[Date Prev][Date Next][Thread Prev][Thread Next][Date Index][Thread Index]

[Duurzaamlijst] Wie kan ons aan meer praktische argumenten helpen?



Beste mensen,
we zijn al aardig op weg geholpen via een groot aantal recentelijke proefschriften die helpen om meer ethiek in de veehouderij te realiseren.
Onderaan vinden jullie een artikel die in Trouw geplaatst zal worden.
We hebben behoefte an bruikbare praktische functies die inherent aan een dierenleven zijn en die een duurzame economie ondersteunen.
Elke suggestie is welkom. We zullen ze toch in het volgende onderzoek op zijn bruikbaarheid toetsen.
Alvast bedankt.
 
Jurgens

Verantwoord rentmeesterschap van de mens over het dier

"De christelijke kerken moeten zich hard gaan maken voor de verbetering van de omgang met dieren in ons land." Dat stelde promovendus Jacques Schenderling 21 mei 2000 in zijn promotie-onderzoek 'Mens en dier in theologisch perspectief, een bijdrage aan het debat over de morele status van het dier'. In een interview met Trouw op 1 mei 2001 werd hem gevraagd of hij het voortouw zou nemen in het ontwikkelen van een kerkelijke kijk op de toekomst van de landbouw. Hij antwoordde met een duidelijk "nee". Volgens Schenderling kampt de kerk met een achterban die dubbel is in zijn overwegingen rond de manier waarmee met dieren moet worden omgegaan. Binnen de kerken praat men al jaren over de landbouw, maar er komt weinig uit (Trouw, 18 april). Nu scharen ze zich achter de mkz-boeren. Maar een bijdrage aan het maatschappelijk debat leveren ze niet.
Er bestaat toch een visie? Vorige week zei de Kootwijkerbroekse predikant W. Meijer het zo: 'Je houdt mestkalveren om ze te slachten, dan hebben ze een bestemming. We willen allemaal een goed stuk vlees en de boer zorgt daarvoor. Maar vernietigen zonder bestemming, dat is voor de boer onacceptabel.' Schenderling reageert: ,,Dat is typisch theologisch denken: het doel heiligt alle middelen. Haal je dat doel weg, dan verandert alles.''
Van de kant van de kerk dus geen moderne invulling of bewaking van het rentmeesterschap.

In een tweede artikel in dezelfde krant wordt het proefschrift aangekondigd van Landelijk dierenbeschermer en adjunct-directeur Bernd Timmerman. Bernd beschrijft daarin de historie van de emancipatie van het dier. Hij voorspelt: "Straks zal nauwkeurig in de wet zijn vastgelegd onder welke omstandigheden dieren gehouden mogen worden, en met welk doel. En dan zullen kleinschaligheid en het eigen gedrag van het dier kernbegrippen zijn.'' Er zijn volgens hem nu nog maar een paar puzzelstukjes, zoals het verbod op het houden van nertsen en eisen aan het veevervoer. Timmerman: ,,Ik denk niet dat als straks de puzzel af is iedereen vegetariër zal zijn, maar wel dat de morele grenzen opnieuw zijn bepaald: de bodem onder dierenrechten stijgt, en plafond waaronder wij dieren mogen beschadigen en doden zakt, waardoor er maar een smalle marge overblijft. Uiteindelijk mogen dieren als er echt geen alternatief is, onder goede omstandigheden gehouden en gebruikt worden.''
Bernd Timmerman puzzelt nog en zal de ontwikkeling nader bezien.

Beide promovendi weten eigenlijk niet goed wat ze met de huidige situatie aan moeten. Ze doen geen duidelijke uitspraken te doen of bemoeien zich niet met het stellen van de precieze grenzen. Dat er grenzen zijn, daar zijn ze het over eens. Waar deze liggen of zouden moeten worden getrokken nog niet. Dat is ook de teneur van het manifest van stichting Natuur en Milieu. Het moet anders, meer regionaal en biologisch, meer extensief. Maar daarmee weten we nog niet precies en concreet hoe dat moet worden ingekleed.

Iets concreter wordt Mark Bracke, begin april 2001 gepromoveerd in Wageningen. Hij stelt dat het mogelijk is om een betrouwbare welzijnsschaal te maken, waarvan de score aangeeft in hoeverre het dier onder diervriendelijke omstandigheden heeft geleefd.

In het TrendBreuk systeem wordt het moderne rentmeesterschap weer concreet gedefinieerd en ingevuld. Het systeem is een manier om duurzame producten betaalbaar te maken. Aan vlees wordt de eis gesteld dat het afkomstig is van dieren die een minimale leeftijd hebben gehaald onder diervriendelijke omstandigheden. Een dier langer laten leven dan een zo kort mogelijk traject tot slachtrijpe leeftijd is voor een veehouder alleen economisch aantrekkelijk wanneer het dier tijdens zijn leven ook nog iets bijdraagt aan de bedrijfsvoering. Deze bijdrage kan bestaan uit verschillende taken.

  • Het inzetten van runderen voor natuurbeheer door staatsbosbeheer.
  • Het laten produceren van mest voor de biologische boeren
  • Het eten c.q. verwerken van eetbaar organische afval dat door de industrieën wordt geproduceerd.

In een verantwoord rentmeesterschap van mens over het dier krijgt het dier dus een taak in de biologische bedrijfsvoering. Dit is een plicht waar tegenover staat een leven met een minimale lengte en maximaal welzijn. Daarmee is het dier geëmancipeerd van slaaf tot medewerker. Wanneer de samenleving grenzen weet te stellen aan de mogelijkheid tot uitbuiting kan zij de veehouder ervan weerhouden zijn rentmeesterschap te verwaarlozen. Hiermee is een duurzame relatie tussen mens en dier hersteld.

Wanneer we ook nog eens de consument informeren over kengetallen over het leven van het dier via de verpakking van het vlees en de zuivel dan kan hij meebeslissen over de ethische kredietwaardigheid van het vlees dat hem te koop wordt aangeboden. Met deze kengetallen wordt bedoeld het land waarin het dier geboren is, geleefd heeft en geslacht is. Met deze informatie kan de consument zelf bepalen of hij of zij vlees koopt waarmee wel of niet gesleept is.

Uit de enquête van TrendBreuk in samenwerking met Animal Freedom zal blijken hoeveel consumenten nu al om een verantwoord rentmeesterschap vragen. Wie wil kan zijn mening kwijt op: www.animalfreedom.nl/trendbreukenquete.htm

Transparantie over de omstandigheden in de veehouderij en onze voedselindustrie heeft vooral de jonge consumenten in de laatste jaren bewuster gemaakt. Ook een aantal Europese regeringen ondersteunt met steeds meer middelen en forse inzet Duurzame Landbouw omdat de samenleving ernaar vraagt. De criteria die de toekomst van eerlijke handel moeten waarborgen zijn: ethische, sociale, economische, ecologische, juridische en energetische. Een verantwoordelijke koopman kijkt samen met de dominee, de producent en de consument vooruit naar duurzame producten die bevrijd zijn van de smetten die door MKZ, BSE enz. aan het licht zijn gekomen. De handel onder directe druk van de samenleving leert zijn moraal snel genoeg kennen.

 

H.Jurgens Redczus

Tel:058-2169360

duurzaamheid@beloont.nl