag, op kantoor te bellen." Toen ik 's ochtends om negen uur belde kreeg ik een collega van Henni aan de lijn. "Nee, meneer Henni is er niet. Die is voor een vergadering naar Engeland en is pas laat weer terug." Ik: "Hè ?! Ik heb hier een brief voor me liggen waarin hij me vraagt hem vandaag op kantoor te bellen." Collega: "Ja, meneer Henni was ook op kantoor, van acht tot negen uur. Maar nu is hij weg. Maar maandag, dan is hij er." Ondertussen had ik van een zeer betrouwbare bron binnen het bedrijf gehoord dat Cargill Nederland al sinds "enige tijd" gentech-vrije sojaprodukten maakt. Ook wist hij me te vertellen dat de sojafabriek van Cargill Liverpool de helft van het jaar gentech-vrij draaide. Van de Reutersjournalist hoorde ik dat hij zijn artikel nog voor publikatie aan Henni gemaild had. "It is all right" had Henni hem geantwoord. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 7 HET MACABERE GIGA-SCHAAKSPEL ============================ een schets van de agro-economische structuur ============================================= De talloze overnames en fusies van de laatste tientallen jaren hebben ertoe geleid dat, waar je ook kijkt in de wereld van de agro-bedrijven, een handvol reuzen de markt beheersen. Zo zijn er bijvoorbeeld over de hele wereld zes enorme 'algemene' agro-multinationals. De twee grootste daarvan zijn Amerikaans: Cargill met een jaaromzet in 1997 van 112 miljard gulden ($ 51 miljard)* en Archer Daniels Midland (ADM), die meteen en stuk kleiner is met een omzet van 35 miljard gulden ($ 16 miljard). [* Ik ga in dit boek uit van een dollarkoers van ƒ 2,20.] Dan volgen twee Europese bedrijven die weer een stuk kleiner zijn: Eridania Béghin-Say en Tate & Lyle. De twee daaropvolgende zijn Aziatisch: Charoen Pokphand uit Thailand en Hope Group uit China. Ook als je naar deelgebieden van de agro-markt kijkt, zie je hetzelfde. Volgens een rapport van Rabobank International uit 1998 nemen acht multinationals 80% van de graanexport in de wereld voor hun rekening. Vier van deze bedrijven zijn Amerikaans van origine: onder andere ADM en Cargill.[59] In een viertal Aziatische landen (Indonesië, de Filippijnen, Thailand en Vietnam) verkopen twee Amerikaanse concerns, DuPont en Monsanto, bijna 70 procent van al het maïszaad. Slechts één firma, Delta & Pine Land, heeft 70 procent van de Noord-Amerikaanse katoenzaadverkoop in handen.[60+] Volgens *Het Financieele Dagblad* controleren zes firma's 90% van de Amerikaanse produktie van plantaardige oliën. In Europa zijn er "vier hoofdrolspelers, waarvan twee van Amerikaanse oorsprong: Cargill en ADM." Deze vier bedrijven zijn goed voor 80% van de markt.[61] Over de cacaowereld schrijft *Het Financieele Dagblad*: "De cacao-markt biedt slechts ruimte aan grote spelers. (..) Vijf concerns beheersen de handel, vijf (deels dezelfde) de verwerking van cacao en zes giganten maken er chocolade van. Ons kent ons in de cacaowereld."[62] Het komt erop neer dat een belangrijk deel van ons dagelijks voedsel in handen is van enkele schimmige grote concerns, die niemand kent. Zij bepalen onderling, zonder overleg met ons, wat voor voedsel tegen welke prijs verkrijgbaar is, wat de nieuwe ontwikkelingen op voedselgebied zullen zijn en hoe het in het boerenbedrijf en in de Derde Wereld toe zal gaan. DE VOEDINGSKETEN De voedingsketen van boer tot consument bestaat uit vijf schakels: = De eerste schakel bestaat uit 2,5 à 3 miljard boeren. = Deze kopen hun grondstoffen (zaden, kunstmest en bestrijdingsmiddelen) bij agro-bedrijven. Deze bedrijven zorgen eveneens voor kredieten, kopen de landbouwprodukten op en verwerken ze tot halffabrikaten. De wereld van de agro-bedrijven wordt bepaald door vijf à tien zeer grote multinationals. = De agro-bedrijven leveren de halffabrikaten aan de voedingsindustrie. Het gaat dan om bedrijven als Unilever en Nestlé. In iedere tak van deze sector beheersen zo'n vijf multinationals 80% van de markt. = De voedingsindustrie verkoopt haar produkten aan de winkelketens, zoals bijvoorbeeld Ahold. Daarvan zijn er binnen niet al te lange tijd wereldwijd nog maar vijf à tien hele grote over, die de ontwikkelingen bepalen. Daarnaast zijn er nog kleinere winkelketens en een heleboel kleine supermarkten. = Tenslotte zijn er dan zes miljard consumenten. SCHUIVEN MET PIONNEN EN TORENS De wereld is klein geworden. Slechts een handvol giga-concerns maken de dienst uit in de verschillende schakels van de voedingsketen. Op het ene moment bestrijden ze elkaar. Zo kaapte concurrent ADM de cacao-divisie van W.R. Grace onder de neus van Cargill weg.[66] Op het andere moment werken de agro-reuzen samen: bijvoorbeeld in hun gemeenschappelijk pleidooi voor de zogenoemde vrijhandel en het afschaffen van wetten die de landbouwproduktie beperken. De komende jaren zullen de agro-multinationals zich nog intensiever wijden aan het schuiven van de stukken op het wereldwijde schaakbord van de landbouw en de voedselindustrie. Zij zullen her en der bedrijven overnemen en met andere samenwerkingsverbanden aangaan. Ze zullen proberen hogerop te komen in de keten, en binnen te dringen in de wereld van de voedingsindustrie. Want daar valt meer te verdienen. Een bijkomend gevolg zal zijn dat deze praktisch onzichtbare bedrijven nog meer greep krijgen op de artikelen die in de supermarkt liggen. Opnieuw zal dan de positie van de boeren zwakker worden, omdat agro-multinationals dan nog meer gelegenheid hebben die landbouwgewassen uit te kiezen, waar ze het goedkoopst de hand op kunnen leggen. Bij regeringen en internationale instellingen zullen de agro-giganten blijven lobbyen voor meer juridische ruimte, dat wil zeggen voor een verdere afbraak van de bescherming van de lokale landbouw en de lokale voedingsindustrie. Zo zullen ze onopgemerkt nog groter, vermogender en invloedrijker worden. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DE VIJF SCHAKELS VAN DE VOEDINGSKETEN 1. Landbouw: 2,5 à 3 miljard boeren, waarvan: 2 miljoen in USA, 13 miljoen in Europa, en 5 à 600 miljoen in zowel India als China. 2. Handel, transport en verwerking: 5 à 10 agro-giganten* als Cargill; deze leveren ook n de boeren kunstmest, zaad en bestrijdingsmiddelen.[64+] 3. Voedingsindustrie: 5 multinationals per sector, zoals bijvoorbeeld Unilever en Nestlé, die 80% van de markt beheersen.* 4. Detailhandel: 5 à 10 giga-winkelketens als Ahold* en een heleboel kleinere ketens en losse winkels. 5. Consumptie: 6 miljard mensen. * in de nabije toekomst ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DE GROOTSTE AGRO-MULTINATIONALS EN HUN BELANGRIJKSTE ACTIVITEITEN thuisland, omzet 1997*, oliën en vetten, zetmeel, suiker, cacao, veevoer Cargill : USA $ 51 +++ ++ + +++ ++ Archer Daniels Midland: USA $ 16 +++ +++ + +++ ++ Eridania Béghin-Say: Eur. $ 10,5 +++ ++ ++ - ++ Tate & Lyle: Eur. $ 7,5 - +++ +++ - - Charoen Pokphand: Thai. $ 6 - + ++ - +++ Hope Group[63+]: China ? - - - - ++ * in miljarden dollar ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** STUDIE NA STUDIE Dan Glickman, Amerikaans Landbouwminister, op een persconferentie februari 1996[65]: "Bij mijn reizen door het land, het afgelopen jaar, heb ik meer ongeruste opmerkingen over concentratie in de landbouwsector gehoord dan over enig ander onderwerp, inclusief de nieuwe Farm Bill. Op het National Rural Forum in de herfst in Iowa vertelde Olive Valdez, een boerin uit Colorado aan president Clinton en mij dat wanneer ze haar dieren naar de veiling brengt er gewoonlijk maar drie opkopers zijn. Ze zei, ik citeer: 'We zien die drie opkopers voor de drie grootste firma's daar zitten lachen en kletsen. En wij zijn bang. Wij zijn doodsbenauwd omdat zij grapjes maken en lachen, omdat ze in staat zijn een spel te spelen met onze toekomst. Terwijl wij geen enkele zeggenschap hebben." Vier jaar geleden startte er een onderzoek in opdracht van de Senaat naar concentratie in de vleesverwerkende industrie. Op deze persconferentie presenteerde Glickman het rapport. Er staat in dat drie firma's, waaronder Cargill, 80 procent van de markt in handen hebben. Maar de slotconclusie is dat er meer onderzoek gedaan moet worden. Glickman: "We moeten dieper in de materie duiken." De Landbouwminister kondigde een Adviesgroep Concentratie aan, met daarin boeren en economen, maar ook mensen van de agro-industrie, de monopolievormers zelf, die bestreden zouden worden. Hoewel Glickman op de persconferentie ferme taal uitsloeg ("Wij kunnen en zullen geen oneerlijke handelspraktijken toestaan") blijkt hij concentratievorming in de agro-sector niet aan te willen pakken. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** ZADEN & LANDBOUWGIF De vijf grootste gentech bedrijven (AstraZeneca, DuPont, Monsanto, Novartis en Aventis hebben bijna honderd procent van de gentech zaadmarkt in handen en 22 procent van de totale (commerciële) wereldzaadhandel. Daarnaast produceren dezelfde vijf bedrijven 60 procent van al het landbouwgif in de wereld.[67] (Zie bijlage 4.) ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** 'DIE VIJF GAAN DE DIENST UITMAKEN' Jean Rummenie, landbouwdeskundige van de Nederlandse ambassade in Argentinië[68]: "Ik heb met mensen van Ahold gesproken op een seminar in Chili en die zeggen dat er de komende jaren wereldwijd vijf grote supermarkten overblijven. Daar wil Ahold per se bij horen. Die vijf gaan de dienst uitmaken. (..) In Argentinië heeft men nog maar één eigen supermarktketen. De rest is in buitenlandse handen."[69+] De snel groeiende macht van supermarktketens vormt een grote bedreiging voor boeren in het Westen en de Derde Wereld die rechtstreeks groente of fruit leveren aan de supermarkten. Of via één tussenschakel melk of vlees. Rummenie: "Er is een keihard gevecht (in Argentinië) tussen de supermarkten onderling uitgebroken, waardoor de prijzen gemiddeld met 30 procent omlaag gegaan zijn. Maar in die strijd zetten ze (de supermarktketens) de producenten (o.a. de boeren) zo onder druk dat deze vervolgens niets verdienen. (..) Dat gaat een keer fout, dat kan bijna niet anders."[68] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 8 HET ZUIDEN OPENBREKEN ===================== agro-reuzen op zoek naar nieuwe markten ======================================= Geen gelegenheid heeft de Amerikaanse agro-industrie - met Cargill voorop - voorbij laten gaan om te ageren tegen beperking van de landbouwproduktie en te lobbyen voor ongeremde groei. Want een beperking van de produktie, bijvoorbeeld met behulp van quota of braakleggingsregelingen, heeft een prijsstijging van landbouwprodukten tot gevolg en een vermindering van de omzet van kunstmest, landbouwgif en zaden. Dat merken de agro-concerns in hun portemonnaie. Zo onthulde de *Washington Post* in 1987[70] dat enkele agro-concerns, waaronder Cargill en Monsanto, via een adviesbureau campagne voerde tegen voorgenomen wettelijke beperkingsmaatregelen voor het verbouwen van bepaalde gewassen. In 1993 bracht de APWG (Agricultural Policy Working Group), een lobbygroep, waarin opnieuw Cargill en Monsanto zitten, een rapport uit met uitspraken als: "Produktiviteitsgroei is de sleutel tot een gezonde internationale concurrentiepositie voor de landbouw in de toekomst en zodoende voor de welvaart van de Amerikaanse boeren."[71] In hetzelfde jaar lieten de Amerikaanse vlees-firma's, waaronder Cargill, een adviesbureau een 'onafhankelijke' studie doen naar het verband tussen vleesexport en graan- en oliezaadproduktie. "Een overvloed aan veevoeder tegen internationaal concurrerende prijzen is een sleutel (..) tot een stabiele groei van de export (..) van vlees, pluimvee en zuivelprodukten."[72] Het rapport adviseert "een produktieuitbreiding toe te staan om tegemoet te komen aan de toenemende vraag." Verder moet de regering "voldoende voorraden graan en oliezaden aanhouden om scherpe prijsfluctuaties te voorkomen." Anders geformuleerd: de overheid moet continu zorgen voor een overaanbod om de prijzen voor de vlees-industrie laag te houden. Met de vraag wat dit betekent voor de graan- en oliezaad-boeren houdt de sector zich niet bezig. Na al het lobbyen voor een onbeperkte groei reageerde Cargill enthousiast op de Amerikaanse Farm Bill van 1996[73+], die bestaande produktiebeperkingen wegnam. Deze wet is in haar ogen "een gelegenheid het pad van controle van vroeger te verlaten, en het pad van groei van de toekomst in te slaan."[74] In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat na enkele recordoogsten de sojaprijs in 1999 tot een historisch dieptepunt zakte. In geen 27 jaar bracht soja zo weinig op voor de boeren en was zij zo spotgoedkoop voor de verwerkende industrie, met name voor Cargill, de grootste sojaverwerker ter wereld.[75] De alsmaar groeiende economische en politieke macht van de agro-concerns stelt hen in staat de landbouwprijzen steeds opnieuw onder druk te zetten en daarmee de Amerikaanse boeren telkens weer in het nauw te brengen. Cargill ziet dat anders. Zo verklaarde president-directeur Micek luchtigjes: "Die één of twee stuiver per zak (penny or two a bushel) die Cargill zelfs in goede tijden verdient heeft weinig invloed op wat de boer betaald krijgt." Micek vervolgt: "Maar wanneer Azië geen trek meer heeft in Amerikaanse landbouwprodukten, dan heeft dat direct een groot effect op de graanprijs. Voor dat probleem moeten we een oplossing zoeken."[76] Volgens Micek zijn de lage graanprijzen te wijten aan de economische crisis in Azië en Rusland. "Naar mijn idee, komt het erop aan hoe we de wereldmarkt verder kunnen openen voor de Amerikaanse landbouwprodukten." Hij roept de "Amerikaanse landbouwgemeenschap" op "iedere politicus aan te vallen die onze leiders niet het gereedschap wil geven om de barrières te slechten tussen de Amerikaanse boeren en hun buitenlandse afnemers." Volgens Micek is "de welvaart in de landbouw te herstellen door het economische leiderschap van de Verenigde Staten op te eisen." Zo gaat het dus: eerst forceren de agro-multinationals een overproduktie in de Verenigde Staten, met de bijbehorende rampzalige prijsdaling voor de Amerikaanse boeren en vervolgens moeten de buitenlandse markten opengebroken worden. Ongeacht wat dit betekent voor de boeren in die landen. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** AGRESSIEF VOOR DE WERELDVREDE Ernest Micek president-directeur van Cargill: "Er zijn ongeveer vijf miljard mensen in de ontwikkelingslanden die behoefte hebben aan het voedsel (..) van de Verenigde Staten. En die het willen hebben ook. Maar het politieke klimaat is zo vijandig aan het worden voor vrijhandel dat ik vrees dat we de wereld niet zo kunnen bereiken als eigenlijk mogelijk zou zijn."[77] "We moeten de grote voordelen voor velen van de handel veroveren door agressief te onderhandelen om markten open te stellen en barrières uit de weg te ruimen. (..) Uitbreiding van de handel leidt tot algemene economische groei. Van dat voordeel profiteren alle handelspartners. Zo kan de hele wereld erop vooruit gaan, omdat een beter leven, verbonden door de handel, een investering in vrede is." Handel kan de "welvaart scheppen die het milieu kan helpen beschermen en de mensenrechten bevorderen."[78] Opmerkelijk is het wel dat vrijhandel, die volgens Cargill voor iedereen zoveel voordelen heeft, "agressief", met geweld dus, opgelegd moet worden. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DUBBELE MORAAL Aan de ene kant pleit Cargill voor vrijhandel, dat wil zeggen voor het vrije spel van vraag en aanbod, zonder overheidsbemoeienis. Aan de andere kant zijn agro-concerns als Cargill er als de kippen bij om overheidssubsidies te incasseren (zie hoofdstuk 10) zodat ze hun landbouwprodukten onder de prijs in andere landen kunnen dumpen. Bovendien profiteren Cargill en andere landbouwexporteurs indirect van overheidssteun aan boeren, die het hen mogelijk maakt landbouw-produkten tegen onwaarschijnlijk lage prijzen in te kopen.[81+] Er is niets tegen weldoordachte steun aan boeren, maar geredeneerd in termen van de agro-industrie is hier sprake van concurrentievervalsing. Kortom: Cargill houdt er een dubbele moraal op na. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** TEKORT OP HANDELSBALANS V.S. Derde Wereldlanden beschermen - net als Westerse landen - van oudsher de lokale landbouw met subsidies, maar vooral met importheffingen. Voor arme landen die geen geld hebben voor omvangrijke subsidies of inkomenssteun aan boeren, zijn importheffingen de aangewezen weg om hun boeren te helpen. Hoe gaat dat "openen" van "de wereldmarkt voor de Amerikaanse landbouwprodukten" in zijn werk? Om dat te kunnen begrijpen, moeten we ons realiseren dat de belangen van de Amerikaanse agro-multinationals voor een belangrijk gedeelte parallel lopen aan die van de Amerikaanse regering. De Verenigde Staten hebben al sinds 1992 te maken met een groeiend en ondertussen zelfs verontrustend groot tekort op de handelsbalans.[82+] De VS-regering zit dan ook te springen om een zo groot mogelijke landbouwexport.[83+] Verder is het voor de Amerikaanse regering politiek gezien van enorm belang dat een Amerikaans agro-concern in tal van landen in de wereld een flinke vinger in de pap heeft, omdat de landbouw/voedsel-sector in elke economie van cruciaal belang is. Het gereedschap waarmee de regering van de Verenigde Staten, in intensief overleg met de agro-concerns, de buitenlandse markten openbreekt zijn internationale verdragen en regelingen van supra-nationale organen als het IMF (Internationaal Monetair Fonds), de Wereldbank en de WTO (World Trade Organisation; zie bijlage 5). Mocht dat alles onvoldoende zijn, dan kan Amerika nog altijd een handelsoorlog beginnen. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** AMERIKAANSE LANDBOUWEXPORT IS EEN 'STRALENDE STER' Volgens het Landbouwministerie van de Verenigde Staten is er één "lichtpuntje" in het sombere plaatje van de Amerikaanse tekorten op de handelsbalans. "De stralende ster is de landbouwexport. (..) (Ons) land exporteert meer tarwe dan staal, meer vlees dan aluminium en meer groente en fruit dan schepen en vrachtwagens bij elkaar."[84] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** HOE VRIJ IS 'VRIJHANDEL'? De woorden 'vrijhandel' en 'liberalisering' verwijzen beide naar het fraaie begrip vrijheid, naar bevrijding van knellende banden en onnodige regels. Wie zou daar iets tegen kunnen hebben? In de praktijk blijkt het te gaan om een afschaffing van beschermende maatregelen voor kleine en middelgrote boeren en de nationale industrie, zodat multinationals meer mogelijkheden hebben. De armoede die deze ontwikkeling met zich meebrengt voor kleine en middelgrote boeren en werknemers van de nationale industrie beperkt hun vrijheid in het dagelijks leven vanzelfsprekend enorm. Als boeren de pacht niet meer op kunnen brengen en hun land moeten verlaten, kunnen ze niet eens meer hun eigen voedsel verbouwen. Bovendien dwingen de Wereldbank en het IMF de zogenaamde liberaliseringsmaatregelen af als een Derde Wereldland door economische problemen met de rug tegen de muur staat. Vrijhandel en liberalisering staan in de praktijk voor dwang en ontbering voor een belangrijk deel van de bevolking van de Derde Wereld. Met dit soort termen vergiftigen de multinationals en 'hulpvaardige' topambtenaren, politici en journalisten onze taal. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** BOEREN MOESTEN MAAR IN DE FABRIEK GAAN WERKEN Micek, de vorige president-directeur van Cargill, citeert met instemming een voormalige deskundige van de Wereldbank die zegt dat "ontwikkelingslanden een steeds groter concurrentie-voordeel hebben bij arbeidsintensief fabriekswerk, maar een slinkend voordeel in de landbouw-sector. (..) De Verenigde Staten zullen hen daar de baas zijn."[79] In de visie van Micek kunnen Derde Wereldboeren maar beter in de fabriek gaan werken. Charles Alexander, directeur van de Agricultural Trade Office (een belangenbehartigingsorganisatie van het Amerikaanse agro-bedrijfsleven) in Zuid-Korea: "Er zijn teveel Koreaanse boeren. (..) Ze moeten groter worden (..) en efficiënter."[80] De agro-concerns schijnen precies te weten wat boeren in andere landen zouden moeten doen. Klaarblijkelijk interesseert het hen niet dat heel wat boeren hun werk waardevol vinden en in overleg met de consumenten zelf kunnen en willen bepalen welke veranderingen zinvol zijn. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** HEFTIG VERZET TEGEN WTO De machtige wereldhandelsorganisatie WTO, waar de grote concerns de lakens uitdelen, heeft van meet af aan heel wat verzet opgeroepen, met name in India. Zo gingen in oktober 1993 honderdduizenden boeren in de Zuid-Indiase stad Bangalore de straat op om te protesteren tegen een ontwerp van de GATT, het verdrag dat ten grondslag ligt aan de WTO.[85] Het jaar daarop organiseerden alle grote Indiase politieke partijen, behalve de regerende Congrespartij, door het hele land demonstraties, bijeenkomsten, burgelijke ongehoorzaamheidsacties en studiekampen tegen het verdrag.[86] In maart 1996 kwamen meer dan 50.000 boeren in Delhi bijeen om te protesteren tegen multinationals en corrupte politici. In het manifest wat de demonstranten op de slotbijeenkomst aannamen staat: "De natuurlijke hulpbronnen waar ons boerenbestaan vanaf hangt - land, water, vee en zaden - worden ons ontstolen onder de nieuwe economische politiek, zoals de Wereldbank en de WTO die voorschrijven. (..) Onder druk van de WTO worden er nieuwe wetten gemaakt om de zaden, die altijd een natuurlijke hulpbron waren van de boeren gezamenlijk, over te laten gaan in handen van particuliere multinationale zaadfirma's."[87] (Zie bijlage 2.) Juli 1998 demonstreerden zevenduizend Filippijnse boeren, priesters en studenten tegen het WTO-verdrag dat patenten op levende organismen mogelijk moet maken, met name op voedselgewassen, landbouwdieren en medicinale planten (de zogenaamde TRIPs, Trade Related aspects of Intellectual Property rights).[88+] Tijdens de WTO-topconferentie in Seattle, eind november 1999, waren er tientallen demonstraties en acties over de hele wereld. Zowel in Westerse landen als in Zuidelijke.[89] In de Amerikaanse stad zelf blokkeerden tienduizenden zingende en dansende demonstranten de kruispunten, Afrikaanse regeringen spraken zich en bloc uit tegen TRIPs[90+] en een groot aantal Derde Wereldlanden verweten de Amerikanen "dictatoriale neigingen."[91] De conferentie eindigde in de grootst mogelijke verwarring, zelfs een nietszeggende gezamenlijke verklaring bleek niet mogelijk. De WTO-leiding zag zich gedwongen het overleg "voor onbepaalde tijd op te schorten." ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** CARGILL SPONSORT WTO-VERGADERING De organisatoren van de WTO-conferentie in Seattle hebben concerns gevraagd de conferentie te sponsoren. Voor bedragen tussen de $ 75.000 en $ 250.000 konden vertegenwoordigers van bedrijven toegang tot officiële recepties en diners krijgen om met ministers en hoge ambtenaren van allerlei landen van gedachten te wisselen. Naast Microsoft, Boeing, AT&T, maakten ook Cargill en Monsanto dankbaar gebruik van deze speciale lobby-gelegenheid.[92] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** HONGERSNOOD De WTO-politiek om de handel in landbouwprodukten te onttrekken aan overheidscontrole kan hongersnood veroorzaken, waarschuwt de Filippijnse landbouweconoom Dawe in het gerenommeerde vakblad *American Journal of Agricultural Economics*: "Stel je eens voor wat er gebeurd zou zijn met de Indonesische consument eind 1997 als de overheid geen controle had gehad op de in- en export van rijst. De waardevermindering van de roepia (van 2.500 naar 10.000 roepia per dollar) zou geleid hebben tot een verviervoudiging van de rijstprijs binnen enkele maanden. Het is waarschijnlijk niet overdreven te stellen dat de Indonesische beperkingen van de particuliere internationale rijsthandel ernstige hongersnood heeft voorkomen in het land met de op drie na grootste bevolking ter wereld."[93] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** HANDELSOORLOGEN Het dreigement van een 'handelsoorlog' is het laatste en machtigste wapen waarover de Amerikaanse regering beschikt om andere landen te dwingen landbouwimporten toe te staan. Het gaat dan om forse invoerbelastingen of importstops op produkten uit dwarsliggende landen als represaille voor importbelemmeringen op de Amerikaanse produkten. Van de 83 oorlogen waarmee de Amerikanen de afgelopen 25 jaar dreigden, ging de helft over goedkope Amerikaanse landbouwprodukten, waartegen andere landen hun boeren wilden beschermen.[94] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 9 VRIJHANDEL IN DE PRAKTIJK ========================= voorbeelden uit de Derde Wereld =============================== In het vorige hoofdstuk bekeken we op welke manier agro-concerns de landbouwsector in het Zuiden in handen proberen te krijgen. In dit hoofdstuk houden we ons bezig met de vraag wat liberalisering, vrijhandel en grootschalige landbouw in de praktijk voor de boeren daar betekenen. GRONDWETSWIJZIGING IN MEXICO Laten we eens kijken wat er in Mexico gebeurd is. De regering van Carlos Salinas de Gortari startte in 1990 een drastische liberalisering van de Mexicaanse landbouw-sector. Dit was een voorwaarde die deel uitmaakte van het vrijhandelsverdag NAFTA (North American Free Trade Agreement), dat de Verenigde Staten en Canada met Mexico sloten. De Mexicaanse regering schafte de importheffingen op tal van landbouwprodukten af, of bracht die drastisch terug, en trok subsidies op zaad, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en leningen vrijwel helemaal in. Alleen de gegarandeerde bodemprijzen voor maïs en bonen handhaafde zij nog tijdelijk, voor alle andere landbouwprodukten hief zij die op. Verder ontnam de regering de exportboerenorganisatie Confederaci¢n Nacional de Productores de Hortalizas y Frutas (Nationale Vereniging van Producenten van Groenten en Fruit) al haar bevoegdheden gemeenschappelijke regelingen te treffen. Bovendien privatiseerde de regering het overheidsinkoopbureau voor koffie INMECAFE en de staats kunstmest-verkooporganisatie FERTIMEX. Ook deed zij de meeste suikerfabrieken van de hand.[95] Het sluitstuk van het liberaliseringsproces vormde een verandering van artikel 27 van de grondwet uit 1917. Vanaf 1992 kunnen particulieren en (buitenlandse) bedrijven gemeenschappelijke dorpsgronden, de *ejidos*, aankopen. Artikel 27 vormde de belangrijkste verworvenheid van de Mexicaanse revolutie, doordat het landlozen in staat stelde gezamenlijk gronden te bewerken. Het gemeenschappelijk beheer van deze landerijen, ongeveer 60 procent van alle landbouwgronden[96], vormde het voornaamste obstakel voor een 'moderne' geïndustrialiseerde landbouw. Geen enkele gemeenschap zou collectief beslissen over te gaan tot grootschalige gemechaniseerde landbouw, omdat dan de meerderheid van de boeren het veld zou moeten ruimen. Iedere tractor staat globaal voor drie werkelozen.[97] Opvallend is dat Heinz Hutter, toenmalig directeur van Cargill Mexico, in 1990 op een lezing aan de universiteit van Illinois verschillende aanbevelingen deed voor veranderingen in de Mexicaanse landbouw. Naar zijn idee moesten er grotere boerderijen komen, moesten de *ejidos* verdeeld worden onder de leden van de boerengemeenschappen, en moesten wettelijke beperkingen om land te kopen geschrapt worden. De grondwetsverandering in 1992 deed al deze verlangens in vervulling gaan.[97] Los van de vraag of hier sprake is van toeval, staat het vast dat de Amerikaanse regering, die met Mexico onderhandelde over de NAFTA, zeer intensieve contacten onderhoudt met Cargill. Wat zij precies met Cargill bespreekt en wat er afgesproken wordt is echter onbekend. Ondertussen zijn vele honderdduizenden Mexicaanse landarbeiders en boeren hun werk, inkomen en voedsel kwijt geraakt.[98+] Voor een belangrijk deel is deze ramp te wijten aan goedkope Amerikaanse maïsimporten, die volgens het Amerikaanse ministerie van Landbouw "de afgelopen jaren sterk gestegen zijn."[99] Ook de gedwongen afschaffing van overheidssteun aan kleine maïsboeren heeft haar tol geëist. Sinds de inwerkingtreding van de NAFTA in 1994 heeft de Mexicaanse overheid haar steun aan kleine maïsboeren met 40 procent verminderd. Een aanzienlijk deel van dat geld is bij de grote maïsboeren terecht gekomen.[100] Of Cargill als zeer grote maïs-exporteur (ruim 40 procent van de Amerikaanse maïsexport in 1998)[101] hiervan geprofiteerd heeft is niet bekend. Daarover verschaft de firma geen inlichtingen. Zo schreef het Mexicaanse dagblad *El Financiero* in 1993 dat "informatie over Cargills plannen voor Mexico moeilijk te krijgen is." Cargills woordvoerder Greg Lawser had de krant botweg meegedeeld dat "het bedrijfsleven niet over zijn strategieën spreekt."[102] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** MIDDEN AMERIKA[103] In de jaren tachtig en begin jaren negentig hebben de regeringen van Midden Amerika hun markten opengegooid en de kredietfaciliteiten voor kleine boeren drastisch ingeperkt. Zij werden hiertoe gedwongen door het IMF en de Wereldbank. Die wilden deze landen - die zwaar in de schulden zaten - alleen nog geld lenen wanneer zij 'intern orde op zaken zouden stellen'. Het recept om de economie van die landen gezond te maken bestond uit: sluitende overheidsbegrotingen (lees: bezuinigingen op onderwijs, gezondheidszorg en steun aan kleine boeren), privatisering van staatsbedrijven, en een economisch open-grenzen-beleid. Door het afschaffen van krediethulp aan kleine boeren en de importen van buitenlandse bonen, maïs en rijst, raakten honderdduizenden families van kleine boeren in Midden-Amerika hun werk en inkomen kwijt. In een paar jaar werd een groot deel van de agrarische sector van de kaart geveegd. Volgens aanbevelingen van de Wereldbank zouden deze landen zich moeten richten op de sectoren 'toerisme' en 'diensten'. Gezien het gebrek aan infrastructuur, de maatschappelijke onrust en de lage scholingsgraad van de bevolking kan het nog wel tien of twintig jaar duren voordat deze bedrijfstakken echt van de grond komen. Wat zouden de boerenfamilies ondertussen moeten doen? ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ***b*e*g*i*n***k*a*d*e*r*** BRAZILIë In de zeventiger jaren nam de grootschalige soja-monocultuur enorme vormen aan in Brazilië en verloren miljoenen hun werk in de landbouw. In de deelstaat Rio Grande do Sul alleen al zagen 1,7 miljoen mensen (ruim 20 procent van de bevolking) zich gedwongen naar de stad te trekken. Tussen 1985 en 1997 verloren in Brazilië nog eens drie miljoen boeren en landarbeiders hun baan.[104] De Nederlandse melkveehouder Koos van der Laan nam begin 1996 deel aan een landbouwstudiereis naar Brazilië. Volgens hem is "de druk op de regering uit de hoek van de grootgrondbezitters groot. Daardoor komt landhervorming niet van de grond. Kleine boeren worden aan hun lot overgelaten. (..) Ik denk dat de overheid en bedrijven in Brazilië er belang bij hebben de boeren arm en dom te houden. Goedkope import is makkelijker en voordeliger voor de overheid, dan het ondersteunen van miljoenen boeren. De overheid stimuleert hierdoor de ontvolking van het platteland. De landarbeiders en kleine boeren die naar de stad trekken vormen een belangrijk aanbod van goedkope arbeiders voor de industrie."[105] In Brazilië is Cargill het grootste agro-concern. Een Braziliaanse boer die meedeed aan een studieweek over agro-bedrijven vertelde op gegeven moment: "Ik droomde vannacht dat ik in Cargillië woonde in plaats van in Brazilië." (In het Portugees wordt de laatste lettergreep van 'Cargill' hetzelfde uitgesproken als die van 'Brazil'.) ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DE LANDARBEIDERS MOESTEN WEG Jorginho, een achttienjarige bewoner van een centrum voor straatkinderen in Rio de Janeiro, Brazilië: "Drie jaar geleden leefde ik nog op straat omdat ik het thuis niet meer kon uithouden. Eigenlijk is het allemaal gekomen doordat mijn vader zo'n jaar of twaalf geleden van het land werd gezet. Hij was arbeider op een grote boerderij, een kleine honderd kilometer hier vandaan. We hadden daar ook een eigen veldje, waarop we het meeste voedsel dat we nodig hadden verbouwden. Maar de patroon ging grote landbouwmachines aanschaffen, zette daar een paar andere mensen op en mijn vader en de andere traditionele arbeiders moesten weg. Zo kwamen we in Sƒo Bento, een grote sloppenwijk aan de rand van de stad terecht. Daar leden we honger. Mijn vader kon maar weinig werk vinden en het werd slecht betaald. Hij werd ook opstandig over het onrecht dat ons was aangedaan. Raakte gemakkelijk geïrriteerd. De sfeer in huis werd steeds slechter. Mijn broer en ik zijn toen weggelopen. Vier, vijf jaar heb ik op straat geleefd. (..) Mijn broer is dood. Neergeschoten door een politieman in burger. We kenden hem. Hij werkte 's nachts voor een winkelier, bij wie we wel eens inbraken om aan eten te komen."[106] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** CHINA In november 1999 bereikten de Verenigde Staten en China een overeenkomst over toetreding van dit Aziatische land tot de WTO. China beloofde de invoerbelasting op landbouwprodukten van 31,5 procent terug te brengen naar 14,5 procent. Volgens Martin Olde Monnikhof, landbouwdeskundige van de Nederlandse ambassade in Peking, betekent de overeenkomst "een zware aanslag op de Chinese landbouw."[107] Het Nederlandse ministerie van Landbouw, dat zich over het algemeen het lot van kleine boeren in de Derde Wereld niet bepaald aantrekt, heeft nu haar bedenkingen. "De verwachting is dat de Chinese boer de concurrentie met importprodukten zoals vlees en granen niet aan zal kunnen. Dat heeft weer gevolgen voor vooral de kleine boer, die zijn land zal verlaten en naar de grote steden vertrekt om werk te vinden."[108] Cargills president-directeur Warren Staley is echter in zijn nopjes: "China's lidmaatschap van de WTO heeft alles in zich om een van de allerbeste dingen voor de landbouw te worden sinds lange tijd."[109] De betrokkenheid van Cargill bij de onderhandelingen blijkt uit het feit dat een directeur van dit bedrijf, Norwell Coquillard, al in maart 1999 op een conferentie bekend maakte dat China toegezegd had haar grenzen open te zullen stellen voor buitenlandse landbouwprodukten, in de hoop zo opgenomen te kunnen worden in de Wereldhandelsorganisatie.[110] Ondertussen verschijnen er in China grootschalige boerderijen. Volgens een studie van het Chinese ministerie van Landbouw[111] zullen er in 2005 nog maar 168 miljoen boeren nodig zijn, tegenover nu zo'n 500 miljoen. Dat zou betekenen dat in vijf jaar tijd twee derde van de boeren zou moeten verdwijnen.[112+] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** TANZANIA "De regering zat fout toen ze de groothandel in landbouwprodukten liberaliseerde" oordeelt Julius Nyerere, voormalig president van Tanzania. Vroeger garandeerde de staat minimumprijzen voor verschillende gewassen. Maar na het 'zogenaamde vrijgeven' van de prijzen, schoten deze naar beneden, omdat particuliere opkopers de boeren zeer weinig bieden. Dit ontmoedigt de boeren en de verbouw van de meeste gewassen is gedaald, aldus Nyerere.[113+] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** RIJSTPRIJS MOET OMLAAG Willem van der Hoeven, Cargills 'general manager milling-division' in het Midden-Afrikaanse Malawi, schreef in 1994 in het Nederlandse bedrijfsblad *Cargill Koerier*[114]: "Malawi, ongeveer drie maal zo groot als Nederland, is voornamelijk afhankelijk van zijn landbouw. (..) De mensen die voor het overgrote deel leven van hun stukje land zijn erg arm. (..) We hebben drie rijstmolens (= rijstverwerkende fabrieken - jps). (..) De totale capaciteit is per jaar circa 24.000 ton 'paddy' dat is de benaming voor rijst zoals die van het veld komt. Hoewel de oogst dit jaar goed was, kunnen we niet op volle capaciteit draaien. Het probleem is dat we voor de paddy teveel aan de boeren betalen. De prijs is in feite opgelegd door de regering. Daardoor kunnen we niet concurreren met de wereldmarkt en dus alleen voor de thuismarkt produceren." Uit een van de armste landen van de wereld wil Cargill nog voedsel weghalen voor de wereldmarkt en zelfs daar wil ze nog de landbouwprijzen omlaag drukken.[115+] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** DEEL DRIE ========= ========= NADERE INFORMATIE OVER HET BEDRIJF CARGILL =========================================== =========================================== Nadat we onderzocht hebben hoe het boerenbestaan bedreigd wordt en gedeeltelijk al vernietigd is, en we de landbouw-economische structuur bestudeerd hebben waarin agro-multinationals de ontwikkelingen bepalen, is het nu tijd de firma Cargill zelf onder de loep te nemen. Hoe zit dit bedrijf in elkaar? Hoe heeft het zich ontwikkeld? Wat is de positie van Cargill Nederland? Welke bedrijfsstrategie volgt het concern? Wat kunnen we in de toekomst verwachten? 10 CARGILL, DE ALLERGROOTSTE ========================= een schets van het bedrijf ========================== Cargill is de grootste agro-multinational van de wereld. Zij is niet alleen de grootste mondiale graanhandelaar, maar ook de grootse verwerker van landbouwprodukten. Zo is Cargill de belangrijkste producent van voedings-oliën en behoort zij tot de grootste fabrikanten van cacao, veevoeder, maïsprodukten (o.a. zoetstof), vruchtesappen, vlees en zout. Het concern is een belangrijke producent van kunstmest[116] en een van de grote handelaren in koffie, katoen, rubber en suiker. Verder bezit Cargill staalfabrieken en zit zij in de financiële dienstverlening. (Zie bijlage 6 en 7.) OVER DE HELE WERELD Cargill heeft ongeveer 1000 fabrieken en kantoren met in totaal 80.000 werknemers in 65 landen, van Argentinië tot Zimbabwe en van China tot Peru. De firma heeft met 195 landen handelscontacten.[117] Ongeveer 50 procent van haar omzet behaalt Cargill in haar moederland de USA, ruwweg 30 procent in Azië en Latijns Amerika en 20 procent in Europa en Afrika.[118] (Zie bijlage 9.) OMZET, WINST EN GROEI Qua omzet is Cargill het grootste familiebedrijf ter wereld. Van alle bedrijven in de Verenigde Staten is zij nummer 14.[119] En op de wereldranglijst staat zij op de 34e plaats, ver onder Shell (5), maar boven Unilever (36) en ver boven Philips (56).[120] In 1999 bedroeg Cargills omzet ruim 100 miljard gulden ($ 46 miljard).[121] De officieel opgegeven winst bedroeg in dat jaar 1,3 miljard gulden ($ 597 miljoen).[122+] Cargill is een zeer snelle groeier. Ze investeerde in 1998 3 miljard gulden ($ 1,4 miljard).[123] Het concern kan zoveel geld in de groei van het bedrijf steken omdat het slechts een zeer klein gedeelte van de winst uitkeert als dividend. De rest sluist ze terug naar het bedrijf.[124+] Cargill streeft ernaar haar bezit (vermogen) eens in de vijf à zeven jaar te verdubbelen.[125] Dat lukt aardig. In de periode 1940-1990 groeide het bedrijf jaarlijks ruim 12 procent. In de periode 1992-1999, in zeven jaar tijd, verdubbelde het netto eigen vermogen, van een krappe 8 miljard gulden ($ 3,6 miljard) tot bijna 16 miljard ($ 7,2 miljard).[126] Cargills omzet steeg nog veel sneller: in 27 jaar werd die 28 keer zo groot; van $ 2 miljard in 1969 tot $ 56 miljard in 1996. Sinds dat jaar is de omzet vrij drastisch gedaald: met zo'n 18 procent in de periode 1996-1999. De voornaamste oorzaak is de overcapaciteit onder verwerkers van landbouwprodukten en de economische crisis in Azië. Opvallend is dat zelfs in deze moeilijke periode het vermogen van Cargill nog toenam, en wel met 21 procent.[127+] (Zie bijlage 8.) ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** GROEI, GROEI, GROEI Groei is een uiterst belangrijk bedrijfsdoel voor Cargill. Groei van omzet, winst, vermogen en natuurlijk macht. Zo schrijft de nieuwe president-directeur Warren Staley in een interne e-mail aan de managers van het bedrijf: "Als we gaan slapen moeten we denken aan groei vandaag, dromen over groei morgen en opstaan met ideeën voor groei in de toekomst."[128] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** VERZEKERING & SPECULATIE Vanaf haar ontstaan heeft Cargill niet alleen gehandeld in graan, maar ook in 'futures'. Dit zijn contracten voor leveringen die over een paar maanden plaats zullen vinden, tegen een van tevoren bepaalde prijs. Het zijn waardepapieren. Oorspronkelijk was de bedoeling hiermee risico's van prijsschommelingen af te dekken. Later werd het een speculatie-object. Cargill spreekt liever niet van speculatie, maar van 'risk management'. In 1993 maakte Cargill ruim 220 miljoen gulden winst (ruim $ 100 miljoen) met de handel in tal van financiële contracten. Dit was bijna een derde van haar totale winst. Voor de talloze verschillende soorten financiële transacties heeft Cargill allerlei aparte bedrijven. Bijvoorbeeld de Financial Markets Division, met de afdelingen: Capital Markets, Assets Management, Emerging Markets, en Merchant Banking. Verder zijn er nog Cargill Investor Services Inc.[129+], Cargill Financial Services Corp., Cargill Global Funding PLC en Cargill Financial Markets PLC.[130] Bij speculeren trekt degene die het eerst en het best op de hoogte is van toekomstige ontwikkelingen aan het langste eind. Omdat Cargill veel contacten overal in de wereld heeft, is zij beter dan wie ook op de hoogte van de ontwikkeling van landbouwprijzen op de wereldmarkt. Ook heeft zij informatie uit de eerste hand over de economische toekomst van tal van Derde Wereldlanden. Het bedrijf heeft immers 1000 kantoren en fabrieken in 65 landen en onderhoudt contacten met bijna 200 staten.[131] Volgens Bob Bergland, voormalig VS-landbouwminister, beschikt Cargill over een beter informatie-netwerk dan de CIA.[132+] Het speculeren met valuta, termijn-contracten en opties brengt telkens opnieuw bedrijfstakken in problemen. Zo duikt de koffie- of cacaoprijs[133+] zo nu en dan naar beneden met alle rampzalige gevolgen van dien voor de plantage-arbeiders en zelfstandige kleine cacao- en koffieboeren. De verschillende vormen van speculatie[134+] storten soms zelfs complete landen economisch in het ravijn, zoals Zuid-Korea en Rusland. De gevolgen voor de bevolking zijn dan niet te overzien. Beperkt Cargill zich tot een serieuze afdekking van de handelsrisico's of speculeert ze dat het een lieve lust is? Daarover tasten we in het duister. Wanneer geeft Cargill eindelijk eens opening van zaken? De wereldeconomie is toch geen spel. SUBSIDIES Om, zoals het officieel heet, 'Amerikaanse landbouwprodukten concurrerend te maken in het buitenland' heeft de Amerikaanse regering verschillende subsidieregelingen. In de periode 1985-1992 ontving Cargill $ 800 miljoen uit het officiële Export Ondersteuningsprogramma. De *New York Times* schreef in 1993 over dit programma: "De 40 miljard dollar-campagne van het ministerie van Landbouw om de export van landbouwprodukten te versterken, een decennium geleden begonnen om veelgeplaagde boeren te helpen, heeft in plaats daarvan een handvol multinationals verrijkt. (..) Een zorgvuldige bestudering van de subsidieprogramma's brengt de symbiotische relatie aan het licht tussen een paar politiek invloedrijke firma's en een van de grootste en minst scrupuleuze ministeries die deze bedrijven moet controleren."[135] Ook met een andere subsidieregeling voor landbouwexporten (General Sales Manager 102/103 programs) ter waarde van $ 6,5 miljard bleek het nodige mis te zijn. De Amerikaanse Rekenkamer oordeelde in 1992 dat "er geen overtuigend bewijs is dat deze programma's de US-export van landbouwprodukten hebben doen toenemen."[136] Hoeveel Cargill, als zeer grote landbouwexporteur, van deze miljarden geprofiteerd heeft is niet bekend. TWEE SCHATRIJKE FAMILIES Cargill is een familiebedrijf, zij is niet aan de beurs genoteerd en heeft dan ook niet te maken met 'gewone aandeelhouders'. De firma is eigendom van twee families (Cargill en MacMillan) met in totaal ongeveer tachtig familieleden. Het zal niemand verbazen dat die zeer rijk zijn en sommige van hen zelfs schat- en schatrijk. Zo bezitten James R. Cargill en Margaret Anne Cargill ieder 1,8 miljard gulden ($ 840 miljoen).[137] Zeventien procent van Cargills aandelen zijn eigendom van ongeveer 20.000 Amerikaanse werknemers. Zij hebben echter niets in de melk te brokken, omdat die aandelen in een speciaal fonds zitten dat de directie beheert.[138] Onder de familiebedrijven is Cargill verreweg de grootste. Haar omzet is de helft groter dan nummer twee, Koch Industries.[139+] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** VERWERKING Hoewel Cargill geen systematische overzichten geeft van haar marktposities, zijn er wel wat puzzelstukjes bekend. Een greep hieruit: Cargill = neemt 35 procent van de graanexport van de Verenigde Staten neemt voor haar rekening[140], = is de op een na grootste verwerker van maïs in de Verenigde Staten[141], = heeft twintig procent van de Amerikaanse rundvleesverwerking in handen[142], = bouwt in Brazilië een fabriek voor citroenzuur en wordt daarmee de op twee na grootste producent van dit voedingszuur[143], = bezit de grootste rundvleesverpakkings-fabriek van Canada[144], = is eigenaar van de grootste oliezaadverwerkende fabriek van Australië[145], = is de op een na grootste verwerker van cacaobonen[146] ter wereld, = heeft de grootste 'processor' van cacaobonen: Gerkens in de Zaanstreek[147], = is 's werelds op een na grootste producent van zout[148], = bezit een van de twee grootste maïsmeelfabrieken ter wereld[149], = is de grootse exporteur van Vietnamese koffie[150] en = is de op een na grootse producent van fosfaat-kunstmest.[151] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** 135 JAAR GROEI Het is eind 1865. De Amerikaanse Burgeroorlog is net afgelopen. Het is de tijd van 'going west', van nieuwe spoorlijnen, en ontginning van de prairies. W.W. Cargill, zoon van een Schotse kapitein, stapt in het dorpje Conover, Iowa, uit de trein. Simpelweg omdat de spoorlijn niet verder gaat. Hij vestigt zich hier. Samen met zijn broer richt hij 'W.W.Cargill & Bro.' op, koopt graan in bij de boeren, en zorgt voor transport en verkoop. Later bouwen de broers tientallen graansilo's aan verschillende spoorwegen in de omgeving.[152] In 1909 ging het familiebedrijf bijna failliet, omdat zoon Will enorme schulden gemaakt had met grondspeculatie. De zeer bemiddelde schoonzoon John MacMillan redde de situatie door zich garant te stellen, op voorwaarde dat hij de baas zou worden van het bedrijf. Sindsdien heeft de familie MacMillan de overhand in de firma.[153] Vanaf dit tijdstip groeit het bedrijf gestaag, ondanks lichte ups en downs. Vanaf de dertiger jaren richtte Cargill zich steeds meer op het buitenland en in de veertiger jaren begon zij zich voorzichtig toe te leggen op het verwerken van landbouwprodukten tot halffabrikaten voor de voedingsindustrie.[154] Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed Cargill goede zaken met de overheid. Zij bouwde schepen en leverde graan. In vier jaar tijd verdubbelde Cargill haar vermogen.[155] In naoorlogse periode profiteerde deze graanhandelaar sterk van de Amerikaanse landbouwsubsidies[156+] en de Amerikaanse voedselhulp aan Europa, de Derde Wereld en Rusland.[157+] Het concern kreeg een steeds grotere invloed op de Amerikaanse landbouw- en exportpolitiek. NEDERLAND In Nederland begon Cargill eind 1959 met een handelskantoortje. In hetzelfde jaar ging het graanoverslagbedrijf (IGMA) van start, in 1968 de sojaolie-fabriek en in 1980 de sapverwerkingsfabriek. Alles in Amsterdam. In de jaren daarna kocht Cargill verschillende fabrieken in Nederland op. (Zie bijlage 12.) "Inmiddels is het moeilijk geworden iets nieuws te vinden om te acquireren, de markt is verzadigd", verklaarde Rhoef Hoeffelman, president-directeur van Cargill Nederland november 1995 in een interview.[158] "Maar ook dan blijven we groeien op eigen kracht. Gerkens (cacao) had bij aankoop in 1987 een verwerkingscapaciteit van 50.000 ton, nu maar liefst van 180.000 ton. (..) De grote investeringen van Cargill in Europa vinden tegenwoordig plaats in Polen, Rusland en Turkije." ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** EUROPESE SUBSIDIES BINNENHALEN Corrie van Dijk houdt voor Cargill de ontwikkelingen in Brussel goed in de gaten om ervoor te zorgen dat de firma zoveel mogelijk exportsubsidie binnenhaalt. 'Exportrestitutie' heet dat in het jargon.[159+] Van Dijk: "Ik vertegenwoordig de Cargill zetmeeldivisie in de Europese Graanzetmeelassociatie. (..) Ik vergader regelmatig in Den Haag en in Brussel en lobby als dat nodig is. Het restitutiebeleid van Brussel is van wezenlijk belang voor de positie van bedrijven als Cargill op de exportmarkt."[160] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 11 CARGILLS 'BRUGGEHOOFD' IN EUROPA ================================ een overzicht van het Nederlandse dochterbedrijf ================================================= Cargill B.V., de Nederlandse tak van het concern, heeft twaalf 'plants', fabrieken, in ons land. Het bedrijf verwerkt er sojabonen tot olie en eiwitvlokken en produceert er verschillende soorten plantaardige oliën en vetten, vruchtesappen, cacaoboter, mout, zetmeel en suikers uit tarwe en maïs en vleesprodukten van pluimvee. Vijf van de twaalf fabrieken staan in het Amsterdamse havengebied. Verder vervoert en verhandelt Cargill Nederland (= Cargill B.V.) granen, kunstmest, veevoedergrondstoffen en cacaobonen. In Amsterdam staat het Benelux-hoofdkantoor. In totaal heeft het bedrijf ruim 1400 mensen in dienst.[164] (Zie bijlage 10.) Volgens *Het Financieele Dagblad* is Cargill Nederland "gemeten naar geïnvesteerd vermogen de belangrijkste Europese tak" van het Cargill-concern en "sinds de jaren '50 en '60 de basis van diverse Europese activiteiten."[165] Het bedrijf zelf noemt Amsterdam "Cargills belangrijkste bruggehoofd op het vasteland van Europa."[166] Slechts 15 procent van wat Cargill Nederland produceert wordt in ons land verkocht. 57 procent gaat naar de overige landen van de Europese Unie en de overige 28 procent naar allerlei andere landen in de wereld.[167] Cargill Nederland is een van de twintig grootste bedrijven van ons land. In 1998/1999 bedroeg de omzet 8,5 miljard gulden en de winst na belastingen 108 miljoen. Behalve deze winst van ruim honderd miljoen, maakte Cargill Nederland ook nog eens ruim 300 miljoen extra over naar het moederbedrijf in de Verenigde Staten.[161] Naast Cargill B.V. is er een tweede volle dochter van het Amerikaanse concern gevestigd in Nederland: Cargill Export B.V. De winst van deze handelsfirma bedroeg in '98/'99 168 miljoen gulden. Ook die is overgemaakt naar Amerika.[162] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** EEN AARDIGHEIDJE Hoewel 1998/1999 geen bijzonder goed jaar was voor Cargill Nederland kreeg de directie, bovenop haar salaris, negen ton te verdelen.[163] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** EEN INTERNATIONALE SCHAKEL Onder de kop 'Bijna een miljard liter' schrijft het interne bedrijfsblad *Cargill Koerier*: "In 1980 stond er aan de Elbaweg in de Westhaven in Amsterdam een opslagtank en een kantoortje. Er was ook een vermoeden van een laboratorium. In 1987 bereikte de FCOJ (frozen concentrated orange juice) de onwaarschijnlijke omzet van 500 miljoen liter sap. In 1993 dronk Europa bijna één miljard liter vruchtensap waarvoor de ingrediënten via Amsterdam werden aangevoerd."[168] Dit Amsterdamse sapverwerkingsbedrijf, of *juice terminal*, is een schakel in Cargills wereldwijde vruchtesap-*business*. In Brazilië heeft de firma een viertal citrusplantages. In Uchoa en Bebedouro (Brazilië), in Florida (USA) en in Pakistan heeft zij fabrieken voor de verwerking van citrusvruchten. In New Jersey heeft het concern een sapverwerkingsbedrijf voor de Amerikaanse markt, in Tokyo voor de Japanse en in Amsterdam voor de Europese markt.[169] Maar ook in andere sectoren speelt Cargill Nederland een rol in het internationale netwerk van de firma. Zo schoten deskundigen van Cargills cacaofabriek uit de Zaanstreek (Gerkens) hun collega's in Bahia (Brazilië) te hulp die al jarenlang aan het modderen waren met hun fabriek.[170] En *proces operators* van de glucosefabriek in Bergen op Zoom leiden hun nieuwe Oost-Europese collega's op.[171] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** DREIGEN IN AMSTERDAM "Als Amsterdam Cargill van belang blijft vinden, zal het ons bedrijf in elk geval serieus moeten nemen. Het is geen spel dat wij spelen."[172] Rhoef Hoeffelman, president-directeur van Cargill Nederland is kwaad op Amsterdam. De stad heeft een nieuwe woonwijk gepland, ongeveer een kilometer van de soja-fabriek die vlakbij het centrum ligt en een nare, weeë lucht uitwasemt. Ook nu al ligt er een bestaande woonbuurt op eenzelfde afstand. Eigenlijk zou de het bedrijf daarom de uitstoot van stank en stof terug moeten dringen. In plaats daarvan komt het met dreigementen. Volgens woordvoerder Van Zelm van Eldik gaat Cargill, als het zo doorgaat, andere vestigingsplaatsen overwegen. Bijvoorbeeld in Duitsland, België of Frankrijk.[173] De gemeente Amsterdam reageert timide. Zo verklaart J. Cley, directeur van de Milieudienst: "We boden Cargill een tienjarige milieuvergunning. Dat unicum schept rust, contractueel vastgelegd. Bovendien, zeiden we, als u kans ziet om zelf tot verdere terugdringing van geluid, stank of stof in die periode te komen, dan is de gemeente Amsterdam bereid die kosten te dragen."[174] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** CARGILL-PRODUKTEN ZITTEN ZOWAT OVERAL IN Volgens Cargill bevat "het merendeel van de produkten in de supermarkt grondstoffen die door Cargill zijn geleverd."[175] Dat valt niet te controleren, omdat Cargill geen lijsten verstrekt van haar afnemers, maar het zou heel goed kunnen. Soms raakt er toch wat bekend. Bijvoorbeeld dat McDonald's een grote klant van Cargill is in heel Europa.[176] Of dat Coberco voor haar Appelsientje heel veel sap van Cargill gebruikt.[177] Dat Heineken, 's werelds op een na grootste bierbrouwer, onder andere bij Cargill haar gerstemout inkoopt.[178] Of dat Cargills glucosestroop in tal van artikelen van Campina, Melkunie en Mona zit.[179] (Zie bijlage 11.) Cargill blijkt zowel aan Coca-Cola als aan 'aarts-rivaal' Pepsi zoetstoffen, afkomstig uit maïs, te leveren. De dranken hebben dus meer gemeen dan de fabrikanten ons willen doen geloven.[180] Wellicht geldt dit voor meer produkten van andere voedingsfirma's. Helaas weten we daar het fijne niet van omdat Cargill niet wil vertellen welke halffabrikaten ze aan welke fabrieken voor welke eindprodukten verkoopt. Klaarblijkelijk mogen consumenten niet weten welke concerns achter de verschillende ingrediënten zitten. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** "It's probably a rare day when you don't eat something that was originated, transported, processed or even packaged by Cargill." (reclame van Cargill) ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 12 STUK VOOR STUK ALLE MARKTEN OPENWRIKKEN ======================================= Cargills lange termijn-strategie ================================= Tachtig jaar lang deed de firma Cargill niks anders dan graan opkopen, opslaan tot de prijs vermoedelijk op zijn hoogtepunt was en vervolgens het graan verkopen en afleveren. Van jaar tot jaar groeiden de omzetten. Ondertussen groeide ook Cargills contacten met boeren en afnemers. In 1943 zette Cargill een volgende stap. In dat jaar kocht het concern drie kleine fabrieken om sojabonen te verwerken tot sojaolie.[181] Toen de firma zich stevig gevestigd had in deze bedrijfstak nam ze de volgende stap. In 1967 verwierf Cargill een bescheiden maïs-verwerkingsfabriek.[182] Ze breidde zich snel uit in deze branche. Vervolgens, in 1989, vestigde zij zich in de maïsmeel-sector.[183] Ondertussen bleef Cargill zich uitbreiden in de sectoren waar zij zich eerder op gericht had. In 1993 had ze een kwart van de Amerikaanse sojaolie-markt in handen en was daarmee de op een na grootste verwerker van sojabonen.[184] De verwerking van maïs is tegenwoordig Cargills grootste *moneymaker*.[185] VOORZICHTIG EN ZORGVULDIG Cargills groeistrategie is net zo oud als het bedrijf zelf: = Eerst een voorzichtig begin maken in een bepaalde markt, = dan een belangrijke positie in die markt verwerven, = ondertussen zorgvuldig een volgend terrein uitkiezen dat in de buurt ligt, = daar rustig starten en = tegelijkertijd blijven uitbreiden in de gebieden waar ze al een stevige poot aan de grond heeft. Cargill koopt fabrieken op die niet zo best draaien en zodoende goedkoop zijn. Het moeten bedrijven zijn die Cargill met de kennis die zij - wereldwijd - in huis heeft weer aan de praat kan krijgen. Het dienen fabrieken te zijn die grondstoffen gebruiken die Cargill goedkoop kan leveren en die halffabrikaten produceren die Cargill makkelijk kan afzetten met de contacten die ze al heeft. Zo koppelt het concern telkens een nieuw onderdeel aan het complexe netwerk van fabrieken en kantoren dat het ondertussen geworden is. Ieder onderdeel moet op zichzelf winstgevend zijn. Maar belangrijker is nog dat iedere fabriek of handelskantoor het firma-netwerk hechter en veerkrachtiger maakt. Cargill probeert op de belangrijkste terreinen waarop ze actief is, een van de allergrootste te worden, om - als bulkspecialist - zo goedkoop mogelijk te kunnen werken. En ook om zoveel mogelijk grip te hebben op de ontwikkelingen.[186+] CENTRALE REGIE Hoewel de bedrijfsstructuur zeer complex geworden is (zie bijlage 6), blijft de directie de ontwikkelingen in alle dochterbedrijven, fabrieken en kantoren zorgvuldig in de gaten houden en bijsturen. Cargill heeft daartoe een achtkoppig *Corporate Leadership Team* (= hoofddirectie), verschillende *Platforms* (= coördinatiegroepen) voor de belangrijkste takken van het bedrijf en een 'Corporate Centre' met tientallen personeelsleden. Satellietverbindingen, computer-netwerken en een intern e-mail-systeem maken deze controle en sturing mogelijk.[187+] Veel geduld, technische kennis, organisatie-ervaring, en een uitgebreid netwerk van leveranciers en afnemers, gecombineerd met een zorgvuldig uitgedokterde lange termijn-strategie, een minitieuze bedrijfssturing en de beschikbaarheid van heel veel geld heeft Cargill zeer groot en machtig gemaakt. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** CARGILLS RECEPT VOOR SUCCES Lijst van ingrediënten voor het Cargill-succes[188]: = geduld, veel geduld, = uitstippelen van een lange termijnstrategie, = vermijden van risico's en tevreden zijn met een lage winstmarge, = zoveel mogelijk herinvesteren van de winst, = in elk nieuw land opnieuw een voorzichtig begin maken, = aankopen van fabrieken die slecht draaien en daardoor goedkoop zijn, en die langzaam maar zeker tot bloei brengen met de kennis die in het concern aanwezig is, = intensieve maar onopvallende contacten met politici op alle niveaus, = zorgen dat je uit het nieuws blijft. Zo wrikt Cargill iedere landbouw- of voedsel-deur die op een kier staat open. Heeft ze eenmaal een voet tussen de deur, dan gaat ze door tot ze in een bepaald land of in een bepaalde sector van de voedsel-industrie zoveel macht heeft dat ze haar wil door kan zetten. Ongemerkt, maar effectief, bepaalt ze jaar na jaar een stukje meer hoe het plattelandsleven en ons voedsel eruit komen te zien. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 13 IN DE HELE WERELD EEN VINGER IN DE PAP ====================================== Cargill blijft uitbreiden ========================== Met precies dezelfde strategie die Cargill gebruikt om nieuwe markten binnen te dringen, breidt ze zich uit over de wereld. Pas in de twintiger jaren, toen Cargill een zeer solide positie had in de Verenigde Staten, begon ze plannen te maken voor internationale handel.[189] In 1929 stuurde de firma een eerste contactpersoon naar Genua, met de opdracht niet te hard van stapel te lopen: "Absorb the atmosphere, perfect your Italian."[190] Pas in de loop van de vijftiger jaren begaf Cargill zich op grotere schaal in de internationale graanhandel.[191] Ze opende daarvoor kantoren in Genève, Hamburg, Londen en Antwerpen. Tientallen jaren is Cargill bezig geweest om vaste grond aan de voet te krijgen in Japan. Dit was extreem moeilijk vanwege de weerstand van vijf grote Japanse handelsconglomeraten, de *zaibatsu*. In 1950 begon Cargill handel te drijven met Japan. In 1956 vestigde het concern er een handelskantoor. Eind zestiger, begin zeventiger jaren verzorgde ze negentig procent van de import van oliezaadmeel, een bestanddeel van veevoeder. In 1995 was Cargill het eerste Amerikaanse bedrijf dat het recht kreeg tarwe, gerst en rijst te verkopen. Daarmee was zij min of meer geaccepteerd als een Japans bedrijf. In 1998 nam Cargill als eerste buitenlandse firma een Japans bedrijf onder haar hoede, dat op het punt stond failliet te gaan.[192] (Japan is de grootste importeur van Amerikaanse landbouwprodukten.[193+]) Ook in India blijft Cargill zoeken naar mogelijkheden, ondanks alle verzet onder de bevolking en opwinding in de Indiase kranten. Hong Kong en Taiwan vormen een derde en vierde steunpunt in Zuidoost-Azië. De opzet is toegang te krijgen tot de veelbelovende Chinese markt.[194+] Volgens Cargill-directeur Huber is de Chinese middenklasse "op zoek naar gevarieerder eten en zal de graan-consumptie stijgen door de grotere vraag naar vlees, melk en eieren." Hij pleit ervoor "het *agri-food system* open te stellen voor vrijhandel en vrije investeringen."[195] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** 'OPTIMAAL PARTNERSHIP' IN IVOORKUST Samen met de minister-president van Ivoorkust, legde Cargills president-directeur Micek begin 1999 de eerste steen voor een cacaoverwerkende fabriek in dat land. Volgens de *Cargill Koerier*[196] is deze fabriek "een zeer substantiële investering van Cargill in Afrika en garandeert zij de mogelijkheid voor de cacaoboeren in Ivoorkust om hun bonen af te zetten." Paul Lammers, president-directeur van de cocoa-division van Cargill, meent: "Deze operatie heeft alles in zich van een optimaal partnership tussen Ivoorkust en Cargill; zij hebben de grondstoffen en wij de technologie om die te verwerken. Samen kunnen wij de groei van de vraag naar cacao wereldwijd aan." Het artikel gaat niet in op het grote machtsverschil tussen de afzonderlijke cacaoboeren die gedwongen zijn tegen de lage wereldmarktprijs te verkopen en de allergrootste agro-multinational met afzetkanalen in tientallen landen, een gedetailleerde kennis van de prijsontwikkeling, ruime opslagmogelijkheden en contacten op de hoogste niveaus. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** OOST-EUROPA Vanzelfsprekend is Cargill actief in Oost-Europa, Rusland en de voormalige sovjetrepublieken. Zo opende ze bijvoorbeeld in 1991 in Polen een handelskantoor. Ondertussen heeft de firma in dat land vijf veevoederfabrieken en een zetmeel/glucose-bedrijf en verkoopt ze er raapzaad*- en zonnebloemzaad. [* Raapzaad wordt ook wel koolzaad genoemd. In Amerika spreekt Cargill over 'canola'. Misschien omdat 'rapeseed' mensen bij de genetisch gemanipuleerde variant op het idee kan brengen dat dit zaad via 'rape' , met geweld aan de natuur ontwrongen is?] Verder handelt zij er in vruchtesap, graan, plantaardige olie en waardepapieren als aandelen en obligaties.[197] Ook in Moskou opende Cargill in 1991 een handelskantoor. Ondertussen exporteert ze olieprodukten, metalen, tarwe, zonnebloemzaad en gerst. Ze importeert vruchtesap, plantaardige oliën, suiker, cacao, granen, hazelnoten en pinda's. In 1995 verwierf het concern een meerderheidsbelang in een glucosefabriek.[198] In Kazachstan vormde Cargill in 1993 een *joint venture* voor het beheer van twee graansilo's. In Uzbekistan begon de firma in 1992 een handelskantoor voor de export van katoen.[199] MACHTIG Cargill tracht in de belangrijkste landen waar ze actief is een "interessante positie in te nemen."[200] Zo is ze in Canada de belangrijkste leverancier aan boeren (zaad, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en krediet)[201]; in Argentinië is de firma de belangrijkste exporteur van landbouwprodukten[202]; in Vietnam is zij een van de grootste opkopers van landbouwprodukten[203]; en in Brazilië het grootste agro-bedrijf.[204] CREATIEF BELASTING BETALEN De tientallen buitenlandse vestigingen en talloze internationale transacties[205+] bieden een prachtige gelegenheid om via creatief boekhouden het betalen van belasting zoveel mogelijk te vermijden. Of zoals Cargill-directeur W.B. Saunders in 1976 voor het Amerikaanse Congres verklaarde: "Belastingen vormen een doorslaggevend kostenelement in onze branche. (..) Om te kunnen concurreren met gevestigde buitenlandse ondernemingen moesten we wel proberen de belastingkosten niet groter te laten zijn dan de hunne."[206] Deze opmerking is wel bijzonder crypties. Cargill maakt als grote vervoerder royaal gebruik van allerlei overheidsvoorzieningen. Om te kunnen beoordelen of de bijdrage die Cargill levert aan de schatkist een redelijk tegenprestatie is en in verhouding staat tot haar omzet en winst, moeten we weten hoeveel belasting Cargill betaalt. Het wordt eentonig: Cargill verschaft deze gegevens niet. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** SCHIMMIGE DOCHTERBEDRIJVEN In Utrecht blijkt Cargill Sawit B.V. gevestigd te zijn. Dit bedrijf is een volle dochter van Cargill Asia Pacific LTD uit Singapore, die op haar beurt een dochter is van Cargill Inc. Het bedrijf heeft 'nul werkzame personen' in dienst volgens de Kamer van Koophandel, maar wel drie directeuren die alle drie in Singapore wonen. Volgens de flinterdunne en weinig verhelderende jaarstukken bedraagt het vermogen van de BV 12 miljoen gulden. Niettemin heeft zij 78 miljoen gulden uitgegeven voor participaties in andere, niet met name genoemde, bedrijven. Naast Cargill B.V. en Cargill Export B.V. die in hoofdstuk 11 aan bod kwamen, is er in Nederland verder nog een Cargill Eurofinance B.V. gevestigd, een Cargill Holdings B.V., een Cargill Financing B.V., een Instant Holding B.V. en een Cargill Cocoa B.V.. De officiële jaarstukken maken niet duidelijk wat deze BV's uitspoken. Wel is duidelijk dat Cargill mogelijkheden te over heeft met geld te schuiven, als dat voor haar voordelig is.[207] (Zie bijlage 10, 'formele eigenaren'.) ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** FOTO: zie: www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/uitbreiden.html Fabriek van Cargill in Brazilië ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** CONCLUSIE ========= ========= 14 DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN CARGILL =================================== agro-multinationals zijn de motor ================================= van de vernietiging van het boerenbestaan ========================================== In 1991 moest ook India eraan geloven. Door een jarenlang en groeiend overheidstekort was het land niet meer in staat haar internationale staatsschulden af te lossen. De Wereldbank en het IMF sprongen bij, maar stelden hun voorwaarden: meer ruimte voor buitenlandse concerns en beperking van steunmaatregelen aan kleine boeren. Zo = kunnen buitenlandse concerns nu een meerderheidsbelang in Indiase bedrijven verwerven, terwijl zij vroeger niet verder konden komen dan 40 procent, = kunnen bedrijven in de naaste toekomst volledig eigendom worden van buitenlandse firma's en kan de winst het land uit gebracht worden, = is de importheffing op buitenlands zaad teruggebracht van 95 naar 15 procent[208], = moeten de overheidssubsidies aan Indiase boeren teruggebracht worden, = moet de overheid buitenlands graan aanschaffen als dit goedkoper is dan Indiaas graan[209], = kunnen multinationals nu de zaadhandel gaan beheersen, die oorspronkelijk in handen van de overheid was, = kunnen (buitenlandse) bedrijven nu landbouwgrond van kleine boeren opkopen, om er grootschalige boerenbedrijven of plantages te beginnen, = kunnen (buitenlandse) mijnbouwbedrijven makkelijker grond aankopen, en = kunnen (buitenlandse) hotel-ketens eenvoudiger grond in natuurgebieden verwerven, en de inheemse volken die daar wonen verjagen.[210] De gevolgen bleven niet uit: in 1992 was India gedwongen een miljoen ton tarwe te importeren uit de Verenigde Staten, in plaats van die aan te kopen bij kleine Indiase boeren. De graanimport veroorzaakt dus armoede en teleurstelling op het Indiase platteland en vergroot het tekort op de betalingsbalans. Extra schrijnend is dit als je je realiseert dat de Amerikaanse tarwe niet alleen zo goedkoop was door de zeer grootschalige Amerikaanse produktiewijze, maar ook door de exportsubsidie van 30 dollar per ton van de US-overheid. Intussen zijn de Indiase overheidsuitgaven gestegen en is het tekort op de betalingsbalans toegenomen, hoewel het officiële doel van de Wereldbank/IMF-maatregelen juist was dit te voorkomen.[211+] Opnieuw is het onduidelijk of Cargill, via de Amerikaanse regering, invloed gehad heeft op het 'Structurele Aanpassings-Programma' van de Wereldbank en het IMF voor India. De agro-gigant kiest ervoor het publiek in onwetendheid te laten, ook als het gaat om bittere armoede en zelfs kwesties van leven en dood van miljoenen mensen. Duidelijk is in ieder geval wel dat Cargill nu aanzienlijk meer mogelijkheden heeft graan te exporteren naar India en fabrieken op te kopen of te bouwen in dit land. INDERDAAD: CARGILL DOODT 'Cargill kills' riepen de demonstrerende Indiase boeren bij de Cargill-fabrieken in Amsterdam. We vroegen ons af of hun beschuldiging juist was. Naar mijn idee is er maar één conclusie mogelijk: zij hebben inderdaad gelijk. Helaas. De agro-multinationals - met name Cargill - vormen de motor achter de schaalvergroting en de mechanisering in de landbouw. Zij zijn er in de eerste plaats voor verantwoordelijk dat zovele boeren en landarbeiders hun land en hun beroep hebben moeten verlaten en met name in de Derde Wereld in de miserabelste omstandigheden terecht gekomen zijn. Cargill is de grootste onder de agro-giganten en heeft de meeste economische en politieke invloed. Toch zullen - behalve in India - niet veel boeren Cargill aanwijzen als de grote boosdoener. Het bedrijf slaagt erin buiten beeld te blijven. Dat is mogelijk omdat er verschillende schakels van handelaars zitten tussen de boer en de machtige firma. Een tweede reden is dat 'de marktprijs' voor een absoluut, bijna bovennatuurlijk gegeven gehouden wordt, waar niemand iets aan zou kunnen doen. Bij nadere bestudering blijkt Cargill zich tot op het hoogste politieke niveau krachtig in te zetten voor geforceerde overproduktie en vrijhandel: de twee grote oorzaken van de dalende landbouwprijzen.[212+] WIE BESLIST? Ik wil het dorpsleven niet idealiseren. Integendeel. Op het platteland komt ook bekrompenheid voor, sociale uitsluiting, discriminatie naar godsdienst of kaste, vrouwenmishandeling en noem maar op. Ook zal het boerenwerk lang niet iedereen liggen. Er is niks op tegen als er werkbesparende machines in de Derde Wereld-landbouw ingezet worden, als er zich een lokale nijverheid, industrie of dienstensector ontwikkelt, die mensen werk kan bieden die liever geen boerenarbeid doen. Mits lokale gemeenschappen er zelf profijt van hebben en zelfstandig tot deze veranderingen besluiten. Het is echter onverteerbaar dat grote agro-concerns als Cargill op eigen houtje besluiten tot ingrijpende veranderingen in de landbouw, die onnoemelijk veel slachtoffers vergen. En dat Cargill het vertikt eerlijke informatie te geven over wat ze aan het doen is. ZICH VAN GEEN KWAAD BEWUST? Hoe ziet Cargill zichzelf? Verschillende bedrijfspublikaties geven daarvan een indruk. Zo schrijft president-directeur Mock van Cargill Nederland in het *Sociaal Jaarverslag 1996/1997*: "Een omvangrijk deel van de wereldbevolking, zo'n 800 miljoen mensen, is structureel ondervoed. (..) Het betekent dat op dit moment meer dan één op de tien mensen in de wereld honger lijdt. Daarom gaat een deel van de investeringen van Cargill naar ontwikkelingslanden die voor ons uit puur commercieel oogpunt niet bijzonder interessant zijn, maar waar we toch aanwezig willen zijn. Niet omdat we de pretentie hebben op eigen houtje het armoede-vraagstuk te kunnen oplossen. Maar wel omdat we denken dat we daar, met voor onze begrippen relatief geringe investeringen, hopelijk toch een ontwikkeling ten goede kunnen bevorderen."[213] Op Cargills website wordt de bedrijfsvisie samengevat in: "de beste te zijn in het verbeteren van de levensstandaard van de wereldbevolking."[214] En in een folder: "Cargill is van mening dat zij kan meegroeien met en bijdragen aan de economische ontwikkeling van ieder land waarvan zij deel uitmaakt." Maar de ambities gaan verder: "Bovendien wil ze betrokken raken bij de lokale samenleving waarvan ze deel uitmaakt, niet alleen door het bieden van werkgelegenheid, maar ook door bij te dragen aan het culturele en sociale leven."[215] Of zoals de vorige algemeen president-directeur Micek het uitdrukte: "De gemeenschappen waarin we leven te maken tot plekken waar het beter is te leven, te werken en te spelen."[216] Telkens als ik dit soort volzinnen lees - en in de publikaties van Cargill struikel je erover! - ga ik twijfelen. Zijn dit nu holle PR-praatjes of menen de schrijvers dit en vallen Cargill-directeuren onder de categorie 'ze weten niet wat ze doen'? Als je zo nuchter mogelijk op een rijtje probeert te zetten wat de firma doet, wat het effect is van het beleid dat het bestuur en de directie uitstippelen, kom je tot de allervreselijkste conclusies. Maar als je luistert naar wat de topfunctionarissen zeggen, lijk je te maken te hebben met de nobelste mensen. Dan stuit je op uitspraken als: "Hoewel Cargill een commercieel bedrijf is, wordt het menselijke aspect nooit uit het oog verloren."[217] Hoe is het mogelijk in een dergelijke schizofrenie te leven? Misschien omdat de Cargill-leiding met man en macht probeert het bedrijf tot een comfortabel eilandje te maken? Die indruk geeft het bedrijfsblad van Cargill Nederland, de *Cargill Koerier*, in ieder geval. Zo lezen we er hoe directeur Hoeffelman bij zijn afscheid zegt: "Het klinkt misschien wat sentimenteel, maar ik houd echt van Cargill. Dat is een stuk van mezelf geworden in de loop der jaren. Mijn vrouw zegt wel eens schertsend: 'Jij bent Cargill-ziek!'. Maar ik ben daar trots op. (..) Cargill is een geweldige maatschappij. (..) Ik heb Cargill gegeten, ik heb Cargill gedronken, ik heb Cargill geslapen en Cargill gedroomd. Van de 24 uur per dag was je eigenlijk de hele tijd met Cargill bezig. Op alle andere terreinen heb ik een geweldige achterstand, maar die ga ik nu inlopen."[218] Intern wordt Cargill graag een 'global family' genoemd.[219] Zo lezen we in de Cargill Koerier dat 'plant-accountant' Dimitri Bryan uit het Vlaamse Staden in Venezuela werd "opgevangen als een echte collega en als iemand van de grote familie. (..) Hij was er een echte gast, zowel in Caracas waar de burelen waren ondergebracht, als in Valencia waar de afvullijnen actief waren. (..) De belangrijkste boodschap is, dat er waar ook ter wereld steeds collega's op je wachten."[220] In een andere aflevering van het blad wordt verhaald van de bouw van een sojafabriek in Brazilië, waarbij Nederlanders (onder andere Rien Faasse) en Brazilianen (onder andere Joe Pipoli) eendrachtig samenwerkten. "Pipoli en Rien hebben elkaar in tien jaar niet meer gezien. 'Maar', zegt Rien, 'ik kan hem nu opbellen en het gesprek voortzetten of we elkaar gisteren nog hebben gesproken. De echte opstartmaten vergeet je je leven niet meer."[221] Om zichzelf een gezellige werkomgeving te scheppen willen of kunnen Cargill-mensen niet meer beseffen met welk vernietigend werk ze bezig zijn. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** "Handel schept welvaart. En welvaart bevordert de vrede", aldus de vorige president-directeur van Cargill, Micek.[222] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** VOOR HET GOEDE DOEL EN EEN 'POSITIEVE UITSTRALING' Cargill-werknemers, verenigd in de 'Actiegroep Polen' helpen vanaf 1994 Poolse kinderen. "Op de foto ziet u de blije kindergezichtjes in de opgeknapte school in Soldry", schrijft de *Cargill Koerier*.[223] De groep heeft de school opgeknapt "deels met geld van de medewerkers die elke maand een bedrag voor dit doel afstaan, deels door in vakanties ter plaatse te gaan timmeren, metselen en schilderen. (..) Het hele project heeft ongeveer ƒ 20.000,- gekost, waarbij een forse subsidie zat van Cargill Nederland." Ik krijg hier een bittere smaak van in mijn mond. Ik twijfel er niet aan dat de 'Actiegroep' met de beste bedoelingen en met grote inzet de Polen helpt en ik kan me voorstellen dat de Polen er erg blij mee zijn. Maar juist in een land als Polen, waar zoveel kleine boeren zijn, zullen agro-multinationals als Cargill een enorme ravage aanrichten. In een andere aflevering van hetzelfde blad[224] schrijft de directie: "Cargill geeft in Nederland jaarlijks ongeveer twee ton uit aan donaties ten behoeve van allerlei lokale en nationale instellingen. Hieronder laten wij u zien in welke sectoren die donaties terecht komen, hoeveel de begroting voor zo'n sector is en welke instellingen hieronder kunnen vallen: * Algemeen charitatief ƒ 40.000,- (bijvoorbeeld Leger des Heils, Rode Kruis, Artsen zonder Grenzen, Nierstichting, Prinses Beatrixfonds, Terre des Hommes, enz.) * Cultureel ƒ 10.000,- (allerlei culturele activiteiten, zoals historische musea, muziekinstellingen, Koninklijk Concertgebouw-orkest) * Natuur en milieu ƒ 10.000,- (Wereld Natuur Fonds, Vereniging Natuurmonumenten) * Speciale ad-hoc-projecten ƒ 50.000,- * Bijzondere calamiteiten ƒ 30.000,- (ten behoeve van nationale steunacties zoals destijds voor Uganda) * Kleine lokale giften ƒ 60.000,- (dit kan een lokaal buurthuis zijn, de sponsoring van een sportfestijn of een theater)." De directie gaat verder: "Deze giften zijn vrij 'onzichtbaar', dat wil zeggen dat Cargill er niet mee aan de weg timmert. Maar Cargill wil zich steeds meer gaan manifesteren als een 'goede buur' in de gemeenschap waarin zij actief is. En het zal steeds belangrijker worden dat Cargill meer publiciteit aan bepaalde donatie-activiteiten gaat geven. Hopelijk kunnen wij dit al spoedig tot uitvoering brengen. (..) Om in aanmerking te komen zal een project zoveel mogelijk voldoen aan de volgende criteria: 1. Is de donatie zichtbaar? 2. Maak je er iets mee mogelijk dat anders niet kan bestaan? 3. Is er een relatie met het produkt, markt of vestiging? 4. Ondersteunt het een voor het bedrijf belangrijke relatie? 5. Is er een positieve uitstraling op Cargills imago?" Als je Cargill om informatie vraagt die betrekking heeft op belangrijke maatschappelijke kwesties, verbergt ze zich (zie hoofdstuk 6), maar als ze goede sier kan maken, trekt ze graag haar portemonnee en gooit ze er 'maar liefst' twee ton (= nog geen twee pro mille van de netto Nederlandse winst) tegen aan. Maar dan moet een 'positieve uitstraling op Cargills imago' wel gegarandeerd zijn. INTERMEZZO ========== ========== In de voorafgaande hoofdstukken vertelde een Limburgse boerin hoe zij de schaalvergroting in de landbouw in haar leven ervaren heeft. We hoorden de felle kritiek van de Indiase boeren, die zich bedreigd voelen door de agro-multinationals. We bestudeerden de ontwikkelingen in Amerika, waarbij we onze aandacht speciaal richtten op de firma Cargill. En we zagen hoe de agro-concerns via hun invloed bij Westerse regeringen en supranationale instanties als de WTO, het IMF en de Wereldbank overal in de wereld de kleine en middelgrote boeren steeds verder in het nauw drijven. In dit 'Intermezzo' over de wereldwijde veranderingen in de landbouw gaan we, aanknopend bij de eigen Groningse en Brabantse ervaringen van Herman Verbeek, op zoek naar de diepere achtergronden van de ontwikkelingen. Ook schetst Verbeek de voorwaarden voor een levensvatbaar alternatief. Hans van Heijningen zal Verbeeks verhaal voorzien van een paar kanttekeningen. 15 'DE STAD IN FEITE DICTEERT WAT ER OP HET PLATTELAND =================================================== MOET GEBEUREN, IN PLAATS VAN OMGEKEERD' ======================================= analyse en alternatief van Herman Verbeek ========================================== Al tientallen jaren is priester Herman Verbeek intens begaan met het lot van de boeren in ons land en in de wereld. Zowel als voorzitter van de PPR, als Europarlementariër in de fractie van de Groenen en als schrijver nam hij het op voor hun belangen. Vanwaar die betrokkenheid? Verbeek is, zoals hij zelf zegt, "gewoon een stadsjongen, geboren en getogen in de stad Groningen." Maar in de oorlog leerde hij het boerenleven grondig kennen. Omdat zijn vader gezocht werd door de Gestapo, moest het hele gezin onderduiken. Hijzelf kwam terecht op een grote boerderij in het Midden-Groningse Meeden en kon het bijzonder goed vinden met zijn tijdelijke pleegouders 'tante' Riksta en 'oom' Hessel. "Tante was door mijn vader aan de rug geopereerd en daarom mocht ze geen zwangerschap dragen. Ik was als het ware hun kind en dat ben ik gebleven tot hun dood. Ik ben op de boerderij gebleven tot de bevrijding en daarna ben ik er élke vakantie blijven komen. Ik kom n•g ieder jaar in Meeden. Er boert nu een neef van oom en tante, die ook alweer bijna 65 is en er een bedrijfsleider op heeft." De boerderij was een gemengd bedrijf met akkerbouw, grasland en klaver, met paarden en koeien en daar de mest van, die weer op de akkers ging. De ecologische kringloop was nog intact. "Het was een boerderij naar Groningse maat van, denk ik, 65 hectare. Er waren zeker zes vaste arbeiders het hele jaar door en 's zomers nog vier erbij. Het werk gebeurde nog helemaal met levende trekkracht, met vier span paarden. Er stonden altijd een paar merries drachtig en er waren ook altijd een paar enters en twenters (= één- en tweejarige paarden, jps). Daar heb ik ontdekt dat het een misverstand is als zou de melk en de groente van Albert Heijn komen. Eten, voedsel komt van de grond." De lange rijen mensen op hongertocht maakte diepe indruk op de jonge Herman en het drong tot hem door hoe belangrijk eten voor mensen is. In Meeden heeft Verbeek de landbouw voor zijn ogen zien veranderen. "Toen oom vlak na de bevrijding een afgedankte Canadese legerjeep kocht, was dat het begin van de mechanisatie. Toen kwam het Marshallverdrag, waarbij de door de oorlog verwoeste landen van Europa dollars kregen. Die moesten ze natuurlijk wel in Amerika besteden, waar de industrie van oorlogsproduktie op vredesproduktie moest omschakelen. Toen kwam de eerste tractor en als je een tractor hebt moet je ook alle hulpstukken langzamerhand aanschaffen, bijvoorbeeld de zichtmachine (= maaimachine, jps). Daarna verscheen de *combine* en gingen geleidelijk aan de paarden weg. En ook de arbeiders." Om de machines zo rendabel mogelijk in te zetten moest er grond bijgekocht worden. Het eind van het liedje is dat de boerderij nu twee keer zo groot is, 120 hectare. "Maar het inkomen is ver omlaag gegaan." DE GROTE STRUCTUUR Verbeek benadrukt dat het "verjagen" van de kleine en middelgrote boer een wereldwijd proces is. Als ik hem vraag de economische structuur te schetsen die de vernietiging van zoveel boerenbedrijven veroorzaakt, komt hij met een scherpe diagnose op de proppen. "Ik ben van mening dat het systeem van de kapitalistische markt, die doorgaat voor de 'liberale' markt, de 'vrije' markt, een totalitair systeem is. Want het geld moet altijd winnen, letterlijk *winst* maken. Die winst moet ergens uitgezogen worden. Nu zijn er verschillende partijen die niet opgewassen zijn tegen die geldmacht, geen tegenmacht kunnen vormen. Ik noem die altijd de drie A's: Arbeid, Armoede en Aarde. Willen de concerns in de concurrentieslag overeind blijven, dan moeten ze goedkoper produceren dan hun concurrenten. Dan alleen kunnen ze winst maken en kunnen ze hun aandeelhouders behouden. De eigenlijke concurrentie is dus concurrentie in bezuinigen: wie weet de meeste kosten te schrappen? Natuurlijk kan je het meest bezuinigen op de grootste kostenpost: loonarbeid. Dus het systeem m¢et stelselmatig arbeid uitstoten. Dat is het verhaal van zojuist: eerst nog zes arbeiders 's winters en 's zomers tien; en nu moet de laatste arbeider, de boer zelf, het boerengezin, weg. De arbeiders die niet hun baan verliezen, maar die in het arbeidsproces blijven, omdat ze onmisbaar zijn, bijvoorbeeld als computerbediende, of als lid van een boerengezin, die worden in dat concurreren op goedkoopte, concurreren in bezuinigen, systematisch overstresst. Want ze moeten mee in dat steeds meer produceren, per mens, per uur, per machine waaraan ze werken, per dier, per plant, per hectare grond. Dat is de eerste A die in het systeem het loodje legt." De tweede A staat voor Armoede, voor mensen die in armoede leven en niet meetellen in de markteconomie, simpelweg omdat ze geen koopkracht hebben. Verbeek: "Dat is de mondiale verpaupering van honderden miljoenen mensen, in alle varianten: van de nieuwe armoede in de rijke landen, tot de totale onderklassen in een oorlogssituatie, van de onleefbare slums, het verlaten platteland - wat dan in handen van grootgrondbezitters valt - tot de aids-epidemieën." We zien dan overconsumptie hier in het Westen en onderconsumptie daar in de Derde Wereld. "Je hebt die bekende getallen dat 20 procent van de wereldbevolking 85 procent van alle grondstoffen, de eindige reserves van de aarde, opeist. En dus ook 85 procent van het afval, het vuil, de vernietiging van de aarde, het broeikaseffect enzovoort enzovoort veroorzaakt. Dan zijn we bij de derde A: de uitputting van de Aarde." "Eerst wil ik definiëren wat aarde is. Dat is in mijn optiek de enige en eerste arbeidskracht die we hebben. Zij alleen kan leven voortbrengen, met water, licht en lucht, met fotosynthese in planten, met dieren en uiteindelijk in de evolutie de mens. Dus ik definieer 'aarde', 'grond' primair als arbeidskracht. En 'arbeid' definieer ik dan als het voortbrengen van leven en levensmiddelen - prachtig Nederlands woord. Die aarde, in al haar ecologische samenhangen, biotopische complexiteit en harmonieën en dynamiek, die kan zich niet organiseren, niet maatschappelijk laten gelden. Dat is essentieel, denk ik, bij het milieuprobleem. Kunnen de arbeiders nog enigszins vechten, met vakbonden, met stakingsrecht, met stemrecht, de natuur is maatschappelijk een nul. Ze kan niet staken, ze kan geen vakbond oprichten, ze heeft geen stemrecht, ze kan niet een rekening sturen. De natuur is dus een nog verder geproletariseerde arbeidskracht als de arbeiders. Of we het nou hebben over de trekhond van vijftig jaar geleden, of het varken van nu dat al in vier, vijf maanden slachtklaar moet zijn." "Landbouw heeft als geen ander met deze drie A's te maken. Zij werkt voor en te na met Aarde, met natuur. Zelfs als je tomaten op substraat in kassen teelt, uiteindelijk komen die planten altijd weer uit de natuur. De Armoede: doordat wij mensen mondiaal stelselmatig van hun grond verdrijven en dus van hun voedsel-zelfvoorzieningsrecht beroven, veroorzaken wij armoede, produceren wij de hongerige mens. En de Arbeid: landbouw is in oorsprong niets anders als meearbeiden met die arbeidende natuur, die leven en levensmiddelen voortbrengt. Die agrarische arbeid wordt nu binnen honderd jaar totaal van zichzelf vervreemd, doordat ze niet meer met aarde werkt, maar de aarde zogenaamd 'bewerkt', met machines, met chemie en andere kapitaalgoederen. Vanaf dat moment bestaat er geen boerenarbeid meer, maar is een boer een lijfeigene, een onderdeeltje in de agro-industriële machinerie. Dat is in principe het einde van het gezinsbedrijf. Want wanneer spreken we van 'gezinsbedrijf'? Als een boerengezin werkt met hoofdzakelijk eigen grond, met eigen arbeidskracht en met eigen kapitaalmiddelen. Dat gezinsbedrijf is een zeer zwakke, primaire schakel onder in die agro-industriële piramide-structuur. Want als je alleen kunt overleven als je heel veel produceert voor een hele lage prijs - in die mondiale concurrentie-dynamiek - dan moet je over heel veel kapitaal beschikken, om meer grond te kopen, meer stallen te bouwen, meer machines aan te schaffen en meer energie te verbruiken. In de mondiale concurrentieslag moet je dat allemaal maximaal uitbuiten, tot en met je eigen gezin. Dat betekent in feite dat er straks nog maar één boer is - zoals ik dat metaforisch uitdruk - : de Rabobank. Of Campina, de Cehave of Cargill. Dan ben je dus lijfeigene, totdat de bank of het bedrijf de geldkraan dichtdraait. Want de risico's blijven wel voor jou. Als je de kredieten niet meer kunt afbetalen aan de bank gaat de kraan dicht en is het zoveelste gezinsbedrijf failliet, nadat het eerst leeggezogen is. Er zijn twee redenen waarom dat leegzuigen mogelijk is. Ten eerste omdat een boerengezinsbedrijf niet aan de beurs genoteerd is en dus blijft doorploeteren ook als het geen winst maakt. En ten tweede omdat boerengezinnen maar door blijven werken vanwege letterlijk de gehechtheid aan de grond, aan de oude familiale boerderij." "Dit proces van leegzuigen gaat in de Derde Wereld het hardst, omdat h¡er, in het Westen, overgeproduceerd wordt met h£n grondstoffen. En omdat die overprodukties, die we met geen mogelijkheid zelf kunnen 'opvreten', onder de prijs en deels nog met subsidies van de EU en de VS op de wereldmarkt worden gedumpt. Dus voor prijzen op de markt gezet worden, waarvoor zelfs onze gerationaliseerde boerenbedrijven het niet kunnen produceren. Daar kan natuurlijk een boerengezin met twee koetjes in India of Afrika niet tegenop." "Je ziet nu dat dit kapitalisme, in haar tot nu toe grofste fase, het gezin én als basale produktie-eenheid én als basale consumptie-eenheid vernietigt. Dat betekent in Afrika de hongerdood en de verpaupering in de slums, betekent hier dat gezinnen uit elkaar gedreven worden, dat we naar een enorm hoog percentage éénpersoonshuishoudens gaan en éénoudergezinnen, omdat die industrie het liefst - en dat is ook het laatste stadium van haar groeimogelijkheid aan de consumptieve kant - aan ieder individu een ijskast, een fornuis, een magnetron, een auto enzovoort, enzovoort wil verkopen. Dus er is ook aan de consumptieve kant een vernietiging van het gezin." STAD EN LAND Als ik zeg verbaasd te zijn dat boeren over de hele wereld zich in een hoek hebben laten drijven, begint Verbeek uit te leggen hoe boeren zich door 'de stad' de wet moeten laten voorschrijven. "De paradox is dat het platteland, wel zonder de stad kan - typisch Nederlands woord hè, 'platteland', zeer vernederend, het kan in de Alpen zijn, maar het is *platte*land. Ik denk dat men eigenlijk bedoelt *domme*land. Het is een typisch stadswoord, negatief geladen. - Goed, het is een paradox dat het land wel zonder de stad kan, maar de stad niet zonder het land. Geen dag. Maar de maatschappij is zo op zijn kop gaan staan, dat de stad in feite dicteert wat er op het platteland moet gebeuren. In plaats van omgekeerd. De stad die per definitie geen weet heeft van het land en van de natuur, omdat ze plek is van overheersend steen, beton, glas, geld, techniek, industrie en handel, is het concentratiepunt van de vervreemding, waar kapitaal, kennis, macht, bezit en consumptie accumuleren, zich opstapelen en groeien. De kloof tussen enerzijds natuur en mensen die met de natuur werken en anderzijds de metropool waar de beslissingen vallen wordt steeds dieper. Dat is een mondiaal proces. Ik acht dat de eigenlijke, de meest fundamentele maatschappelijke tweedeling, wereldwijd, waarin allerlei andere tweedelingen zoals arm-rijk, hoog-laag enzovoorts facetten zijn. En alleen zo begrepen kunnen worden. De vervreemding is er aan beide kanten: zowel bij de consument, die - zoals we daarnet al ironisch zeiden - denkt dat de melk en de groente van Albert Heijn komen en de wol van C&A en het hout van Bruynzeel; als bij de producent, die van de stad zijn dictaten krijgt hoeveel kapitaal hij moet lenen, welke produktiemiddelen hij moet kopen, welke produktiewijzen hij moet toepassen en hoeveel van welke produkten hij moet afleveren. De tragiek is dat zij die juist de primaire hoedsters van de natuur zouden moeten zijn in hun produktieve omgang daarmee - dus de boerengezinnen - dat zij door de stad, met alles wat ik daaronder versta, gedwongen worden om die natuur te vernietigen." WAGENINGEN "Ik heb een anekdote, die deze overheersing van het land door de stad heel goed zichtbaar maakt. Een paar jaar geleden vierde de Landbouwuniversiteit Wageningen een jubileum. Ze bestond 75 jaar. Dat werd groots gevierd met indrukwekkende symposia en prachtige gedenkboeken. Ik zou daar ook een avond komen spreken, op verzoek van een groep kritische studenten. Op gegeven moment belde een secretaresse van een organisatiebureau me op - ze hadden al die jubilea-bijeenkomsten uitbesteed - met de vraag wat de titel was van mijn inleiding. Ik zei: "Die is: 'Wageningen heeft de landbouw kapot gemaakt'." Toen werd het heel stil aan de andere kant. Ik vroeg: "Bent u daar nog?" "Ja, ja. Ik ben alleen maar een uitvoerende secretaresse, maar het is toch, ja, het is eigenlijk bedoeld als een feestelijke bijeenkomst. Het is een jubileum-avond." Ik antwoordde: "Wilt u nou mijn titel hebben of niet?" Toen stond er de week voordat die bijeenkomst plaatsvond in het Wageningse universiteitsblad op de voorpagina een grote kop 'Verbeek: Wageningen heeft de landbouw kapot gemaakt'. Dus de aula was stamp-, stamp-, stampvol. Toen heb ik mijn these uitgewerkt door te zeggen: 'Wageningen' is het technisch wetenschappelijk element in dat totale wereldwijde complex, waar methodieken voor kapitaalintensieve, hoogproduktieve landbouw worden onderzocht, worden ontwikkeld en worden onderwézen. Van: als je een varkensstal maar de hele dag donker houdt, kun je best twintig beesten in een kot van vijf bij vijf houden. Als je maar dat en dat krachtvoermengsel gebruikt met die hormonen erin en antibiotica enzovoort, enzovoort kun je ze binnen zes, ja zelfs vijf, ja zelfs vier maanden slachtrijp maken. Je kunt wel vijf kippen in een legbatterijkooi van zoveel bij zoveel centimeter stoppen en je kunt nieuwe recordopbrengsten genereren, als je dat en dat ras ontwikkelt - met of zonder genetische manipulatie - en als je die en die chemische middelen gebruikt. Ieder jaar bij de afstudeerexamens vragen allerlei mensen aan de proffen: 'wat is de beste student hiervoor?' en 'wat is de beste student daarvoor?' Die gaan naar de landbouwscholen en hersenspoelen daar de boerenkinderen, de opvolgers. Of ze worden benoemd bij de bank en worden dus de 'meedenkers' van de boeren-rekeninghouders, hoe die nog groter kunnen groeien. Of ze worden voorlichters van de input-concerns, die de produktiemiddelen leveren, of van de output-concerns, waar de produkten aan geleverd worden, bijvoorbeeld Cargill. Tegelijkertijd is iemand als professor Eric Goewie, onze grote landbouw-ecoloog, in Wageningen op een zijspoor gezet. Eerst is hij op het ministerie van landbouw weggepest, waar hij het program leidde voor vermindering en verbod van giftige chemische bestrijdingsmiddelen. En vervolgens heeft de Landbouwuniversiteit hem in een barakje weggemoffeld. Hem wegsturen konden ze niet, omdat Wageningen voor de etalage nog wel ecologische landbouw moet doceren en onderzoeken. Maar in feite is hij er op dood spoor gerangeerd. Zo zie je hoe 'Wageningen' een sleutelpositie inneemt bij de vernietiging van het gezinsbedrijf en bij de verindustrialisering van de landbouw. En hoe 'Wageningen' identiek is met 'de stad'. Daar hadden we het over: de kloof stad-land." IN DE STEEK GELATEN DOOR DE EIGEN ORGANISATIES Ik werp tegen dat boeren zich toch zouden kunnen organiseren, een tegenmacht zouden kunnen vormen. Verbeek legt uit dat dat geprobeerd is, en nog steeds geprobeerd wordt, maar helaas met weinig succes. Ter illustratie vertelt hij het verhaal van de boeren uit de Peel uit de dertiger jaren. "Mijn grootvader van vaders kant was huisarts in Veghel, in de Peel. Hij had zelf met zijn vrouw boerderijen, waar pachtgezinnen op zaten. Ik heb nog een paar jaar na de oorlog 's zomers op die boerderijen gelogeerd. Dat waren én sociaal én ecologisch duurzame bedrijven, houdbaar. Die gezinnen hadden het goed en de ecologische kringlopen waren er intact. Vergeleken bij nu was het een paradijselijke periode, omdat toen een boel veranderingen zegenrijke verbeteringen waren. Ook het landschap was nog schoon. Maar in de periode daarvoor was er een grote, diepe crisis. Hoeveel Brabantse boerengezinnen zijn er niet naar Rotterdam gedeporteerd, om havenarbeiders te leveren en de lopende band in de fabrieken te bedienen! Sinds 1880 waren er telkens weer grote landbouwcrisissen in Europa; ook in Nederland. Het was de tijd dat er grote stoomschepen over de oceaan gingen varen en de spoorwegen aangelegd werden. Toen kwam er graan in bulk uit Amerika en Argentinië en ook uit de Oekraine, tegen prijzen waarvoor onze boeren nooit konden produceren. Er zijn toen in Europa miljoenen en miljoenen gezinnen van keuterboeren kapot gegaan. Verder werden de boerengezinnen uitgebuit door de handelaren, die de prijs van de kalveren, de paarden, de boter, het vlees dicteerden. In die tijd had je pater Gerlachus van den Elzen van de abdij van Berne in Heeswijk, van de Norbertijnen ... Ik vertel het met warmte, omdat mijn opa iedere week met zijn rijtuigje naar de abdij ging - Heeswijk ligt tien kilometer van Veghel - en ook pater Van der Elzen aan zijn end gebracht heeft ... Pater van der Elzen ging in de twintiger jaren op zijn fiets naar de dorpjes in de Peel en hij bracht die boeren bij elkaar. Hij zei: "Leg nou je spaarcenten bij elkaar, dan gaan we een boerenleenbankje oprichten. Waardoor je aan elkaar geld kunt lenen, zonder woekerrente en niet meer van die grote geldschieters afhankelijk bent. En richt een coöperatie op om samen je aankopen te doen, bijvoorbeeld van veevoer. Want als je samen doet, heb je meer macht om een redelijke prijs te bedingen, omdat je kunt dreigen collectief naar een ander te gaan. En hetzelfde bij de verkoop van je produkten." "Behalve coöperaties werden er, ook in die crisistijd, standsorganisaties opgericht, waar aan sociale binding, aan onderwijs, aan politieke vorming en ook aan religieuze vorming werd gedaan. Maar die beide soorten organisaties, zowel de economische, als de sociale, zijn na de oorlog in hun tegendeel verkeerd. Omdat zij twee heren gingen dienen. De coöperaties en de standsorganisaties moesten de heer van het kapitaal dienen, die steeds meer produkten voor steeds lagere prijzen eiste, door middel van groei en een steeds grotere inzet van steeds duurdere produktiemiddelen. En van de andere kant moesten ze de belangen verdedigen van hun leden, de boerengezinnen. Terwijl de belangen van die grote kapitaalmachten en van boerengezinnen onverenigbaar, onverzoenbaar tegenstrijdig zijn. Want wat is het belang van het boerengezin, in dit verband? Minder produceren voor een betere prijs. Terwijl van de banken, de agro-industrie en de exportfirma's als Cargill het belang precies omgekeerd is: zoveel mogelijk produkten aankopen voor een zo laag mogelijke prijs. Beide belangen botsen in die organisaties op elkaar. Bijvoorbeeld in de tot concern uitgegroeide coöperatieve melkfabriek, die van de ene kant de boeren, de leveranciers, een goede melkprijs moet bieden en van de andere kant moet concurreren op een overvolle mondiale kaasmarkt. Het duidelijkst is deze botsing zichtbaar in de Boerenleenbank, nu de Rabobank, die eerst als uitgangspunt had 'boerengeld voor boerengeld' maar nu een mondiale bankreus is geworden, die winst moet maken. Niet voor aandeelhouders, ook niet voor de leden - want ze keert de winst niet uit - maar voor nieuwe acquisities, dus voor uitbreiding, groei. De kredieten van de Rabobank zijn geen solidaire leningen meer, zoals bij die oude boerenleenbankjes, maar het zijn commerciële leningen die gewoon de heersende rente moeten opbrengen van de kapitaalmarkt, de mondiale kapitaalmarkt. Dus de eigen strijdorganisaties van de boeren zijn hun verraders. Zowel hun economische organisaties, zoals de Rabobank, de aankoopcentrales, de verkoopcoöperaties, als hun standsorganisaties, zoals hun politieke organisaties, voornamelijk de CDA, de VVD en klein rechts. Allemaal moeten ze de ideologie van de groei verkopen. Boeren hebben dus geen strijdorganisaties meer in feite. Wat hun strijdorganisaties waren, zijn nu hun *killers*. Vandaar dat je nu die beginnende, nieuwe zelforganisaties ziet, die boerenvakbonden, waarvan we er momenteel drie hebben: de Nederlandse Vakbond van Varkenshouders (NVV), de Nederlandse Akkerbouwers Vakbond (NAV) en de Nederlandse Vakbond van Melkveehouders (NVM)." TOTALITAIRE MONSTERS Dan leg ik Verbeek de vraag voor of banken en agro-multinationals als Cargill en Monsanto bij wijze van spreken van de duivel bezeten zijn. "Waar ik altijd erg aan hecht is een probleem eerst te analyseren: historisch, economisch, technologisch, biologisch, natuurwetenschappelijk, commercieel. Als je vervolgens je conclusie samenvat in een metafoor als 'dat zijn bedrijven, door de duivel bezeten', dan zeg je dat het totalitaire monsters zijn, machines ten dode, duivels, demonisch. Maar het gekke is, dat degenen die in die monsters functioneren: de managers, directeuren, commissarissen, de wetenschappers - soms zelfs Nobelprijswinnaars -, handelaren, beursjongens, de bankiers, in hun individualiteit hele redelijke, nette mensen zijn met de beste bedoelingen. Dat had je in het fascisme ook. Dat zijn geen duivels. De familie Cargill zal zeggen: "Wij voeden een groot gedeelte van de mensheid" en "Wij bieden een enorm aantal mensen een baan", enzovoort, enzovoort. Dus je moet een maatschappelijk systeem altijd in zijn objectieve werking analyseren en die is inderdaad monsterlijk. Mensen willen zich wel tot goden maken, maar zullen nooit erkennen dat ze duivels zijn, door de duivel bezeten. Het zullen altijd vertegenwoordigers van respectabele firma's zijn, die een grote dienst aan de samenleving bewijzen, zonder welke de wereld er heel wat erger aan toe zou zijn. Dus als Mercedes Benz met Chrysler en het Franse Aero Spacial gezamenlijk een nieuwe firma opzet, dan zie je van die directeuren op de televisie als Herr Schremp en hoe ze ook allemaal mogen heten. Dat zijn mensen die in het hoogste aanzien staan, die gedecoreerd worden en waarvoor politici, zoals Schröder van Duitsland en Jospin van de Franse kant, komen opdraven om samen met hen in de schijnwerpers te staan. Of ze nu vernietigingswapens produceren en nog meer auto's de weg op jagen en dus CO2 de lucht in en nog meer van de eindige reserves opmaken, het maakt niet uit. Het hele duivelse systeem wordt voor een hoogst maatschappelijk goed gehouden. Ook door de oppositie, die nu geen oppositie meer is, de sociaal-democratie, dat wil zeggen de arbeidersbeweging. En ook niet door de Grünen, want die zitten nu ook in de regering in Duitsland. Als je dat allemaal overdenkt, ja, dan kom je tot hele harde conclusies. We leven in een door de duivel bezeten systeem. Het dodelijke zowel als het leven-scheppende, het hoge zowel als het lage, het goede zowel als het kwade kun je in metaforen als 'god' en de 'duivel' duiden, maar je komt ze altijd in systemen van mensen tegen. Je zult ze moeten aanwijzen en ontmaskeren, ook als het jezelf betreft." GEESTELIJKE MONOCULTUUR "Ik maak me grote zorgen dat de huidige maatschappij, waarin zoveel kwaad grote macht heeft en zeggenschap en vooral het aanzien van voortreffelijkheid, dat onze maatschappij haar eigen diagnose niet meer kan stellen, haar eigen ziekte niet meer kan zien, haar eigen dodelijke gang voor leven houdt. Dat is een verschrikkelijke conclusie. Dat heeft zich wel vaker op kleinere schaal voorgedaan. Zo zijn bijvoorbeeld het Romeinse rijk en ook andere rijken ten gronde gegaan, omdat de krachten ten kwade de overhand kregen, bijvoorbeeld bij Nero. Maar we hebben nu te maken met één allesomvattend, mondiaal, totalitair systeem, dat het alleen voor het zeggen heeft. Er is geen alternatief meer. Dat is het erge. Het is een ecologische wet dat een monocultuur - in dit geval van één mondiaal systeem, één ideologie - ten dode is opgeschreven. Want het eerste principe van ecologie is diversiteit, veelsoortigheid, genetische rijkdom. Daarvan bestaat een biotoop en dus ook de menselijke biotoop, in al zijn veelsoortigheid. Nu leven wij dus in een technologisch, economisch, politiek systeem, wat door uniforme wetten aan heel de aarde, heel de mensheid opgelegd wordt. Dat is wat Fukuyama het einde van de geschiedenis noemt. Maar hij beseft niet dat het dat letterlijk is. In deze ideologische monocultuur kunnen wij niet overleven." Op mijn verzuchting dat er, ondanks alle negatieve ontwikkelingen, nauwelijks maatschappijkritiek te horen is, reageert Verbeek heftig. "Dat moet je structureel zien. Dat moet je niet moraliserend zien van 'mensen komen niet meer in actie' ofzo. Je moet altijd eerst de grote mechanismen, de grote systeemwetten, zoals ze nu regeren, analyseren, en daarin dan de bewegingen, of het gebrek aan bewegingen, of het gebrek aan engagement van mensen begrijpen. Je moet een maatschappelijk probleem zo objectief mogelijk onderzoeken. Zoals ik ook, als ik arts ben, niet tegen je zeg: "Sch nde, dat u kanker hebt." Maar de kanker onderzoek. Dat is een ongelooflijk belangrijk gegeven bij maatschappijkritiek. Dus het feit dat er weinig, bijna geen kritisch commentaar meer te horen valt, is een deel van die monocultuur in onze huidige fase van de geschiedenis. Die heeft een totale greep op de mensheid. Die monocultuur verdraagt geen oppositie en alternatief en heeft dus geen zelf-corrigerende kracht. Ze kan alleen maar verder denderen, alleen maar dezelfde demonische dynamieken telkens weer opnieuw reproduceren. Het heeft geen zin mensen daar persoonlijk op aan te spreken. Dit is een proces dat wel mensenwerk is, maar dat in eeuwen gegroeid is en mondiaal gegroeid is, zodat niemand er meer beheer over heeft. De wetten van dit systeem zijn zo autonoom geworden, dat ze sterker geworden zijn dan de mensen. Een menselijk systeem dat in zichzelf onmenselijk is geworden en waarin nog heel veel mensen, echte mensen, hopelijk ook als jij en ik, leven. Maar die hebben daar geen greep meer op. En zij die op verantwoordelijke posten zitten, die het voor het zeggen hebben, zijn de meest machtelozen, omdat zij zweren bij het systeem. Het erge, het totalitaire van dit systeem is dat het geen zelfreinigend vermogen heeft. Het m¢et kapot gaan. Wat Marx de *Verelendung* heeft genoemd - en hij heeft toen nog niet beseft hoe ontzettend veel groter zijn waarheid was. Mensen zweren bij ons systeem uit onkunde. De essentie van de duivel is de domheid. De domheid die de macht heeft en de wetten stelt. Zoals ook de essentie van God inzicht is. Inzicht is niets anders als zelfkritiek. Altijd blijven zoeken. Altijd de waarheidsvraag, de rechtsvraag blijven stellen, de schoonheidsvraag zelfs. Dat is God, wat wij met God bedoelen: het scheppende, het levende. De duivel is per definitie dom, omdat die de dood gehoorzamen moet. Als je dan de algemene verdomming om je heen ziet: steeds meer informatie, maar steeds oppervlakkiger. Dat is verschrikkelijk, om panisch van te worden. Dom komt van dezelfde stam als doem. Nou, we zijn zover gekomen dat dom voor intelligent wordt versleten, dus de duivel voor God en doem voor heil. Van wat er in de oorlog gebeurd is zeiden onze ouders of voorouders: "Wir haben es nicht gewusst." Dan ging het over Auschwitz, de Holocaust. Maar nu is het normaliteit, dat wij de grote ontwikkelingen van deze maatschappij ten dode niet vermogen te onderkennen. Zoals in de oorlog de ondergrondse een minderheid was die Hitler niet weg kon krijgen (Hitler heeft uiteindelijk zelf zijn graf gegraven), is ook nu de oppositie, het diagnostische deel van de bevolking, een zeer kleine minderheid. Als mensen van mij zeggen dat ik een doemdenker ben, dan is een arts een doemdenker. Als een arts me over de bol aait en zegt: "Het is zo erg niet", terwijl het in feite kanker is, dan moet ik naar een andere arts. Dus er is nog één ding erger dan doemdenken namelijk net doen of het de goede kant opgaat en dat jezelf wijs maken, totdat je niet meer beter weet. Want we hebben toch volle winkels en we hebben toch zo'n mooi huis en de hele wereld ligt toch als vakantiebestemming voor ons open en we hebben zo'n geweldige winst gemaakt op de beurs. Als dat de graadmeters zijn voor welzijn en welvaart en toekomst en wereldredding, dan is inderdaad de domheid aan de macht die alleen maar doem kan veroorzaken. Dat blinde optimisme is de laatste stap. De voorlaatste stap is je laten verwijten dat je doemdenker bent. Het is een absolute minderheid die aan die mechanismen in de wereld niet meedoet. Neem nou Schindler! Iedereen zag de joden weggevoerd worden; alle regeringen, inclusief Washington wisten van Auschwitz. Maar iedereen keek een andere kant op. Alleen Schindler haalde er een paar duizend voor de deuren van de hel weg. Vandaag de dag oppositie zijn, onafhankelijk verzet plegen, analyse blijven beoefenen, diagnose proberen te stellen, alternatieven proberen te formuleren voor dit de duivelse, totalitaire systeem, is een helse klus. Als mensen dat somber vinden, nou, dan was het verzet ook somber." ACHT ASPECTEN VAN EEN ALTERNATIEF Als ik Verbeek vraag in welke richting we het alternatief moeten zoeken voor het huidige maatschappelijke systeem dat steeds meer boeren de afgrond in duwt, vestigt hij de aandacht op acht aspecten. "Als we vaststellen dat het wereldvoedselsysteem zo in elkaar zit, dat er zoveel mogelijk geproduceerd moet worden voor een zo laag mogelijke prijs. En dat allerlei grotere machten, kapitaalkrachten als banken en agro-multinationals - bijvoorbeeld Cargill - er ook nog maximaal aan moeten verdienen, dan is het alternatief dat de drie A's die geen macht hebben op de markt loon naar werken krijgen en middelen tot leven. Dus dat de Aarde - de natuur in de meest brede zin - zo mag werken dat ze duurzaam fit kan blijven. Dat Arbeid zo wordt betaald dat ze niet uitgestoten wordt, dat ze menswaardig kan werken en dat ze verantwoord met die arbeidskracht van de natuur kan omgaan. En dat er zo ook geen Armoede is, die geen geld heeft om levensmiddelen aan te schaffen. Dat kan de vrije markt in ons huidige systeem niet doen. Want ons vrije markt-systeem kan niet anders dan juist die drie A's steeds verder uitputten en vernietigen. Dat kan alleen maar met democratie, met politiek." 1. PRIJS Verbeek heeft al vaak gepleit voor een op kostprijsniveau brengen van de prijzen voor de boeren. Voor de consument betekent dit een prijsverhoging van maximaal tien procent, omdat de prijs van de landbouwprodukten slechts een klein gedeelte van de prijs van de supermarktartikelen uitmaakt.[225+] Tegenover die verhoging van de inkomsten staat voor de boeren de plicht voortaan milieuvriendelijk, landschapsvriendelijk en diervriendelijk te produceren. Iets wat verreweg de meeste boeren dolgraag zouden willen en wat ze met deze hogere inkomsten ook makkelijk kunnen doen. Hoewel de prijsverhoging een oplossing is die zeer voor de hand ligt, ziet Verbeek die er niet snel komen. "Op vrijwillige basis zullen de produkten van de eko-landbouw - die wat duurder zijn - nooit meer dan drie procent van de voedselmarkt innemen. We hebben geen democratisch systeem om de overige 97 procent van de landbouw verantwoord en duurzaam te maken. Dus daar verliezen we het eerste alternatief: het gezond maken via de prijs." 2. GROND "We zouden alle grond in extensieve produktie moeten nemen, ook in een dicht bevolkt en overvol land als Nederland. De grondprijzen zouden betaalbaar moeten worden voor boerengezinnen. Mondiaal zouden bevolkingen hun eigen grond in eigen bezit moeten hebben, verpacht aan boerengezinnen, zodat ze in hun eigen basale levensmiddelenbehoefte kunnen voorzien. Dat alternatief verliezen we, want grond is op de markt een kapitaalgoed. In het Noorden betekent het dat de projectontwikkelaar het wint en in het Zuiden de grootgrondbezitter en de moderne plantagehouder: Chiquita, Unilever, Cargill of hoe ze mogen heten. Bovendien wordt de grond tegenwoordig zo bewerkt en uitgebuit dat ze sterft. Ze wordt vergiftigd, ze erodeert, ze verwoestijnt, ze wordt onvruchtbaar, dat is hetzelfde zeggen als 'ze sterft', 'ze gaat dood', 'ze wordt vermoord'. Als je wilt dat de grond wereldwijd duurzaam levensmiddelen biedt, dan kan de markt dat niet voor elkaar krijgen. Dat zal je met de politiek moeten doen en die hebben we daar niet voor. In de rijke landen niet en mondiaal niet." 3. ARBEID "Wij willen graag een arbeidsintensieve, aantrekkelijke landbouw, waar veel mensen, veel gezinnen werk kunnen vinden, zonder uitgebuit te worden, waarbij mondiaal de steden worden ontlast en het ontvolkte platteland weer bewoond en leefbaar wordt. We hebben gezien dat het hele complex van markt, economie, technologie het omgekeerde doet: het breekt het platteland af, het maakt de stad overvol, het vernietigt of overvraagt de arbeid. We weten dus dat de markt geen arbeid kan scheppen, zoals wij die bedoelen en dat we niet de politieke instituties hebben om dit gebrek van de markt te corrigeren. Ook al roept Paars van 'werk, werk, werk'. Dat is een wanhoopskreet en geen programmatisch uitgangspunt." 4. ENERGIE "Landbouwproduktie en voedselvoorziening zijn niet anders dan een omzetting van de ene vorm van energie in de andere, die door het menselijk organisme kan worden verteerd. Voedsel is, in energetische zin, niets anders dan een hoeveelheid calorieën. Nu zijn er twee problemen, een macro-economisch en een ecologisch. We halen de energie uit Zuid en verspillen die in Noord. Als de hele landbouw een energie-transformatieproces is, dan is iedere boerderij en iedere hectare grond een klein energiefabriekje. En dan moeten we vaststellen dat ook in de landbouw die energiebalans - wat we aan energie in een stuk grond stoppen en eruit halen - zo uit het lood is geslagen, dat de gangbare vorm van landbouw alleen nog maar zo voort kan duren, zolang we nog overvloedig goedkope fossiele brandstoffen hebben. Dat is niet lang meer. Biologische landbouw gaat uit van energie-evenwichten: je stopt er ten naaste bij evenveel in als je eruit krijgt. Dan krijg je ook geen milieuvervuiling. Want chemisch afval of mest is in feite niets anders dan restanten uiterst kostbare energie, calorieën, of het nou fosfaat is of nitraat of iets anders wat je in de natuur laat verdwijnen. Dus we zullen naar een landbouw moeten die werkt op basis van energie-evenwichten. Ik pleitte er 25 jaar geleden bijvoorbeeld al voor op die enorme schuren van de Groninger boeren zonnecollectoren te leggen. Als een nieuwe bedrijfsactiviteit, waarmee ze niet alleen in hun eigen energiebehoefte kunnen voorzien, maar ook aan het net kunnen leveren, aan de stad. Maar dat hadden Shell en de Gasunie niet graag." 5. GEZONDHEID "Ik kom als pastor veel in ziekenhuizen en iedereen kan je daar vertellen dat ziekten aan de spijsverteringsorganen, het maagdarmstelsel, hand over hand toenemen. Waarom? Omdat er zich allerlei giftige stoffen in het menselijk lichaam ophopen. Het gaat dan om minuscule hoeveelheden, die stuk voor stuk onder de maximaal toegestane hoeveelheid blijven. Op die manier kun je geen enkele schuldige aanwijzen, en kun je de schuld ook niet bij één persoon of firma deponeren. Het komt erop neer dat het totale systeem ziekmakend is en daar komt kanker van. Het grootste probleem in de hele voedselketen wordt het probleem van de resistentie. Op twee manieren worden weerstandssystemen afgebroken. Aan de ene kant wordt de resistentie van plant, dier en mens afgebroken, omdat er steeds meer vreemde middelen worden gebruikt. Antibiotica met name maakt dierlijke en menselijke organismen lui. Ieder ziekenhuis weet dat we met het antibiotica-verhaal aan het eind van ons Latijn zijn. We moeten er steeds meer van toegediend krijgen. Omdat antibiotica in het veevoer - zogenaamd preventief en als groeihormoon - stelselmatig worden toegevoegd, werken ze niet meer als je werkelijk ziek bent. Je hebt planten die zo hoog-produktief zijn ontwikkeld, dat het topsporters zijn. Maar in feite zijn ze ziek, want ze moeten met allerlei chemische middelen worden omgeven, waar ook weer aan verdiend wordt, bijvoorbeeld door Monsanto en Cargill. Tegelijkertijd worden aan de andere kant de ziekteverwekkers steeds sterker. Want die race tegen de antibiotica en de chemische bestrijdingsmiddelen winnen ze altijd, de virussen, de schimmels, de bacteriën, de insekten. En de nieuwe fase, waarin we nu binnengaan, waar plant, dier en mens genetisch worden gemanipuleerd, zal de ziekteverwekkers opnieuw dwingen om ook nu weer sterker te worden. Dat is een race die de mens nooit kan winnen. Het alternatief is dus: sterke planten, dieren en mensen in de voedselketen, die geen middelen nodig hebben om de ziekte-verwekkers te bestrijden, waardoor die ziekteverwekkers ook niet sterker hoeven te worden." 6. DISTRIBUTIE VAN VOEDSEL "Het Zuiden levert voedingsmiddelen en wij dumpen de overschotten en houden de vervuilende resten hier, of dumpen ze ook in de Derde Wereld. Dat veroorzaakt mondiale transporten met enorme kosten en vervuiling. Het alternatief is: terug naar lokale en regionale markten, kortere afstanden tussen de producent en consument, directere binding aan de oorsprong van het voedsel. Maar daar hebben we de besluitvormingsinstituties niet voor. Die zogenaamde wereldmarkt, waar de WTO-onderhandelingen over gaan, bestaat niet eens. Meer dan 95 procent van alle voedsel komt nooit op de wereldmarkt, maar blijft op de eigen boerderij, in het eigen dorp of komt niet verder dan het eigen provinciestadje, de eigen regio. De zogenaamde wereldmarkt van voedselprodukten is vijf procent van de totale produktie en dat zijn de overschotten die de rijke landen met geen mogelijkheid zelf kunnen 'opvreten', die dus gedumpt worden. De hele WTO-onderhandelingen zijn niets anders dan het gevecht tussen allereerst de Verenigde Staten en de EU over hoeveel subsidies ze daarbij mogen geven aan de producenten, de boerengezinnen, om althans een aantal van hen in leven te houden. En natuurlijk subsidie aan de exporthandelaars. Zodat bijvoorbeeld Cargill aan voedselimporterende landen - of dat nou Rusland is of Marokko of Egypte - goedkoper landbouwprodukten kan leveren dan een ander." 7. TECHNOLOGIE "De nieuwe technologische revolutie, die nu uitgebroken is, die van de genetische manipulatie, is de definitieve stap waarin de natuur, het leven, de drager van het leven, het genetisch materiaal in handen komt van de kapitaalbelangen via een technologie waarmee ze patenten kunnen verwerven. Daarbij worden een paar planterassen genetisch superontwikkeld en die gaan de wereld domineren. Zo zullen de meeste rassen en soorten met hun genetische rijkdom voorgoed uitsterven. Weer het probleem van de monocultuur! Ons alternatief is juist de veelsoortigheid en diversiteit tot basis van onze voedselproduktie te maken. Daarbij gaan we niet uit van genetische manipulatie, maar van de eigen, oorspronkelijke kracht van de gewassen." 8. DEMOCRATIE "Ik heb er al voortdurend op gewezen, dat we op een markt die mondiaal is en die bepaald wordt door kapitaalmachten niet de democratische instituties hebben om de drie A's te beschermen. Dat gebrek aan democratische macht wordt verkocht als 'terugtredende overheid', 'laat de markt het werk doen' of privatisering. Of je krijgt te maken met de ideologie van de onzichtbare hand: 'de markt zal altijd vraag en aanbod in evenwicht brengen en zal altijd voor een eerlijke prijs zorgen'. Die leugen, die demonische misleiding negeert dat de partners op de markt niet in een gelijkwaardige positie zijn, zoals Adam Smith dat wilde. En dat kapitaal niet onbelemmerd mag bewegen, zoals zijn collega Ricardo al leerde. En dan noem ik weer die drie A's, die niet over kapitaal beschikken en dus afgeschoven worden." HET VERSTEENDE HART Tot besluit van het interview wil Verbeek nog graag een verhaal vertellen, als samenvatting van zijn analyse. Ook al omdat hij als priester in een verhalende traditie staat. "Ken je de parabel van de bessen en de zak wol? Dat vat alles samen. Er loopt een vrouw op de weg met een mand bosbessen aan haar arm. Het is heel lang geleden en het gebeurt iedere dag, wereldwijd. In de verte ziet ze een man aankomen met een grote juten zak. "Wat zou er in die zak zitten?", vraagt de vrouw zich af. "Zo te zien schapenwol." Ze komen dichter bij elkaar en die vrouw denkt bij zichzelf: "Ik moet wol hebben voor truien voor de kinderen voor de winter." Die man ziet dat de vrouw een mand bosbessen bij zich heeft en denkt: "Ik wil jenever stoken voor de winter." Ze houden elkaar staande, ze groeten elkaar. Op dat moment is er een 'markt'. Markt is het meest normale wat er is. Dat is de plek waar mensen vanalles uitwisselen: groeten, wensen, berichten, nieuws, roddels. Maar in dit geval komen ze ook tot zaken. En dan gebeuren er twee verschrikkelijke dingen. De vrouw zegt - en de man weet dat -: "Ik heb wol nodig voor mijn kinderen voor de winter. Hoe is dat met die zak wol, is die te koop?" Dan kijkt die man haar meewarig aan en zegt: "Je denkt toch niet voor dat mandje bessen, mijn wol is toch veel meer waard?" Dan denkt die vrouw: "O ja, wie maakt dat uit? Ik heb de hele dag in het bos lopen zwoegen om die mand vol bosbessen te krijgen en die vent heeft in een uurtje zijn schaap geschoren en die wol groeit er vanzelf weer aan, zonder dat hij er iets voor hoeft te doen. Wie heeft er nou het hardst gezwoegd?" Ja, wie maakt dat uit? Dat maakt die man uit. Want die man weet: "Die vrouw heeft wol nodig voor de kinderen, voor de winter. Ik kan alles vragen. Ik wil wel graag jenever hebben, maar ik ben geen alcoholist, dus eventueel kunnen die bessen nog wachten. Ik kan bovendien zelf het bos ingaan, als ik zou willen." Dus hij heeft die vrouw letterlijk in zijn hand. Die vrouw - praktisch als vrouwen zijn als het op het leven aankomt - bukt zich en raapt twee mooie ronde stenen van de weg. En zegt tegen die man: "Als ik dat er nog bij doe, dan zijn die twee stenen het onderpand dat ik volgend jaar nog twee keer een dag het bos in moet om jou nog twee manden bessen te bezorgen. Drie manden bessen tegen een zak wol." De man zegt: "Akkoord." De koop wordt gesloten en ze bezegelen de transactie met een handklap. De vrouw gaat naar huis met de zak wol en de man met die mand bessen én die twee stenen in zijn zak. Het eerste drama is dat die vrouw een prijs krijgt opgedrongen door de macht die de man over haar heeft, omdat zij zonder die wol haar kinderen niet warm kan houden. Vervolgens voltrekt zich de tweede ramp in de geschiedenis van de economische evolutie: die man heeft aan zijn linkerarm de mand bessen en in zijn rechterzak de twee stenen. En die twee stenen worden z¢ gloeiend heet onderweg - Marx noemt dat 'het fetisjisme van het kapitaal' - dat hij denkt: "Jongens, stenen moet je hebben. Met stenen kun je alles kopen." Wat ontstaat er op dat moment, wat is het drama? Op dat ogenblik 'versteent' alles in de kop van die vent. Hij ziet voortaan alles in verhouding tot die stenen. Het bos wordt van steen, de bessen worden van steen, de vrouw wordt van steen, de zak wol wordt van steen, het schaap wordt van steen, de weide wordt van steen. En wat Jeremias zegt: zijn hart wordt van steen. Die vrouw heeft geld uitgevonden, iets wat tussen twee waren, die blijkbaar ongelijk van waarde zijn wordt gevoegd, zodat het toch ruilbaar is. Maar geld wordt tot kapitaal, omdat die man alleen nog maar geïnteresseerd is - dat is het fetisjistische - in vermeerdering van steen. Het gaat hem er niet meer om dat de kinderen het warm hebben. Het gaat hem er zelfs niet meer allereerst om dat hij van de winter jenever heeft, het gaat om steen. Als zijn buurman iets nodig heeft om te ruilen, omdat hij grond moet kopen, dan zegt hij: "O, je kunt twee stenen van me lenen, maar ik krijg er drie terug." En dat is de derde en laatste tragedie, dat is dat rente wordt uitgevonden, woeker." "Alle moderne grote godsdiensten hebben zich met deze problemen bezig moeten houden. Alle grote godsdiensten verbieden woeker, rente. In de joodse traditie - je leest het bij Mozes - mag je nooit meer terugvragen dan je geleend hebt. Je leest het bij Jezus, in het Lucas-evangelie, waarin hij rechtstreeks Mozes citeert. Je vindt het nog bij Luther, je vindt het bij Mohammed in de Koran. Dus je vindt het in alle drie op Abraham teruggaande godsdiensten, waarvan er twee machtig zijn in de wereld, het Christendom en de Islam. En dat, terwijl rente nu de enige en eerste en laatste wet is waarop heel ons geld- en economiesysteem wereldwijd - dus dat duivelse systeem - draait. Alleen zo blijft het in beweging. 'Ik leen alleen maar uit als ik er méér voor terugkrijg.' En iedereen vindt dat vanzelfsprekend. Bij onze kleine spaarcentjes is dat natuurlijk geen punt. Maar op de beurs en op de bank, afijn ... Het verhaal van de bessen, de zak wol en de stenen mondt uit in het kapitalistische systeem van 'geld - dus de stenen - moeten rollen.' Alleen wie aan dat systeem gehoorzaamt zal eten, zal drinken, zal werken, zal leven. En wie niet in staat is aan die wet te gehoorzamen, zal creperen, zal sterven, zal vergiftigd worden, zal verbrand worden, zal gekapt worden, zal werkloos worden, zal hongerig worden. Als je wilt zien hoe iemand als Jezus - en men zegt dat deze maatschappij nog steeds christelijk is - dat doorzag, dan moet je Lucas eens lezen. Lucas is bij alles wat het is ook een geweldig knap economieboek. Ik zal je één voorbeeld geven: Jezus zegt: "De wereld die ik voor ogen heb - hij noemt dat het rijk Gods, je kunt dat ook het vrederijk, het rijk der gerechtigheid noemen of het hemelrijk, het rijk der hemelen - lijkt op een groot feestmaal dat aangericht wordt (Lucas 14). Bepaalde genodigden verontschuldigen zich. De eerste zegt: "Ik heb land gekocht, dat moet ik gaan bezichtigen, wil me verontschuldigen, ik kan niet komen." Dat is niet een excuus van 'de volgende keer kom ik wel'. Nee, dat is de hoffelijke Oosterse uitdrukking voor de onmacht. De grondbezitter is per definitie niet in staat om deel te nemen aan het rijk Gods. De tweede die zich verontschuldigt zegt: "Ik heb vijf span ossen gekocht, ik moet ze gaan proberen." In die agrarische economie staan de ossen voor de trekkracht, voor de produktiemiddelen. Ook die bezitters kunnen niet deelnemen aan het rijk der gerechtigheid, het rijk van het leven. En de derde zegt: "Sorry, ik kan niet komen, want ik heb een vrouw getrouwd." Hier staat de vrouw voor de 'fokkerij', het nakomelingschap dat dat systeem overneemt bij erfrecht om het voort te zetten en verder uit te breiden. Het systeem van het bezitten en groeien in bezit. Degenen die niet kunnen komen zijn precies diegenen die de produktiemiddelen bezitten in de grotendeels agrarische maatschappij die Jezus aantrof in zijn tijd. Dan wendt Lucas de camera van de parabel 180 graden en laat de gastheer zeggen: "Ga naar de wegen en naar de slums, de sloppen, waar je de werklozen, de blinden, de daklozen, de zieken, de melaatsen, de weduwen, de wezen vindt. Nodig die uit, met hen zal ik het feest van de gerechtigheid vieren." Je ziet het in één beeld: om die omkering moet het gaan in onze economie, in ons wereld-voedselsysteem, wereld-milieusysteem, wereld-landbouwsysteem. Dat het spel gespeeld wordt door de daklozen, de werklozen, de hongerigen, de planten, de dieren, de grond in plaats van door de bezitters van grond, ossen en vrouwen, produktiemiddelen waarmee de bezitters stenen willen maken. Het is pervers dat een van de grootste gebeden 'God zij met ons' uitgerekend op de gulden staat en op de dollar, de D-mark en straks op de euro. Minister Zalm kwam verheugd uit Brussel terug dat hij dat voor elkaar had gekregen. De enige god waarin nog geloofd wordt, dat is de god 'geld', dat zijn de stenen, niet de verzadiging van mensen, niet de rechten van mensen en volken, niet de rechten van de natuur, maar de god 'geld' en die eist verschrikkelijke offers, die eist onverzadigbaar de drie A's." Tenslotte wil Herman Verbeek nog benadrukken "dat het uiteindelijk om een politieke therapie zal moeten gaan. Bij alle verandering in particulier gedrag, bij alle groeiende acties van verzet, zullen 'de drie A's' het alleen maar redden als burgers zich massaal gaan organiseren, in nieuwe coalities van bewegingen die armoede bestrijden, werkeloosheid en misbruik van de aarde. Alleen zulke brede coalities zullen de politiek kunnen dwingen markten sociaal en ecologisch om te bouwen." ========= Een drietal boeken van Herman Verbeek: - *In boeren handen - voor een rechtvaardige en verantwoorde landbouw*; Kok Agora; Kampen, 1989. - *Boeren belang - voor een sociale en ekologische organisatie van de landbouw*; Kok Agora; Kampen, 1992. - *Tegen de tijdgeest*; Dabar-Luyten; Aalsmeer, 1997. Dit artikel is geautoriseerd door Herman Verbeek. KANTTEKENINGEN ============== "De verbondenheid, de emotionaliteit, de compassie van Herman Verbeek stel ik heel erg op prijs. Zijn engagement blijft niet op schaakbord-niveau steken. Ik vind het mooi hoe hij vanuit zijn eigen ervaring, zijn eigen beleving het veranderingsproces binnen de landbouw van de afgelopen tientallen jaren beschrijft. Hoe boeren die in samenspel met de natuur voedsel verbouwen buiten spel gezet zijn door kapitaalbelangen en technologische ontwikkelingen. En wat dat voor gevolgen heeft voor de mensen zelf, hoe ze gaan twijfelen, het gevoel hebben bij het oud vuil te belanden, hun eigenwaarde verliezen. Ik heb dat zelf in Midden-Amerika zien gebeuren. Maar ik kijk iets anders tegen de ontwikkelingen aan als Verbeek en daarom wil ik graag een paar kanttekeningen maken." Aan het woord is Hans van Heijningen. Hij is coördinator van XminY Solidariteitsfonds, dat geld inzamelt voor kleine oppositiegroepen van bijvoorbeeld dienstweigeraars, milieu- en vakbondsactivisten, voorvechters van gelijke rechten voor homo's en lesbiennes of voor etnische minderheden. Het geld gaat hoofdzakelijk naar groepen in het Zuiden, maar ook groepen in Nederland of elders in Europa worden ondersteund. Daarnaast organiseert XminY debatten over hete maatschappelijke hangijzers als bijvoorbeeld de WTO. Van Heijningen is opgegroeid in het Westland, als kind van tomatentelers. In de zestiger en zeventiger jaren zag hij met eigen ogen hoe het handmatige tuinbouwwerk verdrongen werd door nieuwe technologieën, die enorme investeringen vergden. In de tachtiger jaren verbleef Van Heijningen in Nicaragua en El Salvador, waar hij o.a. betrokken was bij het opzetten en ondersteunen van landbouwcoöperaties. Begin jaren '90 coördineerde hij een onderzoek naar de gevolgen van de Sandinistische revolutie voor de boerenbevolking in het binnenland. LAAT BOEREN POLITIEK BELEID FORMULEREN "Mijn grootste bezwaar is dat de politiek de Zwarte Piet krijgt. Als boeren de dupe worden van veranderingen in de landbouw, wijzen zij vrijwel overal in de wereld naar 'de politiek', 'de stad', 'de krachten van buiten'. Over de markt en het kapitalisme hoor je opvallend weinig. Terwijl de ontwikkelingen in het kapitalisme in hoge mate bepalend zijn voor de manier waarop de boerensector wereldwijd in de knel is gekomen. Dan kan je wel blijven roepen 'de politiek deugt niet' maar dan vraag ik op mijn beurt aan de boeren: "Hoe staan jullie ten opzichte van de vrije markt? Moet je het aan de markt overlaten wat, hoeveel en op welke schaal geproduceerd wordt of moet de economie maatschappelijk en politiek aangestuurd worden? En kan je wel buiten een vorm van regelgeving voor produktiequota en prijzen? Of blijft dat taboe?" Het verzet tegen politiek, stad en elite zit heel diep bij boeren, terwijl de relatie naar de markt toe een hoog mystiek gehalte heeft. Dat wordt het liefste uit het verhaal weggelaten. Dat zie ik terug bij Herman Verbeek." "Boeren organiseren zich moeilijk en voor zover ze zich organiseren, lopen ze liever te hoop tegen de huidige en volgende regering, dan dat ze in staat en bereid zijn aan te geven hoe de maatschappelijke en politieke aansturing van hun sector eruit zou moeten zien. Heel zelden hoor je boeren om staatsinterventie vragen. Maar als je de globalisering van de economie als gegeven neemt, heb je in Europa bijvoorbeeld te maken met Marokkaanse tomatenimport. Als daar de produktie goed van de grond komt, hebben de tomatentelers hier het nakijken. Dan kun je hier blijven concurreren met kool, wat hier makkelijk groeit, maar wat in de rest van de wereld maar mondjesmaat gegeten wordt. Dat is dan in feite de niche die je over houdt. Het zou interessant zijn om van boeren zelf te horen welke produktiewijze zij wensen en welke politieke maatregelen daarvoor volgens hen nodig zijn. Ik denk dat we dan wereldwijd moeten breken met het neoliberale model, waarbij de landbouwsector in een heleboel landen volstrekt van de kaart geveegd dreigt te worden ten gunste van grootschalige produktiesystemen in een beperkt aantal landen die zich daarvoor het best lenen. Niet toevallig zijn dat ook landen waar de overheid die ontwikkeling ondersteunt door allerhande subsidieregelingen. Zolang het familiebedrijf blijft staan voor individualisme en autonomie, zolang boeren zichzelf vooral opvatten als concurrenten van andere boeren kunnen zij blijven kankeren op regering en politiek, maar zal het hen nooit lukken om een gunstig boerenbeleid van de politiek af te dwingen." BEKNELLING EN BETUTTELING Bij het lezen van het interview met Verbeek struikelde Van Heijningen over diens opmerking over het groeiend aantal één- persoonshuishoudens en éénoudergezinnen; omdat Verbeek deze toename ziet als een negatieve tendens. "Het gaat hier voor mij om een veel minder fundamentele kwestie dan het voorafgaande. Maar ik wil er toch wat over zeggen. Het probleem is niet dat er tegenwoordig zoveel éénpersoonshuishoudens zijn, of dat het klassieke gezin ten onder dreigt te gaan. De vraag is in hoeverre al die mensen die alleen wonen erin slagen hun leven zo in te richten dat ze zich gelukkig voelen en zich betrokken weten bij een groter geheel. Je kan wel een romantisch beeld hebben van de tijd dat men elkaar kende en dat burenhulp functioneerde. En ook ik ervaar het verdwijnen van dat soort sociale relaties als een verarming, als iets ongewenst. Maar de realiteit is dat benepenheid en bevoogding, antropologisch gezien kenmerken van kleinschalige, (vooral agrarische) gemeenschappen zijn waar iedereen iedereen kent en elkaar nodig heeft." "Dat is het dilemma van de moderniteit: we betreuren de onder gang van sociale verbanden waarbinnen mensen zich op elkaar betrokken voelden, voor elkaar zorgden enzovoort, terwijl we het tegelijkertijd als een bevrijding voelen niet meer zoveel met elkaar rekening te moéten houden. Vroeger, en in landen in het Zuiden nu nog steeds, ging en ga je zonder dergelijke verbanden morgen dood, bij wijze van spreken. Als jij met iedereen ruzie maakt en bij niemand rijst kan lenen, dan hang je. Maar die afhankelijkheid van elkaar heeft twee kanten: de fraaie van de zorg voor elkaar en de lelijke van de beknelling en de betutteling. De vraag is of je geborgenheid, kleinschaligheid kan combineren met een frisse wind van buiten. Of dat het de noodlottige uitkomst is van de maatschappelijke veranderingen op dit moment dat nu iedereen materieel gesproken alleen rond kan komen, we nu onvermijdelijk die sociale verbanden kwijt raken. Zijn we in staat die sociale verbanden te construeren, puur vanuit onze sociale behoefte?" ROND DE TAFEL Ten slotte moet het Van Heijningen van het hart dat hij Verbeek te somber vindt. "Natuurlijk, het is een zootje in de wereld. Bijna alle maatschappij-veranderende projecten hebben schipbreuk geleden, terwijl toch zoveel gedreven mensen zich daarvoor ingezet hebben. De maatschappelijke betrokkenheid in ons land staat op een laag pitje en er is weinig tegenbeweging. Inderdaad, als je de balans opmaakt zie je de puinhoop. Maar ik ga er vanuit dat maatschappelijk verzet, de drang naar vernieuwing, altijd in golfbewegingen gaat. Het is ontzettend in de mode om de afgelopen eeuw te evalueren in termen van 'massamoorden op industriële schaal'. Dat is zeker niet iets wat weggepoetst kan worden. Maar tegelijkertijd denk ik dat er een besef gegroeid is - ook al is dat maar heel flauwtjes - van universele rechten van de mens, een notie van menselijke waarde. Ook zijn de afgelopen tientallen jaren heel wat autoritaire structuren ondergraven. Ik pleit ervoor om met mensen, die vanuit verschillende invalshoeken met maatschappelijke kwesties bezig zijn, bij elkaar te komen. Mensen die zich met het milieu bezig houden of boeren die opgevreten worden door de ontwikkelingen, of vakbondsmensen uit fabrieken die door de globalisering onder de voet gelopen worden. Laten we met zijn allen rond de tafel gaan zitten en zoeken naar aanknopingspunten voor een nieuw perspectief. Om anderen te motiveren deel te nemen aan de zoektocht." DEEL IV: NIEUWE ONTWIKKELINGEN ============================== ============================== In de komende twee hoofdstukken zullen we ons bezig houden met ontwikkelingen in de voedingsmiddelen-technologie en met genetische manipulatie. Het gaat daarbij om de vraag wat deze technieken betekenen voor boeren hier en in de Derde Wereld en voor het eten dat we op ons bord krijgen. 16 SYNTHETISCH VOEDSEL =================== agro-giganten breken landbouwprodukten ====================================== tot op de molecule af ===================== Niet alleen boeren hebben met agro-bedrijven als Cargill te maken, ook consumenten. Want Cargill bewerkt de landbouwprodukten die ze bij de boeren opgekocht heeft tot halffabrikaten voor de voedings(middelen)concerns als Unilever of Nestlé. En deze leveren weer aan de supermarktketens. Nu kampt de voedingsindustrie met twee problemen die haar broodnodige economische groei bedreigen: ten eerste is de voedingsmarkt praktisch verzadigd[226], omdat de bevolking in het Westen nauwelijks meer toeneemt. Ten tweede koesteren zeer veel consumenten een ernstig wantrouwen tegen de kunstmatige produkten van de voedingsconcerns, zoals kant-en-klare sauzen en maaltijden, *candybars* en frisdranken, waarin de oorspronkelijke landbouwprodukten niet meer terug te vinden zijn.[227] Om te voorkomen dat steeds meer consumenten steeds vaker grijpen naar onbewerkte landbouwprodukten als groente, fruit, aardappelen, granen, melk en eieren en lichtbewerkte als brood en pasta, roomboter en yoghurt zijn de voedingsconcerns een nieuw offensief gestart. Zij brengen nu allerlei moderne voedingsartikelen op de markt die goed zouden zijn voor de gezondheid en het milieu of goedkoop, of bijzonder smaakvol of handig in het gebruik. Om die nieuwe hi-tech produkten te kunnen maken schakelt de industrie de meest geavanceerde voedingsmiddelentechnieken in en om ze te verkopen de indringendste reclame-campagnes. Ook halffabrikaten moeten nu aan allerlei speciale eisen voldoen. Om niet achter het net te vissen proberen bedrijven als Cargill hun klanten, de voedingsfirma's, zo goed mogelijk van dienst te zijn. Via nieuwe halffabrikaten helpen zij de voedingsindustrie allerlei zwaar bewerkte, synthetische supermarktartikelen te produceren. Het karakter van de oorspronkelijke landbouwprodukten is in deze voedingsmiddelen nog verder verloren gegaan. Daardoor zal de vervreemding tussen de consument en de landbouw en de natuur nog verder toenemen. WANTROUWEN "45 procent van de Nederlandse consumenten maakt zich zorgen over de veiligheid van levensmiddelen.[228+] Vooral in kant-en-klaar en voorverpakte produkten is het vertrouwen uitermate gering." Zo verwoordde het vakblad voor de voedingsmiddelenbranche, *vmt* (VoedingsMiddelenTechnologie), de belangrijkste conclusie van een recent en groot onderzoek naar consumentenvertrouwen. Slechts 11 procent van de ruim 900 ondervraagden was het eens met de stelling 'Voedingsmiddelen zijn nog nooit zo veilig geweest als vandaag de dag'. De consumenten blijken het meeste vertrouwen te hebben in "alledaagse, verse en droge produkten, zoals brood, koffie en dagverse zuivel."[229] Uit ander onderzoek blijkt dat slechts 50 procent van de Nederlandse consumenten vertrouwen heeft in de nationale overheid als bewaker van de voedselveiligheid. En dat is dan nog veel, want gemiddeld over heel Europa vertrouwt slechts 25 procent van de bevolking op dit punt haar eigen overheid. Slechts 12 procent van de Europeanen heeft vertrouwen in de voedselindustrie. Vice-president-directeur Vigeveno van Unilever spreekt dan ook van een "algemeen wantrouwen van de consument".[230] De voedingsconcerns stellen veel van hun artikelen samen uit halffabrikaten als geur- en kleurloos gemaakte olie, glucosestroop en soja-eiwitvlokken, of ze vullen hun artikelen ermee op. Tenslotte voegen ze nieuwe kleur en smaakstoffen toe. Juist dit kunstmatige karakter roept het wantrouwen van de consument op. Je weet niet wat je eet, want je kan niet zien en proeven van welk landbouwprodukt je voedsel gemaakt is en je hebt geen idee wat er in de fabriek allemaal gebeurd is, welke technieken en hulpstoffen er gebruikt zijn. Ook de informatie op het etiket maakt je niet veel wijzer. Hoewel de belangstelling van de consument groeit voor weinig bewerkt voedsel, gooit de voedingsindustrie nog meer techniek in de strijd. Nu al maken de concerns gebruik van technieken als filtreren, centrifugeren, sedimenteren, extraheren, kristalliseren, drogen, emulgeren, geleren, extruderen, agglomereren, granuleren en fermenteren.[231+] Sinds vijftien jaar beschikken de voedings-concerns over membranen om speciale eiwitten te isoleren.[232] Ook zetten de bedrijven enzymen in om suikers, eiwitten en vetten te veranderen.[233] Om nieuwe produkten op de markt te kunnen brengen jagen de voedingsfirma's op nog onbekende enzymen. Zo hebben onderzoekers een speciale werking van transglutaminase ontdekt. Dit enzym blijkt ervoor te kunnen zorgen dat eiwitten zich makkelijker met elkaar verbinden. 'Broodverbeteraar' met transglutaminase geeft een steviger deeg en luchtiger brood. Het deeg is dus makkelijker te verwerken en het brood ziet er aantrekkelijker uit. Deskundigen van TNO-Voeding wijzen er echter op dat "nog onvoldoende duidelijk" is wat de gezondheidseffecten zijn als je gedurende lange tijd resten van dit enzym binnenkrijgt.[234] Andere onderzoekers ontwikkelen nieuwe technieken om ongewenste geur- en smaakstoffen te verwijderen.[235] Kortom: de oorspronkelijke kwaliteit van het landbouwprodukt is voor de voedingsfirma's geen uitgangspunt voor de artikelen die zij op de markt brengen. Integendeel, zij zetten een enorm arsenaal aan technieken in om die landbouwprodukten tot op de molecule af te breken tot geur- en kleurloze 'grondstoffen', om er vervolgens naar eigen goeddunken nieuw voedsel mee samen te stellen en er met allerlei hulpstoffen de geur, kleur, smaak, sappigheid en stevigheid aan te geven die zij wensen. Alsof zij de schepping nog eens over willen doen. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** VOEDSELTECHNOLOGEN-TAAL In het voedingstechnologen-vakblad *vmt* treffen we het volgende proza aan[236]: "Voedingsmiddelen kunnen worden gezien als een combinatie van eiwitten/glycoproteïnen, koolhydraten, vetten, vezels, mineralen en additieven. Uit ervaring is gebleken dat louter de combinatie van deze ingrediënten geen eetbare produkten oplevert. Er moet een specifieke textuur aanwezig zijn die zorgt dat de voedingsmiddelen acceptabel worden en dat ze het mondgevoel, de smaak en beleving geven die consumenten gewend zijn. Dit maakt het samenstellen van produkten uit afzonderlijke ingrediënten erg complex. (..) Door het integreren met cel- en/of weefselmateriaal ontstaat er onder andere een verbetering van de textuur, smaak en sappigheid, die het produkt aantrekkelijker maakt voor de consument. (..) Additioneel kan de textuur van tussenprodukten uiteraard verder worden verbeterd door bewerkingen als textureren, extruderen, lamineren, geleren en spuitvormen van de eiwitmatrix. Door het optimaliseren van de samenstelling van de grondstoffen en de ontwikkeling van aangepaste of innovatieve 'fabricage'-technieken voor de verwerking van cel- en weefsel-structuren, kunnen nieuwe voedingsmiddelen met een uniek karakter (..) worden geproduceerd." Via een enorme technische omweg proberen voedseltechnologen dus voedsel te produceren wat lijkt op wat consumenten "gewend" zijn, wat lijkt op het voedsel zoals dat al duizenden jaren vervaardigd wordt. Via al deze technieken kunnen de voedingsfirma's de produktie van voedsel wegtrekken van kleine producenten als bakkers en melkfabrieken. Voor de consument betekent het dat hij steeds meer kunstmatig samengesteld 'synthetisch' voedsel op zijn bord krijgt, geheimzinnig geproduceerd door oncontroleerbare grote concerns. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** KUNSTMATIGE HALFFABRIKATEN Wat hebben agro-concerns als Cargill te maken met de produktie van synthetisch voedsel? Deze bedrijven kopen niet alleen landbouwprodukten op van boeren, maar ze verwerken die ook tot halffabrikaten. Ze zijn dus de leveranciers van de voedingsconcerns. Cargill is niet alleen de grootste fabrikant ter wereld van voedingsoliën, maar ook een belangrijke producent van eiwitten en verschillende soorten suikers, de drie basisgrondstoffen van de voedingsindustrie. De halffabrikaten die Cargill levert worden volstrekt kunstmatig geproduceerd. Als je bij de soja-oliefabriek van Cargill in Amsterdam, de 'crushing', gaat kijken, waan je je in Pernis: glimmende aluminium buizen, afsluiters, reactorvaten en stoomwolken. Om zoveel mogelijk olie uit de sojabonen te halen blijkt het bedrijf het giftige organische oplosmiddel hexaan[237+] te gebruiken. Een schematisch overzicht van het productieproces (zie illustratie) lijkt zo uit een scheikundeboek te komen.[238] Vlak naast de *crushing* staat een tweede 'chemische fabriek' waar Cargill sojabloem en soja-eiwitvlokken produceert van verschillende afmetingen. Ook fabriceert het bedrijf hier het zogenaamde TSP (Textured Soy Protein), een vezelachtig produkt met een "vleesachtige structuur".[239] Met behulp van speciale enzymen maakt Cargill uit maïs de suikers dextrose, glucose, fructose en maltose in verschillende kwaliteiten. Ook een fabriek die maïs verwerkt ziet eruit als een olieraffinaderij.[240] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** FOTO: zie www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/synthetisch.html Soja-oliefabriek van Cargill in Amsterdam. Je waant je in Pernis. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** AFBEELDING: zie www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/synthetisch.html Schema van Cargills soja-oliefabriek, alsof het uit een scheikundeboek komt.[238] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** OP JACHT NAAR GOEDKOPERE 'GRONDSTOFFEN' De voedingsconcerns en hun leveranciers, de agro-giganten, hebben nog een belangrijke drijfveer om allerlei nieuwe technieken te ontwikkelen. Zij willen goedkoper produceren om de consumenten die erg weinig geld uit willen/kunnen geven voor voedsel aan zich te binden en om de winstmarge bij dure merkprodukten nog verder te vergroten. De geijkte middelen zijn schaalvergroting, kostenbesparende technieken en vervanging van (tijdelijk) duurdere halffabrikaten en landbouwprodukten door goedkopere. Zo kan Cargill "door de geëvolueerde techniek" een frituurolie van dubbel-gefractioneerde palmolie op de markt brengen, die een "goedkoper alternatief" is voor olijf- of aardnotenolie.[241] Unilever gebruikt ongeveer tien verschillende plantaardige oliën en vetten voor haar margarines. Afhankelijk van de prijs voegt ze wat meer zonnebloem-, koolzaad- of soja-olie toe. Het bedrijf beschikt over 24 grijze heren, die in drieploegendienst van acht man acht uur lang achter de monitoren en aan de telefoon zitten en alle wereldmarkten voor oliën en vetten in de gaten houden om zo goedkoop mogelijk in te kopen.[242+] Onderzoekers van de Landbouwuniversiteit Wageningen en TNO-Voeding doen proeven met lupine, koolzaad, veldbonen en erwten om traditionele soja-artikelen als tempé, ketjap en tofu te produceren zonder soja.[243] Technieken die vervanging van het ene landbouwprodukt door het andere mogelijk maken drukken vanzelfsprekend de prijs van alle landbouwprodukten die door die technieken inwisselbaar geworden zijn. Want stel dat door een goede oogst de prijs van koolzaad laag staat, dan zullen de concerns meer koolzaad en bijvoorbeeld minder soja inkopen, waardoor ook de prijs van soja omlaag gaat. Dat betekent inkomstenverlies en faillissementen voor sojaboeren. VEELKLEURIG MEDIAGEWELD Het grote probleem waar de voedingsindustrie mee worstelt is hoe het vertrouwen van de consument terug te winnen, zonder de high-tech weg te verlaten. 'Communicatie' zal dit wonder moeten verrichten. Directeur Jung van EUFIC (European Food Information Council; een samenwerkingsverband van de voedingsindustrie) stelt voor om "samen te werken met opiniemakers, gezondheidsprofessionals, media, opleiders, overheidsinstanties etc. Daarbij wordt wetenschappelijke informatie vertaald in 'consumenten-taal'."[244] Ook Ahold-directeur Schmid denkt in deze richting. Naar zijn idee dienen "voedingsmiddelensector en overheid gezamenlijk communicatiemiddelen te ontwikkelen als brochures, tv-programma's en internet-sites."[245] Of het voedingsbedrijfsleven met veelkleurig mediageweld het consumenten-wantrouwen zal weten te verdoven is nog maar de vraag. Zelfs de krant van het bedrijfsleven *Het Financieele Dagblad* is sceptisch: "Zeker in tijden van dioxinecrises en gekkekoeien-ziekte is het risico aanwezig dat de consument 'puur natuur' verkiest boven voeding waarmee 'gerommeld' is."[246] ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** Scepsis over *functional food* *Functional food* moet de nieuwe kip met de gouden eieren worden voor de voedingsindustrie. Het gaat om voeding die extra gezond zou zijn, bijvoorbeeld vruchtesap waaraan vitaminen toegevoegd zijn, melk met extra calcium of cholesterolverlagende margarine. Volgens allerlei wetenschappers kan de industrie haar beloften niet waar maken.[247+] Zo stellen de Wageningse toxicologie hoogleraren Rietjens en Koeman: "Van slechts een zeer klein aantal gezondheidsbevorderende suggesties is ook daadwerkelijk via wetenschappelijk onderzoek de onderbouwing voor de betreffende claim vastgesteld."[248+] Vervolgens waarschuwen zij voor de gezondheidsrisico's van een teveel van de stoffen die de voedingsconcerns juist toevoegen. Tenslotte wijzen zij erop dat waarschijnlijk "het merendeel van de onderzoeksinspanning gericht is op het aantonen en benoemen van gunstige effecten, terwijl het aantonen van ongunstige effecten en mogelijke risico's alleen wordt ingegeven door wettelijke gestelde veiligheidseisen. (..) Anders dan bij geneesmiddelen (wordt) niet onderzocht wat de mogelijke, misschien zeldzame, bijwerkingen zijn bij langdurig gebruik." De Consumentenbond is niet gelukkig met de 'gezonde' toevoegingen aan het eten. Voedingsdeskundige Van den Boogaard: "Mensen die gewoon gezond eten hebben geen verrijkt eten nodig. En het effect kan zijn dat mensen denken: ik koop dit met extra vitamines, dan kan ik verder ongezond eten. (..) Dan is de uitwerking dus wel negatief."[249] *De Volkskrant* is sceptisch. Zo schrijft dit dagblad in een artikeltje over een genetisch gemanipuleerde tomaat die in Wageningen ontwikkeld is en "zeventig keer beter tegen hartziekten" zou zijn[250]: "Ook is het de vraag of consumenten zitten te wachten op genetisch gemodificeerde tomaten."[251+] *Het Financieele Dagblad*, dat we toch moeilijk kunnen verdenken van links-radicale sympathieën, is bijna cynisch: "Het zijn (..) de marges die onweerstaanbaar lonken. Melk verrijkt met calcium is 1,5 keer zo duur als gewone melk, en dat terwijl de produktie eenvoudig is en er nauwelijks geld in research is gestoken. Een pakje cholesterolverlagende Benecol kost al gauw ƒ 8,- waar normale margarine voor ƒ 2,50 over de toonbank gaat. (..) De vraag is of de consument eraan wil of de buik vol heeft van 'verbeterd' voedsel. (..) De 'light'-vetarmhype is al weer ten einde."[252] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** 17 GENTECH, HET NIEUWE BREEKIJZER DAT ZELF AFBROKKELT =================================================== Cargill, Monsanto en genetische manipulatie ============================================ Genetische manipulatie is het nieuwste stuk gereedschap van de agro-multinationals om nog meer macht te veroveren in de landbouwwereld. Het is een peperdure techniek en alleen de grootste zaadfirma's beschikken over voldoende geld om de nieuwe zaadtypen te lanceren. Op dit moment gaat het voornamelijk om soja, maïs, koolzaad en katoen dat bestand is tegen het zeer giftige bestrijdingsmiddel Roundup of Basta, dat alle onkruid in de omgeving van het gewas doodt, of om variëteiten die zelf een bepaald insekticide produceren. De zaadfirma's beloven de boeren een (iets) grotere opbrengst en minder uitgaven voor bestrijdingsmiddelen. Of de bedrijven deze beloften waar kunnen maken, moet de komende jaren blijken. Als de kosten voor de boeren inderdaad omlaag gaan hebben ze even een mazzeltje. Maar door de overproduktie zullen de landbouwprijzen al gauw opnieuw zakken. De consument zal van die mogelijke prijsdaling van graan en oliezaden niets merken, want de graanprijs maakt maar vijf à tien procent uit van de broodprijs. Zelfs al zouden de kosten voor de graanboeren tien procent omlaag gaan, en zouden de graanprijzen vervolgens tien procent zakken, dan zou een brood van drie gulden voor de consument in het gunstigste geval 1,5 à 3 cent goedkoper worden.[253] Hoewel Cargill zich halverwege 1998 teruggetrokken heeft uit de produktie van zaden en het onderzoek naar nieuwe variëteiten[254+], stelt ze zich vierkant op achter genetische manipulatie.[255+] In interne publikaties voor haar eigen personeelsleden en voor bedrijven waarmee ze zaken doet ontkent ze de ernst van de ingreep in de natuur, bagatelliseert ze de risico's voor de menselijke gezondheid en de landbouw, verdedigt ze de techniek met een beroep op het wereld-hongerprobleem, verzet ze zich tegen volledige etikettering en geeft ze te kennen dat gescheiden aanlevering van genetisch gemanipuleerde landbouwprodukten praktisch niet haalbaar is. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** GENETISCHE & TAAL-MANIPULATIE ============================= NATUURLIJK EN NAUWKEURIG? Cargill[256]: "Genetische modificatie is een natuurlijk proces. Het vermogen van planten om zich aan te passen aan hun omgeving is hier een goed voorbeeld van. (..) Genetische modificatie door biotechnologen is nauwkeuriger en daardoor veel sneller dan de traditionele veredeling." Commentaar: In de natuur is er een strikte scheiding tussen de verschillende soorten. Genetische manipulatie doorbreekt deze scheiding door genen uit andere plantensoorten, bacteriën of dieren in te voegen. Daarmee creëert zij een levensvorm die tot op heden nog niet bestond. Genetische manipulatie is een vrij grove techniek, waarbij voor het vormen van een enkele gewenste nieuwe celkern talloze kernen ernstig beschadigd worden en allerlei onbedoelde varianten ontstaan. Deze worden er later zo goed mogelijk uitgefilterd. Hopelijk gaat daarbij niets mis. EVEN VEILIG ALS NIET GENETISCH GEMANIPULEERD? Cargill: "Veiligheid is het allerbelangrijkst. Transgene produkten moeten veilig zijn voor mens, dier en milieu. (..) Een produkt wordt pas vrij gegeven nadat het veilig is bevonden. Na vrijgave bestaat er dus geen reden meer de transgene plant of het daaruit ontstane produkt te scheiden van niet-genetisch gemodificeerde produkten. Beide zijn immers even veilig." Commentaar: In de wetenschappelijke wereld is men algemeen van oordeel dat we nog lang niet alle details van de werking van de celkern begrijpen. Genetische manipulatie is dus een sprong in het duister. Eigenlijk zou de overheid het voorzorgsprincipe moeten hanteren: wanneer er serieuze vermoedens bestaan dat een produkt schadelijk is, mag een bedrijf dit pas op de markt brengen als onomstotelijk vast staat dat de risico's te verwaarlozen zijn. Hoewel de overheid dit principe te pas en te onpas belijdt, gaat zij in de praktijk uit van het op-hoop-van-zegen-beginsel. De agro-concerns kunnen zich vervolgens verstoppen achter de formele goedkeuring. MINDER BESTRIJDINGSMIDDELEN? Cargill: "Als er planten worden gekweekt met ingebouwde weerstand tegen onkruidverdelgers en insekten, hoeven er minder chemische bestrijdingsmiddelen te worden gebruikt." Commentaar: Het onkruidbestrijdingsmiddel dat gebruikt wordt (bijvoorbeeld Roundup van Monsanto) is zeer giftig en kan dat ook zijn omdat het gewas er ongevoelig voor is. De effecten van deze heftige landbouwgiffen op het bodemleven zijn niet serieus onderzocht. Het gevaar van planten die zelf insektendodende middelen produceren is dat de insekten in alle stadia met kleine hoeveelheden gif in aanraking komen. Daardoor kan er veel gemakkelijker resistentie optreden dan bij de gangbare bestrijdingsmethoden. Het gevolg is dat er meer insektenplagen zullen ontstaan.[257] Opvallend is dat Cargill zelf een slag om de arm houdt: "De milieu-effecten van genetische modificatie moeten ook op lange termijn in het oog worden gehouden. Er moet bijvoorbeeld voor worden gezorgd dat onkruid, dat een resistentie heeft ontwikkeld tegen bestrijdingsmiddelen, zich niet vermenigvuldigt." H•e daar voor gezorgd moet worden zegt Cargill niet, en al helemaal niet welke stappen ze daartoe zelf onderneemt. Het is dan ook een gratis bewering. Boeren kunnen wel degelijk in de problemen raken. Z¡j dragen de landbouwrisico's, net zoals gewone consumenten de gezondheidsrisico's dragen.[258+] MINDER HONGER? Cargill: "De wereldbevolking neemt ieder jaar toe met zo'n 90 miljoen mensen. Landbouwgrond en watervoorraden zijn beperkt, vooral in ontwikkelingslanden, en juist d r groeit de wereldbevolking het sterkst. Met onze wetenschappelijke kennis (..) moeten we betere oogsten zien te bereiken op de beschikbare grond. (..) Het is mogelijk om planten te laten groeien op minder vruchtbare grond en ze resistenter te maken tegen droogte en vorst." Commentaar: De zaadbedrijven zijn nauwelijks bezig met het ontwikkelen van zaden voor drogere, koudere of minder vruchtbare grond. Bovendien zijn de nieuwe, kostbare zaden, die wel beschikbaar zijn, voor de kleine boeren onbetaalbaar. GEEN VERSCHIL? Cargill: "Als sojaolie uit transgene soja wordt vergeleken met traditionele sojaolie, zal er waarschijnlijk geen verschil worden geconstateerd. Het lijkt dan ook niet verstandig een etiket aan te brengen voor een verschil dat niet bestaat." Commentaar: Dat verschil bestaat wel degelijk, maar kan met de bestaande onderzoektechnieken niet aangetoond worden. De consument heeft er recht op te weten wat hij koopt en op zijn bord krijgt. SCHEIDEN NIET MOGELIJK? Cargill: "Het marktsysteem voor bulkgrondstoffen maakt het onmogelijk genetisch gemodificeerde organismen te scheiden van traditioneel verbouwde planten wanneer daarvoor uit oogpunt van veiligheid, gezondheid, voedingswaarde, verwerking of smaak geen dringende noodzaak bestaat." Commentaar: Het heftige en massale verzet in Europa, met name in Engeland, heeft dit standpunt naar de prullenmand verwezen. Nu winkelketens gentech-vrij garanties eisen heeft Cargill besloten het 'onmogelijke' toch te doen. Naast gentech soja verwerkt zij nu in Europa ook gegarandeerd gentech-vrije soja.[259] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** SAMENWERKENDE GIGANTEN Het is heel begrijpelijk dat Cargill haar zaadactiviteiten verkocht heeft. De ontwikkeling en de produktie van nieuwe zaden is een high-tech bedrijfstak geworden en daar voelt de bulkspecialist zich niet thuis. Bovendien staat genetische manipulatie in het brandpunt van de publieke belangstelling, terwijl Cargill die juist schuwt. Dat wil niet zeggen dat Cargill zich niet bezig houdt met gentech. Zij werkt intensief samen met 's werelds grootste gentech zaadbedrijf: Monsanto.[260] In mei 1998 kondigden beide bedrijven aan een *joint venture* te beginnen onder de naam Renessen[261] om het gentech onderzoek en de zaadproduktie van Monsanto rechtstreeks te koppelen aan de zaad- en graanhandel en de graanverwerking van Cargill. Aanvankelijk zal de nieuwe firma zich richten op gentech graansoorten voor veevoer, bijvoorbeeld een maïssoort die meer eiwit bevat en een betere verhouding tussen de verschillende aminozuren. En op graansoorten die gemakkelijker, dus goedkoper, te verwerken zijn, bijvoorbeeld een tarwe-variëteit met grotere korrels.[262] Dankzij de samenwerking tussen Monsanto en Cargill kan de agro-gigant de nieuwste gentech ontwikkelingen op de voet volgen; en heeft de gentech reus zich voor de afzet van haar zaden verzekerd van een zeer uitgebreid en machtig netwerk. Samen zullen zij hun greep op de landbouw en de voeding verstevigen. PROBLEMEN Het zit Monsanto niet mee. Juist nu zij vol inzet op gentech neemt het maatschappelijk verzet hiertegen ongekende vormen aan. Activisten van de radicale Indiase boerenorganisatie KRRS rooiden eind 1998 demonstratief enkele velden genetisch gemanipuleerde katoen en haalden daarmee de voorpagina's van de landelijke kranten.[263] Het Indiase Hooggerechtshof bepaalde dat gentech veldproeven tijdelijk opgeschort moesten worden, totdat er goede regels zijn ter bescherming van het milieu, de menselijke gezondheid en de biodiversiteit.[264] Op dit moment loopt er in dat land een campagne van vele honderden grotere en kleinere organisaties onder het motto 'Monsanto Quit India'.[265] In de Filippijnen en Bangladesh verzetten boerenorganisaties zich fel tegen de introductie van genetisch gemanipuleerde gewassen.[266] In Brazilië heeft een deelstaat Rio Grande do Sul zich uitgeroepen tot 'gentech-vrije zone' en de Braziliaanse federale rechter heeft de aanplant van gentech soja verboden totdat er een studie op tafel ligt over de milieurisico's.[267] Ook in het Westen groeit het verzet tegen gentech met de maand. In de Engelse supermarkten zijn produkten met gentech ingredienten praktisch volledig van de schappen verdwenen. Unilever en Nestlé hebben verklaard gentech uit hun produkten in Europa te verwijderen.[268+] Volgens een rapport van de Deutsche Bank beginnen de grote gentech zaadbedrijven, waaronder Monsanto, in de problemen te raken en worden zij zodoende minder aantrekkelijk voor beleggers.[269] De Europese Commissie maakt pas op de plaats; een van 's werelds grootste gentech zaadbedrijven, het Zwitserse Novartis, heeft besloten zijn babyvoeding in de Verenigde Staten gentech-vrij te maken.[270] Ook bepleit het een serieuze etikettering in Europa.[271] Bij Albert Heijn verdwijnt gentech uit de huismerken en de maïs- en sojaexporten van de Verenigde Staten naar Europa zijn ingestort.[272+] Zelfs in de Verenigde Staten beginnen boerenorganisaties te protesteren. Zo verklaarde de American Corn Growers Association in juli 1999 dat gentech als "een molensteen om de nek van de boeren hangt" en raadde zij haar leden aan geen gentech zaden in te zaaien.[273] De agro-gigant ADM waarschuwde in september 1999 boeren genetisch gemanipuleerd maïs apart te houden. In april had zij al laten weten geen gentech maïs te zullen aankopen die in Europa verboden is.[274] Bovendien heeft het imago van Monsanto behoorlijk wat deuken op gelopen. In 1998 besliste een Amerikaanse rechter dat Monsanto $ 2 miljoen moest uitbetalen aan drie boeren, waar de katoenoogst verloren ging door het spuiten met Roundup, waar de gentech katoenplanten volgens de advertenties van Monsanto tegen zouden kunnen.[275] In hetzelfde jaar hadden andere boeren opnieuw ernstige problemen met Monsanto's gen-katoen. Nu bleken de wortels op onverklaarbare wijze misvormd te zijn.[276] In Engeland verklaarde de Reclame Codecommissie dat er "onvoldoende bewijs is" voor Monsanto's claim dat gentech gewassen die zelf een insektendodend middel produceren goed zijn voor het milieu. De commissie vond Monsanto's bewering dat zij al twintig jaar onderzoek deed naar de veiligheid van gentech voedsel "misleidend".[277] Kortom: hoewel de strijd nog niet beslecht is, wijst alles erop dat de gentech zaadreuzen en daarmee de agro-giganten deze slag zullen verliezen. De bedoeling was om met de introductie van nieuwe wonderzaden de greep op de landbouw, met name op die in de Derde Wereld, fors te versterken. Maar na het felle verzet van kritische boeren-, milieu- en consumentenorganisaties in tal van Zuidelijke en Westerse landen, weigeren nu ook gematigder boeren en consumenten de risico's van deze nieuwe techniek te accepteren. ***b*e*g*i*n***k*a*d*e*r*** MONSANTO, GENTECH REUS Wat is Monsanto, de samenwerkings-partner van Cargill voor een bedrijf? Ze is niet bepaald het lievelingetje van de milieubeweging. In de zeventiger jaren produceerde dit chemie-concern het beruchte ontbladeringsmiddel Agent Orange, wat de Amerikanen in de Vietnam-oorlog inzetten.[278] Ook is zij een belangrijke producent geweest van de uiterst giftige en inmiddels verboden PCB's, die als weekmakers in plastic en isolatiemateriaal in transformatoren werden gebruikt.[279] Ook in de negentiger jaren lag Monsanto met de milieubeweging in de clinch. Nu omdat zij met behulp van genetisch gemanipuleerde bacteriën het groeihormoon BST[280+] produceerde, dat de melkproduktie van koeien opjaagt. Het middel is echter een aanslag op de gezondheid van de koeien. Ze leven korter en worden geplaagd door meer uierontstekingen, zodat ze extra antibiotica moeten krijgen. Ook de consument is minder goed af, want de melk bevat meer pus en antibiotica en een ander hormoon dat ervan wordt verdacht kankerverwekkend te zijn. Canadese wetenschappers hebben ontdekt dat uit studies van Monsanto zelf blijkt dat BST bij ratten verontrustende effecten op bloed, schildklier en prostaat heeft.[281] Vanuit het voorzorgsprincipe had Monsanto BST nooit op de markt mogen brengen. In februari 1997 bedreigde Monsanto het Amerikaanse televisiestation WTVT met "verschrikkelijke gevolgen" als het enkele geplande documentaires over het groeihormoon ongewijzigd zou uitzenden. Het televisiestation koos eieren voor haar geld en zond de documentaire niet uit.[282] Sinds september 1997 is Monsanto niet langer meer een chemie-concern. Zij verkocht haar chemiefabrieken en zette al haar kaarten nu op genetisch gemanipuleerde zaden, onkruidverdelgingsmiddelen als het zeer giftige Roundup Ready, het omstreden melkhormoon, verschillende geneesmiddelen en een paar voedingsmiddelen; of in Monsanto-taal: zij had de ambitie de belangrijkste *life science* firma ter wereld te worden onder het motto 'food, health, hope'.[283] Echter, het liep anders. Geplaagd door wereldwijde kritiek, sterk dalende aandelenkoers en een verlies van $ 250 miljoen in 1998, zag het bedrijf zich genoodzaakt te fuseren. Na verschillende mislukte pogingen, vond Monsanto de firma Pharmacia-Upjohn bereid met haar samen te gaan, onder de naam Pharmacia. Echter, volstrekt onbegrijpelijk, gaan de landbouw-gentech afdeling en de landbouwchemicaliën-fabrieken verder onder de zeer besmette naam 'Monsanto'. De firma Monsanto behoort tot de wereldreuzen onder de zaad- en bestrijdingsmiddelenproducenten. Zij is op die gebieden respectievelijk de op een en twee na grootste ter wereld. Op het gebied van bestrijdingsmiddelen en genetisch gemanipuleerde zaad beheersen een handvol firma's de wereldmarkt: tien bedrijven hebben negentig procent van de bestrijdingsmiddelenmarkt in handen en vijf bedrijven praktisch de volledige markt in gentech zaden.[284] Een handjevol concerns stippelen zonder overleg met boeren of consumenten hun meerjaren-strategie uit en deze hebben respectievelijk figuurlijk en letterlijk te slikken wat de firma's op de markt brengen. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** 'S WERELDS GROOTSTE Op naar schatting 26 miljoen hectare in de hele wereld stonden in 1998 gentech gewassen. Ongeveer tachtig procent daarvan kwam voort uit gentech zaden van Monsanto. Het marktaandeel van Monsanto in de Derde Wereld groeit snel. In Argentinië controleert het bedrijf al meer dan de helft van de maïszaad-sector en vermoedelijk 70 procent van de soja.[285] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** WATERTEKORT BIEDT 'ZAKELIJKE MOGELIJKHEDEN' "Omdat water", volgens Monsanto woordvoerder Robert Farley "even belangrijk voor de voedselproduktie is als zaad" heeft dit bedrijf besloten 'in water' te gaan. Monsanto is van plan in Mexico en India een begin te maken met de waterhandel, omdat deze landen kampen met een acuut tekort. Volgens het bedrijf liggen daar zodoende "zakelijke mogelijkheden". Het wereldwijde gebrek aan water in de nabije toekomst biedt zelfs "grote economische kansen".[286] Volgens de Indiase onderzoeker en milieuactiviste Vandana Shiva is het Monsanto erom te doen een monopoliepositie te verwerven en zoveel mogelijk overheidsgeld naar zich toe te trekken. Maar: "water is van te fundamenteel belang voor het overleven. Het recht op water is het recht op leven. De privatisering en de verandering van water in een commercieel goed is een bedreiging van het recht om te leven." ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** ZELFMOORDZADEN Monsanto beschikt sinds 1998 over de techniek om zaden steriel te maken.[287] Via genetische manipulatie kan het bedrijf ervoor zorgen dat de zaden van een gewas niet meer kunnen ontkiemen. De techniek is nog in ontwikkeling. Direct na het bekend worden van patenten op kunstmatige steriliteit reageerden landbouwdeskundigen en organisaties van kleine boeren, met name uit de Derde Wereld, geschokt. Zij beschouwen het als een verminking van de natuur en spreken van 'terminator-technologie' en 'zelfmoordzaden'. Er is geen enkel landbouwkundig argument voor kunstmatige steriliteit, behalve dan dat de boeren ieder jaar opnieuw zaad moeten kopen en dat zodoende de grote zaadfirma's er rijker van worden. Sinds het begin van de landbouw, zo'n 10.000 jaar geleden, hebben boeren graankorrels van de mooiste aren en pitten van de mooiste vruchten geselecteerd en bewaard als zaad voor het volgend jaar en hebben ze deze zorgvuldig uitgekozen zaden geruild met hun buren. Zo werden en worden nog steeds de gewassen van jaar tot jaar aangepast aan de specifieke omstandigheden van de grond en het klimaat. De boeren zorgen zo voor een vitale biodiversiteit aan landbouwgewassen. Ook de high-tech gewassen van de laatste tientallen jaren zijn in dat proces opgenomen. Nog steeds bewaren driekwart van de boeren in de Derde Wereld een gedeelte van de oogst als zaaigoed voor het nieuwe jaar. De terminator-gentechnologie doorkruist deze boeren-praktijk en zal onherroepelijk tot verarming van de diversiteit aan gewasvariëteiten leiden. Daarnaast zijn er nog allerlei onzekerheden. Sommige deskundigen zijn bang dat het stuifmeel van deze gentech zaden andere gewassen besmet met steriliteit. Anderen vragen zich af of het gif dat de vruchten en zaden steriel maakt en dat de plant zelf produceert niet schadelijk is voor het bodemleven of voor mensen of dieren die dit zaad/graan eten. Dat is allemaal niet goed onderzocht. Een sprong in het duister, dus.[288+] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** MET DANK AAN MONSANTO Als journalist heb ik te veel fraai vormgegeven rapporten met hoogdravende taal moeten lezen. En als je alles gehad hebt, komt Monsanto nog eens aan met haar 'Rapport 1997 over Duurzame Ontwikkeling'.[289] In niets onderscheidt dit rapport zich van de stapels rapporten die VN-bureaus, grote milieuorganisaties en milieuministeries produceren. Het is gedrukt "met inkt op plantaardige basis" en "op gerecycled papier" (pag. 33). Op de omslag staat zo'n bekende satellietfoto van *planet Earth*. Op de eerste pagina treffen we zoals gewoonlijk wat gevoelige woorden aan van een gewichtig persoon: "Wat naar we dachten onbeperkt was, blijkt grenzen te hebben" (Bob Shapiro, president-directeur van Monsanto). Daarna zien we interessante schema's over energie, afval en recycling met veel pijltjes, die nog eens benadrukken hoe complex de processen zijn waar het rapport zich over buigt. Dan komen de milieubobo's aan het woord. Jens Katzek van Friends of the Earth Duitsland mag kritiek leveren op Monsanto en daarna aandringen op meer discussie (pag. 20, 21). Een zekere John Elkington van de EU-adviesraad voor Milieu en Duurzame Ontwikkeling, krijgt de ruimte om het onbegrip van het grote bedrijfsleven aan de kaak te stellen, waarbij Monsanto zo gunstig afsteekt, omdat zij "reeds vroeg de leiding nam in het formuleren van de betekenis van duurzame ontwikkeling voor het bedrijfsleven" (pag. 6). Hartroerend wijdt het rapport een paar pagina's aan de kloof tussen arm en rijk, waarvan vooral de vrouwen in de Derde Wereld het slachtoffer zijn. Het baseert zich daarbij maar liefst op een rapport van de Wereld Gezondheids-organisatie van de Verenigde Naties (pag. 26). Monsanto is niet te beroerd om de handen uit de mouwen te steken en daarover royaal te berichten. Een medewerker uit Zuid-Afrika heeft een boomgaard geplant en in Brazilië heeft het bedrijf wat geld ter beschikking gesteld om een eenvoudige zaaimachine voor kleine boeren te ontwikkelen, onder het motto "small is beautiful" (pag. 13 en 14). In de Filippijnen ging Monsanto zelfs met guerrilla-leiders rond de tafel zitten "die de armste groepen uit de maatschappij vertegenwoordigen" (pag. 26, 27). Snif. Genoeg clichés. Monsanto, die telkens opnieuw de giftigste bestrijdingsmiddelen op de markt brengt en die er niet voor terugschrikt nieuwe levensvormen in de wereld te zetten, waarvan de risico's voor de landbouw en de gezondheid niet in te schatten zijn, zou zich nu wijden aan het oplossen van de grote menselijke noden? Het bedrijf dat in het laatste jaarverslag nog schrijft "te streven naar het wereld-leiderschap" in haar sector[290], dat in 1997 anderhalf miljard gulden winst maakte[291+], dat intensief samenwerkt met de grootste agro-multinational uit de wereldgeschiedenis, zou nu opeens de kleine boer in de armen sluiten? Dertig jaar na dato zou Monsanto opeens bekeerd zijn tot "small is beautiful"? Waarom laat Monsanto dit soort rapporten schrijven, zo vol doorzichtige flauwekul. Niemand zal hier toch meer in zien als een PR-verhaal, dat wil zeggen: een mengeling van hele en halve leugens, die we als lezer door de vingers zien omdat we weten dat er een bedrijf achter zit dat bezig is geld te verdienen. Dan kijken we wat minder nauw en nemen we het verhaal met een korreltje zout. Of is het soms om alle goed bedoelende maar vastgeroeste activisten, om alle welwillende maar ingedommelde milieuambtenaren, om alle deskundige maar vervreemde medewerkers van milieuorganisaties nog eens stevig onder de neus te wrijven, dat al die achteloos uitgesproken milieu-termen niemands hart meer raken? Om mensen uit de Derde Wereldbeweging te laten voelen hoe banaal die beelden zijn van arme boeren uit het Zuiden die maar boffen met die slimme en doeltreffende hulp uit het Westen. Vast en zeker is dat niet de bedoeling geweest van de goedincasserende, gladformulerende tekstschrijvers van Monsanto. Maar het is wel de verdienste van dit rapport: het laat zien hoe zovelen uit de milieu- en Derde Wereldbeweging betekenisloze rapportentaal en clichébeelden zijn gaan hanteren. De taal en de beelden die iedereen die een beetje handig is kan kopiëren. Tot en met medewerkers van de hebberigste takken van het bedrijfsleven. Dank aan Monsanto, die dat zo haarscherp duidelijk heeft gemaakt met haar 'Rapport 1997 over Duurzame Ontwikkeling'. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** FRANSE BOEREN VALLEN MCDONALD'S AAN Op 12 augustus 1999 namen honderden leden van de radicale Franse organisatie van kleine boeren, Confédération Paysanne, een McDonald's vestiging bij Millau op de korrel. Mannen, vrouwen, kinderen en bejaarden haalden in feestelijke stemming het gebouw (dat op het punt stond geopend te worden) uit elkaar en voerden de onderdelen op aanhangers achter tractors af. De actie was openbaar aangekondigd, en werd in de media prominent verslagen. De aanleiding was het Amerikaanse beleid om tal van Europese landbouwprodukten veel zwaarder te belasten na de Europese weigering om Amerikaans hormoonvlees toe te laten. De Roquefort-kaas, die vooral in Larzac gemaakt wordt, kreeg een verhoging van de invoerheffing van 100 procent. Dat schoot de boeren in Larzac in het verkeerde keelgat. Ze verklaarden tijdens de actie dat dit precies de gevolgen van de economische globalisering zijn waar ze aan ten onder zullen gaan: onze (h)eerlijk gemaakte kazen de klos omdat ze ons willen dwingen 'industrieel voedsel' vol hormonen, antibiotica, dioxine of gemanipuleerde genen te eten! De vlam sloeg pas echt in de pan toen de politie vier dagen later vier boeren die aan de actie meegedaan hadden, arresteerde. Een vijfde, de populaire voorzitter van de Confédération Paysanne José Bové, was niet thuis. Hij meldde zich een dag later, in het bijzijn van zijn gehele dorp, bij het politiebureau, en verdween met geheven vuist en de kreet 'de strijd gaat door' de cel in. Iedereen dacht dat het wel met een sisser af zou lopen. Maar Bové zit nog steeds vast. De overige vier boeren zijn na betaling van het absurde bedrag van 100.000 frank (30.000 gulden) in afwachting van hun proces op borgtocht vrijgelaten. De overdreven actie van justitie heeft boeren in heel Frankrijk wakkergeschud. Sinds de arrestaties is er geen dag voorbijgegaan zonder dat boeren McDonald's-vestigingen aangepakt hebben. In veel gevallen was de actie tamelijk symbolisch - picketline, uitdelen van eigengemaakte produkten, etc - maar vaak werd het restaurant ook binnengevallen - soms met hele kuddes schapen - of volgestort met rot fruit of mest. Ook verdween hier en daar de plastic clown, speelhoek-met-ballenbak of het gehele ameublement op de barricade. Vaak deden fruittelers mee die niet bij de Confédération aangesloten zijn, maar die toch al bezig waren met actievoeren tegen de grote supermarkten omdat die de prijs voor hun fruit beheersen en onleefbaar laag houden. Ook andere doelen werden uitgekozen. Zo werden ministers belaagd, werd de opening van het Amerikaans filmfestival verstoord door er een hele boerderij naartoe te verhuizen, en bezetten boeren de tolhuisjes van de snelweg (het verkeer kreeg vrije doorgang, de inzittenden fruit). Overal luidde de eis: laat José Bové en de andere boeren vrij, rot op met je hormoonvlees en genetische manipulatie. Eind augustus was de rechtszitting in Montpellier over het voorarrest van Bové. Honderden sympathisanten probeerden die bij te wonen maar werden door zwaarbewapende ME-ers op afstand gehouden. Op manifestaties (gelijktijdig in zes steden) werd uitgelegd waarom de strijd tegen globalisering voor boeren en consumenten van levensbelang is, en dat McDonald's daarbij maar een symbool is. "We strijden met open vizier, maar we laten ons niet de wet voorschrijven, en als we daarbij hinderlijk zijn, dan moet dat maar." Ook herinnerde de Confédération eraan, dat zij als eerste vergelijkbare acties tegen het hormoon BST voerde, waardoor dit in de EU nog steeds niet is toegelaten. Op 2 september kreeg Bové het aanbod om tegen betaling van 100.000 frank op borgtocht vrij te komen. Hij weigerde omdat hij vindt dat hij helemaal niet gevangen hoort te zitten: "Als dit soort bizarre bedragen normaal worden pakken ze de volgende keer een paar boeren op en de organisatie is failliet." Buiten, op een manifestatie voor de rechtbank, barstte Bové's dochtertje in tranen uit, toen ze hoorde dat haar vader niet vrij kwam. Eerder dit jaar werd Bové tot acht maanden voorwaardelijk veroordeeld wegens zijn aandeel in het - samen met de bekende boeren uit India - rooien van een areaal genetisch gemanipuleerde maïs. (Zie hoofdstuk 4.) Er is nog een reden dat de Confédération-boeren kwaad zijn. Volgens hen worden de 'grote' boerenorganisaties heel anders aangepakt: namelijk niet. In februari vernielden 'grote' boeren nog de werkkamers van het ministerie van Milieu zonder dat er iemand voor gearresteerd werd. Bové en de zijnen stellen dan ook dat dit geval mede gaat over de rechten van kritische vakbonden. En velen in Frankrijk zien dat in: allerlei linkse organisaties, vakbonden, partijen, en dergelijke hebben hun steun aan de activisten uitgesproken en eisen vrijlating. Door de acties en de arrestaties staan de media plotseling bol van de informatie over de WTO, de millenniumronde en de duistere gevolgen die de globalisering in de nabije toekomst zal hebben. Wat je noemt een geslaagde actie. Bové zit nog steeds vast en tegen hem en vijf andere boeren dreigt binnenkort een proces. Dit terwijl McDonald's nota bene, die alle ongewenste aandacht flink beu is, de aanklacht ingetrokken heeft en zich bereid heeft verklaard de schade zelf te betalen. =========== Bewerking van een verslag van Kees Hudig, 7 september 1999.[292+] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** TEGENVALLERS "De belofte was dat we minder chemicaliën zouden hoeven te gebruiken en hogere opbrengsten zouden halen. Maar laat me duidelijk stellen dat geen van beide beloften wordt waargemaakt." Dit verklaarde de voorzitter van de U.S. National Family Farm Coalition medio 1999 over Monsanto's Bt-maïs. Uit een tweejarig onderzoek van het Amerikaanse ministerie van Landbouw bleken 7 van de 12 onderzochte boeren niet met minder bestrijdingsmiddelen toe te kunnen. Een onderzoek van de Universiteit van Arkansas uit 1998 liet zien dat de opbrengst van genetisch gemanipuleerde katoenstruiken fors achterbleef bij de gentech-vrije.[293] ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** EUROPEES GENTECH RAMPENPLAN De Europese Commissie heeft een gentech rampenplan ontwikkeld, vergelijkbaar met die voor een kernrampen.[294] Wanneer een genetisch veranderd gewas een ernstige ziekte onder mensen, dieren, wilde planten of landbouwgewassen blijkt te veroorzaken, moeten nationale overheden plannen klaar hebben liggen om verdere verspreiding te voorkomen. Over enige jaren moet in alle lidstaten van de Europese Unie een gentech rampenplanwet van kracht zijn. Dan moet ieder bedrijf wat gentech gewassen wil verbouwen een gedetailleerd plan indienen, waarin precies beschreven staat hoe een gebied met een gevaarlijke gentech variant van de buitenwereld afgesloten en ontsmet kan worden. En hoe mensen en dieren behandeld moeten worden die het slachtoffer zijn geworden van een gentech ziekte. Dat mensen en dieren ernstig ziek kunnen worden is zeker niet denkbeeldig. De Schotse onderzoeker Pusztai ontdekte dat bij ratten die hij gevoerd had met gentech aardappel het immuunsysteem, de lever, de hersenen en het groeivermogen aangetast waren.[295] Andere Britse wetenschappers waarschuwden voor nieuwe onbehandelbare vormen van hersenvliesontsteking en de geslachtsziekte gonorroe, ten gevolge van antibiotica-genen in gentech maïs van Novartis en Roundup-katoen van Monsanto.[296] Zo verklaarde John Heritage, microbioloog van de Universiteit van Leeds over antibiotica-resten in gentech gewassen: "Ik heb er enorm veel moeite mee. Hoewel het risico klein is, zijn de gevolgen van een onbehandelbare, levensbedreigende infectie enorm, wanneer die zich verspreidt over de hele bevolking." ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** FOLDER: zie www.ddh.nl/duurzaam/landbouw/duisteremachten/gentech.html 'European campaign to halt gmo pollution'. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** SLOT ==== ==== 18 IS ER WEL EEN ALTERNATIEF? ========================== We hebben gezien hoe in het Westen talloze boerengezinnen, die alles doen wat in hun vermogen ligt om gezond voedsel te produceren, zwaar onderbetaald worden, hoe fraaie boerenbedrijven die al generaties lang in handen van een familie zijn failliet gaan. We zagen hoe boerenarbeiders in het Zuiden met miljoenen tegelijk hun werk, hun inkomen, hun voedsel verliezen, hoe de industriële chemie-landbouw oprukt, hoe het natuurlijke karakter van ons eten achteruit gaat. Bij nadere bestudering van de economische mechanismen werd duidelijk hoe de ware boosdoeners, de agro-multinationals steeds machtiger worden en hoe wetenschappers en regeringen hun verantwoordelijkheid uit de weg gaan. *Wat moeten we doen?* Voordat we onze aandacht kunnen richten op mogelijke alternatieven, zullen we ons bezig moeten houden met een paar fundamentele tegenwerpingen. HONGER 'De honger in de wereld en de snelle bevolkingsgroei in de arme landen laten ons geen keus. Er bestaat geen reëel alternatief voor de grootschalige, gemechaniseerde chemie-landbouw. Met alle middelen die we in huis hebben moeten we de voedselproduktie zo snel mogelijk verhogen.' In discussies over de nadelen van grootschalige landbouw en de groeiende macht van agro-concerns stuiten we vroeg of laat op deze tegenwerping. Niet alleen gladde PR-medewerkers van agro-firma's komen er mee aandragen, ook mensen met het hart op de goede plaats. Het is heel begrijpelijk en ook heel goed dat we ons zorgen maken over honger in de wereld. Want honger is een enorm probleem. Enorm, omdat het heel erg veel mensen betreft, honderden miljoenen; omdat het een verschrikkelijke ervaring is voor ieder mens afzonderlijk die ermee in aanraking komt; en ook omdat honger door de eeuwen heen gebruikt is als wapen om armen in een hoek te drijven. Maar is honger wel op te lossen door meer voedsel te produceren? Wat is eigenlijk de oorzaak van honger? Laten we een paar hongersituaties nader bekijken en ons iedere keer de vraag stellen of de honger veroorzaakt werd door een tekortschietende landbouwproduktie: = Mijn beide ouders hebben als jongere de 'hongerwinter' meegemaakt. De knagende honger, de gaarkeuken, de waterige soep, de hongertochten, de doden langs de kant van de straat - dit alles heeft een verpletterende indruk op hen gemaakt en een stempel op hun leven gedrukt. Was er een voedseltekort in Nederland in die periode? Helemaal niet. Al in het begin van de oorlog zijn de Nederlandse boeren omgeschakeld op het produceren van voedsel wat in ons land het hardste nodig was. September 1944 riep de Nederlandse regering op tot een algemene spoorwegstaking, in de vooronderstelling dat de oorlog nog een kwestie van weken was.[297+] Helaas duurde deze een half jaar langer. Als represaille voor de spoorwegstaking besloot de Duitse overheid geen vervoermiddelen beschikbaar te stellen voor de aanvoer van eten voor de bevolking. = Mijn opa was kweker van tomaten, komkommers en verschillende soorten fruit. In de crisistijd werden er tot zijn ontzetting geregeld hele ladingen zorgvuldig gekweekt, voedzaam groente en fruit doorgedraaid. Terwijl er duizenden in ons land om zaten te springen. = In de Verenigde Staten lijden onvoorstelbaar veel mensen aan ondervoeding. Terwijl dit toch het rijkste land is van de wereld en terwijl Amerika ongeveer 50 procent meer landbouwprodukten produceert dan het land zelf nodig heeft. = Er zijn allerlei brieven en plakkaten uit de zestiende eeuw bewaard gebleven, waaruit blijkt dat de toenmalige hongersnoden in Holland en Vlaanderen niet veroorzaakt werden door een tekort aan graan, maar door speculatie van graanhandelaren.[298] Zo heeft iedere hongersnood, iedere periode van gebrek haar eigen verhaal. Maar een tekortschietende landbouwproduktie trof ik nooit aan als oorzaak. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** HONGER EN ONDERVOEDING Er is een verschil tussen honger en ondervoeding. Als je de aangrijpende beelden ziet van kinderen met spriet-magere armpjes, of met lijfjes waar je de ribben zo kan tellen, is er sprake van honger in de beperkte zin van het woord. Zij hebben te weinig voedsel gehad. Onder honger wordt meestal ook 'ondervoeding' verstaan. Dat komt veel meer voor in de wereld. Mensen hebben dan, soms vele jaren achtereen, een tekort aan eiwitten of bepaalde mineralen en vitaminen. Vaak sterven ze daar niet direct aan, maar ze voelen zich er wel lusteloos door. Bovendien maakt het hen bevattelijk voor allerlei ziekten. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** VERSCHILLENDE TYPEN HONGERSNOOD Laten we wat systematischer te werk gaan. Wat voor typen hongersituaties kunnen we onderscheiden? De meest tot de verbeelding sprekende hongersnoden worden veroorzaakt door CALAMITEITEN: oorlogen of natuurrampen. Voor dit soort situaties is een reserve wereldvoedselvoorraad noodzakelijk en een organisatie die het voedsel bij de slachtoffers kan brengen. Deze reserve-voorraad bestaat al tientallen jaren. En ook de hulporganisaties. Maar ondanks de overvloed aan vervoers- en communicatiemiddelen in onze tijd komt het voedsel vaak niet tijdig bij de hongerenden. Wat daarvan de oorzaak ook moge zijn, in ieder geval niet een wereldlandbouwtekort. ARMOEDE is de oorzaak van een veel omvangrijker, veel chronischer vorm van honger, van ondervoeding om precies te zijn. De onvoorstelbaar vele armen in de grote steden in het Zuiden - we hebben het er in dit boek uitvoerig over gehad - zijn in feite mensen die op het platteland geen bestaan meer konden vinden. Schaalvergroting en mechanisering van de landbouw dreven hen naar de stad, waar ze in krottewijken terecht kwamen. Ondervoeding door armoede komt helaas ook voor op het platteland in Derde Wereld. Deze wordt veroorzaakt door de sociale wanverhoudingen, waarbij grootgrondbezitters, gesteund door de stadse en nationale elite de kleine boeren, pachters en landarbeiders meedogenloos uitbuiten. Over de rol van de grote agroconcerns en de Westerse regeringen zullen we het hier niet hebben. Dat kwam al ter sprake. De schrijnende armoede in de rijke landen, met de bijbehorende ondervoeding, ook van kinderen, is niet anders te zien dan een teken van verloedering van onze maatschappij. Ook bij honger/ondervoeding door armoede kunnen we te magere landbouwopbrengsten niet aanwijzen als oorzaak. Ondervoeding is het gevolg van verschillende vormen van sociaal onrecht. Meer landbouwprodukten zal dit onrecht niet doen verdwijnen. OVERBEVOLKING zou veel armoede en dus honger teweeg brengen, wordt gezegd. Ten onrechte. Door de eeuwen heen heeft ieder gebied op de wereld een zo grote bevolking gehad als het kon dragen. Behalve in tijden van grote en snelle sociale veranderingen. Denk bijvoorbeeld aan de plotselinge groei in de eerste helft van de twintigste eeuw van steden als Rotterdam en Amsterdam. De oorzaak was een serie grote landbouwcrises, die kleine boeren en landbouwarbeiders uit Friesland en Brabant naar de steden joeg (zie hoofdstuk 15). Toen opeens waren deze steden 'overbevolkt'. Niet in de eerste plaats omdat er zoveel mensen leefden - want nu leven er veel en veel meer - maar omdat de armoede in deze situatie van plotselinge verandering tal van ernstige problemen met zich meebracht. De term 'overbevolking' is overigens geen synoniem voor 'erg veel mensen op een kleine plek'. Wanneer er honderdduizend demonstranten tegen kernwapens op het Amsterdamse Museumplein staan, of wanneer je op een zomerse middag in de Kalverstraat over de hoofden kan lopen, spreken we niet van 'overbevolking', maar van 'drukte'. Bij 'overbevolking' gaat het om de combinatie van veel mensen in een klein gebied en bittere armoede. Waarbij armoede de ware oorzaak is, omdat deze de mensen bij elkaar gedreven heeft. Niet een teveel aan mensen, maar plotselinge grote sociale veranderingen veroorzaken armoede, ziekte en honger. Ook SNELLE BEVOLKINGSGROEI zou leiden tot armoede en honger. Het zit precies omgekeerd. In perioden van grote sociale onzekerheid zullen armen zoveel mogelijk kinderen op de wereld trachten te zetten. In de hoop dat er een paar, of tenminste eentje hen bij zal kunnen staan in het dagelijkse gevecht van het overleven. Voor paupers is dit het laatste, vaak het enige redmiddel waarover zij beschikken. Niet voor niks is de letterlijke vertaling van 'proletariërs': 'kinderbezitters', armen die als enig 'bezit' hun kinderen hebben. Armoede en sociale onzekerheid hebben een snelle bevolkingsgroei tot gevolg en niet omgekeerd.[299+] Samenvattend kunnen we zeggen dat hongersnood niet veroorzaakt wordt door een tekortschietende landbouwproduktie. Zodoende is het een illusie te denken dat het verder uitbreiden van de grootschalige landbouw de honger in de wereld zal verminderen. De enige manier om honger en ondervoeding in de wereld terug te dringen is het platteland in de Derde Wereld leefbaar te maken, een waardevolle plek om te wonen en te werken. Dat wil zeggen dat de overheid in deze landen zich niet langer moet zien als verlengstuk van multinationals en grootgrondbezitters, maar moet luisteren naar organisaties van kleine boeren en landarbeiders. Boeren, ook de kleine, zullen een eerlijke prijs moeten krijgen voor het werk dat ze verrichten. En de onderwijs-, gezondheids- en culturele voorzieningen zullen op het platteland niet minder mogen zijn dan in de stad. Dat zal zeker niet vanzelf gaan. Zelden deden de rijken vrijwillig een stap terug voor de armen. De kleine boeren en landarbeiders zullen zich verder moeten organiseren. Wij hier in het rijke Westen zouden de activiteiten en plannen van de agro-multinationals en onze regeringen moeten bestuderen, blootleggen en aanklagen. En we zouden contact kunnen zoeken met de boerenorganisaties in het Zuiden die het gevecht zijn aangegaan voor een leefbaar, rijk platteland. IS ER ECHT GEEN ALTERNATIEF? 'Dat is toch niet realistisch', krijg je vaak voor de voeten geworpen als je praat over het stimuleren van kleinschalige landbouw en over het beperken van de macht van agro-multinationals. 'Laten we eerlijk zijn. Overal worden de grote concerns groter, ten koste van de kleine bedrijven. Er is geen alternatief. Helaas.' Het is heel begrijpelijk dat veel mensen denken dat de huidige maatschappelijke ontwikkeling niet te stuiten is. Het bedrijfsleven wordt steeds machtiger, er is in het Westen bijna geen weerstand en ook politici houden er meestal geen eigen ideeën op na, maar volgen futloos het bedrijfsleven. Bovendien, onze consumptiemaatschappij heeft een aantal in het oog springende voordelen: in de supermarkt zijn heel veel verschillende artikelen voor weinig geld te krijgen en in de meeste rijke landen heeft een groter gedeelte van de bevolking het beter dan ooit, materieel gesproken. En deze ontwikkeling is al tientallen jaren gaande, zodat het lijkt alsof het 'altijd' zo geweest is. Maar het is niet waar dat er geen maatschappelijke veranderingen mogelijk zijn. In tegendeel: de maatschappij verandert voortdurend. Ik ben zelf in de vijftiger jaren opgegroeid en toen zag de maatschappij er volledig anders uit dan nu. Al die veranderingen zijn met mensenhanden gemaakt, zij het dan niet allemaal opzettelijk. Denk eens terug aan de eisen van de arbeidersbeweging in de eerste helft van de twintigste eeuw. Stemrecht voor allen, gezonde woningen, voorzieningen voor zieken, invaliden en bejaarden. Volstrekt irreële eisen in die tijd. Al zou al het geld van de rijken bij elkaar gestort worden, dan nog zou er bij lange na niet genoeg zijn om deze voorzieningen te bekostigen. Toch zijn al deze eisen realiteit geworden. Ook het Derde Rijk leek een aantal jaren onoverwinnelijk, het kolonialisme onuitroeibaar, de communistische bureaucratie onverwoestbaar. En hun bestrijders leken nietige, wereldvreemde idealisten. En wat dichter bij huis: met wie ik ook spreek over kleinschalige landbouw, iedereen kent wel een boer die een eigen kaasmakerij heeft of met biologische teelt begonnen is of waar je nog ouderwets lekker hoogstamfruit aan huis kan kopen. Terwijl dat 'economisch gesproken' in deze tijden van grootschaligheid en chemie-landbouw echt niet 'haalbaar' is. Klaarblijkelijk is er meer mogelijk dan wat op het eerste gezicht 'realistisch' is. Dat 'meer' wordt bepaald door wat we werkelijk de moeite waard vinden, waarvoor we ons daadwerkelijk inzetten. Wat kunnen we doen, nu we gestoten zijn op het zeer grote onrecht van de verpaupering van het platteland in de Derde Wereld en, in een andere vorm, ook hier in het Westen? Laten we nuchter en grondig onderzoeken waar precies de schoen wringt. Laten we ons alternatief formuleren. Niet in termen van wat 'haalbaar' is, maar hoe een wereld zonder het onrecht van een verarmd platteland eruit ziet. Laten we vervolgens de mogelijkheden benutten die zich voordoen. En de confrontatie met de gevestigde machten en onze eigen angsten en gemakzucht niet uit de weg gaan. Wie mee wil doen met acties tegen genetische manipulatie, meer contact wil met boerenorganisaties in het Zuiden die in verzet gekomen zijn, zich verder wil verdiepen in de grote structuren of in zijn eigen omgeving concreet wil werken aan anti-grootschaligheid kan in bijlage 1 literatuur en adressen vinden. ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** TV-IMAGO In onze tijd, waarin ideologieën hun glans verloren hebben, zijn de meeste organisaties voor maatschappelijk verandering massacommunicatie-organisaties geworden. Zorgvuldig ontwerpen deskundigen een strategie om het gewenste 'imago' onder het grote publiek te verwerven, waarbij kosten noch moeite worden gespaard. Om op tv en radio en in de krant te mogen komen leveren de organisaties plaatjes en *one-liners* die de eigenaren van de massa-communicatiemiddelen kunnen waarderen als een interessante afwisseling van de soaps, *comedy's* en spelletjes. Waarbij voor eigenaren Het Grote Doel is: de aandacht van de verwende, *zappende* kijkers vast te houden tot het volgende reclameblok. Overigens gaat het helemaal niet om 'communicatie', maar om eenrichtingverkeer, waarbij deskundigen van maatschappelijke organisaties reclame maken voor denkbeelden die z¡j uitkiezen. Voor maatschappelijke verandering is iets heel anders nodig. Dan zullen mensen met het hart op de juiste plaats elkaar op moeten zoeken, met elkaar moeten praten en gezamenlijk daden moeten stellen. Enige hulp van professionele organisaties zou geen kwaad kunnen, mits de medewerkers oog hebben voor dit proces en daarbij een handje willen helpen. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** ****b*e*g*i*n***k*a*d*e*r**** ALLE KLEINE BEETJES HELPEN? Als we ons hoofd breken over de dringend noodzakelijke maatschappelijke verandering, kan je tegen jezelf zeggen dat je allerlei kleine stapjes kan zetten. Met name op milieugebied is er veel mogelijk. Je kan wat boodschappen doen in de natuurwinkel, een milieuorganisatie wat geld sturen, je lege flessen in de glasbak gooien, enzovoort. Dat alles met de gedachte dat kleine beetjes helpen. Eeuwen geleden ging een Japanse zenmonnik water halen bij een beek. Zoals gewoonlijk liep hij het bruggetje op, gooide zijn emmer aan een touw in de stroom, haalde hem op en wilde weer terug lopen, toen hij zich bedacht. Hij realiseerde zich opeens dat hij aan een halve emmer genoeg had en hij gooide de helft van het water terug in de beek.[300] Dit voorval speelde zich af in de tijd dat het woord 'milieuprobleem' nog lang niet bestond en dat het nog eeuwen zou duren voordat de Club van Rome met haar rapport kwam. Nuchter bekeken ging het hier om een onbetekenend voorval, want de beek voerde meer dan genoeg water aan. Maar in feite was dit nietige gebaar een uiting van een fundamentele verandering in het leven van de monnik. Opeens had hij beseft dat als je meer neemt dan je nodig hebt dat je dan jezelf, je medemensen en de wereld beschadigt. En wat belangrijker is: hij handelde er direct naar, zonder enige opzettelijkheid. Niet de halve emmer water op zich, maar de doorbraak van dit fundamentele inzicht is onbeschrijflijk belangrijk. Het is het inzicht wat Gandhi eeuwen later samenvatte in de spreuk dat de wereld genoeg biedt voor ieders behoefte (everyones need) maar niet voor iemands hebzucht (anyones greed). Fundamentele nieuwe inzichten uiten zich in eenvoudige, kleine gebaren. Maar helaas is het omgekeerde niet waar. Kleine veranderingen in ons dagelijks gedrag hoeven in het minst niet te duiden op een grote inwendige verandering. Je kan oude kranten in de papierbak gooien en schillen in de biobak en ondertussen met ongebroken enthousiasme op volle kracht door-consumeren. Terwijl je je zelf wijs maakt dat je in ieder geval wàt doet, dat je al een klein stapje op de goede weg hebt gezet. Dat we met zijn allen op de goede weg zijn, omdat zoveel mensen hun afval scheiden. 'Want alle kleine beetjes helpen.' Het tegendeel is waar: ondanks de kwikloze 'groene' batterijen, de verf op waterbasis, de energiezuinige auto's, de windmolens en de zonnepanelen nemen de milieuproblemen die we veroorzaken met onze Westerse overconsumptie van jaar tot jaar toe. Al die opzichtige 'kleine beetjes' helpen ons ... in slaap te sukkelen. Overheidsinstanties en milieuorganisaties die zo graag de indruk willen vestigen dat we met een klein beetje moeite het milieu de goede kant op kunnen helpen, bedonderen de zaak. De kolossale maatschappelijke problemen van onze tijd vereisen een groot aantal mensen die zich met hart en ziel wijden aan een broodnodige fundamentele persoonlijke verandering en aan de confrontatie met de maatschappelijke tegenkrachten die dat met zich meebrengt. Voor minder gaat het niet. ***e*i*n*d*e***k*a*d*e*r*** BEDANKT ======= Dit boek heb ik niet alléén geschreven. In de loop van mijn leven hebben talloze wetenschappers, schrijvers en mensen om me heen me verder geholpen met hun inzichten. En hebben deskundigen de informatie verzameld die ik in dit boek benut heb om mijn verhaal te vertellen. Een paar van de velen wil ik hier met name noemen. Allereerst Leon van der Heijden, vriend en collega-tuinman, die hartstochtelijk betrokken is bij het wel en wee van de boeren dichtbij en ver af. Zonder zijn vragen en suggesties was dit boek drie keer eerder klaar geweest, drie keer dunner en negen keer minder interessant. Ook de aanmoedigingen en onverbloemde kritiek van mijn vrienden Geert Ritsema en Jasper Korff had ik niet willen missen. Evenmin als het commentaar van de andere meelezers: Hans van Heijningen en Flip Vonk. Dit boek was in deze vorm niet mogelijk geweest zonder het jarenlange speurwerk en de welwillende steun van de grote, kritische Cargill-deskundige Brewster Kneen, schrijver van onder andere *Invisible Giant*. Talloze malen zal je zijn naam tegenkomen in de noten. De Limburgse boerin Maria van Hoven inspireerde me met haar zeer persoonlijk verhaal, dat ik om mocht werken tot een hoofdstuk. Verder wil ik Willemijn van der Helm bedanken voor haar ondersteunende belangstelling en eveneens Jeroen Breekveldt van NoGen, Paul Elshof van Foodworld, Ron van Baden van SOMO, de archivarissen van de AKB, de avondmedewerkers van de VU-bibliotheek en de fotografen Thomas Schlijper en Philippe Vélez McIntyre. Ook Peter Custers van het Bangladesh People's Solidarity Centre, de enthousiaste boeren uit de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: Max van Tilburg en Piet Brouwer, de landarbeiderszoon en Derde Wereldjournalist Jan Glissenaar, mijn collega onderzoeksjournalisten Olivier Hoedeman en Erik Wesselius en Penny Fowlers van OXFAM Groot-Brittannië. Tenslotte ben ik zeer veel dank verschuldigd aan mijn interne Cargill-bron voor de talloze voorbeelden en details. Helaas kan ik zijn naam hier niet noemen, omdat hij bang is dan overgeplaatst te worden of zijn baan te verliezen. VERANTWOORDING ============== ILLUSTRATIES Omslag: Leon van der Heijden en auteur. Drie schilderijen van Leon van der Heijden. Hoofdstuk 3; strip van Peter de Wit uit de Volkskrant van 8 en 24 februari 2000. Hoofdstuk 4; foto van Thomas Schlijper. Hoofdstuk 4; Indiase affiche, gepubliceerd in *The Ecologist*; september/oktober 1995; pag. 198. Hoofdstuk 4; tekening uit *Strijd om de Grond - kleine boeren in Brazilië in verzet tegen grootgrondbezitters, economische en vele andere machten ...*; Jan Glissenaar; Stichting Studio 3 en vastenaktie Nederland; Montfoort en Oegstgeest, 1990. Hoofdstuk 13; foto uit *Landbouw Wereldwijd Nieuws*; Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt; zonder datum, waarschijnlijk medio 1996. Hoofdstuk 16; foto van auteur. Hoofdstuk 17; folder Friends of the Earth, Europa. PRODUKTIE Drukwerk: drukkerij Kaboem, Amsterdam. Bindwerk: handboekbinderij Cobie van der Hoeven, Amsterdam. COMPUTERHULP Bas Smit, Jeroen Smit, Lucas Meier, Boyd Noorda, Richard Sampimon en Esther Boukema. UITGAVE Agri & Cultuur, Olympiaweg 59", 1076 VP Amsterdam tel: 020 664 0088 e-mail: jpsmit@xs4all.nl www.ddh.nl/duurzaam/landbouw giro: 871 2032 AUTEURSRECHT Het auteursrecht berust bij Jan Paul Smit. Overname of vermenigvuldiging van (gedeelten van) dit boek met bronvermelding is toegestaan. Graag een exemplaar van de publikatie naar Agri & Cultuur. BESTELLEN Maak ƒ 37,- over op giro 871 2032 t.n.v. Agri & Cultuur, Amsterdam, onder vermelding van 'Duistere Machten'. BIJLAGEN en NOTEN ==================== ==================== BIJLAGE 1 ========= LITERATUUR EN ADRESSEN ====================== BOEKEN ====== *De armoedige levensvisie van het rijke Westen - milieu- en Derde Wereldproblemen: het resultaat van geestelijke monocultuur*; Vandana Shiva, met bijdragen van Catharina Halkes, Gerrit Huizer en Jan Paul Smit (red.); Ten Have; Baarn, 1997. Een serie artikelen van en over de Indiase natuurwetenschapper, milieuactiviste en filosofe Vandana Shiva. Vanuit de Gandhi-traditie pleit zij het voor een herwaardering van de traditionele landbouwtechnieken. Ook levert zij vlijmscherpe kritiek op het Westerse denken. *The Case Against the Global Economy - and for a turn toward the local*; Jerry Mander and Edward Goldsmith; Sierra Club Books; San Francisco, 1996. Een verfrissende kijk op de grote milieuproblemen van onze tijd, een heldere en veelkleurige analyse en interessante alternatieven. Vlot geschreven. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995. Hèt boek over Cargill. Zeer veel bedrijfskundige informatie. *Europe Inc. - regional & global restructuring and the rise of corporate power*; Belén Balany , Ann Doherty, Olivier Hoedeman, Adam Ma'anit en Erik Wesselius; Pluto Press Londen en Corporate Europe Observatory (CEO), 2000. Standaardwerk over de verschillende organisaties van het grote bedrijfsleven die achter de schermen de Europese politiek beïnvloeden. *Boeren belang - voor een sociale en ekologische organisatie van de landbouw*; Herman Verbeek; Kok Agora; Kampen, 1992. Een zeer compleet achtergrondverhaal over de fundamentele vragen die in de landbouw aan de orde zijn. Voor meer boeken van Verbeek, zie hoofdstuk 15. ORGANISATIES EN HUN TIJDSCHRIFTEN ================================= N e d e r l a n d VERENIGING WEDERZIJDS Postbus 20 3417 ZG Montfoort Tel./Fax: 0348 47 1425 E-mail: wederzijds@hetnet.nl Tijdschrift: *Contactblad* Wederzijds organiseert inspirerende reizen naar lokale organisaties van kleine boeren in verzet in Brazilië, Indonesië en India. OMSLAG Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling Postbus 81 5600 AB Eindhoven Telefoon: 040-2910295 Email: omslag@omslag.nl Tijdschrift: *ZOZ, tijdschrift voor doendenkers* Omslag verspreidt informatie over tal van kleinschalige en kritische initiatieven en acties. Zij brengt ook de gratis e-mail 'aktielijst' uit. GREENPEACE Keizersgracht 174 1016 DW Amsterdam Tel. 020 422 3344 E-mail: gminfo@ams.greenpeace.org www.greenpeace.org/~nl Greenpeace voert een intensieve internationale campagne tegen genetische manipulatie. MILIEUDEFENSIE Postbus 19 199 1000 GD Amsterdam Tel. 020 62 62 620 www.milieudefensie.nl Zusterorganisaties in het buitenland voeren een felle en succesvolle campagne tegen genetische manipulatie. Milieudefensie is net een campagne gestart tegen gif en genetische manipulatie en v¢¢r biologische landbouw. X-Y Keizersgracht 132 1015 CW Amsterdam Tel. 020 627 9661 E-mail: xminy@xminy.nl www.xminy.nl XminY Solidariteitsfonds zamelt geld in voor kleine oppositiegroepen van bijvoorbeeld dienstweigeraars, milieu- en vakbondsactivisten, voorvechters van gelijke rechten voor homo's en lesbiennes of voor etnische minderheden. Het geld gaat hoofdzakelijk naar groepen in het Zuiden, maar ook groepen in Nederland of elders in Europa worden ondersteund. Daarnaast organiseert XminY debatten over hete maatschappelijke hangijzers zoals bijvoorbeeld de WTO. NEDERLANDS PLATFORM GENTECHNOLOGIE - NPG Postbus 40066 1009 BB Amsterdam Tel. 020 668 4085 E-mail: NPG@dds.nl www.start.at/npg Met veel kennis van zaken actief tegen gentech. NOGEN Infocentrum Burgtstraat 3 6701 DA Wageningen Tel. 0317 45 0031 E-mail: infocent@wnet.bos.nl Tijdschrift: *BioBrief* Informatief en kritisch tijdschrift over genetische manipulatie en alles wat daarmee samenhangt. CEO Corporate Europe Observatory Paulus Potterstraat 20 1071 DA Amsterdam E-mail: ceo@xs4all.nl www.xs4all.nl/~ceo Tijdschrift: *Corporate Europe Observer* Onderzoek naar de invloed van het grote bedrijfsleven op de Europese politiek. B o e r e n - N e d e r l a n d BOERENGROEP Postbus 265 6700 AG Wageningen Tel. 0317 410 500 E-mail: bg@permag.antenna.nl Kritische studenten van Landbouw-universiteit Wageningen. Leuke theatergroep. WERKGROEP LANDBOUW EN ARMOEDE Zandterweg 2 5973 RC Lottum Tel./fax: 077 463 1806 NEDERLANDS AGRARISCH JONGEREN KONTAKT Postbus 816 3500 AV Utrecht Tel. 030 276 9869 E-mail: post@najk.nl www.najk.nl Tijdschrift: *Binder* Jonge boeren die verder kijken dan hun neus lang is. *Agrarisch Dagblad* Samenvattingen van belangrijkste artikelen: www.agriwide.nl B o e r e n - W e r e l d THIRD WORLD NETWORK 228 Macalister Road 10400 Penang Maleisië Tel. 00 60 4 226 6159 Fax: 00 60 4 226 4505 E-mail: twn@igc.apc.org www.twnside.org.sg Tijdschrift: *Third World Resurgence* Netwerk van toonaangevende maatschappijkritische intellectuelen uit de Derde Wereld, o.a. Martin Khor en Vandana Shiva. BANGLADESH PEOPLE'S SOLIDARITY CENTRE Postbus 40066 1009 BB Amsterdam Tel. 020 693 7681 E-mail: bpsc@xs4all.nl Tijdschrift: Samachar Zeer goede contacten met boerinnenorganisaties, landlozen, kleine boeren en landbezetters in Bangladesh. KILUSAN NG MAGBUBUKID NG PILIPINAS - KMP Peasant Movement of the Philippines E-mail: kmp@quickweb.com.ph www.geocities.com/kmp_ph Actieve organisatie van kleine boeren in de Filippijnen met een radicale visie. CONFéDéRATION PAYSANNE www.confederationpaysanne.fr Zeer actieve, radicale en bij het Franse publiek geliefde organisatie van kleine boeren. IUF International Union of Food, Agricultural, Hotel, Restaurant, Catering, Tobacco and Allied Workers' Associations. www.iuf.org Veel informatie over acties van land- en plantagearbeiders in de Derde Wereld. RESEARCH FOUNDATION FOR SCIENCE, TECHNOLOGY AND ECOLOGY A-60 Hauz Khas New Delhi - 110 016 India Tel. 00 91 11 696 8077 / 685 3772 Fax. 00 91 11 685 6795 / 462 6699 E-mail: vshiva@giasdl01.vsnl.net.in Tijdschrift: *Bija, the seed - a quarterly monitor on Biodiversity, Biotechnology and Intellectual Property Rights*. Veel informatie over de 'Quit India'-campagne en de herwaardering van traditionele, kleinschalige landbouwtechnieken. Centrale figuur in deze organisatie is Vandana Shiva. (Zie hoofdstuk 4.) RAFI Rural Advancement Foundation International 110 Osborne Street, Suite 202 Winnipeg MB R3L 1Y5 Canada Tel. 00 1 204 453 5259 E-mail: rafi@rafi.org www.rafi.org Rafi volgt de agro-reuzen op de voet. Scherpe analyses, creatieve taal. GENET European NGO Network on Genetic Engineering Reinhäuser Landstr. 51 D - 37083 Göttingen Duitsland Tel. 00 49 551 770 1672 E-mail: genet@agoranet.be www.gene.ch Fantastische databank over gentech: tot op de laatste dag bijgewerkt, zeer uitgebreid, makkelijk toegankelijk en snel. *Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action INternational (GRAIN)* www.grain.org Internet-tijdschrift met grondige analyses van landbouwvraagstukken. *International Agricultural Development* Tijdschrift met veel informatie over landbouwproblemen in de Derde Wereld. In te zien in de tijdschriftenzaal van de bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, Mauritskade 63, 1092 AD Amsterdam, tel 020 568 8711. Er staan daar nog vele andere interessante tijdschriften. THE RAM'S HORN Brewster and Cathleen Kneen S-6, C-27, R.R. 1, Sorrento BC VOE 2WO Canada Tel./fax: 00 1 250 675 4866 E-mail: ramshorn@ramshorn.bc.ca www.ramshorn.bc.ca Tijdschrift: *The Ram's Horn - a monthly newsletter of food system analysis*. In het tijdschrift nieuwtjes over Cargill en andere agro-giganten. THE ECOLOGIST E-mail: ecologist@gn.apc.org www.gn.apc.org/ecologist Radicaal milieutijdschrift met veel aandacht voor de Derde wereld. B e d r i j f s l e v e n CARGILL www.cargill.com www.cargill.nl MONSANTO www.monsanto.com AMERICAN SOYBEAN ASSOCIATION www.amsoy.org Organisatie van grote Amerikaanse sojaboeren. WWW.GRAINNET.COM Geeft een indruk van het agro-bedrijfsleven. *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness* Uitgave van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Directie Industrie en Handel Bezuidenhoutseweg 73 Postbus 20401 2500 EK Den Haag tel. 070 378 4064 www.minlnv.nl/agribusiness Tijdschrift met zeer veel concrete informatie over liberalisering en schaalvergroting in de landbouw en de verwerkende industrie in de hele wereld. Het blad is gratis voor journalisten. *vmt* Tel. 030 635 8508 E-mail: vmt@keesing.nl www.vmt.nl vmt staat voor VoedingsMiddelenTechnologie. Het blad beschrijft alle ontwikkelingen op het gebied van kunstmatig eten, plus alle problemen waar de voedingsindustrie mee worstelt. In te zien bij het documentatiecentrum van de Alternatieve Konsumentenbond, Amaliastraat 5, 1052 GM Amsterdam, tel. 020 686 3338. Eerst bellen voor een afspraak. BIJLAGE 2 ========= BOEREN-MANIFEST INDIA[301] ====================== De nu volgende verklaring werd aangenomen aan het slot van de demonstratieve discussie-bijeenkomst in New Delhi op 7 maart 1996, waar meer dan 50.000 Indiase boeren bijeen waren. "De boeren van India, inclusief de landlozen, leden van de inheemse volken en handwerkslieden van het platteland, zijn in Delhi bijeengekomen om het land en zichzelf te verdedigen tegen de aanvallen van buitenaf van multinationals en de verloedering van binnenuit door *hawala* steekpenningen en corruptie (*hawala* verwijst naar een berucht Indiaas steekpenningen-schandaal - jps). We beschouwen dit als onze hoogste morele plicht. Het voortbestaan van de Indiase boeren, die 75 procent uitmaken van de Indiase bevolking en 25 procent van alle boeren op de wereld, staat op het spel. De natuurlijke hulpbronnen waar ons boerenbestaan vanaf hangt - land, water, vee en zaden - worden ons ontstolen onder de nieuwe economische politiek, zoals de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie (WTO) die voorschrijven. Wij en met ons het land dreigen verpletterd te worden door een onrechtmatige schuldenlast. Wij beloven elkaar te vechten voor ons bestaan en voor de toegang tot onze natuurlijke hulpbronnen, voor onze rechten zoals die verankerd liggen in de Indiase grondwet. LAND In alle deelstaten worden landhervormingen en landhervormingswetten ongedaan gemaakt. Het grondbezit verschuift van boeren naar industriëlen, multinationals en corrupte politici die er luxe boerderijen bouwen met *hawala*-gelden, zoals in Mehrauli (voorstad van New Delhi - jps). Zodoende stijgt het aantal landlozen explosief, terwijl tegelijkertijd het aantal onafhankelijke boeren en tuinders snel daalt. De aankoop van land door niet-boeren, zoals buitenlanders, multinationals, export-firma's en corrupte politici beschouwen we als illegaal. Wij eisen dit land terug voor boeren en tuinders en staan erop dat de illegaal verworven *Gram Sabha*-gronden (dorpsgronden) teruggegeven worden aan de *Gram Sabha's*. RED DE LANDBOUWGRONDEN, RED ONS LAND! WATER Er is in tal van Indiase dorpen geen drinkwater. Boeren beschikken niet over voldoende irrigatiewater. Op voorschrift van de Wereldbank wordt het water geprivatiseerd en wordt er van boeren verlangd voor water te concurreren met multinationals. De private watervoorzieningen zullen nieuwe water-*zamadari* (grootgrond-bezitters) doen ontstaan, waarbij grote bedrijven en agro-concerns een monopolie op de schaarse watervoorraden zullen hebben. De boeren en plattelandsgemeenten van India staan niet toe dat water een handelswaar wordt. Water is een natuurlijke hulpbron van de gemeenschap, onontbeerlijk voor het leven zelf. We besluiten het water te beheren volgens de regels van *Gram Swaraj* (dorpsbestuur). RED HET WATER, RED ONS LAND! RIJKE VEESTAPEL Onze rijke veestapel is de werkelijke basis van duurzame landbouw en van het boerenbestaan zelf. Deze rijkdom wordt nu gebruikt om de exporthandel en de *fast food*-vleesketens als KFC (Kentucky Fried Chicken) en McDonald's van vlees te voorzien. Onze dieren zijn ons heilig. Zij zijn als familieleden voor ons. Hen te redden is onze plicht. Net als de boeren uit Karnataka (zuidelijke Indiase deelstaat - jps) zullen we in actie komen om de uitbreiding van de *fast food*-ketens en het bouwen van slachterijen voor de export zoals Al Kabeer en Dera Bassi te stoppen. We zullen dieren bevrijden die naar het slachthuis gebracht worden. We zullen een nationale beweging opzetten om vleesexport te verbieden en om onze rijke veestapel te redden. RED DE DIEREN, RED ONS LAND! ZADEN Onder druk van de WTO worden er nieuwe wetten gemaakt om de zaden die altijd een gemeenschappelijke natuurlijke hulpbron waren van de boeren gezamenlijk over te laten gaan in handen van private multinationale zaadfirma's, die er opuit zijn een monopolie-positie te verwerven. W¡j zijn de oorspronkelijke kwekers van het zaad en w¡j hebben meer recht op deze natuurlijke hulpbron dan de monopoliebedrijven. Het zaad is ons intellectueel eigendom. ànze rechten geven aan tot hoever de rechten van het bedrijfsleven kunnen gaan en hoe het systeem van het intellectuele eigendomsrecht in elkaar dient te zitten. We hebben onder andere het fundamentele recht om planten en andere levensvormen uit te sluiten van patenten, omdat dit een schending betekent van onze ethische waarden en culturele tradities. Wij zullen geen medewerking verlenen aan de uitvoering van welke wet dan ook, die ons vervreemdt van ons onvervreemdbaar recht op het zaad. RED HET ZAAD, RED ONS LAND! SCHULDEN Boeren dreigen verpletterd te worden door schulden die ontstaan zijn door de aankoop van landbouwgif en kunstmest. Terwijl die chemicaliën tegelijkertijd onze landbouwgronden, en onze landbouw-zelfvoorziening vernietigd hebben. De prijzen van deze stoffen zijn met 75 procent gestegen, terwijl de prijzen van veel landbouwprodukten feitelijk gedaald zijn. Deze schuldenlast is onrechtmatig en we zullen de schulden niet aflossen. We zullen ons ook bevrijden van onze afhankelijkheid van chemicaliën door om te schakelen op onze eigen organische middelen en onze eigen zaden. VRIJ VAN SCHULDEN, BOEREN ZIJN GEEN SCHULDENAREN! Wij zullen een levensvatbare en rechtvaardige economische orde vestigen om ons ervan te verzekeren dat we in staat zullen zijn onze plicht te doen: voldoende voedsel te verschaffen aan de Indiase bevolking, ook in de toekomst. We zullen alle gelederen van de maatschappij bij elkaar brengen om het binnendringen van agro-multinationals in onze landbouw en agro-handel te bevechten. We beloven elkaar plechtig ons land, ons water, onze dieren, onze zaden, onze intellectuele mogelijkheden en ons bestaan te beschermen. Wij beloven elkaar plechtig ons land te redden." BIJLAGE 3 ========= CARGILL, ZOUT & VERZET ======================= INDIA: ZOUT-SATYAGRAHA Niet alleen kleine boeren uit de Zuid-Indiase deelstaat Karnataka hebben het aan de stok met Cargill (zie hoofdstuk 4), ook zoutmakers uit Kandla, in het noordwesten van het land. Op 2 oktober 1993 - de geboortedag van Gandhi - zouden twintig- à veertigduizend Indiërs de haven van Kandla volledig gaan blokkeren. Net zolang tot Cargill af zou zien van haar plan een grote zoutfabriek te bouwen en een eigen haven aan te leggen. De 25.000 plaatselijke zoutmakers voelden zich in hun bestaan bedreigd en de bevolking en autoriteiten waren bang dat de openbare haven van Kandla dood zou bloeden door Cargills private haven. De blokkade zou het hoogtepunt worden van de zout-campagne, of zout-satyagraha. Een satyagraha is een langdurige, geweldloze burgelijke ongehoorzaamheidsactie in Gandhi-stijl. Letterlijk betekent het woord satyagraha 'nadrukkelijk de waarheid zoeken'. De zout-campagne was op half mei van dat jaar officieel van start gegaan, op de dag dat Gandhi zijn zout-satyagraha in 1930 begonnen was. Gandhi's campagne vormde een van de hoogtepunten uit India's onafhankelijkheidsstrijd. Onder het motto "Wij (Indiers) zullen zout maken", negeerde Gandhi en zijn mede-actievoerders openlijk het Britse zoutmonopolie. De actie van de zoutmakers uit Kandla vond veel weerklank in heel het land. Zo stonden vele duizenden boeren uit Karnataka klaar om af te reizen naar de havenstad. Vijf dagen voor het begin van de blokkade trok Cargill haar plannen terug 'vanwege de wereldwijde recessie en de vertraagde economische groei van Japan'.[302] De zoutmakersbond blies de actie af. Hoewel Cargill op tal van plaatsen in India een zoutfabriek had kunnen bouwen, koos ze precies de streek uit waar Gandhi zijn zout-mars hield. Mogelijk was het Cargill helemaal niet te doen om de zoutfabriek, maar om de bouw van een eigen haven, zo dicht mogelijk bij Punjab, de graanschuur van India.[303] Vijf jaar later, in 1998, bouwde Cargill samen met een Indiase partner een havenoverslagbedrijf in Rozy, iets ten zuiden van Kandla, om tarwe en kunstmest te importeren en eiwitrijk soja-meel te exporteren.[304] VENEZUELA: VISSERS VERDEDIGEN HUN LAGUNE[305] "Diep bedroefd voel ik me, als ik denk aan de onzekere toekomst van de kinderen en kleinkinderen van de prachtige en eenvoudige vissers uit dit dorpje. Zij moeten de verschrikking ondergaan aan te zien hoe helse machines het rijke water van de lagune (kustmeer) - dat honderden soorten eitjes, larven, en jonge vissen bevat - wegpompen om het te veranderen in enorme zoutbergen. Onze lagune is ten dode opgeschreven en honger en armoede staan ons te wachten." Dit zijn de woorden van Lic. Yuleida Huerta, onderwijzeres uit een klein kustdorpje bij de Los Olivitos-lagune in het Noordwesten van Venezuela. In 1995 begon de firma Produsal - een *joint venture* van Cargill en het Venezolaanse Petroquimica - hier een zoutproduktiebedrijf. Het bedrijf onteigende ongeveer een derde van het brakke moeras, bouwde een dijk van 17 kilometer lang en veranderde het gebied in een zoutplas. Als de zonnewarmte het water verdampt heeft laat de firma het zout bij elkaar vegen en nieuw zout water binnenstromen. Op dit moment levert Produsal jaarlijks 300.000 ton zout, als grondstof voor de produktie van PVC. Het bedrijf wil de produktie verdrievoudigen. Dit zal het einde betekenen van het internationaal erkende natuurgebied en ook de visserij, die nu al gehalveerd is, zal dan volledig verdwijnen. Bij de produktie van één ton zout komt één ton giftig moederloog vrij. Produsal wil dit via een pijpleiding op het open water lozen. Cargill weet wel degelijk hoe schadelijk dit is, want haar zoutfabriek aan de baai van San Francisco mag het loog slechts zeer sterk verdund en onder zeer strikte voorwaarden lozen. Begin 1999 gingen vissersfamilies uit verschillende dorpjes rond Los Olivitos voor de graafmachines zitten om de aanleg van een pijplijn voor het giftige loog stop te zetten. De Nationale Garde, die in allerijl gewaarschuwd was, constateerde dat de pijpleiding breder was dan toegestaan. Ook kwam uit dat het bedrijf ambtenaren van het milieuministerie omgekocht had. Het ministerie beloofde een openbare hoorzitting. Eind '99 bleek Produsal een nieuwe vergunning gekregen te hebben, zonder dat de beloofde hoorzitting plaats had gevonden. Toen sloeg de vlam in de pan. Duizend dorpsbewoners eisten van Produsal dat zij de pijplijn zou afbreken. Toen het bedrijf daaraan geen gehoor gaf, verbrandden de dorpsbewoners de kunststofbuis over een lengte van bijna 500 meter. Vanaf een Produsal-vrachtwagen losten bewakers en politie daarop schoten in de richting van de menigte. Dit maakte de anders zo rustige vissers zo kwaad dat ze de vrachtwagen omvergooiden en in brand staken. BIJLAGE 4 ========= ZAAD- EN AGROCHEMIE-GIGANTEN[306] ============================ GROOTSTE ZAADBEDRIJVEN Wereldwijd zijn dit de grootste zaadbedrijven, met hun jaaromzet in zaadverkoop 1998 in miljoenen dollars: 1. DuPont (VS) $ 1.835 2. Monsanto (VS) 1.800* 3. Novartis (Zwitserland) 1.000 4. Groupe Limagrain (Frankrijk) 733 5. Savia S.A. de C.V. (Mexico) 428 6. AstraZeneca (GB en Nederland) 412 7. KWS AG (Duitsland) 370 8. AgriBiotech Inc. (VS) 370 9. Sakata (Japan) 349* 10. Takii (Japan) 300* * Schatting. Deze tien bedrijven hebben ongeveer een derde van de wereldwijde zaadverkoop in handen. De grootste drie beheersen 20 procent van de wereldzaadmarkt. GENTECH ZAADFIRMA'S Slechts vijf concerns hebben praktisch de volledige markt van gentech zaad in handen: = AstraZeneca (GB en Nederland) = DuPont (VS) = Monsanto (VS) = Novartis (Zwitserland) = Aventis (Duitsland) GROOTSTE PRODUCENTEN LANDBOUWGIF De grootste producenten van landbouwgif wereldwijd met hun jaaromzet bestrijdingsmiddelen 1998 in miljoenen dollars: 1. Aventis (Duitsland) $ 4.676 2. Novartis (Zwitserland) 4.152 3. Monsanto (VS) 4.032 4. DuPont (VS) 3.156 5. AstraZeneca (GB en Nederland) 2.897 6. Bayer (Duitsland) 2.273 7. American Home Products (VS) 2.194 8. Dow (VS) 2.132 9. BASF (Duitsland) 1.945 10. Makhteshim-Agan (Israël) 801 Deze tien bedrijven beheersen 90 procent van de mondiale landbouwgifmarkt. ZAAD-, GENTECH EN GIFREUS TEGELIJK Sommige namen komen opvallend vaak voor: de vijf gentech-zaadfirma's hebben niet alleen de gentech zaadmarkt praktisch volledig in handen, maar ook ruim 60 procent van de wereld-landbouwgifmarkt en bijna 22 procent van de totale zaadverkopen. FUSIES[307] In de wereld van zaad-, gentech en landbouwgif-concerns vindt de ene fusie na de andere plaats; zo komt het agro-bedrijfsleven snel in steeds minder en tegelijkertijd steeds machtiger handen. Ciba Geigy & >>> Novartis (1997) Sandoz Zeneca (voorheen ICI, GB) & >>> AstraZeneca (1998) Astra (Zweden) Novartis (gedeeltelijk) & >>> Syngenta (1999) AstraZeneca (gedeeltelijk) Pharmacia-Upjohn >>> Monsanto (landbouwgif, zaden) & & Monsanto >>> Pharmacia (rest) BIJLAGE 5 ========= WTO EN LANDBOUW[308] =============== ONTSTAAN EN ACHTERGRONDEN VAN DE WTO In 1948 begonnen 23 landen in VN-verband te onderhandelen over een verdrag voor handel in goederen en diensten, de GATT (General Agreement on Tariffs and Trade). De laatste onderhandelingsronde, die duurde van 1986 tot 1993, de zogenaamde 'Uruguay-ronde' leidde tot de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie WTO (World Trade Organisation). Deze instelling moet erop toezien dat de internationale afspraken op het gebied van de wereldhandel nageleefd worden. Aan de WTO nemen 134 landen deel. De organisatie is gericht op het terugdringen van handelsbelemmeringen tussen landen. Een vrijere internationale handel zou leiden tot een toename van produktie en werkgelegenheid en daarmee van de welvaart voor iedereen. Ging het vroeger alleen om goederen en diensten, tegenwoordig wordt ook gesproken over patenten (intellectuele eigendomsrechten) en regels om het investeringen door buitenlandse concerns te vergemakkelijken. GROEI WERELDHANDEL De internationale handel in goederen is vertwaalfvoudigd sinds het begin van de GATT-onderhandelingen. In 1995 bedroeg de omvang van de wereldhandel in goederen $ 4.890 miljard. De handel in landbouwprodukten nam daarvan $ 579 miljard voor haar rekening; waarbij de Europese Unie tekende voor $ 250 miljard, Noord-Amerika voor $ 112 miljard en Azië voor $ 109 miljard. West-Europa en Noord-Amerika zijn dus verreweg de belangrijkste exporteurs van agrarische produkten. LANDBOUW EN WTO Pas tijdens de Uruguay-ronde van de GATT-onderhandelingen kwam de landbouw voor het eerst ter sprake. Uiteindelijk leidde het langdurige en moeizame overleg tot een Agreement on Agri-culture (AoA). Daarin is vastgelegd hoe de nationale overheden de bescherming van hun landbouw moeten beperken: = IMPORTQUOTA EN IMPORTHEFFINGEN Voor eind 2000 moeten de importquota en -heffingen met 36 procent verminderd worden. (Een importquotum geeft aan hoeveel er jaarlijks van een bepaald produkt maximaal ingevoerd mag worden. Importheffing is hetzelfde als invoerbelasting.) Voor ontwikkelingslanden is de afspraak iets soepeler: in plaats van eind 2000 geldt eind 2004 en in plaats van 36 procent 24. De zogenaamde 'minst ontwikkelde landen' hoeven niet te minderen. = EXPORTSUBSIDIES Voor eind 2000 moeten de exportsubsidies voor ieder landbouwartikel apart met 36 procent gedaald zijn. Bovendien moet dan ook de hoeveelheid van dat gedeelte van ieder landbouwprodukt wat met subsidie geëxporteerd wordt met 21 procent verminderd zijn. Voor ontwikkelingslanden wordt eind 2000: eind 2004; 36 procent wordt 24; en 21 procent wordt 14. Voor de minst ontwikkelde landen gelden deze regels niet. = VERMINDERING TOTALE LANDBOUWSTEUN Voor eind 2000 moet de overheid van ieder land de totale steun aan de landbouwsector in haar geheel met 20 procent teruggebracht hebben. Financiële steun voor onderzoek, voorlichting, boereninkomen, milieumaatregelen, noodzakelijke voedselvoorraden en voedselhulp aan de armen is in principe niet verboden. Onduidelijk is echter of deze vormen van steun ook onder de algemene 20 procents-reductieverplichting vallen. Voor ontwikkelingslanden wordt 2000: 2004 en 20 procent 13. Voor de minst ontwikkelde landen geldt deze afspraak niet. Op het eerste gezicht lijken de ontwikkelingslanden er gunstig uit te springen bij de verschillende regelingen. Dat is echter gezichtsbedrog. Omdat de rijke landen hun landbouw zeer sterk subsidiëren en tal van importprodukten van ouds her zeer zwaar belasten pakken de maatregelen absoluut genomen minder ernstig uit voor hen. NIEUWE LANDBOUWRONDE De WTO-ministersconferentie eind 1999 in Seattle had het startsein moeten geven voor een nieuwe landbouw-onderhandelingsronde. Door alle acties en onenigheden is het er niet van gekomen. Toch was het duidelijk dat de discussie zich zou toespitsen op de 'non-trade concerns'. Bij deze 'niet-handels overwegingen' gaat het om milieu, voedselzekerheid, dierenwelzijn en gezondheid. Mag een ontwikkelingsland zijn grenzen sluiten voor goedkope voedselimporten uit Europa of de VS om op die manier zijn eigen landbouwsector te steunen en zo de voedselzekerheid veilig te stellen? Mogen landen van de Europese Unie boeren een vergoeding geven voor natuurbeheer of de grenzen sluiten voor (goedkoop) hormoonvlees uit de Verenigde Staten? Volgens de gebruikelijke WTO-redenering zou het antwoord op deze vragen 'nee' moeten zijn, omdat een 'ja' de wereldhandel beperkt. ORGANISATIE VAN DE WTO De WTO is een organisatie van staten. Het hoogste orgaan is de ministersconferentie, die eens per twee jaar bij elkaar komt. De besluitvorming in de WTO lijkt democratisch. Ieder land heeft ongeacht zijn aandeel in de wereldhandel of zijn omvang één stem in de conferentie. Maar in de praktijk hebben enkele rijke landen erg veel invloed en de meeste armere veel minder. Belangrijke onderhandelingen worden in kleine kring gevoerd, in de zogenaamde *Green Rooms*. Slechts een paar ontwikkelingslanden dringen door tot deze besloten bijeenkomsten. Bovendien beschikken de Derde Wereld-landen niet over voldoende goed ingewerkte ambtenaren om op alle belangrijke deelvergaderingen hun stem te laten horen. Niet-gouvernementele organisaties (NGO's), zoals boeren-, jongeren-, milieuorganisaties of vakbonden hebben geen stem in het kapittel. Wel kunnen ze invloed uitoefenen via de media, via acties en lobby-werk. LANDBOUWBLOKKEN Er zijn globaal vier groepen landen te onderscheiden met een eigen opvatting over landbouw-handelspolitiek: = De EUROPESE UNIE heeft een zwaar beschermde markt en geeft veel landbouwsubsidie uit. In het kader van 'Agenda 2000' is de landbouwsteun verminderd en zal zij in de toekomst nog verder verminderen. De EU dringt er in de WTO-onderhandelingen op aan dat de steun niet al te zeer omlaag moet. Zij benadrukt dat de landbouw 'multifunctioneel' is, dat wil zeggen dat zij belangrijk is voor het beheer van landschap en natuur. Ook dierenwelzijn is een belangrijk punt. Japan, Zuid-Korea, Noorwegen en Zwitserland steunen het EU-standpunt globaal. = De VERENIGDE STATEN pleiten voor vermindering van de totale steun aan de sector, voor stopzetting van exportsubsidies en verlaging van importheffingen. = De CAIRNSGROEP bestaat uit Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en een tiental voedsel-exporterende Derde Wereldlanden als Zuid-Afrika, Brazilië, Argentinië en Thailand. Deze landengroep vormt de sterkste voorstander van een zo vrij mogelijke wereldmarkt. Haar kritiek richt zich in de eerste plaats op de marktbescherming van Europa, maar ook op die van de Verenigde Staten en Japan. Aan 'multifunctionaliteit' heeft dit blok geen boodschap. = De OVERIGE ONTWIKKELINGSLANDEN maken zich zorgen over de voedselzekerheid en de plattelandsarmen. Met name India is van mening dat de overheid meer ruimte moet hebben om de landbouwsector te steunen. Ook zouden er speciale uitzonderingen gemaakt moeten worden voor arme landen die onvoldoende voedsel produceren. Veel landen uit deze groep vinden dat zij tot nog toe te weinig profijt hebben gehad van de handelsafspraken in de Uruguayronde. Zij dringen erop aan te onderzoeken hoe de afspraken in de praktijk gebracht zijn in de verschillende landen en wat hun effecten zijn, voordat een nieuwe ronde van start gaat. Ook eisen veel van deze landen dat in het toekomstige TRIPs-akkoord over patenten op planten en dieren de rechten van lokale boeren en inheemse volken worden erkend. Zie ook hoofdstuk 8. BIJLAGE 6 ========= CARGILL - ORGANISATIE-STRUCTUUR[309] =============================== De HOOFDDIRECTIE van Cargill, het Corporate Leadership Team (CLT), bestaat uit: Warren Staley, voorzitter of Chief Executive Officer (CEO); Dave Raisbeck, Huub Spierings, Dave Larson, Greg Page, Fritz Corrigan, Guillaume Bastiaens en Bob Lumpkins. Er zijn dertien BUSINESS PLATFORMS, met ieder een eigen platform- directie. De Platforms bestaan ieder uit verschillende BUSINESS UNITS en die bestaan op hun beurt weer uit verschillende FABRIEKEN EN HANDELSKANTOREN. BUSINESS PLATFORMS ================== 1. AGRICULTURAL PRODUCER SERVICES Business Units: * Cargill Hybrid Seed * CAM (UK) * AND * Ag.com * U.S. Farmgate Retailing * Mercosur Farmgate Retailing * Canada Farmgate Retailing Platform-directie: * Corrigan * Larson * Sims * Prokopanko 2. EUROPE FOOD INGREDIENTS Business Units: * Poland CWM * Russia CWM * Europe Refined Oil * Tropical Refined Oil * Turkey CWM * West Europe CWM * Eurasia Malt * Hazelnuts * Europe/Africa Cocoa Platform-directie: * Conway * Geisler * Klaeijsen * Lammers 3. FERTILIZER/SALT Business Units: * Solorrico * Bay Area Development * Saskferco * Latin America Salt * World Wide Phosphate Production * World Wide Wholesale Fertilizer Distribution * North America Deicing Salt * North America Industrial Salt * Asia Salt Platform-directie: * Corrigan * Christenson * Mathot * Sullivan 4. FOOD APPLICATION Business Units: * Acidulants * Erythritol * Soy Protein Products * Wilbur Chocolate * Fennema Cocoa * Emulsifiers & Texturizers Platform-directie: * Conway * Geisler * Parmelee * Thayer 5. GRAIN & OILSEED SUPPLY CHAIN Business Units: * World Wide Grain, Meal & Oil Trading * U.S. & Canada Grain & Oilseed Crush * Mexico Grain & Oilseed Crush * Central America, Andean & Chile Grain * Brazil Grain & Oilseed Crush * Argentina, Paraguay & Bolivia Grain & Oilseed Crush * W. Europe Grain & Oilseed Crush * Black Sea Mediterranean Grain & Oilseed Crush * Ocean Transportation * North Asia, China Grain & Oilseed Crush * South East Asia Grain & Oilseed Crush * Australia Grain & Oilseed Crush * Palm Plantations Platform-directie: Conway Kooi March Rogers Frank Sims 6. HORIZONS Business Units: * Vitamin E * Nutraceutical Ventures * Cargill-Dow Polymers * European Industrial Starch * Industrial Oils & Lubricants * PGLA-1 * InterMountain Canola * Feed Applications/Midwest Lysine * U.S. Industrial Starch * Renessen Feed & Processing Joint Venture * Renessen Food Joint Venture * Specialized Agronomic Products Platform-directie: * Cargill * Corrigan * Parmelee * Portnoy * Urbanic 7. LATIN AMERICA FOOD INGREDIENTS Business Units: * Brazil Cocoa * Brazil CWM * Argentina Peanuts * Brazil Oil * Mercosur Flour Platform-directie: * March * Siri * Urbanic 8. MEAT SOLUTIONS Business Units: * Excel Speciality Products * Caprock * Cargill Pork (Swine) * Excel Beef * Excel Pork * Australia Meat * Case Ready Platform-directie: * Buckner * Page * Larson 9. NORTH AMERICA FOOD INGREDIENTS Business Units: * North America Refined Oils * North America Flour * North America Sweeteners * Dry Corn Milling * North America Food Service Oils * Americas Malt * U.S. Peanuts Platform-directie: * Geisler * March * Thayer * Urbanic 10. RETAIL/FOOD SERVICE PRODUCTS Business Units: * Venezuela Foods * European Bottled Oils * North America Turkey * Sunny Fresh Eggs * Sun Valley Europe * Sun Valley Thailand * Central America Meat & Broilers Platform-directie: * Larson * Siri * Skold * Sullivan 11. RISK MANAGEMENT AND FINANCIAL SOLUTIONS Business Units: * Trade & Structured Finance * CRMPG * CIS * VIG * Global Petroleum * Gas/Electricity * Global Capital Markets Platform-directie: * Jarrett * Page * Rogers * Veazey 12. STEEL Business Units: * North Star Steel * Steel Service Centers * Cargill Ferrous International * Wire Platform-directie: * Christenson * Thompson 13. TROPICAL SUPPLY CHAIN Business Units: * World Wide Coffee * World Wide Rubber * World Wide Sugar * World Wide Cotton *.U.S. Orange Juice * International Orange Juice * Multifruit/Blending * Apple Juice * Pakistan Kinnow Platform-directie: * Dudley * Rogers BIJLAGE 7 ========= CARGILL - OVERZICHT ACTIVITEITEN EN PRODUKTEN[310] ============================================= HANDEL Opslag en transport van en handel in granen en oliezaden, cacao, koffie, katoen, suiker, vetten en oliën, veevoedergrondstoffen, kunstmest, rubber en petroleum. ROND DE LANDBOUW Levering aan boeren: zaad (maïs, soja, gierst, zonnebloem, raapzaad en katoen), kunstmest, veevoer, voedingszouten (Cargill's Champignons Choice), advies, verzekeringen. Opkopen van granen, oliezaden en andere landbouwprodukten bij boeren en opkopers. Exploitatie van slachthuizen, rundveemesterijen (Caprock Industries) en pluimveebedrijven. HALFFABRIKATEN VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE Ruwe en geraffineerde olie en meel van sojabonen, zonnebloempitten, raapzaad, vlaszaad, katoenzaad en van kokos en palm. Visolie. Meel en bloem van tarwe, rijst en maïs. Maïsgrutten, glucosestroop en -poeder, fructose, dextrose, citroenzuur en natriumcitraat, maïs- en tarwezetmeel, tarwegluten. Sojabloem, soja-vlokken, mout, cacaoboter, cacaomassa, cacaopoeder, cacaofantasie, chocolade (Wilbur), pindaprodukten, hazelnootprodukten en eierprodukten (Sunny Fresh). VOOR VERPAKKERS EN SUPERMARKTKETENS Geconcentreerde vruchtensappen, vruchtensapmengsels, vlees en vleesprodukten, o.a. kalkoen (Honeysuckle White en Riverside) en kuiken (Sun Valley), zout (Diamond Crystal) en voer voor huisdieren. DIVERSEN Produktie van staal, ethanol, erythritol en melkzuur polymeren. Verschillende soorten financiële transacties. Scheepstransport en produktie/levering van elektriciteit en gas. BIJLAGE 8 CARGILL - FINANCIEEL OVERZICHT 1995 - 1999[311] =========================================== Cargill Incorporated en dochterondernemingen, in miljoenen dollars: 1995 1996 1997 1998 1999 Omzet $ 50.907 $ 55.979 $ 55.695 $ 51.418 $ 45.714 Netto winst 671 902 814 468 597 Activa 13.951 14.991 16.500 19.930 17.379 Bezittingen 5.359 6.022 6.921 7.139 8.089 Totaal bezit 19.310 21.013 23.421 27.069 25.468 Schulden 11.258 11.908 12.800 15.507 13.115 Netto vermogen 5.174 5.942 6.592 6.836 7.165 OPMERKINGEN In de periode 1995-1999 nam het totale bezit toe met 32 procent en het netto vermogen, de beste maatstaf voor de groei van het bedrijf, met ruim 38 procent. Het boekjaar eindigt voor Cargill op 31 mei. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld '1999' de periode 1 juni 1998 tot en met 31 mei 1999 betreft. Alle cijfers dienen met de nodige reserve geïnterpreteerd te worden. Ten eerste omdat Cargill een familiebedrijf is en zodoende geen jaarverslag hoeft te publiceren, zodat het moeilijk valt na te gaan hoe realistisch dit summiere financiële overzicht is. En ten tweede omdat de firma een ingewikkeld geconstrueerde multinational is, die zeer veel mogelijkheden heeft de cijfers aan te passen aan haar behoeften. (Zie hoofdstuk 13.) BIJLAGE 9 ========= CARGILL - LANDEN WAAR DE FIRMA ACTIEF IS[312] ======================================== Het hoofdkantoor van Cargill Inc. bevindt zich in Minneapolis, in de midden-noord Amerikaanse staat Minnesota. Buiten de VERENIGDE STATEN is Cargill actief in ruim 65 landen. De belangrijkste zijn (in alfabetische volgorde) ARGENTINIë, BRAZILIë, CANADA, GROOT-BRITTANNIë en NEDERLAND. Daarnaast heeft zij fabrieken en kantoren in: Antigua,Australië,de Bahamas,België,de Bermuda Eilanden,Bolivia,Cameroun,Chili,China,Colombia,Denemarken,de Dominicaanse Republiek,Duitsland,Egypte,Ethiopië,de Filippijnen,Frankrijk,Griekenland,Guatemala,Honduras,Hong Kong,Hongarije,India,Indonesië,Italië,Ivoorkust,Japan,Kazachstan,Kenya,Liberia,Malawi,Maleisië,Marokko,Mauritius,Mexico,de Nederlandse Antillen,Nieuw Zeeland,Nigeria,Oekraine,Oezbekistan,Pakistan,Paraguay,Peru,Polen,Portugal,Roemenië,Rusland, Singapore,Spanje,Sri Lanka,Taiwan,Tanzania,Thailand,Turkije, Uganda,Uruguay,Venezuela,Vietnam,Zimbabwe,Zuid-Afrika,Zuid-Korea,Zwitserland. BIJLAGE 10 ========== CARGILL NEDERLAND - FABRIEKEN EN KANTOREN[313+] ========================================= OVERZICHT FABRIEKEN Cargill Nederland beschikt over twaalf fabrieken, waarvan er vijf in het Amsterdamse havengebied staan: = een sojaolie-fabriek, = een sojaeiwit-fabriek = een 'juice terminal' die geconcentreerde vruchtensappen opslaat en verwerkt, = Multiseed, die olie produceert uit raapzaad en zonnebloempitten, en = het graanoverslagbedrijf IGMA. Verder bezit Cargill: = een cacao-fabriek (Gerkens) in Wormer, de Zaanstreek, = een fabriek voor speciale oliën (ZOR) in Zaandam, = een fabriek voor oliën en vetten in de Botlek, = een glucose- en zetmeelfabriek in Bergen op Zoom, = een fabriek van 'cacao-fantasie' (Fennema) in Deventer, = een moutfabriek in Swalmen, Limburg en = een pluimveeverwerkend bedrijf (Hermelink) in Denekamp, Overijssel. OVERZICHT KANTOREN In Amsterdam staat het Benelux-hoofdkantoor. Vanuit hetzelfde gebouw verhandelt Cargill kunstmest en veevoedergrondstoffen en regelt zij scheepsvervoer. Vanuit de Zaanstreek handelt Cargill in cacaobonen, onder de firmanaam General Cocoa Holland. Ook heeft de firma Handelsmaatschappij Hermelink in Denekamp in bezit. ADRESSEN FABRIEKEN ================== DE IGMA Internationale Graanoverslag Maatschappij Amsterdam B.V. Coenhavenweg 3 / Vlothaven Postbus 8692 1005 AR Amsterdam Tel. 020 580 8111 Fax: 020 682 3267 Op- en overslag van agribulkprodukten. Aantal werknemers: 117 (m: 111, v: 6). DE SOJA Cargill B.V. Coenhavenweg / Fosfaatweg / Vlothaven / Mercuriushaven Postbus 8074 1005 AB Amsterdam Tel. 020 580 1911 Fax: 020 682 0193 Produktie en verkoop van ruwe en geraffineerde soja-olie voor o.a. de levensmiddelenindustrie en van sojaschroot voor de mengvoederindustrie. Aantal werknemers: 100 (m: 91, v: 9). DE EIWIT OF DE PROTEïNE Cargill B.V. Fosfaatweg / Mercuriushaven Postbus 8074 1005 AB Amsterdam Tel. 020 580 1911 Fax: 020 682 0193 Produktie en verkoop van ontvette sojabloem, grits en getextureerde soja-eiwitten. Aantal werknemers: 43 (m: 41, v: 2). MULTISEED Cargill B.V. Oceanenweg 19 / Amerikahaven 1047 BA Amsterdam Tel. 020 407 5700 Fax: 020 407 5715 Produktie van ruwe en geraffineerde olie uit zonnebloem- en raapzaad voor o.a. de levensmiddelenindustrie en van bijprodukten voor de mengvoederindustrie. Verkoop via hoofdkantoor. Aantal werknemers: 70 (m: 63, v: 7). DE JUICE Cargill B.V. Elbaweg 2 / Westhaven 1044 AD Amsterdam Tel. 020 480 3711 Fax: 020 480 3790 Verkoop en levering van geconcentreerde vruchtensappen aan frisdrank- en andere industrieën. Aantal werknemers: 67 (m: 54, v: 13). GERKENS Gerkens Cacao B.V. Veerdijk 82 Postbus 82 1530 AB Wormer Tel. 075 646 6161 Fax: 075 621 2571 Cacaobonenverwerking; produktie van grondstoffen voor de voedingsmiddelen- en zoetwarenindustrie. Aantal werknemers: 330 (m: 286, v: 44). DE ZOR Zaanlandse Olieraffinaderij B.V. Kalf 11 Zaandam Postbus 12 1540 AA Koog aan de Zaan Tel. 075 655 7575 Fax: 075 617 1551 Raffinage van oliën en vetten. Aantal werknemers: 41 (m: 29, v: 12). BOTLEK Cargill B.V. Welplaatweg 34 / Welplaathaven Rotterdam-Botlek Havennummer 4140 Postbus 5185 3197 ZH Botlek RT Tel. 010 472 4388 Fax: 010 416 5387 Raffinage en harding van plantaardige en dierlijke oliën. Aantal werknemers: 100 (m: 94, v: 6). BERGEN OP ZOOM Cargill B.V. Lelyweg 31 Postbus 34 4600 AA Bergen op Zoom Tel. 0164 28 2200 Fax: 0164 25 4489 Produktie van glucose, zetmeel en vitale tarwegluten uit tarwe en maïs voor de voedingsmiddelen-, fermentatie- en andere industrieën. Aantal werknemers: 283 (m: 242, v: 41). FENNEMA Fennema B.V. Bremenweg 21-23 7418 EJ Deventer Tel. 0570 66 4466 Fax: 0570 62 8211 Produktie van cacaofantasie. Aantal werknemers: 35 (m: 29, v: 6). SWALMEN Cargill B.V. Breden Ars 5 Postbus 9003 6070 AA Swalmen Tel. 0475 50 9333 Fax: 0475 50 3789 Produktie van mout voor bierbrouwerijen en distilleerderijen. Aantal werknemers: 29 (m: 24, v: 5). HERMELINK Hermelink Denekamp B.V. Hanzeweg 7 7591 BK Denekamp Tel. 0541 35 2193 Fax: 0541 35 2645 Verwerking en verpakking van gekookt kippevlees. Aantal werknemers: ongeveer 60.[314] ADRESSEN KANTOREN ================= CARGILL B.V. Coenhavenweg 2 Postbus 8074 1005 AB Amsterdam Tel. 020 580 1911 Fax. 020 682 0193 = Hoofdkantoor Cargill Benelux = Afdeling Bevrachtingen/Rederijagentschap Rederij, scheepsbevrachtingen, scheepsagenturen, douanedeclarant. = Afdeling Handel in Kunstmeststoffen. = Afdeling Veevoedergrondstoffen Handel in granen en 'non grain feed ingredients'. = CARGILL EXPORT B.V. = CARGILL EUROFINANCE B.V. = CARGILL FINANCING B.V. = CARGILL HOLDINGS B.V. = CARGILL SAWIT B.V. Aantal werknemers: 146 (m: 102, v: 44). GENERAL COCOA HOLLAND Cargill B.V. Veerdijk 82 Postbus 90 1520 AB Wormer Tel. 075 647 3747 Fax: 075 640 8817 Handel in cacaobonen en cacaoprodukten. CARGILL COCOA B.V. gevestigd in het Havengebouw De Ruyterkade 7 1013 AA Amsterdam Telex: 10480 Tel. Havengebouw: 020 622 1996 CARGILL JUICE TRADING B.V. Amsterdam HANDELMAATSCHAPPIJ HERMELINK DENEKAMP B.V. Denekamp FORMELE EIGENAREN ================= Het Amerikaanse moederbedrijf CARGILL INC. is eigenaar van CARGILL HOLDINGS B.V., die de volgende firma's bezit: = Cargill B.V. = Cargill Export B.V. = Cargill Eurofinance B.V. CARGILL B.V. is eigenaar van: = Internationale Graanoverslag Maatschappij Amsterdam B.V. te Amsterdam, = Gerkens Cacao B.V. te Wormer, = Cargill Financing B.V. te Amsterdam, = Cargill Juice Trading B.V. te Amsterdam, = Pluimveeverwerkende Industrie Hermelink Denekamp B.V. = Handelmaatschappij Hermelink Denekamp B.V. GERKENS CACAO B.V. heeft op haar beurt drie dochters: = Fennema B.V. = Zaanlandse Olieraffinaderij B.V. = Instant Holding B.V. CARGILL ASIA PACIFIC is eigenaar van Cargill Sawit B.V.. Onduidelijk is wie formeel gesproken de eigenaar is van Cargill Cocoa B.V.. * * * Cargill is echt een mannenwereld: slechts 14 procent van de mensen die er werken zijn vrouw. (Hermelink niet meegerekend, omdat daarvan de benodigde cijfers niet beschikbaar waren.) BIJLAGE 11 ========== CARGILL - IN DE NEDERLANDSE SUPERMARKT ====================================== Cargill wil niet vertellen in welke Nederlandse supermarktartikelen halffabrikaten van deze firma zitten. Wel beschrijft het bedrijfsblad *Cargill Koerier* geregeld een 'tevreden klant'. Zodat we een aantal produkten kunnen opsommen waar 'Cargill in zit': Heinz Sandwichspread (*Cargill Koerier* van 12/99), Heinz Tomato Ketchup (12/99), Schweppes (Ginger Ale, Naranja, Tonica, Cola) (12/99), bieren van Heineken (12/99), Hero jam (6/99), kippesoep van Unox (6/99), kipkerrieslaatje van Johma (6/99), loempia van Mora (6/99), Gouda's Glorie mayonaise (3/99), Kwekkeboom kroketten (3/99), Van Dobben kroketten (3/99), Sense dieetmargarine (3/99) en sinaasappelsap in dranken van Riedel[315+] zoals Appelsientje en Coolbest ("substantieel deel van Riedels behoefte aan sinaasappelsapconcentraat" 12/98). BIJLAGE 12 ========== GESCHIEDENIS VAN CARGILL NEDERLAND EN BELGIë[316] ============================================ Hoewel in de rest van dit boek niet over België gesproken wordt staan in deze bijlage wel alle aankopen en verkopen van Belgische fabrieken vermeld, omdat de gegevens over Nederland en België samen een gedetailleerder beeld geven van hoe Cargill aan het bouwen en rommelen is. Uit de *Cargill Koerier*: "1934 - Opening Cargill Handelmaatschappij in Rotterdam. Door oorlogsomstandigheden gesloten in 1942. 1953 - Tradax opent graanhandelskantoor op de Meirbrug in Antwerpen. 1959 - Handelsvereniging Tradax N.V. opent kantoor in Amsterdam op Herengracht 338 en begint te handelen in graan. Vestiging Internationale Graanoverslag Maatschappij Amsterdam (IGMA) in samenwerking met de gemeente Amsterdam en enkele scheepvaartbedrijven. Onder de firmanaam Tradax worden vervolgens de termijnactiviteiten in Europa gebundeld. 1961 - Start van activiteiten op het gebied van scheepsbevrachtingen en aanverwante dienstverlening in Amsterdam. 1964 - Aankoop van 50 procent aandelen in Hens Voeders in Antwerpen. 1968 - Vestiging van Euro-Silo in Gent (20 procent eigendom van Cargill) voor de op- en overslag van granen van overzee en uit Frankrijk. Start van de eerste sojafabriek naast IGMA in Amsterdam. Cargill en Tradax nemen het gemeenschappelijk hoofdkantoor aan de Coenhavenweg 2 in Amsterdam in gebruik. 1970 - Eerste uitbreiding van de sojafabriek te Amsterdam. 1972 - Aankoop van TennCo Europe, Brussel (staal, elektronische componenten en non-ferro metalen). Tweede uitbreiding van de sojafabriek te Amsterdam tot een totale capaciteit van 1 miljoen ton. 1974 - Verkoop van de Hens-aandelen aan de oorspronkelijke eigenaren. Overname van de lijnzaadolie-raffinaderij 'Jacob Vis' te Zaandijk. 1975 - Vestiging van de proteïne-fabriek (soja-eiwit - jps) te Amsterdam. Volledig eigenaar van IGMA middels aankoop van alle aandelen. Bouw van een opslaginstallatie voor melasse in Amsterdam. 1976 - Aankoop van 'Petromer', een petrochemische handelmaatschappij te Brussel. 1977 - Uitbreiding van IGMA met drijvende grijpers en weegtorens. 1979 - Opening in Bergen op Zoom van een glucosefabriek gebaseerd op corn wet milling. 1980 - Opening van de multiseedfabriek aan de Amerikahaven in Amsterdam. Overname van de sojafabriek van 'Sarandi' te Antwerpen. Opening van de fruit juice terminal aan de Westhaven in Amsterdam. Dit is de eerste terminal in de wereld die juice-concentraten in bulk verwerkt voor distributie in Europa. 1981 - Overplaatsing van de Petromer-activiteiten naar Cargill-International S.A. te Genève. Start raffinaderij bij multiseed in Amsterdam. Verkoop van Jacob Vis Raffinaderij. 1983 - Cargill en Tradax worden in Amsterdam samengevoegd onder de naam Cargill B.V. In Antwerpen wordt N.V. Cargill de nieuwe naam van S.A. Tradax N.V. 1984 - Reorganisatie van de Antwerpse sojafabriek tot een multiseedfabriek voor soja en raapzaad. Aankoop van de moutfabriek in Herent bij Leuven. Aankoop van de grondstoffendivisie van Brinkers in Zoetermeer. Dit houdt in de overname van fabrieken in Zoetermeer en Botlek voor het raffineren en harden van eetbare oliën en vetten. Aankoop van ACLI International in Zaandam, handel in cacaobonen en aanverwante produkten. In 1985 wordt de nieuwe naam: Cargill Cocoa. 1986 - Opening van een tarwe-milling in Bergen op Zoom. Sluiting van de grondstoffendivisie in Zoetermeer en overplaatsing daarvan naar Botlek. Antwerpen wordt uitgebreid met een raffinaderij. Aankoop van Jos Hendrickx Crijns Mouterij in Swalmen. 1987 - Aankoop van General Cocoa te Amsterdam inclusief: = General Cocoa - handel in cacaobonen en -produkten = Gerkens Cacao Industrie - drie fabrieken in Zaandam en Wormer = Fennema Deventer - fabrikant van cacao-fantasie = Zaanse Olieraffinaderij - een 'toll refining' bedrijf (d.w.z. een bedrijf waar je (kleine hoeveelheden speciale) oliezaden kan laten verwerken - jps). 1988 - Uitbreiding van de juice terminal met een 'multi-fruit blending' installatie. Uitbreiding van de moutfabriek in Herent tot een capaciteit van 100.000 ton per jaar. 1991 - Opening van 'Aurora II' een nieuwe fabriek van Gerkens in Koog aan de Zaan. 1992 - Sluiting van de melasse-operatie en van de terminal. Door indringende uitbreidingen bereikt Euro-Silo in Gent een opslagcapaciteit van 245.000 ton. Euro-Silo koopt de Gentse graanterminal met een opslagcapaciteit van 360.000 ton. 1994 - Uitbreiding van IGMA met een tweede 'high-capacity' 25 tons drijvende kraan en weegtoren. Uitbreiding van de multiseedfabriek in Amsterdam. 1995 - Aankoop van Oliefabrieken Debeil in Staden. 1996 - Oliefabrieken Debeil gaan op in N.V. Cargill. 1997 - De oliezadenfabriek in Antwerpen wordt omgebouwd tot multiseed, geschikt voor sojabonen, raapzaad en zonnebloemzaad. 1998 - Aankoop van een gedeelte (crush, raffinage en harding) van Vandemoortele in Izegem. Oprichting van a.O.P. (associated Oil Packers) een joint-venture van Cargill en Vandemoortele voor bundeling van de olie-afvulactiviteiten in Europa. 1999 - Aankoop van Hermelink B.V. in Denekamp, leverancier van gekookt kuikenvlees voor salades, soepen, snacks en kant-en-klaar menu's." NOTEN ===== HOOFDSTUK 2 - HERINNERING 1. 'Eeuwenoude landbouwtechnieken zijn actueler dan ooit'; Vandana Shiva en Jan Paul Smit; *De armoedige levensvisie van het rijke Westen - milieu- en Derde Wereldproblemen: het resultaat van geestelijke monocultuur*; Ten Have; Baarn, 1997; pag. 78 e.v. HOOFDSTUK 3 - BOEREN IN NEDERLAND 2. *Metro*, 17 december 1999, ANP-bericht. 3. *de Volkskrant*, 15 januari 2000, Volkskrant Magazine. 4. *Het Parool*; 5 februari 2000. 5. *Distrifood*; 22 januari 2000. 6. *Binder*; tijdschrift van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK); maart 1999; pag. 4. 7. *Het Financieele Dagblad*; 14 april 1999. 8. 'Veeteelt weg uit Nederland';J. Kol en B. Kuijpers in *Trouw*; 29 september 1999. HOOFDSTUK 4 - 'CARGILL KILLS' 9. 'Seeds of Discord'; *Far Eastern Economic Review*; 24 juni 1993; pag. 54 e.v. 10. *Seeds of Protest*; Public Interest Research Group; Delhi, januari 1993; pag. 3. 11. 'Indian Farmers Attack Cargill Seed Plant'; *Multinational Monitor*; september 1993. 12. 'Seeds of Discord'; *Far Eastern Economic Review*; 24 juni 1993; pag. 54 e.v. 13. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 188. 14. Idem; pag. 185. 15. 'Farmers split on merits of Dunkel proposals'; *Down to Earth*, 15 april 1993, pag. 6. 16. Hamilton in gesprek met Brewster Kneen; *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 192. 'Seeds of Discord'; *Far Eastern Economic Review*; 24 juni 1993; pag. 54 e.v. 17. 'Control of the World's Food Supply'; Karen Lehman and Al Krebs; in *The Case Against the Global Economy - and for a turn toward the local*; Jerry Mander and Edward Goldsmith; Sierra Club Books; San Francisco, 1996; pag. 124. 18. 'Getting to be explosive - Dunkel draft - attack on Cargill brings the issue in sharper focus'; *India Today*; 15 augustus 1993; pag. 107. 19. *Seeds of Protest*; Public Interest Research Group; Delhi, januari 1993; pagina 6 en 13. 20. *Third World Resurgence*; no 67; pag. 36. 21. Idem. 22. 'Tandoori vs. Kentucky Fried'; *Multinational Monitor*; januari/februari 1996; pag. 8 en 9. 'Attack on Multinationals, re-enactment of Gandhian violence'; Muzaffar Assadi; *Economic and Political Weekly*; 18 mei 1996. 23. 'KRRS hold black flag demos against Monsanto at food meet venue'; *Times of India*; 28 november 1998. 'Operation cremation Monsanto - Raitha Sangha to burn Bollgard cotton in Bellary'; *Deccan Herald*; 2 december 1998. 24. *De armoedige levensvisie van het rijke Westen - milieu- en Derde Wereldproblemen: het resultaat van geestelijke monocultuur*; Vandana Shiva e.a.; Ten Have; Baarn, 1997. 25. Persbericht Navdanya; 5 maart 1999; e-mail: vshiva@giasdl01.vsnl.net.in 26. 'Seeds of discontent'; Vandana Shiva; *Multinational Monitor*; juni 1996; pag. 26-28. HOOFDSTUK 5 - LANDBOUW IN HET WESTEN 27. *The Changing Concentration of U.S. Agricultural Production During the Twentieth Century*; R. Peterson e.a.; USDA, no 27; juli, 1993. Geciteerd in: 'Control of the World's Food Supply'; Karen Lehman en Al Krebs; *The Case Against the Global Economy - and for a turn toward the local*; Jerry Mander and Edward Goldsmith; Sierra Club Books; San Francisco, 1996; pag. 127. 28. *Het Financieele Dagblad*; 23 augustus 1997. 29+. = Terwijl de voedselprijzen in de winkel tussen 1975 en 1993 stegen met 18 procent gingen de boeren er niet op vooruit. Kregen ze in '75 nog 35 dollarcent van iedere dollar die de Amerikanen aan voedsel besteedden, in '93 was dat teruggelopen tot ongeveer 15 dollarcent: 'Will the U.S. breadbasket last?'; Janet Bell; *Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action International (GRAIN)*; december 1997; www.grain.org/publications/dec97/dec972.htm = De grootschaligheid van de Amerikaanse landbouw blijkt onder meer uit het feit dat een klein aantal zeer grote landbouwbedrijven het merendeel van de landbouwproduktie voor zijn rekening neemt. Volgens de het Amerikaanse landbouwministerie, de USDA, produceert 2 procent van de Amerikaanse boerenbedrijven 40 procent van de totale omzet (uitgedrukt in geldswaarde) en 6 procent bijna 60 procent. 'Small Farms in the U.S. - Status Report'; *Agricultural Outlook* van de Economic Research Service van USDA; mei 1998. 30. 'Control of the World's Food Supply'; Karen Lehman en Al Krebs; *The Case Against the Global Economy - and for a turn toward the local*; Jerry Mander and Edward Goldsmith; Sierra Club Books; San Francisco, 1996; pag. 126. 31. Idem; pag. 127. 32+. *De armoedige levensvisie van het rijke Westen - milieu- en Derde Wereldproblemen: het resultaat van geestelijke monocultuur*; Ten Have; Baarn, 1997; pag. 84. = Twee Franse berichten: "In Loire-Atlantique (een belangrijk Frans landbouw-departement - jps) is in tien jaar tijd het aantal boerenbedrijven met 40 procent gedaald." *Ouest France*; 2 juni 1999. = "Het gemiddelde landbouw-inkomen in Frankrijk is in 1999 met vier procent gedaald." 'Baisse du revenu agricole - au feu les pyromanes!'; persbericht van de Franse organisatie van kleine boeren Confédération Paysanne; www.confederationpaysanne.fr; 17 december 1999. 33. 'Een Brabantse boer over schaalvergroting - Dan wordt alles je afgepakt en word je in een rijtjeshuis gezet. En dan moet je je hand ophouden.'; Jan Paul Smit; *De armoedige levensvisie van het rijke Westen - milieu- en Derde Wereldproblemen: het resultaat van geestelijke monocultuur*; Ten Have; Baarn, 1997; pag. 84 e.v. 34+. "Het gebruik van pesticiden in Noord-Amerika behoort tot het hoogste ter wereld. (..) Boeren zijn voor een effectief gebruik van chemicaliën gedwongen steeds grotere hoeveelheden te gebruiken. (..) Tegenwoordig verliest 90 procent van het akkerland in de Verenigde Staten aarde en 50 procent van het grasland wordt overbegraasd. (..) Alles bij elkaar bedraagt de totale schade door bodemerosie in de USA jaarlijks ongeveer 44 miljard dollar. (..) Zoet watervoorraden zijn dramatisch geslonken. (..) De op een na grootste rivier van het land, de Colorado, bereikt nooit de oceaan, omdat al haar water gebruikt wordt om akkerland te bevloeien en om de woestijnsteden in het Westen van drinkwater te voorzien. (..) Het grondwaterpeil (in het gebied van de zeer grote Ogallala ondergrondse waterbel) is dramatisch gezakt. (..) Ongeveer 11 procent van de Texaanse boeren zijn al gedwongen over te schakelen op irrigatie-vrije landbouw, omdat het grondwaterpeil te ver gedaald is. (..) Genetische uniformiteit is en blijft de grootste stille bedreiging van de Amerikaanse landbouw. Aangezien het genenreservoir van 's werelds belangrijkste gewassen en vee alsmaar slinkt, is het alleen een kwestie van tijd tot er een (..) grote ramp plaatsvindt. Soja is bijzonder kwetsbaar, en juist dit gewas verbouwen boeren steeds meer. (..) Volgens het Amerikaanse ministerie van Landbouw, de USDA, zijn de gezondheidsrisico's ten gevolge van het gebruik van onkruidbestrijdings- en anti-schimmelmiddelen in de periode 1964-1992 verzeven- à verachtvoudigd. (..) De overbevolkte en onhygiënische toestanden in stallen, het overmatige gebruik van antibiotica en de slechte kwaliteit van het voer hebben geleid tot een dramatische toename van ziekten die te wijten zijn aan vleesconsumptie." 'Will the U.S. breadbasket last?'; Janet Bell; *Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action International (GRAIN)*; december 1997; www.grain.org/publications/dec97/dec972.htm 35. Geciteerd door David Fry, assisstant administrator van de Kansas Wheat Commission, *Manitoba Co-Operator*; 30 maart 1995; Winnipeg. 36. Incorporated Economic Leadership Reclaimed*; Ernest S. Micek, president-directeur van Cargill; toespraak op het Farm Journal Forum in Washington D.C.; 30 november 1998; www.cargill.com 37. *Cargill Koerier*; juni 1997; terZake, pag. 1. 38+. = De overname van de graanhandelsactiviteiten van Continental Grain door Cargill heeft veel stof doen opwaaien in Amerika. Zo kwam de zaak uitvoerig aan de orde in de landbouwcommissie van de Senaat. Ook de Antitrust Division van het Amerikaanse ministerie van justitie stelde een onderzoek in. In juli 1999 bereikte het ministerie met Cargill een overeenkomst, waarbij Justitie toestemming gaf voor de overname mits Cargill enkele graanop- en overslagbedrijven zou afstoten. 'Cargill's Acquisition of Continental Grain: Anatomy of a Merger'; *Agricultural Outlook *van de Economic Research Service van USDA; september 1999. = "De wereldwijde overname van de commodity marketing bedrijvigheid van Continental Grain Company (..) omvat alle werkzaamheden van Continental met betrekking tot opslag, transport, handel en export van graan, oliezaden, suiker en rijst in ongeveer dertig landen in Noord- en Latijns-Amerika, Europa en Azië." *Cargill Koerier*; 16 december 1998; terZake, pag. 4. 39. *Het Financieele Dagblad*; 11 november 1998, 17 november 1998 en 28 januari 1999. 40. Reuters; Washington, 11 februari 1999. 41. 'Cargill to pilot new revenue grain contract'; persbericht van Cargill; www.cargill.com; 11 januari 2000. HOOFDSTUK 6 - SCHEMERDUISTER 42. *Financial Times*; 30 november 1998. 43+. *Hoover's Handbook of American Business 1992*; pag. 165. = Het Amerikaanse ondernemersblad Fortune (1 juli 1991) spreekt over Cargill als de "intens gesloten multinational" en schrijft verder (13 juli 1992): "De firma (..) onthult slechts een fractie van haar financiële gegevens, zelfs aan haar bankiers." = *Business Week* (18 november 1991) heeft het over de "gesloten graan-gigant". = De Amerikaanse onderzoeksjournalist Ralph Nader schrijft in een artikel over Whitney MacMillan, de toenmalige president-directeur van Cargill: "Een uitputtend literatuuronderzoek leverde slechts één interview met MacMillan op." *The Big Boys - power and position in American business*; Ralph Nader en William Taylor; Pantheon Books; New York, 1986; pag. 298. 44. *Agrarisch Dagblad*; 18 januari 1996. 45. 'Inside America's Biggest Private Company'; Fortune; 13 juli 1992. 46. *Ontario Farme*r; 4 oktober 1989. Geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 5. 47+. "De firma verkiest te werken via invloedrijke handelsorganisaties - waarvan de hoofdkwartieren in Washington gebruik maken van de bekende schare full-time lobbyisten, van mensen die de ministeries in de gaten houden, van veelgebruikte verzendlijsten en van campagnebijdragen om hun wensen op Capitol Hill onder de aandacht te brengen. Cargill is aangesloten bij meer dan twintig van deze handelsorganisaties in Washington, van het American Meat Institute tot de Corn Refiners Association, het American Iron and Steel Institute, de National Turkey Federation, de North American Export Grain Association en de National Association of Wheat Growers. Verder heeft Cargill, of een dochteronderneming, banden met ieder van de volgende organisaties: American Corn Millers Federation, American Feed Manufacturers Association, American Seed Trade Association, Chicago Board of Trade, Futures Industry Association, Miller's National Federation, National Broiler Council, National Corn Growers Association, National Council for U.S.-China Trade, National Council of Commercial Plant Breeders, National Grain Trade Council, National Institute of Oilseed Products, National Peanut Council, National Soybean Processors Association, Procompetitive Rail Steering Committee en U.S. Feed Grain Council. Hun uiterst moderne lobby-technieken bieden Cargill het voordeel invloed in Washington te hebben, zonder het nadeel al te zeer geassocieerd te worden met controversiële voorstellen of bepaalde politieke manoeuvres." *The Big Boys - power and position in American business*; Ralph Nader en William Taylor; Pantheon Books; New York, 1986; pag. 323. 48. *Delta Farm Press*; 31 juli 1998. *Star Tribune*; 24 december 1997. *Milling & Baking News*; 31 december 1997. 'Cargill Chairman Micek to address agricultural issues at World Trade talks in Seattle'; persbericht Cargill; 30 november 1999; www.cargill.com/today/releases. 49. *Cargill Koerier*; maart en mei 1996. *Het Financieele Dagblad*; 15 maart en 19 juni 1996. 50. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 67. 51. *Milling & Baking News*; 7 december 1993. Geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 69. 52. *Star Tribune*; Minneapolis, Minnesota; 8 juli 1998. Incorporated Economic Leadership Reclaimed; Ernest S. Micek, president-directeur van Cargill; toespraak op het Farm Journal Forum in Washington D.C.; 30 november 1998; www.cargill.com 53. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 69. 54+. Ook Monsanto, het gentech-zaadbedrijf en de agrochemie-gigant waarmee Cargill intensief samenwerkt, zorgt voor goede contacten met de overheid. Zo heeft zij Michael Kantor, die van 1996 tot 1997 VS-minister van Handel was, in haar Raad van Commissarissen zitten. *Monsanto Company 1997 Annual Report*; pag. 64. 55. *Het Financieele Dagblad*; 20 april 1991. *Jaarverslag 1998/1999*; Cargill B.V.; pag. 20. Archief van de Kamer van Koophandel te Amsterdam. 56+. Een paar andere voorbeelden van het warme contact tussen de Nederlandse overheid en Cargill: = Mei 1996 reikte landbouwminister Van Aartsen de 'George Washington Vanderbilt Trophy' uit aan Cargills algemeen president-directeur Micek, omdat het bedrijf "een zeer uitzonderlijke bijdrage heeft geleverd aan het verstevigen van de handels- en investeringsrelatie tussen Nederland en de Verenigde Staten." Bij de prijsuitreiking waren honderden vertegenwoordigers van de overheid (!) en het Nederlands-Amerikaanse bedrijfsleven aanwezig. *Cargill Koerier*; september 1996. = Begin 2000 heeft de Nederlandse ambassade in Moskou het rapport 'Market of oil seeds products in the Russian Federation' uitgebracht. Dit "geeft een overzicht van de belangrijkste produktiegebieden van de diverse oliezaden. De verwerkende industrie is verouderd en moet, om internationaal concurrerend te zijn, ingrijpend worden gemoderniseerd. Hierbij en bij de handel in olieprodukten zouden Nederlandse bedrijven betrokken kunnen worden." Dit is belangrijke informatie voor Cargill, dè allergrootste verwerker van oliehoudende zaden in Nederland. *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; maart 2000; pag. 35. = W. de Wit, directeur Industrie en Handel van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV): "Het is van strategisch belang voor de Nederlandse agribusiness om complete ketens te ontwikkelen in Midden- en Oost-Europa, gezien de problemen die met name de verwerkende industrie in die landen ondervindt. Het departement ondersteunt deze ontwikkeling. LNV zal de positie van de Nederlandse agribusiness in Midden- en Oost-Europa daarom verder faciliteren en ondersteunen." *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; januari 2000; regiospecial Midden- en Oost-Europa, pag. 8. 57. *Forbes*; 18 september 1978; geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 66. 58. *Star Tribune*; 29 juni 1993; geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 67. HOOFDSTUK 7 - AGRO-ECONOMISCHE STRUCTUUR 59. *Het Financieele Dagblad*; 18 maart 1998. 60+. Wat betreft maïszaad: = 'Turning the paddy gold: corn in Southeast Asia'; *Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action International (GRAIN)*; september 1999; www.grain.org/publications. De 'bijna 70 procent' is gebaseerd op een onderzoek uit 1997. Toen ging het om de drie bedrijven Cargill, Pioneer en Charoen Pokphand-DeKalb. De Aziatische zaadproduktie en -verkoop van Cargill en CP-DeKalb zijn sindsdien overgekocht door Monsanto en Pioneer is in 1999 opgeslokt door de Amerikaanse zaad- en pesticide-gigant DuPont. = Let wel: het gaat hier alleen om het zaad dat verkocht wordt. Zeer veel maïszaad wordt door boeren overgehouden van de vorige oogst en/of geruild met collega's. = Wat betreft het katoenzaad zie: 'Terminator 2 Years Later: Suicide Seeds on the Fast Track'; RAFI; februari/maart 2000; www.rafi.org 61. *Het Financieele Dagblad*; 25 april 1995. 62. Idem; 2 mei 1995. 63+. Hope Group heeft 6 procent van het Chinese veevoer in handen. De belangrijkste eigenaar Liu Yongxing is waarschijnlijk de op één na rijkste man in China. *Forbes Magazine*; 29 november 1999; www.forbes.com 64+. Een aparte tak van de agro-industrie vormen de zuivelconcerns. Ook daar hebben we te maken met concentratie. In Nederland hebben twee concerns 97 procent van de zuivelmarkt in handen: Campina Melkunie 64 procent en Friesland Coberco Dairy Foods 33. *Distrifood*; 22 januari 2000. 65. 'Remarks for Secretary Dan Glickman - Concentration Press Conference Washington DC - February 14, 1996'; www.usda.gov/news/releases/1996/02/0064 66. 'Cacaowereld in beweging'; *Cargill Koerier*; september 1997; terZake, pag. 1. 67. 'Seeds - the Jolly Green Shrinking Giant'; RAFI; 3 september 1999; www.rafi.org 68. *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; december 1999; pag. 5 en 6. 69+. Over winkelketens: = In de wereld van de supermarktketens woedt op dit moment een ware oorlog. In ieder nummer van *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness* van het ministerie van Landbouw worden weer fusies of (internationale) overnames aangekondigd. = Ahold heeft in Nederland een marktaandeel van 43 procent. Het Laurus-concern heeft na zijn laatste overname 30 procent in handen gekregen (mits de Nederlandse Mededingingsautoriteit niet teveel bezwaren maakt). Het gevolg is dat in ons land slechts twee concerns bijna driekwart van de supermarkten in bezit hebben. *Binder*; Ned. Agrarisch Jongeren Kontakt; maart 2000; pag. 4. = "Ahold werkt met tien andere internationale supermarktconcerns aan een gezamenlijke inkoopbeurs op internet. (..) Samen koopt het elftal jaarlijks voor 660 miljard gulden in." *Het Parool*; 1 april 2000. Deze samenwerkingsvorm vergroot ongetwijfeld de macht van de supermarktketens tegenover de leveranciers, waaronder boeren. HOOFDSTUK 8 - ZUIDEN OPENBREKEN 70. *Washington Post*; 13 mei 1987; geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 70 en 71. 71. *The Impacts of Environmental Protection and Food Safety Regulation on US Agriculture*; Bruce Gardner, Agricultural Policy Working Group; 1993; geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 71. 72. *Meat, Poultry and Diary Product Exports: A Silent Revolution - Implications for US Grain and Oilseeds Policies*; Abel, Daft & Early; 1993; geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 73, 74. 73+. "De Freedom for Farm-Bill (..) regelt dat de Amerikaanse boeren tot het jaar 2002 nog aanspraak kunnen maken op een elk jaar afnemende steunpot. Daarna moeten ze volgens de wet op eigen benen staan onder het motto: een boer is een ondernemer, en ondernemers zijn onderworpen aan de tucht van de markt. (..) Het oude subsidiesysteem was gekoppeld aan produktiebeperking. Drie jaar geleden zaten de prijzen voor landbouwgrondstoffen echter in de lift. In ruil voor het afschaffen van de subsidies werden de boeren onbeperkte produktiemogelijkheden in het vooruitzicht gesteld." *Het Financieele Dagblad*; 7 augustus 1999. 74. *The Cargill Bulletin*; augustus 1995. 75. Persberichten van de American Soybean Association; 1 oktober 1999 en 19 januari 2000; www.oilseeds.org/documents/ 76. *Incorporated Economic Leadership Reclaimed*; Ernest S. Micek, president-directeur van Cargill; toespraak op het Farm Journal Forum in Washington D.C.; 30 november 1998; www.cargill.com 77. *Delta Farm Press*; 31 juli 1998. 78. *The Cargill Bulletin*; februari 1998. 79. *Incorporated Economic Leadership Reclaimed*; Ernest S. Micek, president-directeur van Cargill; toespraak op het Farm Journal Forum in Washington D.C.; 30 november 1998; www.cargill.com 80. Persoonlijk gesprek van Brewster Kneen met Charles Alexander; 1 augustus 1994; *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 153. 81+. = Volgens de OECD gaf Amerika in 1998 in totaal 100 miljard dollar uit aan landbouwsteun. Gemiddeld per boer komt dat neer op 50.000 dollar. Dat kan geen enkel Derde Wereldland zich veroorloven. In de Europese Unie ging 142 miljard dollar naar de landbouwsector. 'Korte termijn beheerst WTO-ronde - landbouw wordt niet efficiënter door onderwerping aan markt'; Niek Koning, universitair docent economie en management aan de Universiteit Wageningen; *de Volkskrant*; 1 december 1999. = Overigens krijgt niet iedere Amerikaanse boer evenveel financiële steun. De rijkste 2 procent ontvangt 27 procent van de subsidie. 'Will the U.S. breadbasket last?'; Janet Bell; *Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action International (GRAIN)*; december 1997; www.grain.org/publications/dec97/dec972.htm = zie ook hoofdstuk 10 'subsidies' en noot 156+. 82+. = 'Handelstekort VS bedreiging voor wereldeconomie' kopte *Het Financieele Dagblad* van 2 juli 1999. "Voor 1999 gaat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling uit van een tekort van $ 230 mrd." = 'Grenzen financiering Amerikaans handelstekort komen steeds dichterbij'; kop uit *Het Financieele Dagblad*; 22 juli 1999. = Onder de kop 'Recordtekort op lopende rekening VS' schreef *Het Financieele Dagblad* op 16 maart 2000: "Het tekort op de lopende rekening van de Verenigde Staten, de meest complete graadmeter van de buitenlandse handel, is in het vierde kwartaal met 12 procent toegenomen tot $ 99,78 mrd. (..) Over heel 1999 genomen is het negatieve saldo op de lopende rekening gestegen tot $ 338,92 mrd, dat is 53,7 procent meer dan de $ 220,56 mrd in het jaar ervoor." Bij de 'handelsbalans' wordt gekeken naar de geldswaarde van de in- en export van roerende goederen; bij de 'lopende rekening' gaat het ook om immateriële zaken als bv. diensten, toerisme, rente en winst. Zowel de Amerikaanse handelsbalans als de lopende rekening vertoont een reusachtige tekort. = In hun studie naar handelsoorlogen van de Verenigde Staten vragen de landbouweconomen Kherallah en Beghin zich af waarom de regering van de VS telkens opnieuw dreigt met handelsoorlogen? Naar hun mening komt dit omdat "het Amerikaanse tekort op de handelsbalans blijft voortduren, zodat de noodzaak tot een agressieve handelspolitiek, zoals die valt waar te nemen, in stand blijft." 'U.S. Trade Threats: Rhetoric or War?'; Mylène Kherallah en John Beghin; *American Journal of Agricultural Economics*; februari 1998; pag. 15-29. 83+. = De landbouwexport van de VS bedroeg ongeveer $ 60 miljard per jaar in de periode 1996-1998. *Global Agriculture: Challenges for the Future*; Alan Tennessen, vice-president-directeur Cargill; toespraak 4 februari 1998, Hawaii; www.cargill.com = Voor 1999 verwachtte het Amerikaanse landbouw-ministerie een landbouwexport van $ 53 miljard. Dat is een vermindering van 13 procent vergeleken met de afgelopen jaren, vanwege de economische problemen in Azië. *Het Financieele Dagblad*; 7 augustus 1999. = De VS produceren 50 procent meer sojabonen dan zij zelf gebruiken. *Genetically modified organisms in the food chain - information for customers of Cargill*; Cargill Europe, Public Affairs; maart 1999; hoofdstuk F2. 84. 'Will the U.S. breadbasket last?'; Janet Bell; Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action International (GRAIN); december 1997; www.grain.org/publications/dec97/dec972.htm 85. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 189, 190. 86. 'GATT, running on empty'; Down to Earth; 15 juni 1994; pag. 5-12. 87. *De armoedige levensvisie van het rijke Westen - milieu- en Derde Wereldproblemen: het resultaat van geestelijke monocultuur*; Vandana Shiva e.a.; Ten Have; Baarn, 1997; pag. 82. 88+. '7,000 Farmers protest in Philippines'; *International Agricultural Development*; september/oktober 1998; pag. 7. = Over het standpunt van het Europarlement over deze kwestie: 'Piratenslag in het Europarlement - EU octrooirichtlijn ongewijzigd aangenomen'; Nina Holland; BioBrief; najaar 1998; pag. 10. = Een technisch, maar zeer goed leesbaar overzichtsartikel: 'De ongelijke strijd rond intellectueel eigendom - herziening TRIPs art. 27.3(B): krijgt sui generis een kans?'; Nina Holland; *BioBrief*; zomer/najaar 1999. 89. Voor een overzicht zie infocent@wnet.bos.nl 90+. De groep van landen die zich tegen TRIPs uitsprak wordt de 'Like Minded Group' genoemd en bestond uit alle Afrikaanse landen plus India, Pakistan, Brazilië, Ecuador, Peru en Paraguay. 'Patents overview'; Florianne Koechlin; www.gene.ch; 18 januari 2000. 91. 'Trade: developing countries assail WTO "dictatorship"; Abid Aslam; *InterPress Service (IPS)*; 3 december 1999. 92. *Het Financieele Dagblad*; 30 november 1999. 93. 'Reenergizing the Green Revolution in Rice'; David Dawe; *American Journal of Agricultural Economics*; 1998, nummer 5; pag. 953. 94. 'U.S. Trade Threats: Rhetoric or War?'; Mylène Kherallah en John Beghin; in *American Journal of Agricultural Economics*; februari 1998; pag. 15-29. HOOFDSTUK 9 - VRIJHANDEL IN DE PRAKTIJK 95. 'Privatizing the Countryside; the Mexican Peasant Movement and Neoliberal Reform'; Michael W. Foley; *Latin American Perspectives*; winter 1995; pag. 60, 62 en 63. 96. *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; januari 2000; pag. 13. 97. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 124. 98+. = Ik heb heel erg veel moeite gedaan om precieze cijfers te vinden over het aantal kleine Mexicaanse boeren die door de liberalisering hun werk en hun bestaan op het platteland verloren hebben. Ik heb ze niet kunnen vinden. Het is tekenend dat dit soort cijfers niet voorhanden zijn. Klaarblijkelijk hebben overheids-instanties en officiële onderzoeksinstituten er geen belang bij deze kant van de liberalisering in beeld te brengen. En zijn boeren-organisaties en kritische onderzoekers hiertoe niet in staat. = In het *Human Development Report 1997* van de United Nations Development Programme (UNDP) trof ik een verwijzing aan naar een studie van Watkins in 1997: "Volgens één studie zullen 700.000 tot 800.000 mensen hun bestaan verliezen als de maïsprijzen dalen ten gevolge van goedkopere importen. Dit zal directe gevolgen hebben voor 15 procent van de mensen die in de landbouw werkzaam zijn." Gezien de al langer bestaande enorme armoede op het Mexicaanse platteland en de inderdaad fors gestegen maïs-importen lijkt dit geen overdreven schatting. 99. 'NAFTA: the Record to Date'; *Agricultural Outlook* van de Economic Research Service van USDA; september 1999; pag. 14. 100. *El Maiz en Mexico*; studie van de Commissie voor Milieusamenwerking van de NAFTA-partners; via Solidariteitskomitee Mexico/Zapata; www.dds.nl/~noticias/prensa/zapata; 29 maart 1999. 101. 'Cargill verdedigt graanfusie in Congres'; *Het Financieele Dagblad*; 28 januari 1999. 102. *El Financiero*; Mexico Stad; 19-25 juli 1993; geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 124, 125. 103. Persoonlijke mededeling van Hans van Heijningen; Amsterdam, 24 februari 2000. In de tachtiger jaren verbleef Van Heijningen in Nicaragua en El Salvador waar hij o.a. betrokken was bij het opzetten en ondersteunen van landbouw-coöperaties. Ook deed hij er sociaal-wetenschappelijk onderzoek. 104. 'Soybean: the hidden commodity'; *Seedling - the quarterly newsletter of Genetic Resources Action INternational (GRAIN)*; juni 1997; www.grain.org/publications. *Seedling*; september 1998, pag. 23. 105. 'De Braziliaanse realiteit'; *Landbouw Wereldwijd Nieuws*; Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt; zonder datum. Waarschijnlijk medio 1996. 106. *Brazilië onderweg*; Jan Glissenaar; Dabar-Luyten; Aalsmeer, 1995; pag. 49-50. 107. *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; februari 2000; pag. 4, 5 en december 1999; pag. 10. 108. Idem; februari 2000; pag. 4. 109. Reuters; 8 december 1999. 110. *Het Financieele Dagblad*; 26 maart 1999. 111. 'In de Chinese hel zijn de grootgrondbezitters terug'; *Trouw*; 30 september 1999. 'Première: la Chine vise une baisse de production céréale'; *Libération*; bericht van AFP; 29 februari 2000. 112+. De situatie in Turkije lijkt enigszins op die in China. Een groot deel van de bevolking werkt in de landbouw (42 procent). De meeste boerenbedrijven zijn klein (60 procent minder dan 5 hectare). En de regering heeft op aandringen van het IMF en de Wereldbank de eerste stappen gezet voor een ingrijpende hervorming van het landbouwbeleid om de landbouwsector 'WTO-conform' te maken. Om opgenomen te kunnen worden in de Europese Unie zal Turkije zich ook moeten aanpassen aan de EU-landbouwregels. *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; maart 2000; Midden-Oosten/Afrika regiospecial, pag. 8 en 9. 113+. 'Crops policy "ruining Tanzania's farmers"; *Dispatch Online*; bericht van SAPA; 5 december 1998; www.dispatch.co.za/1998/12/05/foreign/RUINING.HTM = Zie ook hoofdstuk 10, noot 133+. 114. 'Het warme hart van Afrika'; Willem en Ria van der Hoeven; *Cargill Koerier*; maart 1994; pag. 8. 115+. Er zijn veel verklaringen van boerenleiders uit het Zuiden waaruit blijkt hoe schadelijk de liberalisering is voor de kleine boeren in hun land: = Rafael Mariano, voorzitter van de Kilusang Magbubukid ng Pilipinas (KMP - Filippijnse Boeren Beweging), de grootste organisatie van kleine boeren en landarbeiders in de Filippijnen: "Ons grootste probleem bij de maïsverbouw is de verkoop van de maïs, omdat onze regering de graanmarkten geopend heeft voor de aanvallen van de wereldmarkt van de gesubsidieerde produkten van OECD- en onlangs geïndustrialiseerde landen. Onze oogsten liggen te rotten of moeten met grote verliezen verkocht worden, omdat het overaanbod door de handelsliberalisering tot gevolg heeft dat onze lokale maïsmarkt voorgoed ingestort is." Brief van de KMP aan de OECD; 14 februari 2000. = Al in 1996 waarschuwde de fondsenorganisatie Oxfam-Engeland dat het bestaan van meer dan een half miljoen Filippijnse kleine maïsboeren vernietigd zou worden als de GATT-afspraken daadwerkelijk uitgevoerd zouden worden. *Trade liberalisation as a threat to livelihoods: the corn sector in the Philippines*; Oxfam UK; december 1996. = Alvaro Lamas van de Argentijnse boerenbond MARP: "In Latijns-Amerika kennen wij geen enkel voorbeeld van een vestiging van een agro-industriële onderneming uit het Noorden die positieve gevolgen heeft gehad voor de boeren. Laten we om te beginnen bedenken dat die bedrijven een technologisch pakket introduceren waar de kleine boer überhaupt geen toegang toe heeft. En wat zijn middelgrote collega betreft: die wordt vroeg of laat afhankelijk van die nieuwe technische verworvenheden - waar ze behoorlijk voor moeten betalen, terwijl er geen rekening wordt gehouden met een rechtvaardige prijs aan de producent. De verhouding tussen buitenlandse ondernemers en kleine en middelgrote boeren is verre van democratisch: de laatsten trekken altijd aan het kortste eind." *Intercambio*; nummer 3, 1996. = "Vanaf begin jaren tachtig heeft de Ecuadoraanse overheid een economisch hervormingsbeleid in gang gezet, o.a. gericht op het bevorderen van de export. (..) In grote lijnen concentreert dit beleid zich op een ontwikkelingsmodel met als spil de moderne industrie, kapitaalintensief en stedelijk georiënteerd, en gecombineerd met het bevorderen van de grootschalige, gemechaniseerde landbouw-produktie en het openbreken van de handelsgrenzen. Echter een groot deel van de plattelandssector, met name 'de kleine boer' wordt geconfronteerd met economische achteruitgang. (..) Vandaag de dag ontbreekt het de kleine boer aan kapitaal, produktiemiddelen en moderne technologie om adequaat te kunnen reageren op de nieuwe en continu wijzigende regels van vraag en aanbod en om een rol te kunnen spelen op een volledig opengebroken en ondoorzichtige markt. Kort samengevat heeft de neoliberale (agrarische) politiek geleid tot het stelselmatig buitensluiten van de kleine producenten van economische ontwikkeling, afname van de voedselzekerheid, toename van de armoede op het platteland en een voortschrijdende emigratie van de plattelandsbevolking naar de (reeds overbevolkte en verpauperde) steden." *Duurzame plattelandsontwikkeling in Ecuador - ontwikkelingsstrategie voor de kleinschalige landbouw*; Federaci¢n Nacional de Organizaciones Campesinas, Ind¡genas y Negras (FENOCIN); februari 2000. HOOFDSTUK 10 - CARGILL, DE ALLERGROOTSTE 116. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 203. 117. www.cargill.com 118. 'Cargill hoofdrolspeler in mondiale landbouwsector'; *Het Financieele Dagblad*; 18 april 1997. 119. 'The Fortune 500 List 1999'; www.pathfinder.com/fortune/fortune500 120. Fortune top honderd - opgenomen in *Van Moloch tot Netwerk - 25 jaar multinationale ondernemingen*; SOMO; 1998. 121. www.cargill.com. Het financiële jaar eindigt op 31 mei. 122+. = Het *Agrarisch Dagblad* vindt dat Cargill haar winst mooier voorstelt dan die is. "Het Amerikaanse Cargill, grootmacht op velerlei agrarische gebieden, heeft het fiscale jaar 1999 afgesloten met een winst uit de normale bedrijfsvoering van 452,5 miljoen gulden. (..) Cargill houdt zelf een winst aan van een kleine 1,3 miljard gulden in fiscaal 1999, dat loopt tot en met mei. In dat cijfer is de winst uit het bedrijf plus de eenmalige opbrengst van de verkoop van de internationale zaadtak aan Monsanto." *Agrarisch Dagblad*; 12 augustus 1999; www.agriwide.nl = Cargill zelf vindt dat de winst er minder fraai uit ziet dan zij in wezen is vanwege een rechtszaak over bedrijfsspionnage: "Verder moest een reservering worden opgenomen in verband met een juridisch conflict met het Amerikaanse zaad- en biotechnologie-bedrijf Pioneer Hi-Bred, hetgeen de resultaten negatief beïnvloedde." *Cargill Koerier*; 19 september 1999; terZake, pag. 2. 123. 'Cargill Earnings are $ 468 million in fiscal 1998'; persbericht Cargill; 11 augustus 1998. 124+. = "Cargill heeft jarenlang geclaimd dat het minder dan 5 procent van de jaarlijkse winst als dividend uitkeert en de rest herinvesteert." *The Big Boys - power and position in American business*; Ralph Nader en William Taylor; Pantheon Books; New York, 1986; pag. 316. = "Het jaarlijkse dividend aan de familie-eigenaren bedraagt minder dan 3 procent van de netto winst." *Business Week*; 18 november 1991. = Onderzoeker Kneen houdt het eveneens op 3 procent. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 42. 125. *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998; pag. 3. 126. 'Inside America's Biggest Private Company'; Ronald Henkoff; *Fortune*; 13 juli 1992. www.cargill.com/finance/highlights.htm; zonder datum, ongeveer eind 1999. 127+. *Business Week*; 18 november 1991. = Niet altijd gaat het Cargill voor de wind. Zo daalde de omzet van $ 56 miljard in 1996 tot $ 46 miljard in 1999. De belangrijkste oorzaken zijn de wereldwijde overcapaciteit in de verwerkende industrie en de afgenomen vraag door de economische crises in Azië en Rusland. Toch is zo'n 'moeilijke' periode, hoe gek het op het eerste gezicht ook lijkt, gunstig voor Cargill. Alle bedrijven in de sector zitten lastig en de kleinere en zwakkere zullen het loodje leggen. De sterkere kunnen nu hun slag slaan en voor een habbekrats fabrieken opkopen en een groter marktaandeel veroveren. Dat is precies de strategie van Cargill, die ongetwijfeld de sterkste is in de wereld van de opkopers, handelaars, transporteurs en verwerkers van landbouwprodukten. Je ziet dan ook dat het vermogen, het bezit van Cargill, hoewel iets vertraagd, zelfs in deze magere jaren gestaag toeneemt: van $ 5,2 miljard in 1995 tot $ 7,2 miljard in 1999. Dat wil zeggen: een groei van 38 procent in vier jaar! Na de crisisperiode zullen er een paar bedrijven verdwenen blijken te zijn en andere, de sterkere, zullen groter en machtiger geworden zijn. Gegarandeerd zal Cargill één van de overwinnaars zijn. Zie bijlage 8. 128. 'Strategic Intent: Our commitment to grow'; Cargill Internal Memo; Warren Staley; 19 juli 1999. 129+. "Cargill Investor Services (CIS) is een makelaar in futures en futures-opties en een consulent risico-beheersing. Zij is gespecialiseerd in handels-futures en opties op het terrein van financiële en agrarische produkten, energie, metalen en stoffen." Cargill in Europe/Africa; Cargill Europe. 130. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 30-34. 131. www.cargill.com 132+. "Cargill is de beste op het terrein van landbouw-informatie', zei Bob Bergland, minister van Landbouw onder president Carter. 'Zij zijn iedereen de baas.' Bergland verklaarde onomwonden dat, als we het hebben over landbouw-informatie, Whitney MacMillan (de toenmalige president-directeur van Cargill - jps), meer weet dan CIA-directeur William Casey, en dat zijn firma in staat is meer informatie te verzamelen dan de uitgebreide informatie- en documentatiediensten van het landbouwministerie van de VS (de USDA). De firma heeft meer werknemers in het buitenland dan het ministerie en deze mensen zijn vrijer 'op het platteland rond te snuffelen' dan het ambassadepersoneel, legde Bergland uit. De Texaanse landbouwcommissaris Jim Hightower bevestigt het oordeel van Bergland. 'Zij zijn niet alleen zwijgzaam, ze zitten ook in een gesloten bedrijfstak', zei hij over Cargill. 'Ze zitten over de hele wereld. En ik zeg je, ze hebben meer agenten dan de CIA." *The Big Boys - power and position in American business*; Ralph Nader en William Taylor; Pantheon Books; New York, 1986; pag. 312. 133+. = "De cacao-markt is ingestort. (..) In twee dagen tijd werd cacao 8 procent minder waard. Cargill, één van 's werelds grootste cacaoverwerkers en eigenaar van het Zaanse Gerkens-Cacao, heeft woensdag een verdere beperking van de produktie aangekondigd. (..) Afrika is de klos. De inkomens van de cacaoboeren zullen verder dalen, nadat zij het afgelopen jaar al eenderde van hun inkomen zijn kwijtgeraakt." *de Volkskrant*; 8 juli 1999. Uit een begeleidende grafiek blijkt de prijs van een ton cacao op de Britse future-markt in de periode juli 1998 - mei 1999 bijna gehalveerd te zijn (van ruim 1200 Britse pond naar nog geen 700). = De ondernemerskrant *Het Financieele Dagblad* spreekt van "sterk fluctuerende en in de afgelopen tien jaar meestal dalende wereldmarktprijzen." Het artikel vertelt verder dat er een grondstoffenfonds van de Verenigde Naties bestaat. Dit was "oorspronkelijk bedoeld voor de financiering van buffervoorraden en internationaal gecoördineerde nationale voorraden, waarmee men de prijzen op grondstoffenmarkten wilde stabiliseren. Deze doelstelling is echter overleden. Op een uitzondering na zijn er geen buffervoorraden meer. De systematiek van prijsstabiliserende internationale grondstoffen-overeenkomsten is passé en past kennelijk niet meer in de tijdgeest van liberalisering en de moderne aanpak, waarin de vrije markt z'n werk moet doen. (..) Internationale grondstoffenovereenkomsten voor prijsstabilisatie via buffervoorraden of systemen met exportquota's op de markten voor tin, suiker, koffie en cacao zijn allemaal over hun eigen problemen gestruikeld. (..) Aan dezelfde tijdgeest van liberalisering en ruim baan voor de vrije markt zijn in een aantal Afrikaanse landen ook de zogeheten marketingboards overleden, de overheidsorganen die een centrumfunctie vervulden bij de inkoop van grondstoffen als koffie en cacao van boeren en handelaren en de marketing daarvan via de export naar de consumentenlanden." *Het Financieele Dagblad*; 27 september 1996. De krant schrijft niet welke personen, instanties of bedrijven aangedrongen hebben op het afschaffen van de verschillende prijsstabiliserende maatregelen. Duidelijk is wel dat maar één groep rechtstreeks voordeel heeft van "sterk fluctuerende wereldmarktprijzen" op het gebied van agrarische produkten als cacao, koffie en suiker. Dat zijn de speculanten in deze produkten. Cargill is als geen ander toegerust tot succesvol speculeren. Bovendien is zij een belangrijke opkoper van zowel suiker, cacao als koffie. Omdat Cargill geen informatie wenst te verstrekken is niet vast te stellen of zij werkelijk speculeert. 134+. Bij de verschillende elektronische financiële transacties gaat het om onwaarschijnlijk grote bedragen. Zo schrijft H. Visser, hoogleraar Geld- en Bankwezen en Internationale Economische Betrekkingen van de Vrije Universiteit van Amsterdam: "De weekomzet op de valutamarkten is dus groter dan de wereldexport van een jaar." *Het Financieele Dagblad*; 14 januari 2000. 135. *New York Times*; oktober 1993; geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 109 en 111. 136. *USGAO GGD report 93-45*; december 1992. Geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 113. 137. Forbes Four Hundred; www.forbes.com; geraadpleegd januari 2000. 138. *Star Tribune*; Minneapolis; 29 maart 1995. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 42. 139+. *Forbes 500 Top Private Companies 1999*. = Koch Industries had volgens Forbes in 1999 een omzet van ruim $ 33 miljard; en Cargill $ 50 miljard. www.forbes.com 140. *Financial Times*; www.ft.com; 30 november 1998. 'Cargill verdedigt graanfusie in Congres'; *Het Financieele Dagblad*; 28 januari 1999. 'Cargill's Acquisition of Continental Grain: Anatomy of a Merger'; *Agricultural Outlook*; Economic Research Service van USDA; september 1999. 141. *Het Financieele Dagblad*; 17 april 1999. 142. 'Cargill hoofdrolspeler in mondiale landbouwsector'; *Het Financieele Dagblad*; 18 april 1997. *Financial Times*; 30 november 1998. 143. *Milling & Baking News*; Marriam, Kansas; 8 oktober 1996. 144. *Ontario Farmer Daily*; 29 april 1998. 145. *Canola Digest*; juni/juli 1997. 146. *Cargill Koerier*; maart 1997; terZake, pag. 2. 147. *Cargill Koerier*; maart 1997; terZake, pag. 1. 148. *Why business need to unite to support an open global trading system*; F.W. 'Fritz' Corrigan, directeur Agriculture Group & Fertilizer Division Cargill; toespraak 9 maart 1998, Orlando, Florida; www.cargill.com/today/speeches. 149. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 24. 150. Reuters; *Manitoba Co-Operator*; 21 december 1995. Western Producer; 21 december 1995. 151. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 10. 152. *Cargill - trading the world's grain*; Wayne G. Broehl, Jr; University Press of New England; Hanover 1992; pag. 3 en 61. 153. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 35, 36. 154. *Cargill - trading the world's grain*; Wayne G. Broehl, Jr; University Press of New England; Hanover 1992; pag. 419. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag 14. 155. Idem; pag. 36. 156+. = Zelfs volgens de conservatieve Londense *Financial Times* hebben firma's als Cargill wel erg veel geprofiteerd van overheidsgelden: "Bedrijven als Cargill en Continental Grain verdienden op het hoogtepunt van de Amerikaanse 'graan-macht' in de zeventiger jaren kapitalen aan VS-landbouwexporten. Deze twee gesloten familiebedrijven zijn de grootste van een vijftal concerns die 85 tot 90 procent van de Amerikaanse graanexporten in handen hebben. (..) Terwijl ze heftig 'vrijhandel' voor landbouwprodukten bepleiten, zijn ze verpletterend (overwhelmingly) afhankelijk van overheidsinspanningen om hun omzetten te verhogen." Geciteerd in: *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 109. = Zie ook noot 81+. 157+. Idem; pag. 108 e.v. 'Cargill wil graan leveren aan Noord-Korea'; *Agrarisch Dagblad*; 3 januari 1997. = "Amerikaanse graanexporteurs profiteren het meest van de hulp aan Moskou", schrijft de Volkskrant in de kop boven een artikel over economische steun aan Rusland. "Van het totale bedrag wordt namelijk 700 miljoen dollar gebruikt om de graanleveranties aan Rusland te stimuleren en de risico's voor de Amerikaanse graanleveranciers af te dekken." de Volkskrant; 5 april 1993. = "Tegen die achtergrond zijn er grote Westerse economische belangen gemoeid bij de zogenaamde voedselhulp aan Rusland, waar de graanoogsten afgelopen seizoen juist uitzonderlijk slecht waren. Moskou en Washington werden het eind vorige week al eens over een voedselhulppakket ter waarde van circa $ 885 miljoen. Een groot deel daarvan bestaat uit donaties van tarwe en goedkope financiering voor nog meer tarwe. (..) Want deze voedselhulp komt niet uitsluitend van de Barmhartige Samaritaan, maar wordt ook duidelijk geïnspireerd door economisch eigenbelang. Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was een grote en gemakkelijke, want gecentraliseerde graanafnemer verloren gegaan. Die lijkt nu, via de band van voedselhulp op kosten van Westerse belastingbetalers, weer terug in zicht te komen. Kenmerkend daarvoor zijn het enthousiaste onthaal van de zogenaamde hulp bij Amerikaanse graanboeren, de stijgende marktprijzen in Chicago (en) de tevreden constatering van het VS-ministerie voor landbouw dat met deze hulp een deel van de te grote Amerikaanse voorraden aan graan en vlees kunnen worden weggewerkt." *Het Financieele Dagblad*; 12 november 1998. 158. Idem; 4 november 1995. 159+. Letterlijk betekent het woord 'restitutie': 'teruggave'. Maar volgens het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken wordt er bij 'exportrestitutie' niets teruggegeven. Het is een ander woord voor 'exportsubsidie'. "Het klinkt minder stuitend", lichtte de woordvoerster van het ministerie toe. Persoonlijke mededeling, 2 mei 2000. 160. *Cargill Koerier*; maart 1998. HOOFDSTUK 11 - CARGILL NEDERLAND 161. *Jaarverslag 1998/1999*; Cargill B.V. Het financiële jaar eindigt voor de firma op 31 mei. 162. *Jaarverslag Cargill Export B.V. 1998/1999*. 163. *Jaarverslag 1998/1999*; Cargill B.V.; pag. 14. 164. *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998. Jaarverslag 1998/1999; Cargill B.V. 165. *Het Financieele Dagblad*; 18 november 1992 en 4 november 1995. 166. *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998; pag. 11. 167. *Jaarverslag 1998/1999*; Cargill B.V.; pag. 13. 168. *Cargill Koerier*; maart 1994; pag. 3. 169. *Juice News*; Cargill Juice Division; 1996/97. 170. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 122. 171. *Sociaal jaarverslag Cargill 1996/1997*; Cargill B.V.; 1997; pag. 18, 19. 172. *Het Financieele Dagblad*; interview met Rhoef Hoeffelman; 4 november 1995. 173. *Agrarisch Dagblad*; 15 mei 1997. 174. *Het Financieele Dagblad*; interview met J. Cley, directeur Milieudienst Amsterdam; 25 juli 1996. 175. *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998; pag. 3. 176. *Cargill Koerier*; maart 1997; pag. 2. 177. *Het Financieele Dagblad*; 18 april 1997. 178. *Cargill Koerier*; maart 1997; terZake, pag. 3. *Het Parool*; 27 april 2000. 179. *Cargill Koerier*; maart 1996; terZake, pag. 3. 180. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag.20. HOOFDSTUK 12 - BEDRIJFSSTRATEGIE 181. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 14. 182. Idem; pag. 18. 183. Idem; pag. 23. 184. Idem; pag. 14. 185. Idem; pag. 18. 186+. Steeds grootschaliger om steeds goedkoper te kunnen werken: = Berthold Schaap, Cargill-directeur vruchtensappendivisie: "Het bereiken van verdere schaalvoordelen en de daaraan gekoppelde laagste kosten per ton zijn vooral voor de grote stroom sinaasappelsapconcentraat vanuit Brazilië cruciaal." *Cargill Koerier*; maart 1998; terZake, pag. 1. = Leiding van de Botlek oliefabriek: "Doordat we steeds verder doorbouwen aan processen die we al hebben, of die daarmee in lijn liggen - de hele palmoliesector dus - neemt het volume zo verschrikkelijk toe dat we nu in staat zijn om grote schepen te boeken, die gigantische hoeveelheden olie uit Maleisië of Indonesië of waarvandaan dan ook deze kant ophalen. Het volume is nu zo groot geworden dat de bouw van een zeesteiger verantwoord was. Maar ook dat was een onderdeel van het expansieplan dat al jaren geleden begonnen is." Toen Cargill de fabriek in de Botlek opkocht, eind 1983, produceerde die 150.000 ton olie per jaar. In 1999 gaat de produktie naar 400.000 ton. "Waar we ook wel een beetje trots op zijn is dat de automatisering zo aangepast is dat we het kunnen runnen met dezelfde mensen die hier al werkten voor het zover was. Daarom hebben we veel inspanning gedaan om alle werkzaamheden die noodzakelijk zijn zoveel mogelijk te automatiseren." *Cargill Koerier*; maart 1999; pag. 7 en 8. 187+. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 25, 30, 38 en 39. In interne bedrijfspublikaties lees je telkens weer tussenzinnetjes die verwijzen naar de sterke greep van het hoofdkantoor in Amerika: = "Het CLT (Corporate Leadership Team = hoofddirectie in Amerika - jps) houdt zich bezig met de strategie en het goedkeuren van projecten." *Cargill Koerier*; september 1999; terZake, pag. 1 = In een artikel over het opzetten van een 'engineersafdeling' in Bergen op Zoom: "... na de goedkeuring uit Amerika..." *Cargill Koerier*; maart 1998; pag. 7. = "Een jaar of vier, vijf geleden werden we geconfronteerd met het plan van Cargill om wereldwijd met eenzelfde boekhoudsysteem te gaan werken. Er waren allerlei verschillende systemen in gebruik en er was natuurlijk alles te zeggen voor uniformering. Het is op die manier veel gemakkelijker om resultaten met elkaar te vergelijken en je kunt veel sneller bepaalde trends onderkennen." *Cargill Koerier*; maart 1998; pag. 8. = "Onder deze moeilijke omstandigheden (op de wereldmarkt - jps) heeft Cargill besloten de organisatie wereldwijd te reorganiseren en haar kennis te concentreren." *Jaarverslag 1998/1999*; Cargill B.V.; pag. 5. 188. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 8, 17, 35 e.v. 'Inside America's Biggest Private Company'; Ronald Henkoff; *Fortune*; 13 juli 1992. HOOFDSTUK 13 - CARGILL BLIJFT UITBREIDEN 189. *Cargill - trading the world's grain*; Wayne G. Broehl, Jr; University Press of New England; Hanover, 1992; pag. 279. 190. Idem; pag. 429. 191. Idem; pag. 774, 792. 192. *Financial Times*; 30 november 1998. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 154 e.v. *Star Tribune*; Minneapolis; 13 oktober 1998. 193+. *Global Agriculture: Challenges for the Future*; Alan Tennessen, vice-president-directeur Cargill; toespraak 4 februari 1998, Hawaii; www.cargill.com = Japan produceert zelf slechts 28 procent van het graan dat zij nodig heeft. De rest importeert zij, voornamelijk uit de VS. *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; februari 2000; pag. 18. 194+. Meer over de mogelijkheden voor Cargill in China: = "Sinds het midden van de zeventiger jaren, toen de Verenigde Staten diplomatieke banden met China aanknoopte, is Cargill op de Chinese markt actief. Het concern heeft 650 werknemers op acht lokaties in China en heeft een jaaromzet van ongeveer $ 1 miljard. Het merendeel daarvan - $ 700 miljoen - bestaat uit import." Reuters; 8 december 1999. = "In landen als India, China, Indonesië en Brazilië wonen volgens (..) Frans van Bijsterveld van Rabobank International steeds meer mensen met een Westers uitgavenpatroon. 'Voor de voedings-industrie is deze koopkrachtige consument een uitdagende markt." *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; februari 2000; pag. 9. = "Maar er bestaat (in China) wel een markt van 100 miljoen mensen die meer dan 10.000 dollar per jaar verdienen." *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie LNV; februari 2000; pag. 8. 195. *Food Security and the Rural Economy*; Daniel R. Huber, president-directeur Cargill Asia Pacific; 22 september 1997; toespraak gehouden op een China-congres, georganiseerd door de WereldBank in Hong Kong. 196. *Cargill Koerier*; maart 1999; terZake pag. 4. 197. www.cargill.com; 1996. 198. Idem. 199. Idem. 200. formulering uit: *Cargill Koerier*; september 1997; terZake, pag. 1. 201. *Business Profile*; Cargill Ltd.; september 1995. 202. *Milling & Baking News*; Marriam, Kansas, 26 september 1995. 203. www.cargill.com; 1998. 204. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 120. 205+. Extra winstmogelijkheden voor internationaal opererende bedrijven als Cargill: = "Als Cargill een lading maïs verkoopt aan een Nederlandse veevoederfabriek, wordt het graan per boot over de Mississippi vervoerd, in Baton Rouge overgeladen in een zeewaardig schip en naar Rotterdam gebracht. Op papier echter (..) is de route ingewikkelder. Cargill verkoopt de maïs eerst aan Tradax International in Panama, die Tradax/Genève 'inhuurt' als agent; Tradax/Genève regelt vervolgens de verkoop aan de Nederlandse fabriek via haar dochter Tradax/Holland. De winst wordt geboekt bij Tradax/Panama, een belastingparadijs-firma, en Tradax/Genève ontvangt alleen honorarium voor het makelen tussen Tradax/Panama en Tradax/Holland." *Merchants of Grain*; Dan Morgan; geciteerd in: *The Big Boys - power and position in American business*; Ralph Nader en William Taylor; Pantheon Books; New York, 1986; pag. 305. Tradax was (is?) een handelsonderneming van Cargill, waarvan sinds 1979 niks meer is vernomen. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 29. = Van Gijzen Advocaten en Notarissen weet hoe je, als je het slim aanpakt, iets tweemaal kan afschrijven voor de belastingen: "Grensoverschrijdende lease heeft vaak te maken met het verschil in (fiscale) wetgeving tussen de betrokken landen. Het verschil in belastingheffing maakt cross-border leasing interessant voor financiers. Zij kunnen in het ene land economisch eigendom ter beschikking stellen aan de leasenemer voor gebruikmaking van de afschrijving en in een ander land de juridische eigendom aan de leasegever voor hetzelfde doel. Voor alle partijen is het dus van belang om te weten welke eigendomsvorm wordt gehanteerd voor de belastingheffing. (..) Een lease-overeenkomst kan roerende of onroerende zaken en vermogensrechten zoals aandelen tot object hebben." *ImportExport*; Rabobank; 14 januari 2000. 206. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 30. 207. *Cargill Sawit B.V. jaarstukken 1997*; juli 1999. *Cargill Eurofinance B.V. jaarstukken 1998*; januari 2000. Register Kamer van Koophandel Amsterdam. HOOFDSTUK 14 - AGRO-MULTINATIONALS ZIJN DE MOTOR 208. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 186, 187. 209. 'GATT, Agriculture and Third World Women'; Vandana Shiva; *Ecofeminism*; Maria Mies en Vandana Shiva; Zed Books; Londen, 1993; pag. 233, 234. 210. M.D. Nanjundaswamy, voorzitter van de KRRS (Karnataka Rajya Ryota Sangha = Boerenorganisatie uit Karnataka, een zuidelijke deelstaat in India); lezing in Amsterdam; 28 oktober 1998. 211+. 'GATT, Agriculture and Third World Women'; Vandana Shiva; *Ecofeminism*; Maria Mies en Vandana Shiva; Zed Books; Londen, 1993; pag. 233, 234. = Begin december 1999 sloten twee topambtenaren, Susan Esserman van het VS-Handelsministerie en N.N. Khanna van het gelijknamige ministerie uit India, een overeenkomst over het afschaffen van quota voor landbouwimporten naar India. Het Indiase parlement kwam hier niet aan te pas, hoewel deze overeenkomst de landbouwprijzen zal verslechteren en zo het dagelijkse leven van honderden miljoenen Indiërs raakt. Het laat zien hoe machtig de Amerikaanse invloed is in India op gebied van landbouw en economie. IPS; 13 maart 2000. 212+. Graag wil ik hier de mening weergeven van dè grote Cargill-expert, de Canadese onderzoeker Brewster Kneen. In 1990 kwam er een boek van hem uit over Cargill en de Canadese landbouw. In het slothoofdstuk schrijft hij eerst dat Cargill zeker niet de enige kracht is die ons naar een "wereldwijde monocultuur in de meest brede zin van het woord" drijft. Maar de "analyse van Cargills agenda en haar activiteiten laat zien dat de sterke overeenkomst op zakelijk en ideologisch gebied tussen Cargill en de Federale overheid niet op toeval berust. In feite is Cargill Canada de belangrijkste drijvende kracht achter de onophoudelijke afkalving van de Canadese sociale voorzieningen voor boeren. (..) De regering doet werkelijk wat haar gezegd wordt door de firma's die haar financieel steunen, door de agro-concerns, die haar vertellen wat ze wil horen en door professoren en landbouw-bureaucraten die weten dat ze hun salaris toch wel krijgen, hoeveel boeren er ook failliet gaan. Cargill, onder andere, schuift universiteiten onderzoeksgelden toe en betaalt boeren om hen in staat te stellen 'bijscholingscursussen' te volgen. Tegelijkertijd braakt ze een stroom van gladde en vaak overtuigende propaganda-praatjes uit, die de zegeningen van de Markt, competitie, hybride zaden en breed opgezette concerns ophemelen. Cargills top zal d¡e boeren blijven vleien, die zichzelf graag zien als schrandere, onafhankelijke zakenlieden. Maar boeren houden zichzelf alleen maar voor de gek, als ze denken dat ze individueel enige macht hebben over een enorme multinational met heel wat geld achter de hand. Ook al winnen ze zo nu en dan een kleine schermutseling. Als boeren op voet van gelijkheid met Cargill, of welke multinational dan ook, willen omgaan, zullen ze even goed georganiseerd moeten zijn als zij." *Trading Up - how Cargill, the World's largest grain trading company, is changing Canadian Agriculture*; Brewster Kneen; NC Press Ltd.; Toronto, 1990; pag. 117-119. 213. *Sociaal Jaarverslag Cargill 1996/1997*; Willem Mock; Cargill; 1997; pag. 3-4. 214. www.cargill.com 215. *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998; pag. 13. 216. 'New year message from Cargill's chairman and CEO'; Ernie Micek; *Cargill Update*; winter 1997; pag. 3. 217. *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998; pag. 14. 218. 'Gesprek met twee heren'; *Cargill Koerier*; mei 1996; pag. 2-3. 219. 'New year message from Cargill's chairman and CEO'; Ernie Micek; *Cargill Update*; winter 1997; pag. 3. 220. 'Staden zendt zijn zonen uit'; Rik Deschepper; *Cargill Koerier*; maart 1997; pag. 3-4. 221. 'Angstvisioenen van een regisseur'; *Cargill Koerier*; juni 1997; pag. 1-3. 222. 'Cargill chairman says reducing ag trade barriers is key to prosperity, peace'; persbericht van Cargill; 1 december 1999; www.cargill.com/today/releases 223. 'Poolse onderscheiding'; *Cargill Koerier*; december 1996; pag. 12. 224. 'Donaties van Cargill'; directie Cargill; *Cargill Koerier*; september 1997; pag. 3. HOOFDSTUK 15 - VISIE HERMAN VERBEEK 225+. = *Binder*, het blad van het NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt) van maart 2000 schrijft: "Er gaapt een groot gat tussen de prijs die boeren en tuinders ontvangen voor hun produkten en het tarief dat consumenten betalen aan de supermarktkassa. Voor onderstaande vergelijking vormen de prijzen van C 1000 het uitgangspunt. Deze keten staat bekend als een prijsbreker: I II III 1 kilo aardappelen (Bintje).... 0,06 0,72 x 12 1 kilo appelen (Elstar) 0,60 1,32 x 2 1 bloemkool 1,00 3,99 x 4 1 kilo spruiten 0,40 1,49 x 3,5 1 kilo uien 0,10 0,86 x 8,5 1 liter boerenlandmelk.(Melkunie) 0,70 1,75 x 2,5 1 ei 0,10 0,18 x 2" I: wat de boer krijgt in guldens, II: wat de consument betaalt in guldens, III: hoeveel keer minder de boer krijgt dan wat de consument in de supermarkt betaalt. = J. Rummenie, landbouwdeskundige van de Nederlandse Ambassade te Buenos Aires: "In Argentinië heb ik eens gekeken hoe de prijsopbouw is. En dan zie je dat de producent maar 15 procent krijgt van wat uiteindelijk het eindprodukt oplevert. (..) Het is een bizarre situatie dat de verwerkende sector een groot gedeelte van de opbrengst opstrijkt." *Berichten Buitenland - nieuwsbrief voor de Nederlandse agribusiness*; ministerie Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; december 1999; pag. 5. HOOFDSTUK 16 - SYNTHETISCH VOEDSEL 226. *Datamonitor rapport: European Neutraceuticals 1998*; Datamonitor Europe; Londen, 1998. Geciteerd in: 'Ingrediënten voor functional foods; wel of geen effect?'; G. van Poppel; *vmt* (=Voedingsmiddelentechnologie); 2 september 1999; pag. 16. 227. 'Communicatie moet vertrouwen consument herstellen'; C.R.S. Grijspaardt-Vink; *vmt*; 18 november 1999; pag. 54 e.v. 228+. Dit wantrouwen is op zijn plaats, want lang niet al het voedsel is veilig. Jacob van Klaveren van het Rijks-kwaliteitsinstituut voor Land- en Tuinbouwprodukten (RIKILT): "Nog steeds zijn er produkten of landen die onterecht schoon lijken, omdat je datgene wat je niet meet ook niet zult vinden. (..) Ook komt er steeds meer wetenschappelijke ondersteuning voor het feit dat kinderen veel gevoeliger zijn voor contaminanten (vervuilende stoffen die in eten of drinken kunnen voorkomen - jps). Hun lever, hersenbarrière en immuunsysteem werken nog niet optimaal en ze eten veel meer per kilo lichaamsgewicht. Daarom gaan er stemmen in de VS op om voor kinderen een extra veiligheidsfactor tien voor residunormen (maximaal percentage van een giftige stof - jps) vast te stellen. (.. ) De hormonenmaffia (weet) steeds weer nieuwe werkzame stoffen te vinden en bestaande stoffen te maskeren. Dit vraagt van de instituten een continue ontwikkeling van meetmethoden, die steeds meer stoffen tot op molecuulniveau kunnen meten. Het budget is echter te beperkt om alles te kunnen meten." *FOOD Management*; 10 december 1999; pag. 34 en 35. 229. 'Communicatie moet vertrouwen consument herstellen'; C.R.S. Grijspaardt-Vink; *vmt*; 18 november 1999; pag. 54 e.v. 230. Idem. 231+. 'Ingrediënten voor de consument van morgen - trends in ingrediënten; deel 1'; A.R. Linneman en W.M.F. Jongen; *vmt*; 28 januari 1999; pag. 12-14. 'Fermentatie: een krachtig instrument in de keten'; W. Knol en Y. Zhu; *vmt*; 22 april 1999; pag. 61-64. = Uit een artikel over Cargill Botlek: "Vroeger werd olie geraffineerd en dat was het. Nu gaan we palmolie afkoelen en dan vormen zich kristallen. We persen de vloeistof door een filter en dan blijft er een vaste fractie achter. Die heet stearine. De liquide (vloeibare - jps) fractie heet oleïne en die kun je nog een keer splitsen of fractioneren. Op den duur houd je hele fijne olie over, zogeheten superoleïne. In plaats van één soort geraffineerde palmolie kunnen we nu op basis van de specificatie van de klant een reeks kwaliteiten aanbieden." *Cargill Koerier*; maart 1999; pag. 7. 232. 'Ingrediënten voor de consument van morgen - trends in ingrediënten; deel 1'; A.R. Linneman en W.M.F. Jongen; *vmt*; 28 januari 1999; pag. 12-14. 233. Idem. 'Maltodextrinen op maat'; A.G.W. Janssen; *vmt*; 21 oktober 1999; pag. 52. 234. 'Transglutaminase, de grote 'eiwitverknoper'; G. Wijngaards e.a.; *vmt*; 7 oktober 1999; pag. 87-90. 235. 'Dubbele emulsies controleren afgifte voedingscomponenten'; B.M. van der Horst en H.C. Langelaan; *vmt*; 18 november 1999; pag. 10-16. 236. 'Van 'cell factory' via 'food factory' naar 'cell-structured foods'; J.C. Paardekooper e.a.; *vmt*; 31 oktober 1996; pag. 24-27. 237+. 'Zilveren sojaboon'; in *Cargill Koerier*; maart 1993; pag. 4. *Hoe gevaarlijk zijn milieugevaarlijke stoffen?*; J.W. Copius Peereboom en L. Reijnders; Boom; Meppel 1989; pag. 45, 48, 49. = Ook bij de verwerking van zonnebloempitten wordt hexaan gebruikt om zoveel mogelijk olie uit de pitten te halen. "De nieuwe D.T. (Desolventiser Toaster) doet het goed. Het is een groot apparaat waarin het met hexaan doordrenkte zonnebloemmeel van dit oplosmiddel wordt ontdaan middels warmte en open stoom." 'Sunflower berichten - notities van Cargill's Multiseed locatie in Amsterdam'; *Cargill Koerier*; maart 1999; pag. 3. 238. *Informatieboekje Open dag, lokatie Coenhaven*; Cargill, 1989. 239. Idem. 240. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 18-22. 241. 'De opmars van frituurolie'; *Cargill Koerier*; september 1996; terZake, pag. 4. 242+. "Guido Ruivenkamp van de Werkgroep Technologie en Agrarische Ontwikkeling van de Landbouwuniversiteit in Wageningen: 'Door biotechnologie worden oliehoudende gewassen in toenemende mate onderling uitwisselbaar. (..) Het lukt biochemici en microbiologen steeds beter om met enzymtechnologie en microbiologie de vetzuren naar eigen believen te veranderen en te scheiden.' Hierdoor vervagen de grenzen tussen olieprodukten in rap tempo. Zo hoeft een Europese margarinefabrikant niet per se kokosolie meer te kopen als hij lauric nodig heeft. Raapzaadolie met een hoog lauric-gehalte is nu aantrekkelijker wegens EU-subsidies en lagere transportkosten." *Internationale Samenwerking*; april 1995. 243. 'Fermentatie: een krachtig instrument in de keten'; W. Knol en Y. Zhu; *vmt*; 22 april 1999; pag. 61-64. 244. 'Communicatie moet vertrouwen consument herstellen'; C.R.S. Grijspaardt-Vink; *vmt*; 18 november 1999; pag. 57. 245. Idem; pag. 58. 246. 'Functionele voeding: nieuwe pep voor industrie'; *Het Financieele Dagblad*; 7 oktober 1999. 247+. Er zijn "yoghurts te koop met speciale bacteriën zoals in Mona Fysiq. Deze micro-organismen nemen cholesterol in het celmateriaal op, wat het gehalte ervan in het bloed enkele procenten verlaagt, blijkt uit onderzoek van Mona. Maar uit een recente studie van Wageningse onderzoekers blijkt dat die claim niet hard te maken is." *de Volkskrant*; 24 december 1999. 248+. 'Gezondheid is niet te koop'; I.M.C.M. Rietjens en J.H. Koeman; *vmt*; 2 september 1999; pag. 61-64. = Ook de Wageningse hoogleraar humane voeding Kok en onderzoeker Van Poppel van TNO-Voeding zijn zeer sceptisch. "Kok: 'Wanneer de industrie met functional foods komt, zullen zij hun claims hard moeten onderbouwen en het is nog maar de vraag of zij dat bij alle functional foods kunnen.' (..) Van Popel (..) meent dat het claimen van een gezondheidsbevorderende werking van voedingsmiddelen vooralsnog een moeilijk probleem is." 'Smakelijk eten' of 'Op uw gezondheid'?'; *Eyes on Food*; 1999, nummer 2. 249. 'Toevoegingen aan eten duur en onnodig'; *Trouw*; 16 januari 1998. 250. 'Transgene tomaat zeventig keer beter tegen hartziekten'; de Volkskrant; 9 oktober 1999. 251+. Voormalig cardioloog Arend Jan Dunning: "Maar net als met financiële rijkdom geldt: hoe meer de mens heeft, hoe groter de angst voor armoede. Het streven naar jong, gebruind en slank neemt daardoor karikaturale vormen aan. De beste manier om gezond oud te worden is heel simpel: veel bewegen en matig drinken en eten. Een sober leven dus. Maar dat is natuurlijk niet wat de meeste mensen willen. Daarom nemen ze hun toevlucht tot vitaminepreparaten en cholesterolverlagende middelen. De gemiddelde Nederlander krijgt al te veel binnen, en voegt daar vervolgens nog eens van alles aan toe. Volkomen overbodig. Maar in zijn streven naar een gezond en lang leven luistert hij liever naar reclamemakers dan naar de dokter." *FNV Magazine*; december 1999; pag. 21. 252. 'Functionele voeding: nieuwe pep voor industrie'; *Het Financieele Dagblad*; 7 oktober 1999. HOOFDSTUK 17 - GENTECH 253. *Tegen de tijdgeest*; Herman Verbeek; Dabar-Luyten; Aalsmeer, 1997; pag. 12 e.v. 254+. In juni verkocht Cargill voor 1,4 miljard dollar haar zaadactiviteiten in Midden- en Zuid-Amerika, Europa, Azië en Afrika aan Monsanto. Persbericht van Cargill; 29 juni 1998. Eind september deed zij het grootste gedeelte van haar zaadactiviteiten in Noord-Amerika voor 650 miljoen dollar over aan AgrEvo (Hoechst Schering AgrEvo Gmbh). Persbericht van AgrEvo; 28 september 1998. 255+. "Cargill zal gewassen die verbeterd zijn via moderne biotechnologie accepteren bij al haar graansilo's en verwerkingsfabrieken. (..) In feite heeft Cargill de wens van de boeren om genetisch verbeterde gewassen aan te planten en te verkopen gesteund vanaf het moment dat de eerste verbeterde soja- en maïsvariëteiten goedgekeurd en in de handel gebracht werden in de Verenigde Staten in 1996. Cargills algemene bedrijfsdoel is de levensstandaard te verhogen door duidelijke meerwaarde te bieden aan de mensen die we dienen - en landbouw-biotechnologie is een machtig middel om dat doel te bereiken." 'Cargill's position on biotechnology' ; persbericht van Cargill; 7 december 1999; gepubliceerd op de website van de *American Soybean Organisation*; www.oilseeds.org/documents/cargill-1299.htm 256. De citaten in dit kader komen allemaal uit de *Cargill Koerier* van september 1997, uit het katern terZake. Maart 1999 verspreidde Cargill in beperkte kring: *Genetically Modified Organisms in the Food Chain - information for customers of Cargill*. Daarin treffen we dezelfde standpunten aan. 257. 'Novartis offer incentives to conserve Bt technology'; *International Agricultural Development*; november/december 1998; pag. 22. 'Limited life for Bt cotton'; *International Agricultural Development*; september/oktober 1998; pag 22. 258+. Mocht er zich onverhoopt een insekt ontwikkelen dat resistent is tegen Bt, dan zou er een ongekende misoogst kunnen plaatsvinden, omdat in tal van gewassen een Bt-gen ingebouwd is. 259. 'Cargill Europe gears up to crush non-gm'; Reuters; 4 april 2000. 260. In een gezamenlijk persbericht van Cargill en Monsanto spreken de firma's van "our strong business relationship". 'Cargill, Monsanto Reach Agreement On International Seed Business'; persbericht Cargill en Monsanto; 20 oktober 1999; www.monsanto.com/monsanto/investor/news/99 261. 'Cargill and Monsanto Announce Global Feed and Processing Biotechnology Joint Venture'; gezamenlijk persbericht Cargill en Monsanto; 14 mei 1998. 262. 'Renessen pipeline'; *1998 Monsanto Annual Report*; pag. 21. 263. *Times of India*; 1 december 1998. *Deccan Herald*; 2 december 1998. 264. 'India's High Court Stops Field Trials of Biotech Cotton'; Frederick Noronha; *Environment News Service*; 23 februari 1999; http://ens.lycos.com/ens/feb99 265. 'Monsanto Quit India Campaign - Update'; Vandana Shiva; 14 augustus 1999; *Genet News*; www.gene.ch 'Farmer Protests against Monsanto during General Election in India'; 8 oktober 1999; Navdanya; www.gene.ch 266. 'Philippine Peasants Angry at Rushed Government Approval of Monster Crops'; Kilusang Magbubukid ng Philipinas; 27 augustus 1999; *Genet News*; www.gene.ch 'Bangladesh kiest voor gemanipuleerde voedselzekerheid'; onzeWereld; juli/augustus 1999; pag. 14. 267. 'Seeds - the Jolly Green Shrinking Giant'; persbericht van RAFI (Rural Advancement Foundation International) Canada; 3 september 1999; www.rafi.org 268+. Idem. = Voor de Nederlandse markt vond Unilever het lange tijd niet nodig gentech-vrij te gaan werken. "De Nederlandse consument is beter geïnformeerd over genentechnologie dan het Britse publiek, en organisaties als de Consumentenbond tonen ook meer begrip dan Britse organisaties, aldus de woordvoerder van Unilever. Op de Nederlandse markt ziet Unilever daarom geen noodzaak publiekelijk afstand te nemen van genetisch gemodificeerde ingrediënten." *Het Financieele Dagblad*; 29 april 1999. = Half mei 2000 verklaarde Unilever na acties van Greenpeace ook voor Nederland geen genetisch gemanipuleerde ingrediënten meer te willen gebruiken. 269. Florianne Koechlin; september 1999; *Genet News*; www.gene.ch 270. Vruchtbare Aarde; nummer 5, 1999; pag. 9. 271. 'Biotech werpt handdoek in de ring'; *Het Parool*; 7 oktober 1999; pag. PS 10 en 11. 272+. = In 1997/98 bedroeg de totale Amerikaanse maïsexport naar Europa twee miljoen ton. Een jaar later was dat nog maar 137.000 ton. Dat wil zeggen 93 procent minder. De sojaexport van de VS naar Europa daalde van 11 miljoen ton in 1998 tot 6 miljoen in '99. Gary Goldberg, voorzitter van de American Corn Growers Association geeft als commentaar: "In plaats van de klant te geven waar die om vraagt, gedragen arrogante Amerikaanse exporteurs en sommige boerenorganisaties zich zo dat buitenlandse kopers zich gedwongen voelen Amerikaans maïs en soja de rug toe te keren." Persbericht American Corn Growers Association; 12 maart 2000. = 'Europeanen deinzen terug voor 'Frankenstein'-voedsel'; *de Volkskrant*; 29 februari 2000. 273. 'Seeds - the Jolly Green Shrinking Giant'; persbericht van RAFI (Rural Advancement Foundation International) Canada; 3 september 1999; www.rafi.org 274. 'Campaigners, stores welcome ADM call on gene crops'; *Reuters*; 3 september 1999. 'Onrust over gentech dringt door in VS'; en 'Concerns VS zweren gen-maïs af'; *Het Financieele Dagblad*; 17 april 1999. 275. 'Monsanto's cotton fails to perform'; *International Agricultural Development*; november/december 1998; pag. 4. 276. 'Deformed roots reported in GM cotton'; *International Agricultural Development*; vol. 19, no. 1; pag. 20 277. *Monsanto Monitor*; nummer 1; maart 1999; groundup@aseed.antenna.nl of www.antenna.nl/aseed 278. Carp; 11 mei 1999; pag. 20. 279. The Ecologist; september/oktober 1998; http://www.gn.apc.org/ecologist 280+. = Stand van zaken rond groeihormoon BST: ANP-bericht, in het *NRC* geplaatst onder de kop 'Brussel tegen turbohormoon melkvee': "De Europese Commissie wil niets weten van het vrijgeven van het BST-hormoon, dat de melkproduktie van koeien stimuleert. De commissie stelde gisteren voor het uit 1990 daterende verbod in de Europese Unie op het gebruik van BST te verlengen. De commissie voert het dierenwelzijn en de volksgezondheid aan om het verbod te handhaven. De maatregel werd in 1994 verlengd tot eind dit jaar. BST, ontwikkeld door het Amerikaanse concern Monsanto, is in de Verenigde Staten sinds 1993 toegestaan. Met haar voorstel volgt de commissie het advies van wetenschappers. Volgens eurocommissaris Byrne (volksgezondheid) bevestigt dit advies de noodzaak van het verbod 'dat volledig wordt ondersteund door de lidstaten en de bevolking.' Hij vertrouwt daarmee op de steun van de landbouwministers en het Europarlement voor zijn voorstel. Byrne zet zich verder af tegen mogelijke Amerikaanse beschuldigingen dat de unie met het verbod de markt afschermt. De import van melk- en vleesprodukten uit niet EU-landen die het turbohormoon toelaten, wordt niets in de weg gelegd." *NRC*; 27 oktober 1999. = In sommige publikaties wordt in plaats van BST de afkorting BGH of rBGH gebruikt. Waarbij BGH of RBGH staat voor (recombinant) Bovine Growth Hormone = runder groeihormoon (geproduceerd met genetisch gemanipuleerde bacteriën). BST is de afkorting van de medisch-wetenschappelijke term Bovine SomatoTropine = runder groeihormoon van de hypofysevoorkwab. Met beide afkortingen wordt in de media dezelfde stof bedoeld. Er zijn verschillende bedrijven die dit hormoon produceren. Monsanto brengt het onder de naam Posilac op de markt. *Monsanto Company 1997 Annual Report*; pag. 24. 281. 'Safety of growth hormone questioned'; *International Agricultural Development*; vol. 19, no. 1; pag. 20. 282. 'How Monsanto 'Listens' to Other Opinions'; Peter Montage; The Ecologist; september/oktober 1998; http://www.gn.apc.org/ecologist 283. *Monsanto Company 1997 Annual Report*; pag. 2 en 24 tot en met 27. 284. 'Seeds - the Jolly Green Shrinking Giant'; persbericht van RAFI (Rural Advancement Foundation International) Canada; 3 september 1999; www.rafi.org 285. 'Terminator Seeds - Monsanto moves to tighten its grip on global agriculture'; *Multinational Monitor*; november 1998; pag. 13 e.v. 286. 'Monsanto now wants to control water'; Vandana Shiva; CorporationWatch; augustus 1999; www.corpwatch.org 287. 'Terminator Seeds - Monsanto moves to tighten its grip on global Agriculture'; *Multinational Monitor*; november 1998; pag. 13 e.v. 288+. Over zelfmoordzaden: = Volgens een rapport van de Canadese RAFI (Rural Advancement Foundation International) van maart 1999 probeert Monsanto de techniek van het steriel maken van planten via genetische manipulatie in 89 landen te patenteren. Bovendien blijken andere grote zaadbedrijven genetische manipulatie-technieken ontworpen en gepatenteerd te hebben om het ontkiem- of groeivermogen van planten te bederven of hen extra vatbaar te maken voor virus- en bacterieziekten. Boeren zouden deze genetische eigenschappen vervolgens moeten uitschakelen met gepatenteerde chemicaliën, te koop bij de zaadbedrijven. RAFI-rapport; 29 maart 1999; www.rafi.org = Geschrokken van alle commotie, met name onder boeren in India, verklaarde Monsanto oktober 1999 te stoppen met de steriliteitstechniek. Omdat niemand inzicht heeft in wat er gebeurt in de laboratoria valt het moeilijk te controleren of het bedrijf zich aan deze belofte houdt. *Deccan Herald*; 6 oktober 1999. = In een zeer verontrustend en gedetailleerd artikel van RAFI februari/maart 2000 getiteld 'Terminator 2 Years Later: Suicide Seeds on the Fast Track' beschrijft de organisatie hoe een heel stel bedrijven klaar staat verschillende typen zelfmoord- en zelfver-minkingszaden op de markt te brengen. 289. *1997 Report on Sustainable Development including Environmental, Safety and Health Performance*; Monsanto; maart 1998. 290. *Monsanto Company 1997 Annual Report*; pag. 2. 291+. *Monsanto Company 1997 Annual Report*; pag. 31. = De netto-winst bedroeg in 1997 $ 749 miljoen. De belasting is daar al van afgetrokken, maar enkele bijzondere afschrijvingen nog niet. = In 1998 boerde Monsanto aanzienlijk minder goed. Ze leed dat jaar $ 250 miljoen verlies. 'Monsanto Reports 1998 Fourth Quarter and Full Year Results'; persbericht Monsanto; 21 januari 1999; www.monsanto.com/monsanto/investor/news/99 292+. Voor meer informatie over de Confédération Paysanne zie: www.confederationpaysanne.fr 293. *Vruchtbare Aarde*; nummer 5, 1999; pag. 9. Gebaseerd op BBC News; www.bbc.co.uk/search/ 294. 'EU plans for large scale GM disaster'; *The Independent*; 4 april 1999. 295. 'Het Pusztai-debat'; *Vruchtbare Aarde*; nummer 5, 1999; pag. 5-15. 296. 'Meningitis fear over gene-modified crops'; *Sunday Times*; 25 april 1999. HOOFDSTUK 18 - HONGER EN ALTERNATIEF 297+. *Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog*; L. de Jong; deel 10a, eerste helft, pag. 354 e.v. = "Voedsel was er genoeg in het land om, zij het met krappe rantsoenen, de laatste bezettingswinter door te komen." Idem, deel 10b, eerste helft; pag. 263. 298. *Het hongerjaar 1566*; Erich Kuttner; Querido; Amsterdam, 1979. 299+. Ook plotselinge verbetering van de kraam- en zuigelingenzorg leidt tot een snellere bevolkingsgroei. Na enige tijd ebt dit effect weg. Een andere oorzaak voor een groot kindertal is, zoals bekend, oorlog(sdreiging) of rivaliteit tussen bevolkingsgroepen, waarbij vrouwen aangemoedigd worden zoveel mogelijk soldaten of stemmers voort te brengen. 300. Ik hoorde dit verhaal van mijn tao-zenleraar Maarten Houtman. BIJLAGEN 301. 'Farmer's Charter'; *Third World Resurgence*; no. 68; pag. 37. 302. Persbericht van Cargill; 27 september 1993. 303. *Invisible Giant - Cargill and its Transnational Strategies*; Brewster Kneen; Pluto Press; Londen, 1995; pag. 197-204. *Cargill Thrown Out*; pamflet van Public Interest Research Group, Delhi, 1993. *Cargill's Bitter Salt*; Public Interest Research Group; augustus 1993. 304. 'Corporate Food Security'; Brewster Kneen; *Foodlinks*; maart 1999. 305. 'TNCs sail on - WTO or not'; Brewster Kneen; *The Ram's Horn - a monthly newsletter of food system analysis*; januari 2000; pag. 1-4. 306. 'Seeds - the Jolly Green Shrinking Giant'; persbericht RAFI, Canada; 3 september 1999. 307. *The Ram's Horn - a monthly newsletter of food system analysis*; Brewster Kneen; januari 2000; pag. 4. 308. Voor deze bijlage is intensief gebruik gemaakt van het 'Discussiestuk WTO-Wereldhandel-Liberalisering' van het Bureau Beleidsvorming Ontwikkelingssamenwerking (BBO) voor het internationale NAJK-congres van maart 2000. Waarbij NAJK staat voor: Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt, een organisatie van jonge boeren. Verder: 'Macroeconomic policies that effect the South's agriculture'; Martin Khor; in: *Third World Resurgence*; no. 100/101; pag. 29-32. 'The AoA: an imbalanced, inequitable agreement'; Bhagirath Lal Das; *Third World Resurgence*; no. 100/101; december 1998/januari 1999; www.twnside.org.sg/souths/twn *The WTO, the World Food System, and the Politics of Harmonised Destruction*; Gerard Greenfield; IUF Asia/Pacific; 1998. 309. 'Strategic Intent: The business unit leaders'; Warren Staley; Cargill Internal Memo; 27 augustus 1999. 310. *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998; pag. 5-11. www.cargill.com 311. www.cargill.com/finance/highlights.htm; zonder datum, ongeveer eind 1999. 312. www.cargill.com/prodserv/wwpres.htm 313+. Informatie uit: *Welkom bij Cargill in de Benelux*; Cargill; zonder datum, ongeveer 1998; omslag. www.cargill.nl/adres Verschillende jaarverslagen en jaarstukken. Register van de Kamer van Koophandel te Amsterdam. *Who owns Whom 1998/99*; Dun & Bradstreet; pag. 544. CD-foongids 1998. = De aantallen werknemers komen uit *Sociaal Jaarverslag Cargill 1997/1998 - samenwerken aan de toekomst*; Cargill Nederland; zonder datum; pagina 29. = In totaal blijken er 1.361 mensen bij Cargill Nederland te werken, op 31 mei 1998. Een jaar later zijn dat er 83 meer: 1.444 (jaarverslag van Cargill Nederland, 1998/1999). In dat jaar heeft Cargill het bedrijf Hermelink aangekocht met ongeveer 60 werknemers. 314. *Cargill Koerier*; juni 1999; pag. 8. 315+. "Inmiddels gaan er elke dag wel één of meer bulktankauto's naar Riedels produktievestiging in Ede. Op jaarbasis zijn de leveringen van Cargill aan Riedel goed voor ongeveer vijftig miljoen liter sinaasappelsap." *Cargill Koerier*; december 1998; terZake, pag. 2. 316. Praktisch letterlijk overgenomen uit de *Cargill Koerier* van september 1999; pag. 9. EINDE